Regeling vervallen per 01-01-2013

Tijdelijke subsidieregeling kinderopvang voor huishoudens met een sociaal medische indicatie Wijchen 2005

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2012

Intitulé

Tijdelijke subsidieregeling kinderopvang voor huishoudens met een sociaal medische indicatie Wijchen 2005

TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING KINDEROPVANG VOOR HUISHOUDENS MET EEN SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE WIJCHEN 2005

De vergoeding van kinderopvang voor de doelgroep “huishoudens waar sprake is van een sociaal-medische indicatie” valt in 2005 voorlopig buiten het bereik van de Wet kinderopvang. Om deze groep niet in problemen te brengen wordt een tijdelijke subsidieregeling vastgesteld. (Juridische basis artikel 4:23, derde lid aanhef en onder d van de Algemene wet bestuursrecht) met een subsidieplafond ter hoogte van het bedrag dat voor deze groep in het gemeentefonds wordt gestort.

Subsidiebudget

In het gemeentefonds wordt voor 2005 een extra bedrag gestort om gemeenten in staat te stellen kinderopvang te subsidiëren voor huishoudens met een sociaal-medische indicatie. Het extra bedrag voor Wijchen bedraagt € 27.050. Samen met de eerder gestorte uitkering van € 7.641 is er dus een bedrag van € 34.691 beschikbaar. Gemeenten mogen zelf bepalen op welke manier zij financieel gezien huishoudens met sociaal-medische problematiek willen ondersteunen voor het kinderopvanggebruik. Aangezien in de gemeentelijke subsidieverordening een bepaling is opgenomen dat niet aan natuurlijke personen subsidie verleend mag worden, zou voor deze vorm van kinderopvang rechtstreeks een plaats bij een kindercentrum ingekocht kunnen worden.

Omvang doelgroep en subsidieplafond

In het raadsvoorstel kinderopvang werd de omvang van de doelgroep Sociaal-medische indicatie geschat op 7 kindplaatsen maximaal per jaar (ofwel ongeveer € 98.000 per jaar). Wij willen echter niet verder gaan dan de beschikbare € 34.691. Er wordt derhalve een subsidieplafond ingesteld.

Criteria om in aanmerking te komen voor de subsidieregeling kinderopvang voor huishoudens met een sociaal medische indicatie

Het is van belang om per geval goed te onderzoeken of van een tegemoetkoming onder de noemer sociaal-medische doelgroep sprake is. Er moet echt maatwerk geleverd worden, zeker vanwege het zeer beperkte budget. Onderstaand staat aangegeven op welke wijze wordt nagegaan of men tot de sociaal-medische doelgroep behoort. Kort gezegd komt het er op neer, dat eerst nagegaan wordt of de opvang op een andere wijze geregeld kan worden (dus of er een voorliggende voorziening is) en dat er een advies inzake de noodzaak ingewonnen moet worden.

Duur en hoogte van de subsidie

Omdat de Wet kinderopvang niet van toepassing is moeten de totale kosten van kinderopvang vergoed worden, rekening houdend met de draagkracht van de ouder en zijn/haar partner en rekening houdende met een eventuele financiële bijdrage te ontvangen van de werkgever van een van de ouders. (Dit laatste is niet verplicht omdat het geen doelgroep in het kader van de Wet kinderopvang betreft, maar behoort wel tot de mogelijkheden).

Het uitgangspunt van de Wet kinderopvang is, dat de ouder zelf de omvang van de behoefte aan kinderopvang bepaalt. In de situaties waarin sprake is van een sociaal medische indicatie wordt er van uitgegaan dat in het RIO-advies ook het aantal uren kinderopvang is opgenomen. Dit wordt dan uitgangspunt voor de berekening van de hoogte van de vergoeding.

Nu er in de loop van 2005 een definitief standpunt ingenomen gaat worden over de vraag of gezinnen met een SMI wel of geen wettelijke doelgroep gaan worden in de Wet kinderopvang wordt deze vergoeding maximaal toegekend tot 31 december 2005.

De op deze subsidieregeling te verlenen vergoeding kan worden vastgesteld op gelijke wijze als de percentagetabel van het ministerie van SZW (Hoogte tegemoetkoming Rijk in 2005 zie tabel). Naast de toepassing van deze tabel dient de gemeente via de subsidieregeling ook het ontbrekende werkgeversdeel voor haar rekening te nemen.

Het volledig ontbrekende werkgeversdeel betreft 1/3 deel van de kosten bij:

  • 1.

    Het ontbreken van een partner (alleenstaande ouders);

  • 2.

    Het weigeren van de werkgever van de partner om bij te dragen in de kosten.

Het ontbrekende werkgeverdeel betreft 1/6 deel van de kosten bij:

  • 1.

    Het leveren van een bijdrage in de kosten door de werkgever van de partner.

Evaluatie

Eind 2005 zal de subsidieregeling worden geëvalueerd, tegelijk met de evaluatie van het gemeentelijk doelgroepenbeleid Wet kinderopvang.

Samenvatting subsidieregeling

  • 1.

    Gedurende het kalenderjaar 2005 kan subsidie voor sociaal medisch geïndiceerde kinderopvang verleend worden op grond van de regeling “Sociaal medisch geïndiceerde kinderopvang gemeente Wijchen” (SMI). Op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder d, is het college bevoegd een dergelijke regeling vast te stellen.

  • 2.

    De regeling kent de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Aan ouders met een sociaal medische indicatie kan subsidie verleend worden voor de kosten van kinderopvang.

    • b.

      Over de noodzaak en de omvang van de kinderopvang wordt advies ingewonnen bij het RIO.

    • c.

      De subsidie wordt toegekend tot uiterlijk 31 december 2005.

    • d.

      De vergoeding wordt vastgesteld op grond van de percentagetabel “Hoogte tegemoetkoming Rijk in 2005” en het ontbrekende werkgeversdeel, zijnde 1/6 of 1/3 deel van de kosten.

    • e.

      De ouder betaalt altijd een inkomensafhankelijke ouderbijdrage in overeenstemming met de tabel genoemd in de regeling èn welke tenminste 3,5% van de kosten bedraagt.

    • f.

      De vergoeding dient altijd rechtstreeks overgemaakt te worden aan de betreffende kinderopvangorganisatie op grond van de door de ouders te tekenen machtiging.

    • g.

      Voor de regeling geldt een subsidieplafond van € 34.691

Beoordelingscriteria subsidie kinderopvang voor huishoudens met een sociaal-medische indicatie

  • 1.

    Ga na of de problematiek opgelost kan worden via een voorliggende voorziening. Niet in aanmerking komen personen die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de Wet kinderopvang of die gebruik maken van een voorziening gefinancierd uit de AWBZ (zoals dagcentra) of als er sprake is van toepassing van een Persoon Gebonden Budget (PGB). Medische kinderdagverblijven zorgen zelf vaak voor opvang. Ook peuterspeelzaalwerk is een optie, vooral vanwege de pedagogische meerwaarde voor het kind. Bij ernstige problematiek moeten de voorzieningen in het kader van de jeugdzorg ook in beschouwing worden genomen.

  • 2.

    Indien een beroep gedaan wordt op de onderhavige subsidieregeling, dient een advies inzake de noodzaak te worden ingewonnen bij het RIO, tenzij er al een duidelijk advies aanwezig is. Daarbij kan het zowel gaan om sociaal-medische problemen bij de ouder of zijn/haar partner als bij het kind. Bij sociaal-medische problemen van de ouder of zijn partner moet worden gedacht aan lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen die kinderopvang noodzakelijk maken.

  • 3.

    In het advies dient de omvang en de duur van de opvang aangegeven te worden. Er dient echter minimaal kinderopvang voor 2 dagdelen per week nodig te zijn om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond van € 34.691 voor 2005 bereikt is, kan geen gebruik meer worden gemaakt van deze subsidieregeling.

Bijdrage tabel Kinderopvang:

 

 

 

 

Van

Tot

Percentage kosten opvang eerste kind

Percentage kosten opvang tweede en volgende kinderen

Lager dan

€ 16,000

63,2%

63,2%

€ 16,001

€ 17,065

62,8%

63,2%

€ 17,066

€ 18,130

62,3%

63,2%

€ 18,131

€ 19,195

61,9%

63,1%

€ 19,196

€ 20,260

61,5%

63,1%

€ 20,261

€ 21,325

61,1%

63,1%

€ 21,326

€ 22,390

60,6%

63,1%

€ 22,391

€ 23,454

60,2%

63,1%

€ 23,455

€ 24,600

58,9%

62,7%

€ 24,601

€ 25,745

57,6%

62,4%

€ 25,746

€ 26,891

56,2%

62,0%

€ 26,892

€ 28,036

54,9%

61,6%

€ 28,037

€ 29,182

53,6%

61,3%

€ 29,183

€ 30,328

52,2%

60,9%

€ 30,329

€ 31,743

50,9%

60,6%

€ 31,474

€ 32,619

49,6%

60,2%

€ 32,620

€ 33,764

48,2%

59,8%

€ 33,765

€ 34,910

46,9%

59,5%

€ 34,911

€ 36,055

45,6%

59,1%

€ 36,056

€ 37,201

44,2%

58,8%

€ 37,202

€ 38,347

42,9%

58,4%

€ 38,348

€ 38,492

41,5%

58,0%

€ 39,493

€ 40,743

38,8%

57,2%

€ 40,744

€ 43,138

36,1%

56,5%

€ 43,139

€ 45,533

33,5%

55,8%

€ 45,534

€ 47,929

30,8%

55,1%

€ 47,930

€ 50,324

28,1%

54,4%

€ 50,325

€ 52,719

25,5%

53,7%

€ 52,720

€ 55,114

22,8%

53,0%

€ 55,115

€ 57,510

20,1%

52,2%

€ 57,511

€ 59,905

17,5%

51,5%

€ 59,906

€ 62,301

14,8%

50,8%

€ 62,302

€ 64,696

12,0%

50,0%

€ 64,697

€ 67,092

9,4%

49,3%

€ 67,093

€ 69,487

7,1%

48,6%

€ 69,488

€ 71,882

4,5%

47,9%

€ 71,883

€ 74,278

1,8%

47,1%

€ 74,279

€ 76,673

1,8%

47,1%

€ 76,674

€ 79,068

1,8%

47,1%

€ 79,069

En Hoger

1,8%

47,1%

NB Deze tabel is overgenomen van de Wet kinderopvang. Zie omschrijving toetsingsinkomen voor de bijdrage van het Rijk op grond van de Wet kinderopvang.

Toetsingsinkomen bestaat uit het totaal van de inkomsten uit box 1, 2 en 3 van de belastingaanslag. Indien geen aangifte gedaan wordt: het totaal aan bruto inkomsten verhoogd met 8% vakantietoeslag.

Ondertekening

Wijchen, 23 november 2004