Regeling vervallen per 05-03-2015

Beleidsregels leerlingenvervoer 2013

Geldend van 10-10-2013 t/m 04-03-2015

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer 2013

Overwegende dat het wenselijk is ter uitvoering van de Verordening Leerlingenvervoer 2013 gemeente Wijchen een beleidsregel vast te stellen en gelet op het bepaalde in de

besluiten

vast te stellen de Beleidsregels Leerlingenvervoer 2013.

Artikel 1 Afstand bepalen

In de Verordening Leerlingenvervoer is in de artikelen 11 en 15 bepaald dat men aanspraak op leerlingenvervoer kan maken wanneer de afstand tussen woning en dichtstbijzijnde toegankelijke school voor (voortgezet) speciaal onderwijs meer dan 6 km. bedraagt.

In geval van een verschil van mening over de juiste vaststelling van deze afstand wordt het gemiddelde van de volgende drie routeplanners als uitgangspunt genomen: Easy Travel, de ANWB routeplanner en routeplanner www.routenet.nl. Steeds wordt de instelling ‘kortste route’ gebruikt.

Artikel 2 Vervoer

  • A.

    Openbaar vervoer – reistijd en begeleiding

  • Voor de bepaling van de reistijd met het openbaar vervoer wordt gebruik gemaakt van de dienstregeling zoals vermeld via www.ov9292.nl

  • Voor openbaar vervoer gelden de volgende richtlijnen:

    • De leerlingen dienen van huis naar een bushalte te lopen/fietsen of te worden gebracht.

    • De afstand woning – bushalte en bushalte – school bedraagt maximaal 1.200 m.

    • Eventuele begeleiding naar en van de bushalte en in het openbaar vervoer is een verantwoordelijkheid van de ouder(s)/verzorger(s).

  • B.

    Taxi – verblijfstijd in de taxi en wachttijd op school bij voortgezet onderwijs

    • 1.

      Voor een leerling moet de reistijd in de taxi zoveel mogelijk duidelijk en constant zijn. De toegestane reistijd in de taxi is maximaal 1½ uur gerekend vanaf het moment van instappen tot het bereiken van de bestemming. Voor verder weg gelegen scholen moet de reële reistijd in acht worden genomen en kan de reistijd langer zijn.

    • 2.

      Een gehandicapte leerling die aangepast vervoer naar een reguliere school voor voortgezet onderwijs toegewezen heeft gekregen, en die eerder klaar is dan in het schoolrooster is aangegeven, mag maximaal 2 lesuren inclusief de aansluitende pauze wachten als de taxi later op de dag nog een leerling moet ophalen.

Artikel 3 Begeleiding in de taxi

In de taxi is in principe geen begeleiding aanwezig. Als dat door de problematiek van een leerling toch noodzakelijk is, kan de gemeente een plaats in het betreffende busje beschikbaar stellen.

  • 1.

    Wanneer om begeleiding in de taxi wordt verzocht, zal het advies van een onafhankelijke deskundige moeten aantonen dat er geen alternatieven zijn.

  • 2.

    In de toelichting op de verordening Leerlingenvervoer staat in artikel 1k dat het organiseren van de begeleiding een zaak is van de ouders.

De gemeente bekostigt het vervoer van de heenreis aan het begin van de schooldag alsmede de terugreis naar school van die begeleider aan het einde van de dag. De overige kosten, inclusief een mogelijke vergoeding voor die begeleider zijn voor rekening en verantwoordelijkheid van de van de begeleider/de ouders/verzorgers van de leerling.

Artikel 4 Vervoer naar medische en/of therapeutische instelling

In aanvulling op de toelichting op artikel 1 g van de Verordening Leerlingenvervoer 2013 wordt bepaald dat vervoer naar een medische en/of therapeutische instelling niet onder het leerlingenvervoer valt.

Artikel 5 Stage

  • 1.

    Conform geldende jurisprudentie valt stage onder het leerlingenvervoer, mits deze stage onderdeel is van het schoolplan. Leerlingen lopen stage om zich voor te bereiden op deelname aan het maatschappelijk verkeer. Met dit als achtergrond verwacht de gemeente van de leerling, zijn/haar ouders, maar ook van de school dat de maximaal mogelijke zelfstandigheid in het reizen naar het stageadres wordt nagestreefd.

  • 2.

    Naar analogie van ‘dichtstbijzijnde toegankelijke school’ wordt het begrip ‘dichtstbijzijnde toegankelijke stage’ gehanteerd.

  • Een verzoek om vervoer moet vergezeld gaan van een stage overeenkomst. De school dient te zoeken naar een stageplaats zo dicht mogelijk bij de woning of op de route tussen woning en school. Wanneer hiervan wordt afgeweken, wordt bekostiging van vervoer naar een stageplaats alleen toegekend als de school deze keuze toereikend motiveert.

  • 3.

    Vervoer vindt uitsluitend plaats op vaste uren in de ochtend en middag, aansluitend aan de schooltijden zoals vermeld in de schoolgids.

  • 4.

    Stage vervoer tijdens weekenden of schoolvakanties wordt niet bekostigd.

Artikel 6 Crisisplaatsingen

  • 1.

    Wanneer de oorspronkelijke gemeente vooraf niet akkoord gaat met vergoeding van de kosten voor de eerste 6 weken of de leerling blijft langer dan 6 weken in de gemeente Wijchen, dan moet een aanvraag worden ingediend bij de gemeente Wijchen. Dit verzoek wordt dan beoordeeld op basis van de eigen verordening van de gemeente Wijchen.

  • 2.

    Als de leerling voor de crisisplaatsing geen bekostiging ontving en naar dezelfde school blijft gaan, waardoor wel recht op vergoeding ontstaat, wordt het vervoer naar deze school bekostigd gedurende maximaal 6 weken. Wanneer de verzorger dan zelf geen vervoer wil of kan regelen, dient het kind na maximaal 6 weken naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school te gaan.

Artikel 7 Extra materieel

Het meenemen van een extra rolstoel bij aangepast vervoer is niet mogelijk.

Artikel 8 Hoogbegaafden

In lijn met geldende jurisprudentie vergoedt de gemeente vervoer naar Leonardo onderwijs (hoogbegaafden), Iederwijs-scholen en verdiepingsklassen (plusklassen) niet.

Artikel 9 Illegale kinderen

Kinderen hebben recht op onderwijs en voortvloeiend hieruit ook op leerlingenvervoer. Scholen en gemeenten zijn niet gehouden leerplichtige kinderen te vragen naar de verblijfsstatus. Het feitelijke verblijfadres is hierin leidend.

Artikel 10 Speciaal onderwijs

Tot en met het eerste jaar van het voortgezet speciaal onderwijs zal, indien nodig, aangepast vervoer worden bekostigd.

Artikel 11 Onderwijs op grond van godsdienst of levensbeschouwing

Wanneer een leerling een school bezoekt waar onderwijs gegeven wordt op basis van godsdienst of levensbeschouwing, zal de bekostiging voor leerlingenvervoer maximaal de vergoeding voor openbaar vervoer bedragen.

Artikel 12 Drempelbedrag

  • 1.

    De hoogte van het in artikel 23 van de Verordening Leerlingenvervoer 2013 genoemd drempelbedrag is gerelateerd aan de kosten van het openbaar vervoer. Stijgen de kosten van het openbaar vervoer, dan stijgt het drempelbedrag evenredig mee.

  • 2.

    Het drempelbedrag wordt berekend op basis van een heel schooljaar (200 schooldagen). Als slechts een gedeelte van het schooljaar gebruik gemaakt wordt van leerlingenvervoer, wordt het drempelbedrag berekend naar rato van het aantal schooldagen.

  • 3.

    Ouders zijn het drempelbedrag niet verschuldigd wanneer hun inkomen beneden een bepaalde grens ligt.

  • De peildatum van dit inkomen ligt volgens de verordening 2 jaar voor het aanvraagjaar.Bij inkomensval van 15% of meer wordt uitgaan van de actuele inkomenssituatie.

  • 4.

    Als de ouders de gevraagde inkomensgegevens niet verstrekken, wordt automatisch het drempelbedrag in rekening gebracht.

  • 5.

    Gezien het maatschappelijk belang van de inzet van pleegouders wordt aan deze verzorgers geen drempelbedrag in rekening gebracht.

Artikel 13 Uitbetaling vergoedingen en verantwoording

  • 1.

    Uitbetaling van bekostiging vindt in principe 2 keer per schooljaar plaats in de maanden december en aan het einde van het schooljaar. Wanneer uitbetaling in 2 termijnen tot financiële problemen leidt, kan in overleg een andere betalingsregeling worden afgesproken.

  • 2.

    Uitbetaling vindt plaats op basis van een normatieve berekening waarbij wordt uitgegaan van 200 schooldagen per jaar.

  • 3.

    Vergoedingen voor eigen vervoer per (bromfiets) of auto op basis van worden afgeleid van het Reisbesluit Binnenland. Het VNG-advies voor het betreffende schooljaar wordt gevolgd.

  • 4.

    Vergoedingen voor openbaar vervoer zijn op basis van een maandabonnement wanneer dat voordeliger is dan losse kaartjes. Wanneer een maandabonnement niet rendabel is (bijv. i.v.m. vakantie of ziekte) kunnen losse ritten via ov-chipkaart gedeclareerd worden.

  • 5.

    Ouders of verzorgers hoeven slechts het aantal dagen dat met losse kaartjes is gereisd door te geven aan de medewerkers leerlingenvervoer. De vergoeding wordt vervolgens berekend aan de hand van de bedragen zoals die vermeld op de website www.ov9292.nl.

  • Verantwoording

    in de vorm van het inleveren van uitdraaien van de vervoerbewegingen, betaalbewijzen e.d. voor de leerling is niet nodig. Dit om voor alle partijen de administratieve lasten te beperken.

  • 6.

    Van de vervoerkosten voor de begeleider van een kind van 9 jaar of ouder moeten wel betaalbewijzen worden overlegd.

  • 7.

    Ten onrechte ontvangen tegemoetkoming kosten leerlingenvervoer wordt altijd teruggevorderd of verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van de bekostiging.

Artikel 14 Ontoelaatbaar gedrag

Als leerlingen ontoelaatbaar gedrag vertonen, is het in eerste instantie een zaak van de vervoerder om samen met ouders en chauffeur om een oplossing te zoeken.

Wanneer de inspanningen niet leiden tot vermindering van het probleem dan stuurt de vervoerder een schriftelijke waarschuwing aan de ouders en een afschrift aan de gemeente. Als het probleem aanhoudt, treedt de vervoerder in overleg met de gemeente.

De gemeente waarschuwt de ouders schriftelijk dat het vervoer wordt beëindigd als het gedrag van het kind niet verbetert.

Mocht het gedrag niet in positieve zin veranderen en is het gedrag niet het gevolg van de aandoening/handicap van het kind, kan de gemeente besluiten het aangepaste vervoer te beëindigen.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels leerlingenvervoer 2013.

TOELICHTING op de beleidsregels leerlingenvervoer 2013

Artikel 1 Afstand bepalen

Het kan zich voordoen dat er een verschil van mening ontstaat tussen ouders en gemeente over de afstand tussen school en woning. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid wordt in een dergelijk geval gebruik gemaakt van 3 routeplanners en de afstand gemiddeld.

Artikel 2 Vervoer

  • b.

    Verblijfstijd in de taxi en wachttijd op een school voor voortgezet onderwijs

    • 1.

      In het contract met de vervoerders is voor scholen in Nijmegen een maximale reistijd opgenomen van 1 uur en voor scholen buiten Nijmegen 1½ uur. In de praktijk duren veel ritten naar scholen in Nijmegen rond de 60 minuten. Dat komt door de verkeerssituatie in Nijmegen en het feit dat vanuit Wijchen gezien er ook een aantal scholen ongunstig liggen – aan de andere kant van de stad dus. Om te voorkomen dat bij een rit van 65 minuten een extra taxibus moet worden ingezet, wordt voor alle leerlingen uitgegaan voor een verblijfstijd in de taxi van 90 minuten, alvorens een extra taxibus wordt ingezet.

    • x

      Voor scholen buiten Nijmegen vormt de reistijd in praktijk zelden een probleem omdat de verkeerssituatie gunstiger is.

    • 2.

      Het komt steeds meer voor dat kinderen met een handicap een reguliere school voor voortgezet onderwijs bezoeken. Deze kinderen hebben individuele lespakketten waardoor de situatie zich kan voordoen dat het ene kind uit een taxi om 14.00 u. uit is en het andere om 14.45 u. Daarom is bepaald dat leerlingen in het voortgezet onderwijs maximaal 2 lesuren inclusief aansluitende pauzes op school moeten wachten als de taxi later op de dag nog een leerling moet ophalen.

Artikel 6 Crisisplaatsingen

  • 1.

    In geval van crisisplaatsingen is het gebruikelijk dat als er sprake is van tijdelijk verblijf elders, de oorspronkelijke woongemeente het leerlingenvervoer blijft bekostigen. Onder tijdelijk wordt een periode van maximaal 6 weken verstaan. Daarnaast moet duidelijk zijn dat de leerling na deze periode weer terugkeert naar zijn oorspronkelijke woonplaats. Dit is een gentleman’s agreement tussen gemeenten en dus geen wettelijke verplichting.

  • Als de oorspronkelijke gemeente aangeeft hier niet aan te willen meewerken moet een aanvraag om bekostiging bij de gemeente Wijchen ingediend. Deze wordt getoetst aan de Verordening Leerlingenvervoer 2013.

  • 2.

    Het komt voor dat een leerling vanwege een crisisplaatsing naar Wijchen verhuist terwijl de oorspronkelijke gemeente geen bekostiging heeft toegekend omdat de afstand tussen de woning en de school minder dan 6 kilometer bedroeg. Als de leerling om moverende redenen dezelfde school in de voormalige woonplaats wil blijven bezoeken en de enkele reisafstand tussen de nieuwe woning en de oude school meer dan 6 kilometer bedraagt, bestaat wel recht op bekostiging van leerlingenvervoer. In dat geval bestaat maar maximaal 6 weken recht op leerlingenvervoer. Daarna hebben ouders/verzorgers de keuze tussen de dichtstbijzijnde toegankelijke school in Wijchen of moet zij zelf het vervoer naar de oude school regelen en ook bekostigen.

Artikel 10 Voortgezet speciaal onderwijs

In de artikel 12 lid 1 van de Verordening Leerlingenvervoer 2013 gemeente Wijchen wordt uitgegaan van een leeftijd van 9 jaar als leeftijd waarop kinderen zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen.

Kinderen met een beperking zijn daar op die leeftijd vaak nog niet aan toe.

Een natuurlijk moment voor deze kinderen om zelfstandig te gaan reizen zou de overgang naar het voortgezet speciaal onderwijs zijn. Echter in de meeste gevallen zijn de veranderingen voor hen dan te groot. Daarom is voor het 2e jaar in het vso gekozen als leeftijd waarop de noodzaak van taxivervoer kritischer wordt bekeken.

Artikel 11 Onderwijs op grond van godsdienst of levensbeschouwing

De keuze voor een school die uitgaat van een erkende levensbeschouwing, is een vrije keuze van de ouders. Wettelijk gezien hebben die ouders dan recht op een tegemoetkoming in de vervoerkosten als de school meer dan 6 km. van de woning is verwijderd. Omdat het om een vrije keuze gaat, mag van ouders enige inzet verwacht worden en wordt – voor niet gehandicapte kinderen – geen taxivervoer ingezet.