Regeling vervallen per 01-01-2021

Nadere regels uitwegen gemeente Wijchen

Geldend van 31-03-2015 t/m 31-12-2020

Intitulé

Nadere regels uitwegen gemeente Wijchen

Nadere regels uitwegen gemeente Wijchen

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen,

gelet op artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening zoals vastgesteld op 11 december 2014;

overwegende dat ter vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven volstaan kan worden met algemene regels voor uitwegen,

BESLUIT

vast te stellen de volgende Nadere regels uitwegen gemeente Wijchen.

Artikel 1 Begrippen

In deze Nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Apv: Algemene plaatselijke verordening;

  • b.

    Erftoegangsweg (ETW): wegen met een verblijfsfunctie;

  • c.

    Gebiedsontsluitingsweg (GOW): wegen met een duidelijke primaire verkeersfunctie, zoals vastgesteld in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP deel 1)[1];

  • d.

    Nadere regels: Nadere regels uitwegen gemeente Wijchen;

  • e.

    Melder: degene die de uitweg meldt en deze wenst te realiseren;

  • f.

    Motorrijtuig: motorrijtuig zoals gedefinieerd in artikel 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • g.

    Rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden en de fiets/bromfietspaden (conform RVV 1990 art. 1 lid ad.);

  • h.

    Uitweg: constructie om motorrijtuigen van één of meerdere percelen te ontsluiten naar de openbare ruimte, uitkomende op de rijbaan van de openbare weg.

Artikel 2 Algemene voorschriften

Het verbod zoals bedoeld in artikel 2:12 lid 1 Apv geldt niet voor uitwegen waarvan melding is gedaan bij het college van burgemeester en wethouders en die voldoen aan alle volgende voorwaarden:

  • 1.

    a) Het betreft een eerste uitweg voor een perceel dat geen ontsluitingen heeft; of

    • b)

      Het betreft een tweede uitweg voor een perceel dat reeds een ontsluiting heeft welke:

      • I.

        Op een andere ETW ontsluit dan de reeds bestaande uitweg, zoals bij een hoekperceel het geval kan zijn;of

      • II.

        Op dezelfde ETW ontsluit als de reeds bestaande uitweg en waarbij de afstand tussen de beide uitwegen minimaal 6 meter bedraagt en waarbij de breedte van het perceel minimaal 18 meter is;

  • 2.

    De uitweg levert geen gevaar op voor het verkeer op de weg zoals bedoeld in artikel 3;

  • 3.

    De uitweg gaat niet ten koste van een daartoe ingerichte openbare parkeerplaats zoals bedoeld in artikel 4;

  • 4.

    De uitweg tast geen openbaar groen aan zoals bedoeld in artikel 5;

  • 5.

    De uitweg ontsluit op een ETW danwel op een GOW op het industrieterrein;

  • 6.

    De uitweg voldoet aan de voorwaarden zoals in artikel 6;

  • 7.

    Indien de uitweg wordt aangelegd bij een woning, waarbij naast de woning kan worden geparkeerd moet de parkeerplaats naast de woning achter de voorgevelrooilijn liggen en ten minste 2,50 breed en 6,00 meter diep zijn. Met diep wordt bedoeld: haaks op de weg waarop wordt ontsloten tot de eerste gevel van de woning;

  • 8.

    Indien de uitweg bij een tussenwoning of hoekwoning wordt aangelegd, waarbij in de voortuin wordt geparkeerd, dient over een lengte van ten minste 2,50 breed en 6,00 meter diep een parkeerplaats in de voortuin te kunnen worden aangelegd;

  • 9.

    De melding voldoet aan hetgeen in artikel 8 is opgenomen.

Artikel 3 Geen gevaar voor het verkeer

  • 1.

    Het zicht op de weg waarop wordt ontsloten moet voldoende zijn. Het naderende verkeer op de weg moet voldoende zichtbaar zijn. Denk hierbij aan hagen, schuttingen en andere objecten die het zicht dermate kunnen belemmeren waardoor er gevaar ontstaat;

  • 2.

    Een uitweg moet verder dan 5,00 meter van een bijzonder gevaarpunt, zoals bij bochten van wegen, oversteekplaatsen of kruisingen afliggen;

  • 3.

    De uitweg dient in één vloeiende beweging (voor- of achterwaarts) in of uit te rijden zijn.

Artikel 4 Mag niet ten koste gaan van openbare parkeerplaats

Door de aanleg van de uitweg mag er geen daartoe ingerichte openbare parkeerplaats verloren gaan en hooguit één parkeermogelijkheid langs de openbare weg.

Artikel 5 Geen aantasting openbaar groen

  • 1.

    Door de aanleg van een uitweg mag de hoofd-, wijk-, en buurtgroenstructuur[2] niet worden doorkruist of worden verhard;

  • 2.

    Door de aanleg van de uitweg mag geen boom in de hoofd-, wijk-, of buurt groenstructuur worden gekapt.

Artikel 6 Afmetingen uitwegen

Onderstaande afmetingen gelden voor de breedte van de uitweg waar het perceel aan de openbare ruimte grenst.

6.1 Woonpercelen

  • 1.

    Een uitweg van een woonperceel is standaard 3,00 meter breed. Indien de weg waarop ontsloten wordt <4,00 meter is, is een bredere uitweg (max. 5,00 meter) toegestaan;

  • 2.

    Om te voorkomen dat uitwegen ‘aan elkaar groeien’, moet tussen de uitwegen op de perceelgrens 1,00 meter ruimte aanwezig zijn. Als de aanvraag wordt gecombineerd met een naast gelegen uitweg, is een uitweg van 6,00 meter breed toegestaan;

  • 3.

    Bij een appartementencomplex waarbij via de uitweg een aantal parkeerplaatsen (> 4) wordt bereikt, is de uitweg standaard 6,00 meter breed.

6.2 Bedrijfspercelen

  • 1.

    De uitweg van een bedrijfsperceel waarbij geen vrachtverkeer op eigen terrein afgewikkeld wordt, is standaard 6,00 meter breed;

  • 2.

    De uitweg van een bedrijfsperceel waarbij vrachtverkeer op eigen terrein afgewikkeld wordt is standaard 10,0 meter breed;

  • 3.

    Om te voorkomen dat uitwegen ‘aan elkaar groeien’, moet tussen de uitwegen op de perceel grens 2,00 meter ruimte aanwezig zijn. De combinatie van twee aanvragen voor uitwegen van twee naast elkaar gelegen bedrijfspercelen is toegestaan. Daarbij worden de twee uitwegen van 6,00 meter breed samengevoegd tot één gezamenlijke uitweg van 10,0 meter breed.

  • Twee

    uitwegen van 10,0 meter breed kunnen worden samengevoegd tot één gezamenlijke uitweg van 18,0 meter breed.

6.3 Afstand tot openbaar groen

  • 1.

    Een uitweg dient op minimaal 5,00 meter van de zijkant van de stam van een waardevolle boom te blijven;

  • 2.

    Bomen uit de hoofdgroenstructuur (primaire structuur) zijn in belangrijke mate bepalend voor die structuur en dienen gehandhaafd te worden. Een uitweg dient op minimaal 3,00 meter van de zijkant van de stam van de boom te blijven;

  • 3.

    Een uitweg dient op minimaal 2,00 meter van de zijkant van de stam van de boom te blijven in de wijkgroenstructuur;

  • 4.

    Een uitweg dient op minimaal 1,00 meter van de zijkant van de stam van de boom in de buurtgroenstructuur te blijven.

Artikel 7 kosten

Voor het aanbrengen van de uitweg worden er uitvoeringskosten gemaakt. De gemeente Wijchen hanteert het zogenaamde ‘initiatiefnemerprincipe’ om te bepalen wie de kosten betaalt. De initiatiefnemer betaalt.

7.1 De gemeente Wijchen is initiatiefnemer

Wanneer de gemeente Wijchen een nieuwe weg aanlegt of aan een bestaande weg reconstructies of onderhoudswerkzaamheden uitvoert, bestaat de mogelijkheid dat de bestaande uitweg op initiatief van de gemeente Wijchen wordt verplaatst, gewijzigd of opnieuw wordt aangelegd. Hierover voert de gemeente Wijchen overleg met de betreffende perceeleigenaar. Indien blijkt dat er een volgens de beoordelingscriteria voor een uitweg betere locatie voor de uitweg voorhanden is, dient die uitweg op die andere locatie te worden gerealiseerd. Als er geen betere locatie mogelijk is, wordt die uitweg teruggeplaatst op de oude locatie, waarbij die moet voldoen aan de geldende voorwaarden van de uitweg.

De kosten die gepaard gaan met de verplaatsing, wijziging of verwijdering voor dat deel van de uitweg dat tot de weg behoort, betaalt de gemeente Wijchen. De kosten die gemaakt worden om het perceel van de melder aan te passen, zijn voor rekening van de melder.

7.2 Een andere partij is initiatiefnemer

De melder betaalt het meest recente tarief dat door het college is vastgesteld. Deze bedragen worden aangedragen door de wegbeheerder. Als voor de aanleg van een uitweg straatmeubilair, bv een lichtmast, zitbank o.i.d. moet worden verplaatst of als aanpassingen moeten worden gedaan aan voorzieningen van openbaar nut, komen de kosten voor rekening van de initiatiefnemer. Over de aanleg van de uitweg en de verplaatsing van de voorzieningen wordt met de melder een overeenkomst gesloten.

Artikel 8 Melding

  • 1.

    De melder doet schriftelijke melding van de uitweg bij het college van burgemeester en wethouders op het daarvoor bestemde formulier;

  • 2.

    Bij de melding wordt een tekening gevoegd waarop de nieuw aan te leggen uitweg staat ingetekend dan wel waarop de reeds bestaande uitweg staat ingetekend met tevens de toekomstige situatie;

  • 3.

    Indien de melding niet voldoet aan de gestelde voorwaarden zoals in de gestelde voorwaarden in deze nadere regels dan krijgt de melder binnen 10 werkdagen bericht dat de melding niet akkoord is, waarna een vergunning aangevraagd kan worden.

Artikel 9 Overgangsregeling

Bij uitwegen die aan de Nadere regels voldoen, maar waarvoor vóór inwerkingtreding van deze Nadere regels een aanvraag omgevingsvergunning is ingediend, wordt de aanvraag behandeld als een melding.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze Nadere regels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze Nadere regels worden aangehaald als: ‘Nadere regels uitwegen gemeente Wijchen’.

Artikel 12 Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, d.d. 24 maart 2015,
college van burgemeester en wethouders
Drs. J.W.M. van der Knaap mr. J.Th.C.M. Verheijen
secretaris burgemeester

Voetnoten

[1]

Voor een overzicht van de GOW’s zie pagina 34 van het GVVP deel 1.

[2]

https://www.wijchen.nl/wonen-en-leven/documenten-wonen-en-leven_42947/item/groenstructuurplan_21406.html

Toelichting

1. Algemeen

1.1 Inleiding

1.2 Juridisch kader

Op grond van artikel 2:12 van de Apv is het verboden zonder omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg. Het verbod geldt niet indien een vergunning is verleend. Deze vergunning kan alleen worden geweigerd indien het gaat om een tweede uitweg en deze ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen, ter voorkoming van gevaar voor verkeer op de weg, indien de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats, indien door de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast. Deze weigeringsgronden staan in artikel 2:12 lid 6 van de Apv.

In artikel 2:12 lid 2 Apv is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders Nadere regels kan stellen. Als een uitweg onder de reikwijdte van deze Nadere regels valt, dan geldt geen vergunningplicht.

1.3 Relatie met andere regelgeving en beleid

Een uitweg die niet voldoet aan de criteria uit deze Nadere regels is vergunningplichtig. Een vergunning kan worden verleend wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden welke genoemd staan in het uitwegenbeleid gemeente Wijchen.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Algemene voorwaarden

Voor uitwegen die voldoen aan de genoemde voorwaarden is geen omgevingsvergunning vereist.

Lid 5

De gemeente Wijchen heeft beleidsmatig vastgelegd welke wegen ETW’s zijn (Gemeentelijk Verkeers en Vervoersplan deel 1, (GVVP deel 1)). Die keuzes sluiten aan bij het nationaal ingevoerde verkeersbeleid ‘duurzaam veilig’. Op de ETW vindt zowel op wegvakken (erfaansluiting) als op kruispunten uitwisseling van verkeer plaats.

Lid 6 en 7

Het parkeren in de voortuin of naast de woning kan alleen worden toegestaan indien de voortuin een dusdanige oppervlakte heeft dat het volledige motorvoertuig in de tuin geparkeerd kan worden zonder gedeeltelijk op het voetpad te staan of anderszins het overige verkeer te belemmeren.

Artikel 4 Mag niet ten koste gaan van openbare parkeerplaats

Deze bepalingen spreken voor zich.

Artikel 5 Geen aantasting openbaar groen

In het Groenstructuurplan van de gemeente Wijchen staat aangeven waar zich de hoofd-, wijk-, en buurtgroenstructuren in de gemeente Wijchen bevinden.

Artikel 6 Afmetingen uitwegen

Voor de herkenbaarheid van een uitweg is het gewenst dat deze een standaard afmeting heeft. Voor woonpercelen is deze standaard 3,00 meter breed. Alleen wanneer de openbare weg waar de uitweg op ontsluit smaller is dan 4,00 meter, mag de uitweg breder zijn (max. 5,00 meter) omdat het anders problematisch kan zijn om de uitweg in te rijden.

Artikel 7 Kosten

Deze bepaling spreekt voor zich.

Artikel 8 Melding

Degene die de uitweg wil realiseren hoeft geen vergunning aan te vragen. Wel moet dit vooraf schriftelijk gemeld worden. Bij de melding moet informatie gegeven worden over de locatie van de uitweg.

De voornaamste reden om wel een melding te eisen is omdat er voor het realiseren van een uitweg, medewerking nodig is van de gemeente. Er dienen namelijk fysieke aanpassingen in de openbare ruimte worden aangebracht om te kunnen ontsluiten op de openbare weg.

Artikel 9, 10, 11 en 12

Deze bepalingen spreken voor zich.