. Beleidsnotitie Openbare Verlichting

Geldend van 01-12-2009 t/m heden

Intitulé

. Beleidsnotitie Openbare Verlichting

Beleidsnotitie Openbare Verlichting

Beleidsnotifie Openbare Verlichting

Opdrachtgever: College van de Gemeente Wierden

Betreft:

Beleidsnotitie Openbare Verlichting Wierden

Beleidsperiode: 2009 tot en met 2013

Aan:

Opdrachtnemer AdviSeun

Raad van de Gemunte Wierden

Essent Lighting b.v. Mw. J. Kok-Swartjes Hr. H. de Vroome

Inhoudsopgave

INLEIDING ................................................................................................. .... . . . .

DE FUNCTIES VAN DE OPENBARE VERLICHTING....................... 7

z.i Doel van de openbare verlichting..............................------------ - 7

s.a Sociale veiligheid 7

a.3 Verkeersveiligheid. 7

z.4 Leefbaarheid of ruimtelijke inrichÖn8........ ..... -7

3.3 Verlichtingsmiddelen .. ....................................................................... .... . . ... tO

3.4 PoliÖeKeurmerk Veilig Wonen .. . . . . ............................................................... to

3.5 Vogel- en Habitatrichtlijn ........................... . . ... tt

4 HUIDIGE SITUATIE OPENBARE VERLICHTING .,................................................. iz

4.i De verlichtingsinstallatie in cijfers................. .. .. is

4.2 Schakeltijden ................. ................................................................... .. . ... . .. ta

q.3 Kabelnet......... .. i3

4.4 Beheer en onderhoud ........................................................ .. . . . . ... .. ........ . .. i;3

4.5 Schade en vandalisme ... ................... ................................................................ i3

4.6 Energie en milieu..................................................... ................... ...................... i3

KWALIT. EIT DOELSTELLINGEN OPENBARE VERMCHTING...............................

5. iA1gemeen. 14

s.z Duurzaam veilig verkeer ................................................. . . . . .. ij

,., .h:ei.;:... .::::/::/:::::/::::::::::/://:“::.:..:.:..::.....::::::“.° 7

s.6 Keuze van lichtmasten. 17

S.7 Keuze van armaturen ................................ .. . . ....... . .... .. ............. . . ... i8

s.8 Keuye van lampen... ..... ..................... .............................................................. t8

5.9 Gemeentelijk ov net........................ ...2o

6 OVERIGE BELEIDSASPECIBN........................................................................... . ... 2s

6.i Inleiding ......... ....... ... . ..................... .............................................................. 2a

6.z Groen..................................... . . . .,. zz

6.3 Reclame ............................................................................. . . .. .. . ... zs

6.4 Energie........... ......... . .. ..................... .............................................................. z3

6.5 Milieu........................................... ...s4

7 COMMUi'iICATIE ............................................................................................. ... ...«5

7.iDraagvlak ......................................... ... . . .............. ............................................... as

7.e Voorlichting beleidsplan .................................................. . . . .... zs

7.3 Voorlichting werkzaamheden ............. .............................................................. z5

8 FINANCIEN.......... . . . . . . . ........................z6

8.i Exploitaòekosten................................. . .. . . . . . . . . . . . ...s6

8.s Investeringskosten ............................................................................ ...... . . ....u6

BIJLAGE i ........................................KWALITEITSNTVEAUS OPEïIBARE VERLICHTING

e8

BIJLAGE z: VERLICHTING PER WEGCATEGORIE 99

BIJLAGE 3 TOELICHTING BEHEER EN ONDERHOUD. 36

BIJLAGE 4 CIJFERS OPENBARE VERLICHTING GEMEENTE WIERDEN. 39

43

BIJLAGE 6 ..........................,.,...

LITERATUURLIJST

COLOFON ...................................... ............................................................. . . ........ . .

zojaouadzoog pagina q

t INLEIDING

De openbare verlichting (ov) vervult een belangrijke functie op het gebied van sociale- en verkeersveiligheid. De burger dient zich in de openbare ruimte, ook na het invallen van de duisternis, behaagljk en veilig te voelen. Daarnaast spelen ook sfeer-, milieu- en energieaspecten een belangrijke rol.

Met verschillende bestemm¡ngspiannen en infrastructurele projecten op komst ontstond binnen de gemeenteljke organisatie de wens om een bredere en een geactualiseerde eénduidige visie op de openbare verlichting.

Het beleidsplan behandelt de gehele openbare verlicïntingsinstallatie van de gemeente Wierden. Hieronder vallen tevens wegen buiten de bebouwde kom, zoals erftoegangswegen, gebiedsontsluitingswegen, fietspaden, e.d. Uitgezonderd zijn de semi-openbare ruimten zoals achtergaden die in eigendom zijn van woningbouwcoapeiatie "Stichting Wonen Wierden Enter’ (SWWE). De gemeente bestaat uit de volgende dorpen en buurtschappen; Enter, Hoge Hexel, Ypelo, Notter, Rectum, Wierden en Zuna.

De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare verlichting voor zover het haar beheersgebied betreft. Naast de gemeente heeft, de provincie Overijssel en de Rijkswaterstaat wegen binnen de gemeente in beheer. Het beleidsplan openbare verlichting heeft daarbij de funcüe het beieid te structureren tot een beleid, waardoor het openbare Ieven bij duisternis zo goed mogelyk kan functioneren tegen zo laag mogeljke kosten. Hoewel met de openbare verlichting het niveau van het daglicht nooit kan worden bereikt dient ze wel bj te dragen aan een sociaal-, verkeersveilige en een leefbare omgeving binnen beleidsmatige randvoorwaarden zoals milieu en energiegebruik.

Veflichting en sociale veiligheid sean in nauwe relatie tot elkaar. Tjdens de duisternis zal goede verlichting het gevoel van onbehagen doen afnemen. Kwalitatief goede verlichting maakt toezicht en zichtbaarheid mogeiijk.

De verkeersveiligheid is gebaat bj goed zicht. De openbare verlichting geeft, bij avond en nacht, een aanvuliing op een veilige verkeersafwikkeling. Het is daarbj van belang dat de rijrichting in alle situaties goed is te overzien. De verxeemdeelnemers moeten het verloop van de weg, alsmede zijwegen goed kunnen waarnemen en zelf ook ’aangelicht' worden.

in het beieidsplan wordt een beeld geschetst van de huidige situatie inzake de openbare verlichting in de gemeente Wierden, worden achtergronden en uitgangspunten toegelicht en deze worden vervolgens vertaald naar nomeringen en globale kostenindicaties. Op basis hiervan kan besluitvorming op hoofdlijnen plaatsvinden.

De vastgelegde beleidsuitgangspunten kunnen vervolgens concreet vertaald worden tot uitvoerings- en onderhoudsprogramma's. Deze worden in separate documenten gerapporteerd.

Het beleidsplan gaat in op de volgende aspecten van de openbare verlichting:

• de ruimten die moeten worden veflicht;

• de kwaliteit van de verlichting;

• het onderhoud van de openbare verlichgng;

• de communicatie over openbare verlichtingsactiviteiten;

zo januari zoo9 pa@na5

• de financiën van de openbare verlichting.

Met nadruk zal hierbj worden gewezen op het energieverbruik en het milieu.

Ais leidraad diende het ’Model Beleidsplan Openbare Verlichting" van de NOVEM en de "Richtlijnen voor de Openbare Verlichting” NPR 13201-1 van het Nedeflands Nomalisatie Instituut en de Nederlandse SlJchting van Verïichtingskunde.

De opbouw van het beleidsplan is als volgt. In hoofdstuk 2 wordt eerst in algemene zin ingegaan op het doel en de Mncties van openbare verlichting. In hoofdstuk 3 wordt de landeljke wet- en regel- geving geschetst en de daaruit voortvloeiende consequenties zichtbaar gemaakt. In hoofdstuk 4 wordt specifiek ingegaan op de kwaliteit van de openbare verlichting in de gemeente.

In hoofdstuk 5 worden per te onderscheiden openbare ruimte een aantal specifieke beieidsaspecten

Een aantal aspecten speelt bij alle openbare ruimten een rol. Het gaat om milieu, energie, het

onderhoud en de organisatie. Hoofdstuk 6.behandelt deze aspecten.

In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de wijze waarop er intern en extern over het beleid voor openbare

veflichting wordt gecommuniceerd en in hoofdstuk 8 tenslotte staan de financiën centr

eo januari 2oog pgLm

s DE FUNCTIES VAN DE OPENBARE VERLICHTING

a.i Doel van de openbare verlichting

47°Z van het jaar) zo goed mogelijk te laten functioneren. H0ewel met de openbare verlichting het niveau van hei daglicht niet bereikt kan worden, moet de openbare verrichting wel bijdragen aan een veilige woon- en lee*•• eev ing. Een goede kwaliteit van de openbare verlichting is van groot belang om dit doel te bereiken.

u.u Sociale veiligheid

Een sociaal veilige omgeving is een omgeving waar men zich zonder dÏrect gevoel voor dreiging of gevaar voor confrontatie met geweld kan bewegen. De wi ze van inrichting is voor een belangrijk deel bepalend yoor de ervaring van het veiligfieidsgevoel. Er zijn een tweetal aspecten te onderscheiden aan het begrip sociale veiligheid, namelijk de objectieve onveiligheid (de criminaliteit die werkelijk plaatsvindt) en de subjectieve onveiligheid (de gevoelens van angst en onveiiigheid, die bij de bevolking Ieven). Sociale veiligheid heeft te maken met alle (semi-) openbare ruimen waar mensen verblijven. Speciaal moet gedacht worden aan toegangswegen naar buunhuizen, scholen, sporiaccommodaties, etc.

Verlichting en sociale veiligheid staan in nauwe relatie met elkaar. Bij duisternis is eerder sprake van vandalisme, openlijke bedreiging, geweld e.d. dan op klaarlichte dag. Met het oog op de sociale veiligheid moet de openbare verlichting het mogeljk maken om tegemoet komende personen op een redelijke afstand te ïnerkennen, waarbj ook voldoende kleurherkenning mogelijk moet zijn. Dit stelt specifieke e]sen aan de openbare verlichtingsinctaiiatie. Deze eisen zijn aanvullend op de eisen die vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid worden gesteld.

s.3 Verkeersveiligheid

Onder verkeersveiligheid wordt een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer verstaan.

Veilig verkeer bij nacht is moeilijk zonder straatveflichting te realiseren. De weg moet zodanig verlicht worden dat de situatie in de rijrichting te overzien is. De verkeersdeelnemers moeten het verloop van de weg en de aanwezigheid van zijwegen kunnen waarnemen. Met name bij ingewikkelde wegsituaties zoals kruispunten, verkeerspleinen en rotondes, is dit van groot belang. De eigen verIicht¡ng van auto’s of fiesen verlicht slechts een klein weggedeeke en geeR pas in een Iaat stadium aan in welke richting de weg loopt. Het 'grootlicht' van auto’G kan dit bezwaar ondervan- gen, maar kan hoogst zelden worden gebruikt in verband met verblinding van tegenliggers. Ook de voetganger op het trottoir moet goed “veriich€ worden.

Openbare verlichting vergroot aan de ene kant de verkeersveiligheid, aan de andere kant kunnen de lichtmasten bij verkeersongevallen een gevaar vormen voor de weggebruikers. Bij de materiaalkeuze van de armaMren en de masten moet hiemee rekening worden gehouden.

*.4 Leefbaarheid of ruimtelijke inrichting Leefbaa1edheeA6ebekkingophetbev‹vderenvandeherkenbaarheö/sfeerofhetbenadrukken vanhMbzonderekarakervandeopenbarerGmte.

versie i.st

Openbare verlichting speelt een belangrijke rol bij het tot zjn recht komen van de openbare ruimte. Het bijzondere karakter van een plek kan met behulp van de openbare verÏictTting wofden verbreed door het toepassen van bjzondere verlichting. Bij de realisatie van een meer decoratief georiënteerde verlichtingsinstallatie zal de ter plaatse vereiste functionele verlichtingskwaliteit uitgangspunt blijven.

De sfeer wordt in belangrijke mate beTnyloed door de gekozen lichtsoort en de mate waarin de omgeving wordt ’mee verlicht’. Bj lage verlichtingsniveaus wordt 'warm-w4'-licht (kleumummer 830) als aangenamer ervaren dan ’koel-wit' licht (kleurnummer 840). Bij het verlichten van de weg kan rekening gehouden worden met de aanwezige bebouwing, de eventuele groenvoorzieningen, de straatnaamborden en huisnummers in die zin dat deze ’mee' veflicht worden. Bj het verlichten van de omgeving moet de instraling in woningen en het verblinden van weggebruikers tot een minimum worden

zojanuaüzoog pagina 8

3 LANDELIJKE WET- EN REGELGEVING

Het gemeenteiijk beleid op het gebied van de openbare veflichting kan worden beoordeeld in het lictit van de bestaande regeigeving ten aanzien van aansprakelijkheid zoals geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van de Aanbevelingen voor Openbare Verlichting van de Nederlandse Stichting voor Veflichtingskunde (NSvV) en het Nederlands Nomalisatie-insatuut (NNI). Ook kan als norm het Politiekeurmerk Veilig Wonen worden gehanteerd. Deze normen zijn zowel gericht op de verlicfitingskwaliteit als op de kwaliteit van de verlichtingsmiddeien.

3.3 Aansprakelijkheid Burgerlijk Wetboek

Op basis van dit Burgerlijk Wetboek is de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk voor schade als de weg, inciusief de openbare verlichting, niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert. Er is sprake van risicoaansprakelijkheid. Dat wil zeggen dat de weggebruïker niet meer de schuld van de wegbeheerder maar ’slechts' de gevaaflijke toestand van de weg(uitmsting) en liet daardoor intreden van het gevaar hoeft aan te tonen.

De aansprakelijkfieidsbepaling yan hel Burgerlijk Wetboek heeft alleen betrekking op de verkeersveiligheid van de openbare verlichting. De sociale veiligheid en de leefbaarheid blijven buiten beschouwing. Het is dan ook van belang rekening te houden met het gevaar dat de weg, de weguitrusting en obstakels kunnen opleveren. Hoewel wetteljk niet is vastgelegd aan welke kwaliteit de openbare verlichting moet voldoen geldt wel een inspanningsverplichting voor wegbeheerders om zorg te dragen voor een deugdelijke verlichting. Veel gemeenten hebben in dit kader de NPR 13201- 4 als uitgangspunt genomen voor hun verlichtingsinstallalies. Het komt echter ook voor dat hiervan wordt afgeweken. Hieruit voortvloeiend mag dan verwacht worden dat, indien de weg overdag geen gevaar oplevert, het gevaar 's nachts me0e veroorzaakt kan worden door ondeugdelijke vedichting.

Toch is de (gemeentelijke) we9beheerder niet zonder meer aansprakelijk voor schade als gevolg

van problemen mel de openbare verrichting. De aansprakeljkfieid ontbreekt nameljk als de weg en de openbare verlichting in een staat van onderhoud verkeren, die geen gevaar opleveren voor weggebruikers.

Indien echter eenmaal vastgesteld is, bat de schade het gevolg is van een gebret aan de weg of de weguitrusting, dan heeft de wegbeheerder slechts beperkte mogelijkheden om aan de aansprakelijkheid te omkomen.

Het uitbesteden van onderhoudswerkzaamheden aan derden Iaat deze aansprakelijkheid onverïeL De gemeente ie immers verplicht toe te zien dat de werkzaamheden naar behoren worden uitgevoerd. Wel kunnen aanspraken, indien is aangetoond dat de schade een gevolg is van gebrekkig onderÏnoud door deze de‹den, worden doorgeleid naar de voor dit onderhoud verantwoordelijke paräj.

3.z Verlichtingskwaliteit

Er zijn geen wetteljke of anderszins bindende bepalingen omtrent de verlichtings waliteit. De Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSvV) heef\ samen met het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) richtljnen vastgesteld op basis waarvan de openbare verlichting van Wierden kan worden vormgegeven.

eo]anuaüsoog

Deze richtlijnen (NPR 13201-1) voor de Openbare Verlichting worden door de meeste Nederlandse gemeenten aangehouden c.q. voorgeschreven. Indien de vertichtingsinstallatie voldoet aan het gestelde in de NPR 13201-1 geeft dat voldoende basis om juridische prooedures van letselscfiades of anderszins, te voorkomen.

De NPR 13201-1 onderscheidt ruimten met overwegend een verkeersfunctie en wegen met overwegend een verblijfsfunctie. Op basis van een aantal factoren worden o.a. het verlichtingsniveau en de gelijkmatigheid bepaald.

Deze factoren zijn:

• Hoofdgebruiker

• Type splitsingen

• Verkee‹sintensiteit

• Verkeersremmende maatregelen

• Sociale veiligheid

• Veriichtingsniveau omgeving

Het niveau is op basis van deze factoren niet objectief voor alle ruimten vast te stellen, maar moet afhankelijk van de ruimtelijke omsandigheden, soon verkeer, yerkeersintensiteit, de sociale veiligheid worden geïnterpreteerd.

$. Verlicbtiogszaiüdelen

Voor verlichtingsmiddelen worden binnen CEN en CENELEC (Comité Europ6en de Normalisation Electrotechnique) Europese normen opgesteld voor lichtmasten respectieveljk armaturen. Deze normen kunnen een privaatrechtelijke status hebben of een publiekrechtelijke status wanneer sprake is van gemandateerde normen (gemandateerd door de EU). Dat wil zeggen dat de verlichtingsinstallatie in overeenstemming met deze nomen ontworpen ên onderhouden moet worden.

Deze producten mogen alleen dan op de markt worden gebracht als ze voorzien zijn van een CE- merkteken dat aangeeft dat aan de relevante Europese Richtlijnen is voldaan. Het CE-merkteken kan onder andere verkregen worden als het product aan de betreffende gemandateerde Europese normen voldoet.

3.d PolitieKeurmerk Veilig Wonen

Het PolitieKeurmerk Veilig Wonen is gestart als een iniäatief vanuit de politieorganisatie (1994) en is inmiddels in heel Nederland onderkend. Doel van het keumerk is om door een zorgvuldig ontwerp en beheer van de bebouwde omgeving de kans op criminaliteit en het gevoel van onveiligheid in de woonomgeving zoveel mogelijk te verminderen.

Naast een pakket van maatregelen die betrekking heeft op woningen, worden ook eisen gesteld aan de omgevingskwaliteit, zowel aan de openbare gemeenteiijke gebieden als niet-gemeentelijke gebieden als brandgangen, achterpaden en binnenterreinen. Deze zijn vaak in eigendom van woningbouwverenigingen of van meerdere particuliere eigenaren. Om het politiekeurmerk veilig wonen te kunnen bereiken zal dus een nauwe samenwerking met woningbouwcorporaties, verenigingen van eigenaren en/of particuliere eigenaren noodzakelijk zijn. Voor al deze ruimten stelt het keurmerl‹ eisen aan de (openbare) verlichting.

pagina to

Het keumerk is geen overheidsmaatregel: de aanvraag van het keurmerk is vrijwillig.

Bij het ontwerpen van nieuwe wijken zin ¡nbiaakpreventie en sociale veiligheid een randvoorwaarde, in tegenstelling tot enkele decennia geleden toen de bestaande wijken op de tekentafel lagen. Om het predikaat politiekeumerk te verwerven zijn in de bestaande wijken vaak ontwerptechnische aanpassingen nodig, zoals opruimen van bosschages, afsluiten van gangen, en het bijplaateen van lichtmasten op bijvoorbeeld achterpaden. Ook gaat ret PolitieKeumerk Veilig Wonen uit van een bepaald verïichtingsniveau met een continue gelijkmatigheid wat impliceert dat de verlichting uitsiuitend nachtbranders kent.

De gemeente Wierden heeft ftet golitfekeurmerk veilig wonen niet als öefeidsdoel gesteld. Wel zijn in samenwerking met woningcorporaties de nodige achterpaden van openbare verlichting voorzien. De verrekening van de energie tussen gemeente en corporatie vindt achteraf plaats waar de kosten worden gebaseerd op het geTnstalieerde vermogen.

3.5 Vogel- en Habitatrichtlijn

Het natuurgebied het Wierdense Veld is in het kader van de Habitatrichtljn aangemeld als speciale besct›ermingszone. In dat gebied geldt dat bij uitbreiding van de openbare verlichting moet worden gekeken of de verlichting significante gevolgen heeR voor de kenmerken van het gebied (zie voor deze kenmerken van het gebied de aanwijsbeschikking).

Wanneer het gaat om gebieden buiten deze beschermingszone, moet er worden gekeken naar de Fiora- en Faunawet. Bij elke uitbreiding van openbare verlichting in vooral het buitengebied, zal nagegaan moeten worden in hoeverre de verlichting van invloed is op beschermde planten en dieren. In voorkomende gevallen zal een ecologisch onderzoek noodzakelijk zijn, waarbij het eventueel verstoren van het dag- en nachtritme van de dieren een belangrijke factor is.

4 HUIDIGE SITUATIE OPENBARE VERLICHTING

In dit hoofdstuk worden de verschillende vomen van onderhoud besproken alsmede de kwaliteit van de verlichting in de gemeente Wierden.

4 i De verlichtingsinstallatie in cijfers

In de gemeente Wierden zjn in totaal 4.368 aansluitingen op het openbare vetlichtingcnet. De aansluitingen betreffen uiteraard de lichtmasten maar ook, stadsplattegronden en verlichte ANWB masten, etc. In totaal zijn er 4.387 armaturen geplaatst op lichtmasten. Het verschil in aantal is te verklaren doordat er soms twee armaturen aan éën mast zijn geplaatst.

De lichtmasten varieren in hoogte van 3,5 tot 12 meter. Verreweg de meest voorkomende hoogte is de 4 meter fÏoge mast gevolgd door de 5,5 meter hoge mast. De masten zijn van aluminium of staal. In onderstaande grafiek is een overzicht opgenomen van de verdeling van de masthoogtes. Van 20 masten is de hoogte als onbekend aangemerkt. Dit kan betekenen dat de masthoogte niet in het gegevensbestand is opgenomen, maar hieronder vallen ook ANWB masten e.d.

Op alle aansluitingen branden in totaal 4.898 lampen. Deze zijn te verdelen over 5 hoofdtypen. Het maest voorkomende type is de TL lamp. Tot medio 1e95 was de TL lamp voor veel toepassingen de meest voor de hand liggende lamp. Daarna nam de PLL-lamp deze positie langzaam over. De vroegere armaturen waren geschikt voor 2 of meer lampen. Met de huidige spiegeloptiek in de armaturen is ëën lamp voldoende. In de verblijfsgebieden worden tegenwoordig nagenoeg alleen maar armaturen met PLL lampen en elektronische voorschakelapparaten geplaatst. In de buitengebieden won:ten overwegend SOX(-E) lampen gebruikt. Zie ook bijlage 4.

4 ° SchakelÖjden

In de gemeente Wierden z2jn aile lampen geschakeld als nachtbrandem. Dat zijn iampen die de gehele donkere periode van een etmaal branden. Dit in tegenstelling tot avondbranders die slechts gedurende een deel van de nacht branden. Het in- en het uitschakelmoment wordt oentraal geregeld. De pulsen, die verantwoordelijk zijn voor het activeren van de in- en uitschakelaars, worden via de elektrische distributienetten verstuurd.

2o jsguari goog

4.3 Kabelnet

Het laagspanningsdistributienet in de gemeente Wierden bestaat uit een kabelsysteem met geïntegreerde kabels. Da( wil zeggen dat de aders voor het transport van energie voor woningen en bedrijven en de aders voor het voeden van de openbare verlichting zijn gevat in ëén kabel.

Het energieverbruik wordt, net als huisaansluitingen, gemeten door kM-meters.

In 2004 heeft de gemeente in de wijk Äkkers in Enter als pilot voor het eerst zelf een gemeenteljk ov-net aangelegd. Via een ov-kast, waarin ook de kWh-meter is geplaatst, wordt het ov-net gevoed. Het doel van de pilot was om te beoordelen of de gemeente op deze wijze minder afhankelijk zou kunnen zjn van het energiebedrijf en wellicht uiteindelijk ook goedkoper uit te zijn. Ten aanzien van dit aspect dient nog een definitieve keuze te worden gemaakt of het eigen netwerk wordt gehandhaafd of dat dit wordt afgestoten. De belangrijkste overweging is hierbij dat vanuit de optiek van beheer een eigen netwerk organisatorische en financiele consequenties heet.

‹ 4 Beheer en onderhoud

Het Beheer en Onderhoud zorgen er voor dat de openbare verlichtingsinstallatie functioneert en in stand wordt gehouden op het niveau dat de gemeente voorschrijft.

De gemeente beheert de openbare verlichting zelf. Aan de hand van een digitaal bestand worden de gegevens bijgehouden.

Voor het dagelijks onderhoud heeft de gemeente Wierden sinds 2006 een contract met een marktpartij. Deze zorgt via oontractueel vastgelegde afspraken voor het dagelijks onderhoud en het oplossen van storingen. Onderdeel van het contract is dat de gehele installatie jaarlijks wordt beschouwd.

4.5 Schade en vandalisme

Zoals aÏ het straatmeubilair, ontkomt ook de openbare verlichting niet aan schades en vandalisme. Schades worden veroorzaakt door weggebruikers, al dan niet gemotoriseerd. Ook door niet sociaal aangepast gedrag heeft de openbare verlichting te ljden. Het afhandelen van de schades maakt deel uit van het onderhoudscontract.

4 6 Energie en miIie\i

Een deel van de verlichtingsinstallatie van de gemeente Wierden bestaat uit inmiddels verouderd materiaai. Het gaat hierbij vooral om verouderde armaturen met bijbehorende Iampen. Dit heeR enerzijds beperkingen in de toepassing voor de toekomst aangezien een aantal van deze armaturen met bjbehorende lampen inmiddels uk productie zijn genomen. Anderzijds betekent dit dat met name de lamgen met betrekking tot het energiegebruik bijzonder ongunstig zijn. Dergelijke Iampen verbruiken aanzienljk meer energie dan verlichtingstechnisch minimaal vergelijkbare Iampen zoals die tegenwoordig worden toegepast. Dk is demalve zowel uit overwegingen vanuit kosten als vanuit miiieu een ongewenste situatiie

2ojanuari eoo9

s ALITEITDOELSTELU NGENOPENBAR EVERUCHTING

s Algemeen

Om de kwaliteit van de openbare verlichting vast te stellen worden dienen zo objectief mogelijke criteria te worden beschreven. Hierbj wordt onderscheid gemaakt in de kwalificaties ’hoog'. ’basis' en ‘laag'. In bijlage 1 is de beschrijving van de genoemde kwalificaties opgenomen. Vooralsnog wordt uitgegaan van de kwalificatie ‘basis’ voor de gehele gemeente, met uitzondering van de centra. Hien/oor wordt de kwalificatie ‘hoog’ gehanteerd. De kwalificatie 'laag' is voor de gehele gemeente onacceptabel en mag derhalve niet voorkomen. In de paragrafen 5.2 en 5.3 is ingegaan op de aspecten verkeersveiligheid en politiekeurmerk veilig wonen (woonkeur). Een nadere uitwerking van deze aspecten, onderscheiden naar wegtype, ie in de paragrafen 5.4 tot en met 5.9 weergegeven. Opgemerkt wordt dat in deze rapportage alleen het beleid betreffende de openbare verlichting is beschreven. Voor alle overige objecten in de openbare ruimte is of wordt eveneens beleid geformuleerd. Een voortdurende afstemming van deze verschillende disciplines in het kader van en integraal beheer van de openbare ruimte is van groot belang. In dat kader wordt voor de openbare verlichting op termijn aansluiting gezocht bj het kwaliteitsniveau IBOR.

5.z Duurzaam wettig verkeer

De nota ’Duurzaam Veilig Verkeer' en de bjhorende 'wegencategorisering’ geeft richtlijnen voor het vergroten van de verkeersveiligheid en daarmee ook voor de openbare verlichting. Het voorstel is dan ook om deze richtlynen als nieuw beleid te hanteren. Dit houdt in dat de wegen worden ingericht overeenkomstig de functie daarvan. Verbljfsgebieden binnen de bebouwde kom woiden ingericht ais een 30-km zone. Door toepassing van lage lichtmasten van maximaal vier meter hoog, in plaats van zes meter, wordt het karakter van verbljfsgebied extra versterkt en benadrukt. Door de toepassing van lagere masten moet het aantal lichtmasten toenemen, om voldoende veflichting te krijgen voigens de NPR-norm. Dit wordt ook wel 'verdichten’ genoemd. Daarmee werkt Duurzaam Veilig Verkeer kostenverhogend voor het beheer en onderhoud van de Openbare verlichting, specifiek bË] vervanging van masten amaturen en Iampen. Het hoeft niet noodzakelijkerwijs voor het energiegebruik van toepassing te zijn. Immers door de toepassing van (zeer) energiezuinige Iampen kan een en ander worden gecompenseerd. Interessant hierbË] zijn de ontwikkelingen rondom de LED verlichting, die mogeiijk verdergaande besparingen op energie kunnen bewerksteiligen. Met deze aspecten dient in de komende periode rekening te worden gehouden.

Bj vervanging van lichtmasten in bestaande (verbIijfs)gebieden worden veelal nog lichtmasten met een hoogte van zes meter toegepast. In uitbreidingsgebieden worden wel lage lichtmasten toegepast in verblijfsgebieoen, de aanlegkoslen daarvan komen ten laste van het project. Op temijn leidt dit tot extra onderhoudskosten, die binnen het areaaluitbreidingsbudget worden gereserveerd.

Verkeerskundig gezien gaat de voorl‹eur uit naar toepassing van Duurzaam Veilig Verkeer in alle

Voor kruisingen en rotondes geldt dat hier bjzondefe aandacht voor de verlichting noodzakelijk is. Dit zjn immers de punten binnen wegenneden die bjna per definitie die de grootste risioo's voor de

verkeersveiiigheid met zich meebrengen. In bijiage 2 is een nadere specificatie van de voor da doel benodigde verlichting opgenomen.

einnen de gemeente Wierden zjn diverse wegen die eigendom en in beheer en onderhoud zijn van de provincie Overijssel. Toch is de openbare verlichting langs de betreffende wegen van de gemeente. Dat is niet logisch. Het is wenseiijk om, in overleg met de provincie als eigenaar van de betreffende wegen, te trachten ook het beheer van de openbare verlichting en dus de exploitatieiasten, onder te brengen bj de eigenaar van deze wegen.

s.3 Woockeur

In de gemeente Wien:len het ’Politiekeurmerk Veilig Wonen', tegenwoordig Woonkeur’ genoemd, en het keurmerk ’Veilig Ondernemen' niet volledig toegepast. Bij nieuwbouwplannen kan dit wel een overweging zijn. Ook bj renovatieprojecten kan van geval tot geval beoordeeld worden of deze keurmerl‹en toegepast kunnen worden. Om deze doelstelling te kunnen realiseren dient een structurele samenwerking tussen partijen te worden te worden geïnitieerd. Dit kan bivoorbeeld gestalte wofden gegeven door een convenant Mssen de gemeente en woningbouwcorporaties, politie en andere partien. In dit convenant wordt dan afgesproken de NPR-nom in nieuwe situaties toe te passen. Bij tevitalisering kunnen oudere wiken eveneens worden heringericht overeenkomstig deze

Daarnaast wordt nog aanbevolen om de achterpaden waar nog geen verlichting aanwezig is te verlichten. De gemeente heeft in samenwerking met woningcorporaties al diverse achterpaden verlicht. Tevens woidt dit beleid voor nieuwbouw en renovaties voortgezet

Naast de openbare ruime in straten, wegen en pleiten en de semi-openbare ruimte in amterpaden kennen we nog de openbare ruimte in panden. In de gemeente Wierden komen parken weinig voor. Wel bestaan bepaalde gn›engebieden tussen wjken en buurten in. In dergeljke zones leidt verlichting snel tot een sMk schjnveiligheid. Men denkt veilig te zijn, maar de werkelijke veiligheid is ’s avonds juist laag door de vele donkere plekken buiten de paden en de afwezigheid van sociale oontiole in parken op die tijdstippen. Daarnaast geidt aigemeen dat in het kader van het welzjn voor flora en fauna verlichting in groenzones minder gewenst is. Voorgesteld wordt dan ook om in parken of groenvoorzieningen zeer terughoudend te zijn met openbare veflichting.

s.4 Verlichtingsniveau

Voor het gewenste veflichtingsnÏveau in de gemeente Wierden is per wegcategorie, op basis van de Richtlijnen van de NPR 13201-1, een verlichtingskwaliteit bepaald. De veflichtingsniveaus kunnen van toepassing worden gesteld in geheel Nederland. Echter de verkeersintensiteit en sociale (on)veiligheid in de gemeente Wierden zyn niet te vergeljken met de situatie in sommige andere delen van Nederland. Daarom kiest de gemeente er yoor om van deze richtlijn af te wijken en worden iets lagare veflichtingsniveaus voorgesteld. Daarnaast geldt dat de toepassing van een iets lager lichtniveau leidt tot een lager energiegebruik en minder lichthinder.

euiten de bebouwde kom zal de gemeente terughoudend zijn met het piaatsen van verlichting. Ter bescheming van natuurwaarden en het voorkomen van iichtvervulling zullen in het buitengebied de wegen niet of oriënterend worden verlicht.

In ondemtaande tabel zijn de voorgestelde verlicfitingniveaus per categorie weergegeven. Deze waarden komen overeen of zijn iets hoger dan de reeds jaren in de gemeente Wierden gehanteerde verlichtingsniveaus.

0 nbare ruimten

Buiten de bebouwde kom Gebiedsontsluitingsweg 80

0,75 cd/m*

geen / oTiénterend

SOX-E

Oranje

Erftoegangsweg A / B 60 km/uur 0,30 cd/m° geen / oriënterend PLL Wit

Brom- Fiets d rimair 2 lux - Uq=0 3 een / oriënterend PLL Wit

Binnen de bebouwde kom

Gebiedsontsluitingsweg 50 0,30 cd/m° 5 lux - Ur=0,2 SONT Geel

km/uur

erïtoegangsweg A e 3o km/uur 3 Mx - u.=o,z z Mx - u,=o,3 PLL wit

E‹ttoegangsweg bedrijfsterrein 0,50 cd/m° 3 lux - U#=0,2 PLL Wit

(Brom- ) FieDpad (primair) 2 lux - Uq=0 3 2 lux - Ur=0 3 PLL Wrt

Ux is de gelijkmatigheid van de horizontale veflichtingssterkte (= E n „/E „o).

lnDijage8is*eergegexenhoedeverschi#endeve!cWingsGveausperwegcategode,opbasisvan deindeNPA 13201-1gekozentac1‹ven, totstandzjngekomen.Eennadmeuihve1iogvande

,enicnGngperwegoategofleisopgenome,i,bijage4.

zo januari uoo9 gagina 46

s.s Schakeltijden

Zoals verwoord in parag+aal 4.2 zjn er in de gemeente uitsluitend nachtbranders. Dit beleid om geen avondbranders toe te passen moet worden gecontinueerd. Het voorkomt dat de gelijkmatigheid van de verlichting, na het uitschakelen avondbranders, wegvalt en daardoor donkere plekken worden gecreëerd. Naast de optie om met behulp van de schakeltjden (een deel van) de verlichting uit te schakelen, bestaat de optie om verlichting te dimmen. Het lichtniveau wofdt weliswaar lager, de gelijkmatigfieid blijft echter behouden zodat er geen echt donkere plekken ontstaan en er wordt energie bespaard. Aandachtspunt bij de overweging om dimmen toe te passen is dat liet dimmen niet moet worden toegepast op een beperkt aantal lichtpunten. Dit impliceert dat de invoering van dimmen slechts dan kan plaatsvinden als sprake is van volledige nieuwbouw of grootschalige herinrichting / herstructurering dan wel bij vervanging van de verlichting in een gehele wijk.

Voor het veflichten van straten in verblijfsgebieden is de PLL 24 Watt een gebruikelijke lamp. Dit is een lamptyge die relatief weinig energie vergt, zodat de besparing per jaar per lamp minimaal is. Dus wat de motieven ook zuÏlen zjn om over te gaan naar het dimmen van de openbare verlichting, het zal niet gezocht moeten worden in economische motieven maar uit het oogpunt van milieuoverwegingen. In paragraaf 6.4 zijn nog enige overwegingen over de relatie tussen openbare verlichting en energie opgenomen.

s.6 Keuze van lichtmasten

De keuze van de lichtmasten (in combinatie met het armatuur) draagt bj aan de herkenbaarheid van

Lichtmasten hebben als richtlijn een economische levensduur van 30 tot 40 jaar (amatuur 15 tot 2O jaar). Voor het vervangen van lichtmasten en het plaatsen v6n nieuwe masten zijn de volgende keuzes gemaakt.

Voor gebieden met een verblijfsMnctie, vrij liggende fietspaden, semi-openbare ruimten, enz. hebben aluminium lichtmasten (paakopmasten) van 4 meter de voorkeur. In incidentele gevallen (daar waar de wegbreedte dit vereist) kunnen aluminium masten van 6 meter en voorzien van een uithouder met een lengte van 0,6 meter worden geplaatst.

Str«oruure/emen/en mel een yer/reers/'unct/e

Voor wegen met een verkeersfunctie en oriènterende veflichting wordt gekozen voor aluminium masten van 6 en 8 meter en voorzien van een uithouden van 0,6 meter respectievelyk 0,75 meter

Aluminium masten hebben o.a. door hun botsvriendelijke eigenschap de voorkeur. Ook behoeven aluminium masten geen periodieke conserveringsbehandeling te ondergaan.

CO januari 2OO9 venie i.s

s.› Keuze van am›aturen

De technische levensduur van amaturen is afhankelijk van het type en meit en wordt gemiddeld beoordeeid op 15 tot 20 jaar. Dit betekent dat bij elke lichtmast (levensduur 30 tot 40 jaar) eenmaal tussentjds het armatuur wordt vervangen. AI geruime tijd worden armaturen toegepast met een hoog verlichtingsrendement door toepassing van spiegelreflectoren en hoge dichtheidsklasse

Vanuit de doelstelling voor energie en milieu is het beleid om inefficiënte Iampen en armaturen te vervangen door energiezuinige Iampen en armaturen met een groot verlichtingsrendement. In het verleden zijn er keuzes gemaakt voor vele typen armaturen. Het sbeven moet er op gericht zin om eenheid en standaardisatie te verkrijgen in de te gebruiken ov-materialen.

s.8 Keuze van lampen

Een belangrijk aspect bij de openbare verlichting is de lichtkieur en de kieurweergave van de lichtbron. De lichtkleur heeft te maken met hoe het licht wordt ervaren (b.v. geel, oranje of wit). Los van de kleuTjndruk staat de kleurweergave. Dit is de eigenschap in hoeverre de indruk van gekleurde voorwerpen onder de beschouwde lichaoort van de natuufljke kleur afwijkt. Voor de verbljfsgebieden kiest de gemeente Wierden daarom voor het witte licht van

de PLL-Iampen met kleur ’warm-wit' met kleumummer 830. PLL-Iampen hebben een goede kleurweergave. Het geeft de omgeving haar natuurïjk kleuren weer en dat komt de leefbaarheid ten goede.

Voor de gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom is gekozen voor het gele licht van de SON-7 lamp. Dit type lamp heeft een veel mindere kleurweergave. Veel natuurlijke kleuren worden rood - geel weergegeven. Goed zicht is van groter belang dan de weergave van de natuurlijke kleuren. Door nu voor de gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom te kiezen voor een afwijkende liehtkleur ten opzichte van de lichtkleur in de verblijfsgebieden, wordt daardoor een accent gelegd op de dominantie van de functie verkeer van de weg ten opzichte van de functie verblijven.

Ook buiten de bebouwde kom heeR de gemeente gekozen voor het witte licht van PLL-Iamgen met ook weer een uitzondering van de gebiedsontsluitingswegen. Daar wordt SOX-verlichting toegepast Deze lamp geeft oranje licht en is monochromatisch. Dat betekent dat het licht nagenoeg in éên golflengte wordt uitgezonden en heeft als oonsequentie dat er geen kleurherkenning mogelijk is.

Juist het feit van licht met éên golfÏengte geett in de buitengebieden de minste verstoring van de flora en fauna en beperkt zich tot deze ene golflengte. Verder is ook nu weer het argument dat op deze wjze een onderscheidt gemaakt wordt tussen de verkeersfunctie van de gebiedsontsluitingsweg en de functie van het verblijven van de erftoegangswegen. Ook is er een vemchil in gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom (SON-7) en buiten de bebouwde kom (SOX).

Dat accentueert onder meer het verschil in snelheid van het autoverkeer.

zo januari 9oog pagizta te

Ook op bedrijfsterreinen is van oudsher gekozen voor SOX verlichting. Om de leefbaarheid op bedrijfsterreinen te vergroten zal op temijn worden overgegaan naar wit licht. Een ander, niet onbelangrijk, argument is de korte levensduur en de hoge lampprijs van SOX-Iampen.

De TLEM lamp is een ciAelvomige fluorescentielamp, die veel gebruikt is in armaturen in woonwijken. In de gemeente zijn nog 34 sMks aanwezig. De fabrikant heeft de fabricage gestopt, waardoor vervanging van de Iampen steeds moeilijker gaat worden. De armaMren van deze Iampen, veelal verouderde armaturen, worden daarom vervangen bj uitval van de lamp.

In de gemeente Wierden worden de Iampen, afhankeiijk van type om de 1,5 tot 4 jaar vervangen. Door de vervanging van armaturen kunnen daarbij steeds meer energiezuinige lampen worden gekozen. De tabel geeR een overzicht van wenseljke type Iampen in hun toepassingsgebieden.

aanduiding Kenmerken Toepassing

Mgedruk nadumlamp SOX - zeer hoge lichtopbrengst

- icMkeur orane

- kleumerkenning slecht (R, = 0)

- levensduur 1,5 - 2 jaar -geWedsontGuitngswegen buitende bebouwde[om

Hogedruk natriumlamp SON(7) SDW-7

CDMO-TT / -ET - hoge lichtopbrengst

{SON(7) R. = 26-40)

- lichtkleur geel

- kleurherkenning redeljk (SDW-7/CDMO-TT R, = 80)

- lichtkieur wit

- kleurherkennïng goed

- levensduur 1,5 - 2 jaar - gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom

- winkel- en uitgaanscentra (sfeer)

- acoentuering verkeersobstakels

Lagedruk

TL / PLL / OL - hoge lichtopbrengst

- lange levensduur (alleen PLL- en OL-lamp)

- IichHeur wit / warmwit

- kleurherkenning goed (R, > 80)

- levensduur TL lamp 1,5 - 2 jaar

- levensduur PLL lamp 3 - 4 jaar - erftoegangswegen (hoofdzakeljk PLL-Iamgen vanwege langere levensduur)

- fietspaden

- parkeerterreinen bedrijventerreinen

- relatief lage lichtopbrengst

- lichtkleur blauwachtig wit

- kleurherkenning redelijk (R. = 36-

- levensduur 1,5 — 2 jaar - wordt vanwege relatief lage lichtopbrengst per Watt niet meer toegepast in nieuwe

ZOj VMSOO@

gagina zg

versie .z

s.9 Gemeentelijk ov net

Tot op heden werd de ov-kabel door het nutsbedrijf gelegd. De scheiding tussen het ondergrondse deel en het bovengrondse deel van de openbare verlichting zjn de aansluitklemmen op liet aansluitkastje in de mast.

De kosten voor het leggen van een ov-kabeinet komt geheel voor rekening van de concessiehouder van het kabelnetwerk in de gemeente. De kosten voor de gemeente ontstaan pas als er lichtmasten worden aangesloten. De gemeente betaah naast de nomale investeringskosten, een aansluittarief per lichtmast. Aan de exploitatiezijde betaalt de gemeente twee vastrechtbedragen per aansluitpunt. Daarnaast moet voor het verbruik worden betaald. Het transport onafhankeljk tarief dient ter dekking voor de kosten voor het ontvangen van de metergegevens en de verwerking tot een factuur. Daarnaast bestaat de periodiek aansluitvergoeding. Deze vergoeding wordt ge\”nd ter dekking van de kosten voor het in stand houden van de aansluiting. De verbruikerskosten vallen in drie tarieven uiteen. Alle drie tarieven zijn gebaseerd op het energieverbruik en moeten worden betaalt aan de energieleverancier, voor het beheer en onderhoud van het voorliggende kabelnet en voor het beheer en onderhoud van het landeiijk hoogspanningsnet.

Indien de gemeente besluit tot het in eigen beheer leggen van een gemeentelijk ov-kabelnet dan betaalt de gemeente dezelfde vasbechtsooAen en verbruikerskosten. De tarieven verschillen echter. Ook wordt er niet meer betaald per aangesloten lichtmast maar per voedingspunt. Het aantal voedingspunten kan geljk worden gesteld met het aantal te plaatsen transfomatoetations.

Of een gemeentelijk ov-net nu voordeliger is wordt in hoge mate bepaald door het tarief van het graafwerk. Voor 2004 geldt dat als het tarief lager is dan C 7,20 per strekkende meter geul, dan is een gemeentelijk ov-net goedkoper in aanleg. Hierbij uitgaande dat er + 125 masten op één voedingspunt worden aangesloten.

Aan exploitatiez2jde is een gemeentelijk ov-net goedkoper. Dat vindt z’n oorzaak in het feit dat er slechts per yoedingspunt in plaaM van per mast vastrecht-vergoedingen dient te worden betaalt. Echter de besparingen staan in geen verhouding met de investeringskosten.

Naast de afweging van de investeringskosten kleven aan het in eigen beheer aanleggen van een ov- kabelnet meer voor- en nadelen.

• Onafhankeiijkheid van een netwerkbedrjf; en

• Geen aansluitkosten per lichtmast;

• Investeren in kennis van de openbare verlichting;

• Opze4en / uitbreiden beheerssysteem voor het ondergrondse deel;

• Het bewaken van kosten;

• Het oplossen van storingen;

• Het bewaken van storingsmeldingen;

• Het initieren van renovatiewerkzaamheden;

• Het geven van informatie over ligging van kabels;

° Het verhalen van schaden.

2o januari 9oog

De nadelen, met name ten aanzien van beheer en onderhoud, zijn dusdanig dat het lastig rendabel is te maken om een eigen ov-kabelnet te realiseren en in stand te houden. Het beleid is er daarom op gericht om het bestaande eigen net af e stoten en terug te leveren aan de netwerkbeheerder.

6 OVERIGE BELEIDSASPECTEN

6.i Inleiding

Andere beleidsterreinen in de gemeente hebben grote invloed op activiteiten betreffende de openbare verlichting. In dit hoofdstuk krijgen twee specifieke thema’s aandacht, namelijk de relatie met openbaar groen en reclame. Per thema wordt ingegaan op de huidige situatie en de knelpunten die hierbj worden ervaren. Op basis van deze knelpunten worden beleidsvoorstellen gefomuleerd.

6.u Groen

De lichtsterkte van de openbare verlichting kan negatief worden beïnvloed door het openbaar groen. Het is daarom van groot belang dat bij het plaatsen van openbare verlichting in een vroegtjdig stadium rekening wordt gehouden met het openbaar groen. Dit om te voorkomen dat de mast en armatuur te dicht bij een boom komen te staan. De kans bestaat dan dat het licht niet of slechts in beperkte mate op het wegdek terechtkomt.

Uit het oogpunt yan de openbare verlichting gaat de voorkeur bij de planontwikkeling voor nieuwe situaties uit naar het afzonderljk plaatsen van de bomen (groenvoorziening) aan éên zijde van straat of weg en de lichtbron aan de andere zijde. Het voordeel is hierbj dat eveneens aïïe nutsvoorzieningen aan de lichtbronzijde aangebracht kunnen worden en geen belemmering ondervinden van groenvoorzieningen.

Indien de hierboven aangegeven oplossing niet mogelijk is worden de masten en armaturen geplaatst voor de bomenrij. Ook hier moet worden voorkomen dat de

ov-kabel en de groenvoorziening met elkaar in oonflict komen.

In de praktjk zullen zich nog regelmatig problemen voordoen met doorgeschoten groen. Doorgaans kunnen deze door snoeiwerkzaamheden worden opgelost. Indien noodzakelijk zullen andere oplossingen moeten worden gevonden. Dan kan worden overwogen om lichtmasten te verplaatsen of het toepassen van masten met een lagere lichtpunthoogte. Uitgangspunt is dan ook bestaande knelpunten in de afstemming tussen de openbare verlichting en het openbare groen zoveel mogeljk in samenhang met bestaande of te onMikkelen renovatieplannen op te lossen. Hierdoor worden extra kosten zoveel mogelijk vermeden.

6.$ Reclao\e

Door de toenemende concurrentie en de wens tot profilering doet de yraag naar reclame-uitingen stijgen. Reclame-uitingen kunnen in verschillende vormen voorkomen. Dat kan zijn van een, al dan niet verlicht reclamebord, bevestigd aan en aangesloten op lichtmasten tot grote Billboards die rechtstreeks worden aangesloten op het distributienet. Ook veflichte reclame in abri’s komt voor.

De gemeente Wierden heeft een overeenkomst gesloten met een externe partij voor niet hebben van reclame-uitingen bevestigd aan en aangesloten op lichtmasten langs vooraf bepaalde wegen. O.a. zijn de volgende voorwaarden van kracht:

zojaouadzoog versie i.2

De afmetingen van de lichtreclame mogen niet groter zijn dan 70 cm breed en 100 cm hoog. Het aangesloten vermogen mag niet meer bedragen dan 100 WaK

De onderzijde van de lichtreclame dient ten minste 4,30 meter boven de weg en 0,5 meter uit de r2jweg worden aangebracht.

Het bevestigen van de reclame-uiting komt voor rekening van de externe partij.

Het elektrisch aansluiten van de reclame-uiting dient te geschieden door een bevoegd bedrijf. De eXteme partij beheert en onderhoud de lichtreclames terwijl het onderhoud van het elektrisch gedeelte geschiedt door een door de gemeente aangewezen bedrijf.

In de door de externe gartj per lichbeclame te betalen bedrag is het energieverbruik inbegrepen.

Bovenstaande Iaat onverlet dat de gemeente kan besluiten om met andere externe partijen vergelijkbare afspraken te maken

Aan initiatieven yoor het plaatsen en aansluiten yan plattegrondkasten en abfi’s kan onder vergeiijkbafe voorwaarden ook medewerking worden verleend.

6. zt Energie

Bij het beleid openbare verlichting hoort onlosmakeljk een deei energie. Immers energie is een goed dat in principe schaars is en voor het laten branden van openbare verlichting is behoorfljk veel energie nodig. Bovendien heeft de gemeente Wierden zich in een convenant mel de Vereniging Nederiandse Gemeenten (VNG), het klimaatakkoord, geconformeerd aan een besparing op de gemeentelijke energie van 2% per jaar. Het huidige beleid is al gericht op vervanging van veel energie gebruikende Iampen door energiezuinige Iampen. Dit beleid wordt uiteraard onverkort doorgezet. Daarnaast kan bij nieuwbouw en grootschalige herinrichting / hemtructurering en bij volledige vervanging van Iampen in wjken nieuw beleid worden geïntroduceerd, namelijk het dimmen van de verlichting. Hierbij geldt wel dat niet alle huidige verlichting hiervoor geschikt is. Per situatie moet daarom een afweging worden gemaakt

Aanvullend kan wellicht door de toepassing van LED verlichting een besparing op de energie worden behaald. Voor openbare verlichting bevindt de LED verlichting zich voor een groot deel nog in het experimentele stadium. De provincie Overijssel heeft op dit moment een pilot LED verlichting in uitvoering op de N337, de weg Deventer Zwolle. Vooralsnog Ijkt de toepassing van LED verlichting kansrijk, maar gelet op vele onzekerheden bij de toepassing van LED verlichting wordt een afwachtende houding gehanteerd. Wel worden de ontwikkelingen betreffende de toepassing van LED verlichting nauwlettend gevolgd.

6.5 Mtlieu

speciale aandacht is noodzakelijk voor de minder gewenste effecten van openbare verlichüng. In een aantal gevallen kan openbare verlichting zoigen voor de zogenaamde lichthinder. Zo kan bij toepassing van te hoge masten in woongebieden lichthinder ontstaan op de verdiepingen. In paragraaf 5.6 is al aangegeven dat het beleid in de gemeente Wierden is gericht op de toepassing van 4 m masten in de woongebieden. Hiemee wordt de genoemde lichthinder op verdiepingen voorkomen. Wel dient men zich te realiseren dat hierdoor meer masten moeten worden geplaatst, waardoor hogere kosten voor beheer en onderhoud ontstaan. Dit hoeR niet noodzakelijkerwijs voor het enefgiegebru¡k te gelden in verband met de toepassing van energiezuinige Iampen (zie ook paragraaf

Daarnaast speelt lichthinder een belangrijke rol bij toepassing van verlichting in het buitengebied. Flgra en fauna kunnen bij toepassing van een (overmaat aan) verlichting ernstige hinder ondervinden. Feitelijk geldt in het buitengebied dat geen verlichting moet worden toegepast. Hiermee wordt echter een dusdanige concessie gedaan aan de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid dat toepassing van dit beleid tot onverantwoorde risico’s zou leiden, Het beleid dient er daaroffl OP gericht te z¡jn om siechts daar waar str¡kt noodzakeljk verlichting in het buitengebied toe te passen. In de praktijk betekent dit dat alleen verlichting wordt aangebracht nabj kruisingen en aansluitingen van wegen in liet buitengebied.

p nazg

7 COMMUNICATIE

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het belang van goede communicatie over de openbare verlichting. Niet alleen voor de interne doelgroepen binnen de gemeente Wierden, maar ook externe doelgroepen van de gemeente. De informatievoorziening wordt behandeld, aismede weike inspraakmogeliJkheden er zijn tjdens het tot stand komen van het plan.

7.i Draagvlak

De realisatie van dit beleidsplan hangt mede af van de mate van medewerking van de gemeentelijke organisatie. Daarmee wordt bedoeld dat er politiek draagvlak moet zijn om de in het beleidsplan genoemde voornemens le realiseren. Andere belangrijke doelgroepen die voor draagvlak van tiet heleid kunnen zorgen zjn inwoners, bedrjven en de in de gemeente gevestigde instellingen. Ook de politie is een doelgroep die gevraagd wordt de geformuleerde beleidsvoornemens te onderschrijven. ledere ingezetene van de gemeente heeit te maken mel de openbare verlichting.

Een van de voornaamste voorwaarden voor de vorming van het draagvlak van liet beleidsplan is het bekend zijn met het plan en de in het plan geformuleerde beieidsvoornemens. Communicatie speelt hierbi een grote rol, zowel bij het tot stand komen van het plan als mede tijdens de uitvoering van het plan. Goede vooriichting ten aanzien van het plan is dan ook essentieel. Daarnaast moet er ook een mogelijkheid zijn om op het plan te reageren.

7. Voorlichting beleidsplan

Het is belangrijk dat er duidelijkheid heerst bij de inwoners, bedrijven en instellingen over de inhoud en de gevolgen van het plan.

Hiertoe is het noodzakelijk dat de essentiele onderdelen van het plan, die directe gevolgen hebben voor bewoners, bedrijven en in de gemeente gevestigde instellingen gepubliceerd worden op de gemeentepagina in het weekblad ‘De Driehoek' en de gemeentelijke website. Tevens zal het rapport ter inzage won:ten gelegd op het gemeentehuis.

7.3 Voorlichting werkzaamheden

Indien er in het kader van dit plan werkzaamheden of in samenhang met andere gemeentelijke projecten worden verricht, dan worden direct betrokkenen vooraf geÏnfomeerd over;

• wat er gaat gebeuren;

• waarom het gaat gebeuren;

• hoe Iang het gaat duren;

• wat er voor overlast gaat komen;

• wie de werkzaamheden uitvoer; en

• wie het aanspreekpunt is voor meer informatie.

ook deze infomatie kan via de gebruikeiijke kanalen, zoals de gemeentegagina in het weekblad ’De Driehoek’ en de gemeentelijke website.

pagina z5

8 FI1'iAtICIEN

De exploitatie en het in stand houden van de openbare verlichting brengt diverse kosten met zich mee. Deze kosten worden onderscheiden in de hoofdgroepen exploitatiekosten en investeringskosten. Onderstaand zijn deze groepen kort uiteengezet,

Expioiteïiekosten

• Beheerkosten

• Energiekosten

• Onderhoudskosten bestaande uit lamp- en iampwisselkosten en kleine herstelwerkzaamheden

• Schade en vandalisme

Investeringskosten

• Vervangingskosten masten

• Vervangingskosten armaturen

In de volgende paragrafen is nader ingegaan op de genoemde kosten.

8.1 Exploitatiekosten

Dit zijn de jaarlijkse kosten die een beheerder maakt om de installatie goed te laten funcüoneren. De kosten voor de exploitatie van de bestaande installatie in de gemeente Wierden bedragen op dit moment:

Beheerkosten binnendienst

Beheerkosten buitendienst

Energiekosten

Onderhoud

Schade en schadeafhandeling 0 -

8.z Totaal exploitatiekosten

Investeringskosten € 185.790,-

Naast het verhelpen van schades dient ten behoeve van de instandhouding van de installatie structureel groot onderhoud te worden uitgevoerd. Aan het eind van de levensduur dienen maslen, en armaturen te worden vervangen. \/oor de levensduur van masten en armaturen wordt onder normale omstandigheden een levensduur aangehouden van 40 respectievelijk 20 jaar. Uitgaande van een gemiddelde prijs van respectievelijk C 1.000,- en C 300,- bedragen de vervangingskosten bij een areaal van 4389 masten en 4419 amaturen over een periode van 40 jaar £ 7 miijoen. Dit betekent een jaarlijkse reservering van E 176.000,-. De gemeente Wierden vervangt onderdelen van de openbare verlichtingsinsallatie op aanvraag. Er wordt geen fonds gevormd voor de noodzakelijke vervangingen.

aojanuadzoog

gagjna 26

Om de pianning van het onderhoud te kunnen maken dient een prioriteitsstelling te worden ontwikkeld. Op basis van de plaatsingsdatum van de masten zou dit goed kunnen. De plaatsingsdata echter zijn van slechts 72g masten bekend. Hierbij variëren de plaatsingedata van 1995 - 2008. Geiet op een gemiddelde levensduur van 40 jaar geeft dit onvoldoende houvast voor de prioriteitsstelling. Om toch gefundeerd een planning van de vervangingsinvesteringen te kunnen maken wordt geadviseerd een visuele inspectie van de openbare verlichting te (Iaten) uitvoeren.

Hiermee wordt gegarandeerd dat de slechtste c.q. de oudste masten als eerste worden vervangen. Dit geldt eveneens voor de amaturen.

nu3aou&WCOO@ P•% *7

BIJLAGE i KWALITEITSNIVEAUS OPENBARE VERLICHTING

• Aile lichtmasten en armaturen zijn vast bevestigd, lichtmastdeurtjes zijn perléct gesbten;

• Kleine gemelde storingen, zoaÏs defecte Iampen worden voor 95°Ä binnen 5 werkdagen na de

” A ))" e

n ”. e n a e

a r

men nagenoeg' geen beelden van veroudering,

• D)

oma:ten en areenr)

a dal me s egro:

äng; innen en struiken vomen geen obstakels voor het

ao jaauan hoog gagina g8 versie 1.q

BIJLAGE a: VERLICHTING PER WEGCATEGORI£.

Ruimten binnen de bebouwde kom

De wegen binnen de bebouwde kom kunnen worden onderscheiden in de voigende wegen;

a) Gebiedsonts)uitingswegen;

b) Erftoegangswegen A / B;

Geöiedsonts/uif/ngswegen

• Op de gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom geidt een snelheidsregiem van 50 kmlu. oeze categorie heeft een duidelijke verl‹eersfunctie met als doel om het verkeer van erftoegangs(verzameI)wegen naar de stroomwegen buiten de bebouwde kom te leiden en omgekeerd. Op drukke knooppunlen kan het verkeer via rotondes worden afgewÏkkeld. Deze wegen lopen door of langs de bebouwde kom.

Gezien de verkeersfunctie van deze wegen worden deze wegen met SON-7-Iampen verlicht. Indien aanliggende fieMpaden niet voldoende worden mee verlicht door de verlichting van de hoofdweg, bijvoorbeeld vanwege aanwezigheid van bomen of struiken, zal het fietspad apart verlicht moeten worden. Uitzondering hierop is de toekomstige westeljke Rondweg. In verband met de hoge natuurwaarden zal deze minimaal wonnen veflicht.

In onderstaande tabel is een voorbeeld van geschikte verlichting aangegeven.

Erftoegangswegen B zijn de echte verblijfsgebieden met een gemengd verkeersbeeld. De sociale veiligheid staat eenmaal en het afwikkelen van verkeer speelt een ondergeschikte rol. De weg kenmerkt zich door lage snelheden, weinig tot geen doorgaand verkeer en verschillende verkeerssoorten (30 km/u ).

Wegen die niet oggewaardeerd worden tot gebiedsontsluitingswegen maar waar de snelheid van het verkeer

aoms wel 50 km/uur bedraagt, worden aangeduid als Erftoegangeweg A.

2o januari zoo9

versierd

De sbaat, eventueel het trottoir en fietspad moeten voldoende verlicht zjn. Het aspect sociale veiligheid is hier van groot belang. Obstakels en oneffenheden moeten tijdig opgemerkt worden en de verlichting moet het mogeljk maken om personen tjdig te herkennen. Mede uit oogpunt van de leefbaarheid dient hier gekozen te worden voor witte verlichting.

In onderstaande tabel zjn voorbeelden van geschikte verlichting aangegeven.

Binnen verblijfsgebieden zjn er objecten, gebieden of straten die door hun functie af kunnen wijken van de nomale erftoegangswegen. Dit zijn de:

• winkel- en uitgaansgebieden of straten met een bepaald karakter;

• bedrijfsterreinen;

• parkeerterreinen;

• fiets- en voetpaden;

• semi- openbare ruimten; en

• bijzondere gebouwen en objecten.

]/l/in/re/- en u#oaanspebieden ol' smaken met een nos/a/gisc/t ol arcf›//ecfonisc/› tara/‹ter

Winkel- en uitgaansgebieden onderscheiden zich door hun Mnctie van de normale erftoegangswegen. De sociale veiligheid en sfeer staan er veel meer oentfaler. De uitstraling yan het gebied dient een aantrekkingskracht te hebben voor de omgeving. Ook in straa§es met een nostalgisch uiterljk is de sfeer, naast de sociale veiligheid, bepalend. Een voorbeeld van zo’n winkelgebied is het Binnenhof.

Juist deze sbaten of structuurelementen kunnen bepalend zijn voor de sfeer en leefbaarheid van een plaats. Daarom is het wenselijk dat bepaalde straten of stwctuurelementen ingericht kunnen worden met hun eigen karakteristieke lijn en moeten kunnen afwijken van de standaard.

De verl‹eersintensiteit is, relatief, niet hoog en er zijn fietsers op de weg. Van extra belang is dat manoeuvrerende vrachtauto’s en dergelijke altijd goed zichtbaar moeten zijn; het veiligheidsaspect. Verder moet de ruimten rond bedrijven redelijk zichtbaar zijn i.v.m. inbraakpreventie, ook al is dit in eerste plaats de zorg van de bedrijven zelf.

eo]aouadzoog pagizta Zo

Op bedrjfsterreinen zal doorgaans PLL-veflichting worden toegepast.

In onderstaande tabel zijn voorbeelden van geschikte verlichting aangegeven

Hier onderscheidt men parkeerterreinen in woonwijken en vrij liggende grote parkeerterreinen. Het is duidelijk dat het sociale veiligheidsaspect een grotere mate van belang wordt toegekend dan het aspect verkeefsveiiigfieid. Kleurherkenning speelt een grote rol.

Voor parkeerterreinen in woonwjken heeft wit licht de voorkeur. Voor de grotere en vrij liggende parkeerterreinen zai doorgaans ook PLL-verlichting worden toegepast.

In onderstaande tabei zijn voorbeeiden van geschikte verlichfing aangegeven.

Niet-en woeBaden

Fiets- en voetpaden kunnen worden onderscheiden in paden die direct aan de weg grenzen en paden die gescheiden zin van de weg ofwel vrjliggende fiets- en yoetpaden.

Fiets- en voetpaden die langs de rjbanen liggen worden voldoende mee verlicht door de verlichting t.b.v. van deze wegen. Mocht dit niet het gevai zijn, b.v. door het groen of doordat het vrij iiggende paden zijn, kan gekozen worden uit ondersaande tabei.

Vrijliggende paden met een overwegend recreatieve functie worden niet verlicht. In onderstaande tabel is de meest geschikte veflichting aangegeven.

zo januari hoog

Indien de eigendomsrechten van deze paden of wegen niet in het bezit zijn van de gemeente, is het verlichten ervan geen zaak voor de gemeente. Indien de eigenaren van deze ruimten verlichting wenselijk achten dienen zj zeif het initiatief hiertoe te nemen. De investeringskosten komen ten laste van de initiatiefnemer. Op verzoek kan de gemeente in overweging nemen of zij garant wil staan voor de jaarI)k6e exploitatiekosten. Voorbeeld hiervan is de verlichting op achterpaden van de Woningbouwvereniging SWWE. In samenwerking met de vereniging en de gemeente is deze verlichting op bovenstaande wijze tot stand gekomen.

Verlichtina öyzondere peöouwen en oö/ec/en

Ter verhoging van sfeer en sociale veiligheid kunnen markante gebouwen en objecten in de gemeente s’avonds (tot uitschakeling van de avondverlichting) worden aangestraald door sChijnwerpers.

Het aanlichten van gebouwen dient een particulier initiatief te zËjn. Net alG voor de semi-openbare ruimten zijn de investeringskosten voor de initiatiefnemer maar ook nu kan de gemeente verzocht worden om in overweging te willen nemen of zj garant wil staan voor de jaarlijkse exploitatiekosten.

Ruimten buiten de bebouwde kom

2oals eerder gezegd dient er in tiet buitengebied, i.v. m. de natuurwaarden, terughoudend le worden omgegaan met hel plaatsen van de openbare verlichting. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid en financiele overwegingen worden in principe alleen de ve*eersonveiiige situaties verlicht. l u het buitengebied worden dus de richtljnen van de NPR 43204 -4 niet aangehouden. Daar waar in het buitengebied de wegen nu wel verlicht zijn, zal deze in stand worden gehouden.

De wegen buiten de bebouwde kom kunnen worden onderscheiden in;

• stroomwegen;

• gebiedsontsluitingswegen;

• erftoegangswegen;

• (brom-)fietsqaden.

De stroornwegen binnen de gemeentegrenzen zijn de AI en de N35. Deze zijn in beheer van de Rijkswaterstaa1 en vallen daardoor buiten het kader van dit beleidsplan.

aO]anuansoog

Gebiedsontsluitingswegen ontsiuiten en verbinden de grotere kernen en streken binnen de regio en leiden het verweer naar stroomwegen. Kenmerkend voor dit type weg is dat ale er geen verstoringen kunnen optreden de snelheid relatief hoog is. Op kruispunten of bij andere verstoringen is de snelheid lager. Door de relatief hoge snelheid (80 km/u) van het verkeer heeft deze categorie vrijliggende (brom)fietspaden of parallelwegen.

Dit type wegen hebben een duidelike verkeersfunctie. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid worden in principe alleen de verkeersonveilige punten zoals kruispunten en bochten buiten de bebouwde kom verlicht Daarbij vindt vooral afstemming plaats op de lokale verkeersveiIigheidssi(uatie.

De verkeersveiligheid staat weliswaar centraal bij wegen buiten de bebouwde kom, maar sociale veiligheid speelt ter plaatse van aanwezige woonbebouwing ook een rol. Voor de wegen buiten de bebouwde kom is het daarom wenseljk ter plaatse van woningclustefe

verlichting aan te brengen. Woningclusters zijn te definiëren als een

aantal woningen zjn omsloten door streeknaamborden of als er minimaal 5 woningen staan binnen een aktand van 100 meter.

in onderstaande tabel zjn voorbeelden van geschikte veflichting aangegeven.

Deze wegen zijn in eerste instantie bedoeld om erven te onaluiten maar tevens van belang om verkeer te verzamelen en de kleinere kernen of gebieden te ontsluiten. Meestal staat er her en der bebouw¡ng. Het snelheidsregiem is 60 km/u. De noodzaak van vrijliggende fietspaden wordt begaafd door het belang van het fietsverkeer. Dit type weg is een overgang van de dominantie van verkeer naar verblijven.

Net als binnen de bebouwde kom zijn er erftoegangswegen die naast het ontsluiten van erven ook het verzamelen van verkeer als taak hebben.

Uitgangspunt bij dit type weg is dat in principe geen verlichting wordt geplaatst. Alleen in bepaalde omstandigheden is dat wenselijk bjvoorbeeld een bochtig t‹acê, kruispunt van wegen, etc. (de z.g. orienterende verlichting). Net als bij de gebiedsontsluitingswegen kunnen dezelfde criteria worden gehanteerd als het gaat om het plaatsen van verlichting ter hoogte van bebouwing.

pagina 33

In onderstaande tabel is een voorbeeld van geschikte verlichting aangegeven.

Fietspaden

Fietspaden kunnen worden onderscheiden in paden die direct aan de weg grenzen en paden die gescheiden zijn van de weg ofwei vrijiiggende fietspaden.

rietsqaden, met zoweÏ een primair alsmede een recreatief karakter worden gezien de financiele positie van de gemeente Wierden niet verlicht. Alleen primaire fietspaden kan op bepaalde delen ervan worden veflicht zoals op kruisvlakken en in scherpe bochten.

In onderst6Bnde tabel zjn voorbeelden van geschikte verlichting aangegeven.

Bizondere punten zijn onderdelen van een weg die speciale aandacht vergen voor het ontwerp van de verlichtingsÏnstallatie. Dat zijn voornamelijk kruisingen van wegen in alle vormen en Soorten en, mede door de toename van het aantal (mini)rotondes de iaatste jaren.

Daar waar verkeersbewegingen zijn, zijn er vlakken waar deze bewegingen zich kruisen. Net als overdag als het licht is, moet deze kruisvlaKken in de donkere uren herkenbaar zijn als kruispunt en overzichteljk zijn. 0e positie, de vorm, wegmarkeringen, stoepbanden, geleiders, etc moet duidelijk waarneembaar zijn.

Vanzelfsprekend is dat de wegen waarop men verder kan goed zichtbaar zijn.

Door de opstelling van de verlichting zorgvuldig te kiezen kan aan al deze voorwaarden worden voldaan. Enige vuistregels voor het goed verlichten van kruisingen zijn:

• De vorm van het kruispunt is zichtbaar te maken door verticale of schuin liggende elementen een sterk contrast te geven. Dat kan door deze elementen loodrecht aan te stralen door plaatsing van lichtmasten aan de overzijde van een rijstrook.

eojsouadooog versie z.g

• Om de verkeersdeelnemers te Iaten zien dat zj daar verder kunnen dient op elk inrijvÏak, rechts van de

weg, circa vjf tot tien meter “om de bocht”, afhankelijk van de bochMtraal, een licfitmast te worden

• Daar waar het naderend verkeer niet verder rechtuit kan, bjvoorbeeld op een T-kruising, dient recht tegenover de ‹echterrijstrook van de weg een lichtmast te worden geplaatst.

• Door de genoemde posities van de lichtpunten komen deze meestal dicher op elkaar te staan dan langs de aansluitende wegen. Dit zorgt voor een hogere luminantie en gelijkmaëgheid wat past bij complexere

Verder kan op het kruisvlak dezelfde type verlichting worden toegepast als op toeleidende wegen.

Rotondes zijn reeds Iang bekend als oplossing voor het verwerken van elkaar kruisende verkeersstromen. Na een wijziging in de verkeersregeling, het verkeer op de rotonde heeR voorrang op het verkeer dat de rotonde nadert, zijn rotondes op grote schaal toegepast. 0e belangrijkste beweegredenen waren dat in vrijwel alle gevallen een bevordering van de verkeefsafwikkeling gepaard gaat met een reductie van het aantal ongevallen.

De nieuwe rotondes zijn over het algemeen klein uitgevoerd met een enkele rijstrook. De specifieke vormgeving leidt er toe om de verlichting aan te passen.

Enige aanbevelingen zoals deze zijn verwoonn door de NSvV luiden als volgt:

• Om een duideljke waarneembaarheid van het verkeer op de rotonde te verzekeren, moeten de lichtmasten aan de buitenkant van de rotonde worden geplaatst; Hiermee moet tevens een discontinuïteit ontstaan in de rj(en) lichtpunten iangs de toeieidende wegen.

• De verlichting aan de buitenkant van de rotonde kan, vooral bj grotere rotondes worden ondersteund door

het plaatsen van een lichtpunt in het midden van het middenplein.

• Bij plaatsing van de lichtmasten moet rekening worden gehouden met de mogeljkheden tot manoeuvreren

voor vrachtauto’s

• Bj de plaatsing van de lichtmasten moet rekening worden gehouden met de evenMele aanwezigheid van

vrijliggende fietspaden, verl‹eersgeIeidem, vluchtheuvels en voetganger6oversteekplaatsen.

• Aandacht moet worden besteed aan de verticale verlichtingssterkte op die vlakken die zijn gericht naar de verkeersdeelnemers die de rotonde naderen.

• Speciale aandacht verdient de verblindingshinder, vooral omdat de amaturen op rotondes in een positie

worden geplaatst, die kan afwijken van de gebruikeljke plaatsing.

• Op de rotonde zelf moeten monochromatische (SOX) lichtbronnen worden vermeden, maar Iampen worden toegepast die kleurherkenning mogelijk maken. Kleurherkenning is van belang ter ondersteuning van de waameembaarheid van de verkeeisdeelnemers op de rotonde en van markering, signalering en bebording van de rotonde. Als monochromatische lichtbronnen worden toegepast op de toeleidende wegen, kan het verschil in lichtkleur de waarneembaarheid van de rotonde ondersteunen.

• De verlichtingssterkte op de rotonde is een factor 1,5 hoger dan die op de toeleidende wegen.

BIJLAGE 3

TOELICHTING BEHEER EN ONDERHOUD

Voor het beheer van openbare verlichting is informatie noodzakelijk die het de beheerder mogelijk maakt de installatie te laten functioneren, en in stand te houden volgens de wensen c.q. eisen van de opdrachtgever. In dit verband is de volgende informatie relevant

/-/e/ bijhouden van öefieeröes/anden

Het kunnen beschikken over de juiste gegevens over openbare verlichting is een eerste vereiste om tot een verantwoord beheerbeleid te kunnen komen.

Hierbij vah te denken aan locaüegegevens, de mastgegevens, de armatuurgegevens, iampgegevens, biandwijze, energieverbruik, etc. per aansluiting.

Verder is van belang dat alle vomen van regulier onderhoud, reparaties, etc. gekoppeld zijn aan de betreffende masten. Ook de status van gemeide storingen is een beheerstaak.

De openbare verlimting zijn onbemeterde en bemeterde aansluitingen. Op basic van de DTe meetcode is de exploitant verplicht van onbemeterde aansluitingen een up-to-date areaal bj te houden aangaande het aantal aansluitingen, het aantal armaturen en aantal Iampen met het opgenomen vermogen inclusief het voorschakelapparaat en het daarbij horende brandrooster. Periodiek kan de netbeheerder de data opvragen ten behoeve van haar facturering.

Kosten die gemaakt worden om de openbare verlichting te exploiteren en in stand te houden, dienen te worden geregistreerd zodat de opdrachtgever hieruit kengetallen kan destilleren ten behoeve van begrotingen en beleidsnota’s.

De belangrijkste bij te houden kosten:

Hier zullen kosten van preventief onderhoud, de remplace, worden geregistreerd, maar ook de kosten voor schilderen en rechtzetten en ander klein onderhoud.

• Schades:

Het iegisberen van kosten van schades door aanrijdingen en vandalisme, verhaalbaar/niet-verhaalbaar en incidentele vervangingen.

• Storingen:

Het registreren van Kosten van storingen.

• eudgetbewaking:

Het bewaken van budgetten voor verhaalbare/niet-verhaalbare schades, vandalisme en incidentele

vervangingen.

Bewaken van s/orinoenme/dinoen

Storingen zullen op datum moeten worden geregistreerd liefst onder vermelding van de persoon die de storing heeft gemeld. Juist wanneer ervoor wordt gekozen om de verlichtingsinstallatie in de verblijfsgebieden niet te schouwen is het correct en snel oplossen van klachten essentieel.

Gedacht kan worden aan de voigende zaken:

• Het uitschrijven van reparatieopdrachten;

• Het muteren van de storingsgegevens;

• Het afmelden van storingen en opvolgen van openstaande storingen.

pagina 36

Het biihouden van remplaceerqeqevens

De remplaceergegevens zijn het hart van kwaliteit van de installatie, het vinden van de optimale levensduur van Iampen kan op geen enkele plaats beter worden geanalyseerd dan in de praktijk met grote aantallen

De voigende infomatie is in deze van beÏang

• Het bijhouden van plaatsingsdala van lampen;

• Het bjhouden van de brandschema's in de diverse schakelingen;

• Het bijhouden van de (service)Ïevensduurvan de lamp;

• Het muteren van de remplaceergegevens.

Het initiëren van renova/ïewerkzaemf›eden

De opdrachtgever kan, al dan niet op indicatie van de ov-beheerder, opdracht geven tot het initiëren van renovatiewerkzaamheden van de openbare verlichtingsinstallaties. De volgende zaken kunnen dan aan de onze komen:

• Het vervaardigen van een inspectievoorstel op einde ievensduuri

• Het ogdragen van inspecties van de geselecteerde werkzaamhedenï

• Het vervaardigen van een kostenraming;

• Het voeren van de directie over de werkzaamheden;

• Het controleren en accorderen van facturen;

• Het aanvaarden van de oplevering (overdracht).

Uiteraard zullen voor het uitvoeren van al de opgedragen werkzaamheden de diverse werkzaamheden in het veld op juiste uitvoering, en juiste levering, moeten worden gecontroleerd. De daarna ingediende factuur zal op juistheid moeten worden getoetst. Dit zullen facturen zijn die betrekking hebben op: energie, storingen, remplaceren, schilderwerk, schade, vandalisme en incidentele vervangingen en renovatiewerkzaamheden.

Het peven van advies

De beheerder van de openbare verlichtingsinstallatie zal door de opdrachtgever benaderd worden voor advies Soms zal de beheerder zonder dat Item advies gevraagd wordt adviezen versbekken omtrent de kwaliteit en veiligheid van de bij hem in beheer zjnde installatie.

De volgende zaken kunnen dan aan de orde komen:

• Het maken van exploiatieberekeningen bij wijzigingen van:

-Type armaturen;

-L¡chtpunthoogte en afsand.

• Het berekenen van energiebesparingen bj toepassing van energiezuinige iichtbronnen;

• Het berekenen van erugverdientijden bij toepassing van energiezuinige lichtbronnen;

Het verstrekken van infomatie aangaande de innovaties en reoente ontwikkelingen op het gebied van de

Straatmeubilair heeft te leiden onder beschadigingen, veel van deze beschadigingen worden bij de openbare verlichtingsinstallatie veroorzaakt door motorvoertuigen. De schadebedTagen die hiermede jaarlijks zijn gemoeid kunnen niet vanuit het onderhoudsbudget worden gedekt.

go januari hoog

Deze schade zal dus op de veroorzaker dan wel zjn verzekering moeten worden verhaald. Indien dadergegevens ontbreken dient snel na het ontdekken van de schade de Politie te worden geïnformeerd en bewijzen dat de schade veroorzaakt is door een motorvoertuig verzamelen. Daarna kan de schade worden geclaimd bij het Waarborgfonds.

Eventuele schades veroorzaakt door vandalisme kunnen alleen op de veroorzakers worden verhaald.

• verhaalbare schade:

Opstellen schaderapport en verhalen, inclusief administratiekosten, op daders; Opstellen yan schadeanalyses en eventueel aanpassen van het Plaatsingsbeleid.

• Niet-verhaalbare schade:

Opstellen schaderapport en verhalen, inclusief administratiekosten, op het waarborgfonds; Opstellen van schadeanalyses en eventueel aanpassen van het plaatsingsbeleid.

Opstellen schaderapport, oorzaak analyse, Opstellen preventief beleid.

Onderhoud aan de openbare verlichting is op te splitsen in de voigende categoriee

Onder preventief onderhoud valt o.a. het schilderen van lichtmasten, het schoonmaken van armaturen en het vervangen yan lampen op basis yan groepsremplace. Het schilderen van ijzeren masten dient duurzaam / economisch te gescheiden. Aluminiummasten worden niet geschilderd. Stalen verzinkte masten worden ook niet geschilderd. De vervanging van Iampen en het schoonmaken van armaturen worden planmatig uit9evoerd. De vervanging van de lamp is afhankelijk van de levensduur op basis van groepsremplace en bj

het defect raken op basis van het zogenaamde ’piep’-systeem.

Het verhelpen van kabelstoringen valt onder het correctief onderhoud evenzo het repareren van lichtmasten en armaturen.

Het herstellen en eventueel vervangen van complete masten en armaturen als gevolg van aanrijdingen en vandalisme valt eveneens onder het correctief onderhoud.

Na aangiRe bj de politie worden de kosten verhaald op de dader. Indien er geen dader bekend is of de schade is niet veroorzaakt door een motorvoertuig komen de Hosten voor rekening van de gemeente op basis van de werkelike kosten.

Proiectmatia onderhoud

Projectmatig onderhoud is het verrichten van vervanging, renoveren of reconstrueren van de openbare verlichting. De opdrachtnemer adviseert hierin de gemeente om bepaalde onderdelen van de installatie te vervangen. Dit kan zjn omdat b.v. de lichtopbrengst van oudere armaturen ten gevolge van weersinvloeden op kunststof- en metalen onderdelen te sterk is teruggelopen. Ook kan door het veranderen van het karakter van de weg een ander type amatuur benodigd zijn.

Meestal vallen deze werkzaamheden tezamen met reconstructiewerkzaamheden van de gemeente.

zojaouai*o0g

BIJLAGE 4 CIJFERS OPENBARE VERLICHTING GEMEENTE WIERDEN

Aantallen licntmaetsn ger december 2

zojanuañzoog pagina go

Overzicht lampen per type en vermogen

Dverzich0]eversduur1ampenpe*type

Lamptype Levensduur Aantal

HPLN 2 jaar 25

PLL 4 jaar” 1999

SON(7) 2 jaar 28B

SOX(E) 2 jaar 594

TL 2 jaar 1902

N.B.

Alleen met elektronische vsa

pagina qs

BIJLAGE 5

LAMPENTLEMINsoo8

Appelhofdwarsstraat 03 W0130 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

Appelhofdwarsstraat 0d W0130 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

Appelhofstraat 0JW0140 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

eeukenlaan 02W0230 1AL040con-p 1phTTP140 TLEM4029

Beukenlaan 04 W0230 'ÏAL040con-p lptiTTPÏ4O TLEM4O28

Beukenlaan 06W0230 1AL040con-p 1phTTP140 TLEM4029

eeukenlaan 08W0230 1AL040con-p 1phTTP140 TLEM4029

Disselsweg 04 W0540 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

05 W0540 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

Dissesweg 07 W0540 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

Disselsweg

10 W0540

01W2330 1AL040con-p

1AL040con-p 1ind86.554

1ind86.554 TLEM4029

TLEM4029

Roetershof 02 W2330 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

03 W2330 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

Ruyterweg, admiraal de 05 W0070 1AL040con-p 1ind80.554 TLEM4029

Weusteweg 07 W2910 1AL040con-p 1ind86.554 TLEM4029

Weusteweg 09 W2910 1AL035con-p 1ind86.554 TLEM4029

Weusteweg 13 W2910 1AL035con-p 1ind86.554 TLEM4029

14 W2910 1AL035con•p 1ind86.554 TLEM4029

02 M080 1AL040con-p 1ind86.544 TLEM4029

pagina 43 versie i.2

BIJLAGE 6 LITERATUURLIJST

Voor het opstellen van het model beleidsplan openbare verlichting is gebruik gemaakt van de volgende iiteratuur:

NSvV-Aanbevelingen voor Openbare Verlichting

Deel 1.: Kwaliteibcriteria en aanbevolen waarden (1990) Deel 2.: Meten en toetsen (1993)

Deel 3.: Ontwerpen, basisinformatie verlichtingskunde (1997)

Deel 4.: Financiele aspecten (1995)

Nederlands Normalisatie-instituut, Delft

Beleidsplan openbare verlichting gemeente Midden Drenthe Beleidsplan openbare verlichting gemeente Raalte eeleidsplan openbare verlichting gemeente Kampen Beleidsplan openbare verlichting gemeente Assen

NPR 13201-1 Openbare Verlichting Deel 1.: Kwaliteitscriteria (2002) “Gemeentelijk Verkeers- en Vervoer Plan Wierden"

zojanuaüzoog

COLOFON

-essen

Eesent Lighting BV

zo januari eoo9

Fex

Internet

voïtastfaat 16, 7903 AB HOOGEVEEN

Postbus 7073, 6050 AB MAASBRACHT

038 852 48 91

038 852 28 08

www essent nl/Iighting

J. Kok - Swartjes Accountmanager OV

H.deVoome

pagina zts

Bi¡laqe 2 Conclusies enqu5te qemeentepanel

De kwaliteit van openbare verlichting

Verlichting In de eigen straat

Over de Maliteit van de openbare verlicNing in de straat waar men woont is bijna 80 % tevreden. De mensen die niet tevreden zjn, geven als belangrjkste redenen op dat er te weinig verlichting is en op de Meede plaats dat de lamp vaak stuk is. Verwacht zou kunnen worden dat de klachten over te weinig verlichting uit het buitengebied zouden komen. Dat is juist; ze komen bewijsbaar het sterkst voor in het buitengebied en bewijsbaar minder in het dorp Wierden.

Verlichting in de rest van de gemeente

Waar het gaat om de tevredenheid over de openbare verlichting in de rest van de gemeente, is 8 % ontevreden. Ook hier is de belangrjkste klacht het feit dat men vindt dat er te weinig verlichting is; op de tweede plaats gevolgd door de constatering dat men zich onveilig voelt door te weinig licht. Deze twee groepen overlappen elkaar gedeeltelijk (mensen vinden dat er te weinig licht is en voelen zich - daardoor- onveilig). Ook hier komen de klachten het sterl‹st voor in het buitengebied.

Verlichting in tunnels en onder vladucten

Waar het gaat om de tevredenheid over de openbare verlichting in tunnels en onder viaducten, is 8 % ontevreden. De belangrijkste klacht het feit dat men zich onveilig voelt door te weinig licht; op de tweede plaats gevolgd door de constatering dat men vindt dat er te weinig verlichting is. Deze twee groepen overlappen elkaar gedeeltelijk (mensen vinden dat er te weinig licht is en mensen die zich - daardoor- onveilig voelen). Ook hier komen de klachten het sterl‹st voor in het buitengebied.

Verlichting langs doorgaande wegen

Opvallend is dat de panelleden ontevredener (16 %) zjn over de verlichting langs doorgaande wegen in de gemeente. De allerbelangrijkste opmerking is dat er te weinig verlichting is. De klachten komen het sterkst voor in het buitengebied

Dimmen van verlichting

Twee derde van het panel is het ermee eens dat de openbare verlichting 's nachts wordt gedimd; 17 % staat daar negatief tegenover.

Bijzondere lichtmasten in dorpscenua

Bj de inrichting van de dorpscentra kunnen andere (bijzondere) lichtmasten worden geplaatst ter verhoging van de sfeer. Een derde vindt dat er in centra bijzondere lichtmasten thuishoren. Bijna een derde heeft geen mening en de rest vindt van niet.

Het feit dat bijzondere lichtmasten minder licht kunnen geven dan standaard masten wordt geaccepteerd door iete meer dan de helft. Een derde accepteert dat niet.

Meer betalen voor onderhoud en nieuwe investeringen

16 % geeft aan dat de gemeente meer moet investeren in onderhoud van lichtmasten; Een derde daarvan is bereid daarvoor extra belasting te betalen. 17 % vindt dat de gemeente moet investeren in het plaatsen van nieuwe masten. Hiervan is ruim 40 % bereid daarvoor mee belasting te betalen.

Pagina 10 van 11

Biiia0e s Areaal in relatie tot gewenste verbetering

”Inclusief. elektronische voorschakel apparatuur

.

Ondertekening