Incidentele koopkrachttegemoetkoming 2014 Wijchen

Op grond van artikel 2, vijfde lid, van het Besluit koopkrachttegemoetkoming lage inkomens stelt het college, naast de geldende wet- en overige regelgeving, de volgende nadere bepalingen vast voor de koopkrachttegemoetkoming 2014.

• 1.

  Wij verstrekken de tegemoetkoming ambtelijk, dat wil zeggen zonder aanvraag van de betrokkene, aan de groep van wie bij ons bekend is dat zij aan de eisen voldoen, dat wil zeggen aan iedereen die van ons op 1 september 2014 een uitkering voor levensonderhoud ontving en de huishoudens die in 2014 in aanmerking kwamen voor bijzondere bijstand; men dien verstande dat elk huishouden slechts eenmaal in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

• 2.

  Van de onder 1 genoemde groep zijn mensen met een ‘Aanvullende inkomensvoorziening ouderen' uitgezonderd; zij ontvangen de tegemoetkoming van het SVB.

• 3.

  Alle overige huishoudens binnen de wettelijk vastgelegde doelgroep kunnen in aanmerking komen als zij tijdig en schriftelijk het aanvraagformulier (zie bijlage) indienen bij de gemeente met de benodigde bewijsstukken voor wat betreft de hoogte van hun inkomen in september 2014.

• 4.

  Het aanvraagformulier kan ingediend worden vanaf 22 oktober tot en met 30 november 2014; beoordeling en uitbetaling vindt plaats voor 1 januari 2015.

• 5.

  Deze regeling geldt vanaf 22 oktober 2014 tot 1 januari 2015.

De groep die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming is wettelijk bepaald;

• a.

  Men dient woonachtig en rechtmatig verblijvend in Nederland te zijn;

• b.

  Men dient Nederlander te zijn, of daarmee gelijkgesteld.

• c.

  Geen recht op een koopkrachttegemoetkoming hebben:

  • •

    gedetineerden;

  • •

    personen jonger dan 18 jaar;

  • •

    personen jonger dan 27 jaar die door het Rijk bekostigd onderwijs kunnen volgen (en die in verband hiermee al dan niet aanspraak hebben op studiefinanciering);

  • •

    personen van 18, 19 of 20 jaar die in een inrichting verblijven.

• d.

  Personen komen in aanmerking voor een koopkrachttegemoetkoming indien hun inkomen over de maand september 2014 niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. De hier bedoelde bijstandsnorm is de norm, bedoeld in Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 van de WWB, verhoogd met de maximale toeslag, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de WWB.

Eventueel vermogen wordt niet in de beoordeling van het recht betrokken.