Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR602255
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR602255/1
Regeling vervallen per 24-08-2019
VTH-Uitvoeringsprogramma 2017
Geldend van 13-06-2017 t/m 23-08-2019
Intitulé
VTH-Uitvoeringsprogramma 2017Gemeente Wijchen
Afdeling Ruimte en Leefomgeving
SAMENVATTING
Dit Vergunningverlening, Toezicht en Handhavingsuitvoeringsprogramma 2017 (hierna: Uitvoeringsprogramma) voor de gemeente Wijchen is een nadere uitwerking van het VTH-Beleidsplan 2016–2019 (hierna: VTH-Beleidsplan). Het VTH-Beleidsplan en de capaciteitsraming zijn de basis voor vergunningverlening en de uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken. De capaciteits-raming sluit aan bij de gestelde kwaliteitseisen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo).
Sinds april 2013 heeft de gemeente Wijchen alle (basis)milieutaken (inclusief de capaciteit) op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (de zogenaamde VTH-taken) overgedragen aan de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (hierna: ODRN). Per 1 januari 2017 zijn ook de asbest- en bodemtaken (uitvoering) overgedragen naar de ODRN. De ODRN heeft een integraal werkplan opgesteld. Hierin is tevens het uitvoeringsprogramma met betrekking tot de (basis)milieutaken opgenomen. Het werkplan van de ODRN vormt onderdeel uit van dit Uitvoeringsprogramma.
Naast de reguliere taken, worden er jaarlijks ook nog verschillende projecten uitgevoerd, waarvoor ook uren geraamd zijn. Daarnaast zijn er uren geraamd voor onvoorziene taken, zoals spoedeisende zaken, taken die meer uren kosten dan er geraamd zijn etc. In hoofdstuk 3 zijn deze jaarlijkse taken uiteengezet.
Uit de berekening blijkt dat de totale beschikbare capaciteit 7,76 fte bedraagt. Hiervoor kunnen wij een beperkt aantal projecten en enkel de hoog geprioriteerde (Bouw en Apv) en gemiddeld geprioriteerde (Apv) taken oppakken. Om alle taken op het gewenste kwaliteitsniveau uit te kunnen voeren dan dient de capaciteit 9,31 fte te bedragen. Hiervoor is dus een uitbreiding van 1,55 fte nodig.
Met de huidige formatie kunnen in de praktijk dus niet alle taken op het gewenste ambitieniveau uitgevoerd worden. Er zullen dus keuzes gemaakt moeten worden over welke taken wel en welke taken niet uitgevoerd gaan worden of welke taken nog wel uitgevoerd gaan worden maar niet op het gewenste ambitieniveau. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven welke keuzes zijn gemaakt. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat er altijd per concreet geval een belangenafweging zal plaatsvinden. Ook bij handhavingsverzoeken zullen we per geval afwegen of we besluiten handhavend op te treden, daarvan af te zien of te gedogen.
1. INLEIDING
1.1 Aanleiding
Op grond van de Wabo zijn gemeenten verplicht om een VTH-Beleidsplan vast te stellen, waarin wordt aangegeven welke doelen het zichzelf stelt bij de vergunningverlening en handhaving en welke activiteiten het daartoe zal uitvoeren. Daarnaast verplicht de Wabo gemeenten dat het beleid jaarlijks uitgewerkt moet worden in een uitvoeringsprogramma, waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten de komende jaren uitgevoerd worden. In het uitvoeringsprogramma moet rekening gehouden worden met de gestelde doelen en prioriteiten zoals verwoord in het VTH-Beleidsplan.
Dit Uitvoeringsprogramma voor de afdeling Ruimte en Leefomgeving van de gemeente Wijchen is een nadere uitwerking van het VTH-Beleidsplan. Het programma is tot stand gekomen volgens de principes van programmatisch en cyclisch handhaven en sluit daarmee aan bij de gestelde kwaliteitseisen in de Wabo.
1.2 Van beleid naar uitvoering
Het Uitvoeringsprogramma geeft de vertaalslag weer van de capaciteitsplanning op basis van de vastgestelde taken en prioriteiten, zoals weergegeven in het VTH-Beleidsplan, naar een capaciteitsplanning op basis van de beschikbare capaciteit. Met dit Uitvoeringsprogramma wordt beoogd te komen tot een effectieve en efficiënte inzet van de beschikbare middelen voor 2017.
Het VTH-Beleidsplan en het Uitvoeringsprogramma zijn de basis van de organisatie voor wat betreft vergunningverlening en de uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken. Door het beleid en het jaarlijkse programma te evalueren en bij te sturen, betekent dit automatisch dat er professionele groei zal plaatsvinden in de organisatie en uitvoering met als doel om uiteindelijk te komen tot een voor de gemeente Wijchen optimale situatie ten aanzien van de genoemde taken.
2 PROGRAMMA VERGUNNINGVERLENING
In dit hoofdstuk is een prognose gemaakt voor het aantal verwachte vergunningen en de daarvoor benodigde capaciteit. Het team Vergunningen telt 6,33 fte. In bijlage 1 is het aantal fte’s gespecificeerd per vakgebied. Het aantal te verwachte vergunningen werkt ook door in de werkvoorraad voor toezicht en handhaving.
2.1 Beschikbare en benodigde capaciteit
Beschikbare capaciteit
Capaciteit functiesoort |
Fte |
Beschikbaar |
Vergunningverlener A (bouwen) |
1 |
1 |
Vergunningverlener A (bouwen) |
1 |
1 |
Vergunningverlener B (bouwen) |
1 |
1 |
Vergunningverlener B (bouwen) |
Flexibel beschikbaar |
|
GB juridisch medewerker b (RO) |
1 |
0,78 |
GB juridisch medewerker b (RO/JO) |
0,89 |
0,55 |
GB juridisch medewerker b (consu-lent) |
1 |
0,11 |
GB juridisch medewerker b (Apv) |
0,83 |
0,83 |
GB juridsch medewerker b (Apv) |
0,5 |
0,5 |
Totaal |
7,22 |
5,77 |
Schematisch ziet dit er als volt uit
2.2 Vakgebieden
In bijlage 1 is in het capaciteitsmodel exact aangegeven hoeveel uren wij aan welke taken gaan besteden. Hieronder wordt per vakgebied een korte toelichting gegeven.
Bouwen
Bouwwerken moeten passen in hun omgeving en mogen geen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van bewoners en gebruikers. Het (ver)bouwen en gebruik van woningen en andere gebouwen is daarom aan regels gebonden. Alle bouwwerken moeten aan die regels voldoen. Meestal is voor bouwen een omgevingsvergunning nodig. In veel gevallen kan gebouwd worden zonder vergunning (vergunningvrije bouwwerken).
Prognose bouw
Voor de begroting is de raming van de afgelopen jaren leidend.
Milieu
Het takenpakket vergunningverlening milieu behoort tot het basistakenpakket en daarmee tot de werkzaamheden van de ODRN. Er wordt gewerkt volgens de producten en dienstencatalogus (PDC) van de ODRN waarin de gemiddelde uren per product zijn toegekend. Verwezen kan worden naar bijlage 4 (werkplan ODRN).
Apv en bijzondere wetten
Het vakgebied Apv en bijzondere wetten betreft grotendeels de vergunningverlening/meldingen voor evenementen en activiteiten en vergunningverlening Drank- en Horecawet.
Prognose
De verwachting van het aantal vergunningen Apv en bijzondere wetten is gebaseerd op de cijfers van van 2015 en 2016. Door de efficiencyslag, vereenvoudiging van de procedures en deregulering is het aantal vergunningen voor kleine activiteiten afgenomen, doordat meer activiteiten met een melding worden afgedaan.
Overige Wabovergunningen
Het betreft onder meer de omgevingsvergunning met activiteit, reclame, uitweg, vellen van houtopstand (kap) en afwijken bestemmingsplan.
Prognose
De verwachting voor 2017 is gebaseerd op de cijfers van 2015 en 2016.
2.3 Capaciteitsoverzicht
In onderstaande tabel is een totaaloverzicht opgenomen van de benodigde capaciteit en de beschikbare capaciteit.
Benodigde capaciteit en beschikbare capaciteit |
|||
Beleidsveld |
Benodigde capaciteit ((in fte) |
Beschikbare capaciteit (in fte) |
Te kort (in fte) |
Bouwen en ruimtelijke ordening |
4,74 |
4,44 |
0,30 |
Apv en Bijzondere wetten |
1,35 |
1,33 |
0,02 |
Totaal |
6,09 |
5,77 |
0,32 |
3. PROGRAMMA TOEZICHT EN HANDHAVING
In dit hoofdstuk staat waarop en hoe de beschikbare capaciteit voor Toezicht en Handhaving wordt ingezet. In bijlage 2 en 3 is in het capaciteitsmodel exact aangegeven hoeveel uren wij aan welke taken gaan besteden. De totaal benodigde capaciteit voor de jaarlijkse reguliere taken is 7,68 fte. Hierin zitten dus alle taken die jaarlijks terugkomen.
Veel van deze taken zijn wettelijk geregeld en hebben een continu karakter. Beschreven wordt hoe wij gaan toezien en handhaven op het gebied van openbare orde en veiligheid (Apv en bijzondere wetgeving) en de Wabo.
3.1 Beschikbare en benodigde capaciteit
3.1.1 Beschikbare capaciteit
Capaciteit functiesoort |
fte |
Beschikbaar |
GB Beleidsadviseur B (handhaver bouwen) |
1,0 |
1,0 (Bouwen) |
GB Beleidsadviseur B (handhaver bouwen) |
1,0 |
0,89 (Bouwen) |
Toezichthouder / Handhaver Drank- en Horecawet |
0,89 |
0,89 (DHW) |
Toezichthouder (BOA) |
1,0 |
1,0 (Apv) |
Toezichthouder (BOA) |
1,0 |
1,0 (Apv) |
Toezichthouder (BOA) |
1,0 |
1,0 (Apv) |
Administratieve ondersteuning (functiecreatie) |
0,89 |
0,55 (Bouwen) |
GB Juridisch beleidsadviseur A (JO) |
0,75 |
0,36 (Bouwen) |
GB Juridisch beleidsadviseur A (JO) |
1,0 |
0,46 (Bouwen) |
GB Juridisch beleidsadviseur B (RO/JO) |
0,89 |
0,34 (Apv) |
GB Beleidsadviseur B |
0,67 |
0,27 (Apv) |
Totaal |
7,76 |
Schematisch ziet dit er als volgt uit.
In 2016 was 8,65 fte beschikbaar aan formatie. In 2017 hebben we 7,76 fte beschikbaar. Dit komt onder meer doordat er een aantal collega’s minder uren is gaan werken en vacatures anders zijn ingevuld.
3.1.2 Benodigde capaciteit
Handhaving Drank- en Horecawet
Beleidsveld |
Taak |
Te reserveren uren |
Benodigde fte |
Bijzondere wetten |
Toezicht en handhaving Drank- en Horecawet |
1053 |
0,78 |
Bijzondere wetten |
Juridische ondersteuning Drank- en Horecawet |
100 |
0,07 |
Totaal |
1153 |
0,85 |
3.1.3 Projecten
Jaarlijks worden er ook nog diverse projecten uitgevoerd. Het aantal uren voor projecten die in 2017 uitgevoerd gaan worden zijn in onderstaande tabel per beleidsveld aangegeven.
Beleidsveld |
Projecten |
Te reserveren uren |
Benodigde fte |
Bouwen en ruimtelijke ordening |
Onder andere:- |
||
- Handhaving mantelzorg |
200 |
0,15 |
|
- Handhaving brandveiligheid wooncomplexen van bewoning door minder zelfredzamen |
300 |
0,22 |
|
- intrekken ongebruikte en ongewenste bouwvergunningen (start 2017, loopt door in 2018 en verder) |
200 |
0,15 |
|
- handhaving ‘oude’ handhavingszaken |
1000 |
0,74 |
|
Totaal alle projecten |
1700 |
1,26 |
Totaal benodigd 3,10 (RO/Bouwen, bijlage 2) + 3,73 (Apv, bijlage 3) + 0,85 (D&H) + 1,26 (projecten) = 8,94 fte.
3.1.4 Onvoorziene taken
Naast deze projecten moeten voor 2017 ook nog uren gereserveerd worden voor onvoorziene taken. Hierbij moet gedacht worden onder meer aan onverwachte, spoedeisende handhavingszaken, regionale of landelijke verzoeken, projecten waaraan meer uren besteed moeten worden. Het aantal te reserveren uren hiervoor is 5 % van het totale benodigde aantal fte’s per taakveld.
Te reserveren uren |
Benodigde fte |
|
Onvoorziene taken Bouwen Apv Drank en Horeca |
209 243 54 |
0,155 (5% van 3,10) 0,18 (5% van 3,73) 0,04 (5% van 0,85) |
3.2 Capaciteitsoverzicht
In onderstaande tabel is een totaaloverzicht opgenomen van de benodigde capaciteit en de beschikbare capaciteit voor 2017.
Benodigde capaciteit en beschikbare capaciteit voor 2017 |
|||
Beleidsveld |
Benodigde capaciteit (regulier + projecten 2017 + onvoorziene uren 2017) (in fte) |
Beschikbare capaciteit (in fte) |
Te kort (in fte) |
Bouwen en ruimtelijke ordening |
3,10 + 1,26 + 0,155 = 4,51 |
3,26 |
1,25 |
Apv Brandveiligheid Bijzondere wetten |
3,73 + 0,18 = 3,91 |
3,61 |
0,30 |
0,85 + 0,04 = 0,89 |
0,89 |
0 |
|
Totaal |
9,31 |
7,76 |
1,55 |
Uit de tabel blijkt dat er in 2017 in totaal een tekort is van 1,55 fte. In de praktijk betekent dit dat niet alle taken op het gewenste ambitieniveau uitgevoerd kunnen worden. Er zullen dus keuzes gemaakt moeten worden over welke taken wel en welke taken niet uitgevoerd gaan worden of welke taken nog wel uitgevoerd gaan worden maar niet op het gewenste ambitieniveau. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven welke keuzes gemaakt worden. Dus welke taken we in 2017 wel en welke taken we niet op gaan pakken.
3.3 Beschikbare en benodigde capaciteit milieu
De ODRN heeft voor 2017 wederom een werkplan opstellen. Het betreft een integraal werkplan voor alle opdrachtgevers.
In het werkplan is onder andere het volgende opgenomen: de aantallen bedrijven, de ureninzet van projecten (hoeveel uren worden besteed aan welke milieu projecten/thema’s), het aantal geplande initiële controles en de daarbij behorende uren en de inzet van de overige uren. Per partner is een bijlage bij het werkplan gevoegd waar de lijst met te controleren bedrijven zijn vermeld.
4. VTH-UITVOERINGSPROGRAMMA
4.1 Enquête Inwonersinventarisatie prioritering Handhaving
Bij het opstellen van dit Uitvoeringsprogramma was de intentie om de input van de inwoners te gaan gebruiken. Gedurende een periode van 8 weken is er een enquête online (gebruik gemaakt van social media) beschikbaar gesteld. Ook zijn er 400 adressen willekeurig aangeschreven om de enquête in te vullen. Er zijn 118 digitale en 19 analoge (papieren) ingevulde enquêtes ontvangen.
Statistisch gezien heeft een dergelijk lage respons weinig tot geen validiteit en representativiteit. De lage respons is dan ook niet krachtig of sterk genoeg om conclusies te trekken over de antwoorden.
Gelet hierop is de input van de inwoners niet gebruikt bij het bepalen van de keuzes en zijn de keuzes gemaakt zoals te vinden in de volgende paragraaf.
4.2 Gemaakte keuzes algemeen
Gebleken is dat we op basis van de beschikbare capaciteit niet alle taken op het gewenste ambitieniveau uit kunnen voeren. Er is namelijk voor de beleidsvelden bouwen en ruimtelijke ordening en Apv, brandveiligheid en bijzondere wetten een tekort van 1,55 fte. Het is dus noodzakelijk om keuzes te maken. Welke taken worden niet meer opgepakt? Kunnen taken ook gedeeltelijk opgepakt worden? Moeten er misschien minder projecten uitgevoerd worden? In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke keuzes gemaakt zijn en waarom hiervoor is gekozen.
Aan de hand van de resultaten van de uitgevoerde risicoanalyses is een rangorde van taken aan te brengen. Deze rangorde geeft de prioritering van de uit te voeren toezicht- en handhavingstaken aan. In bijlage 5 is deze rangorde schematisch weergegeven. De genoemde taken zijn onderverdeeld in ‘prioriteit hoog’, ‘prioriteit gemiddeld’ en ‘prioriteit laag’.
In de prioritering is er onderscheid gemaakt tussen de verschillende ‘vormen’ van bewoning in strijd met het bestemmingsplan.
- -
Prioriteit hoog: Bewoning in strijd met het bestemmingsplan: niet-woningen (hieronder wordt verstaan bewoning in o.a. loodsen, bedrijfspanden, kantoren, bijgebouwen bij een woning etc. Recreatiewoningen vallen hier niet onder).
- -
Prioriteit gemiddeld: Bewoning in strijd met het bestemmingsplan: door bewoning in recreatiewoningen, chalets, caravans (en vergelijkbare situaties). De situatie dat bewoning geen huishouden betreft, maar bijvoorbeeld kamerverhuur heeft een gemiddelde prioriteit.
- -
Prioriteit laag: Bewoning in strijd met het bestemmingsplan: woningen niet bestemd voor burgerwoning (hieronder wordt verstaan bewoning in bedrijfswoning door burgers).
Wij hebben ervoor gekozen om in 2017 alle taken met een hoge prioriteit op te pakken. De reden hiervoor is dat het niet oppakken van deze taken de meeste risico’s met zich meebrengen. Alle taken met een lage prioriteit worden niet opgepakt. Deze keuzes zijn te verantwoorden omdat deze taken laag scoren met betrekking tot de ingeschatte risico’s. In de volgende paragraaf wordt hier nader op ingegaan. Tevens gaan we een aantal eerder gewraakte overtredingen op te pakken, aangezien wij door wraking hebben aangegeven om op een nader te bepalen tijdstip alsnog handhavend op te treden.
In bijlage 6 wordt inzicht gegeven in de hoogte van de dwangsombedragen die de gemeente Wijchen opneemt in geval handhavend opgetreden dient te worden. Daarnaast geeft deze handreiking inzicht in de termijnen die de gemeente Wijchen stelt voor het ongedaan maken van overtredingen.
4.2 Gemaakte keuzes Wabo en Apv (en bijzondere wetten), vergunningverlening
Voor dit beleidsveld is voor 2017 een tekort van 0,32. Dit tekort is mede te wijten aan het feit dat een vacatureruimte flexibel wordt ingezet. Bij piekmomenten kan gebruik gemaakt wordt van deze flexibele schil om iemand tijdelijk in te huren.
Bovendien zijn de cijfers gebaseerd op een inschatting van de hoeveelheid te verwachten aanvragen, zodat dit geen ‘harde’ cijfers zijn.
4.3 Gemaakte keuzes bouwen en ruimtelijke ordening, handhaving en toezicht
Voor dit beleidsveld is een tekort van 0,91 fte.
Taken met een lage prioriteit niet oppakken (0,11)
In 2017 worden de toezicht- en handhavingstaken met een lage prioriteit niet opgepakt. In totaal is dat 0,11 fte.
Taken met een gemiddelde prioriteit niet oppakken (0,46)
In de afgelopen jaren hebben we bijna alle taken met een gemiddelde prioriteit niet opgepakt. Ook de komende periode zullen wij deze taken niet oppakken.
Project ‘oude’ handhavingszaken (0,74)
In 2017 zal dit project niet opgepakt worden. In totaal is dit 0,74 fte
De hierboven gemaakte keuzes zijn in onderstaand schema samengevat.
Bouwen en ruimtelijke ordening, taken die in 2017 niet opgepakt gaan worden: Taken met lage prioriteit Taken met een gemiddelde prioriteit Project ‘oude’ handhavingszaken Totaal |
Capaciteit in fte 0,11 0,46 0,74 1,31 |
Tekort 2017 |
1,25 |
Verschil |
+ 0,06 |
Door deze keuze te maken kunnen wij met de beschikbare capaciteit de belangrijkste taken en projecten oppakken.
4.4 Gemaakte keuzes Apv, Brandveiligheid (juridisch) en Bijzondere wetten, handhaving en toezicht
Voor dit beleidsveld is voor 2017 een tekort van 0,30 fte
Taken met een lage prioriteit niet oppakken (0,22 fte)
In 2017 worden de toezicht- en handhavingstaken met een lage prioriteit niet opgepakt. In totaal is dat 0,22 fte.
Apv, brandveiligheid en bijzondere wetten, taken die in 2017 niet opgepakt gaan worden Taken met een lage prioriteit |
Capaciteit in fte 0,22 |
Tekort 2017 |
0,30 |
Verschil (tekort) |
- 0,08 |
5. DUUR VTH-UITVOERINGSPROGRAMMA
Dit uitvoeringsprogramma geldt in ieder geval van het moment dat het inwerking is getreden tot 1 januari 2018, of totdat het VTH-uitvoeringsprogramma van de daaropvolgende periode in werking is getreden.
Ondertekening
Bijlage 1 VTH-Uitvoeringsprogramma 2017
Capaciteitsraming 2017, Wabo vergunningverlening
|
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
|
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
|
aantal vergunningen |
gemiddeld aantal toezichtmomenten |
duur controle in uren |
(= aantal verg. x aantal toezichtmom. x duur controle in uren) |
|
Omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen |
|
|
|
|
|
Grote bouwplannen |
40 |
1 |
60 |
2400 |
1,778 |
Kleine bouwplannen |
160 |
1 |
10 |
1600 |
1,185 |
Overige aanvragen (reclame, kap, uitweg) |
100 |
1 |
10 |
1000 |
0,741 |
Afwijken bestemmingsplan |
110 |
1 |
10 |
1100 |
0,815 |
Wabo check |
300 |
1 |
1 |
300 |
0,222 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0,000 |
Totaal : |
|
|
|
|
4,741 |
|
|
|
|
|
|
|
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
|
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
APV/bijzondere wetgeving |
aantal vergunningen |
gemiddeld aantal uren per zaak |
Aantal procedures x duur controle in uren |
(= aantal verz. x aantal toezichtmom. x duur controle in uren) |
|
Vergunningen APV |
260 |
5 |
Te reserveren uren |
1300 |
0,963 |
Melding Apv |
150 |
1,5 |
Te reserveren uren |
225 |
0,167 |
Drank- en Horecavergunning |
20 |
15 |
Te reserveren uren |
300 |
0,222 |
|
nvt |
nvt |
Te reserveren uren |
500 |
0,000 |
|
nvt |
nvt |
Te reserveren uren |
|
0,000 |
|
nvt |
nvt |
Te reserveren uren |
|
0,000 |
Totaal Apv: |
1,352 |
||||
Totaal benodigde capaciteit o.b.v. het VTH-Beleidsplan |
|
|
|
|
6,093 |
Bijlage 2 VTH-Uitvoeringsprogramma
Capaciteitsraming 2017 Toezicht en handhaving bouwen en ruimtelijke ordening
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
|
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
A. PREVENTIEF / VERGUNNINGGEBONDEN TOEZICHT (controle op naleving van voorschriften tijdens het uitvoeren hetgeen is vergund) |
|
aantal vergunningen |
gemiddeld aantal toezichtmomenten |
duur controle in uren |
(= aantal verg. x aantal toezichtmom. X duur controle in uren) |
|
Omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen |
|
|
|
|
|
|
Legale nieuwbouw / verbouw: Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen industriegebouwen |
Hoog |
34 |
7 |
2 |
476 |
0,353 |
Legale nieuwbouw / verbouw: Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen publiek toegankelijk gebouw |
Hoog |
20 |
9 |
2 |
360 |
0,267 |
Legale nieuwbouw / verbouw: Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen woning |
Hoog |
85 |
4 |
1,5 |
510 |
0,378 |
Legale nieuwbouw / verbouw: Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van een bijbehorend bouwwerk bij een woning |
Gemiddeld |
50 |
3 |
1,5 |
225 |
0,167 |
Legale nieuwbouw / verbouw: Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van overige bouwwerken bij een woning (dakkapel, kozijnen etc.) |
Laag |
15 |
2 |
1,5 |
45 |
0,033 |
Legale nieuwbouw / verbouw: Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde – civiele werken |
Gemiddeld |
1 |
1 |
2 |
2 |
0,001 |
Legale nieuwbouw / verbouw: Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kantoorgebouw |
Hoog |
6 |
10 |
2 |
120 |
0,089 |
Legale nieuwbouw / verbouw: Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen bouwwerken geen gebouw zijnde overig |
Laag |
47 |
1 |
1,5 |
70,5 |
0,052 |
Legale bestaande bouw: Controle bestaande overige gebouwen en bouwwerken op Bouwbesluit en bouwverordening |
Hoog |
nvt |
2 |
1,5 |
3 |
0,002 |
Legale bestaande bouw: Controle bestaande woningen en woongebouw op Bouwbesluit en bouwverordening |
Hoog |
nvt |
2 |
1,5 |
3 |
0,002 |
Legale bestaande bouw: Controle bestaande woningen op overbewoning (bouwverordening) |
Hoog |
nvt |
1 |
1 |
1 |
0,001 |
Legale bestaande bouw: Controle op ernstige mate van strijd met welstand |
Laag |
nvt |
1 |
1 |
1 |
0,001 |
Legale bestaande bouw: Controle gebruik open erven en terreinen in afwijking van de bouwverordening |
Laag |
nvt |
1 |
1 |
1 |
0,001 |
Legale bestaande bouw: Controle welke woningen ongeschikt voor bewoning |
Laag |
nvt |
1 |
1 |
1 |
0,001 |
Tijdelijke bouwvergunning: Toezicht verwijderen bouwwerken na verstrijken instandhoudingstermijn |
Hoog |
7 |
2 |
1 |
14 |
0,010 |
Omgevingsvergunning voor de activiteit slopen |
|
|
|
|
|
|
Toezicht op omgevingsvergunning voor de activiteit slopen van een bouwwerk met asbest |
Hoog |
47 |
1 |
1,5 |
70,5 |
0,052 |
Toezicht op omgevingsvergunning voor de activiteit slopen van een bouwwerk zonder asbest |
Gemiddeld |
50 |
0,2 |
1,5 |
15 |
0,011 |
Toezicht op sloopmeldingen |
Gemiddeld |
10 |
1 |
1 |
10 |
0,007 |
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk (aanlegvergunning) |
|
|
|
|
|
|
Toezicht op omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk (aanlegvergunning) |
Laag |
9 |
1 |
1 |
9 |
0,007 |
Omgevingsvergunning voor het slopen / wijzigen van een monument of stads- of dorpsgezicht |
|
|
|
|
|
|
Toezicht op verleende vergunning |
Gemiddeld |
4 |
3 |
2 |
24 |
0,018 |
Openluchtrecreatie |
|
|
|
|
|
|
Toezicht op verleende ontheffing voor groepskamperen, toeziht op vrijstelling / ontheffing voor 10/15 kampeermiddelen / toezicht op vergunning voor houden van kampeerterreinen |
Laag |
nvt |
3 |
1 |
3 |
0,002 |
Bestemmingsplan |
|
|
|
|
|
|
Toezicht na afloop termijn tijdelijke ontheffing |
Gemiddeld |
8 |
1 |
1 |
8 |
0,006 |
Totaal A: |
1,461 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
|
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
B. PREVENTIEF / NIET- VERGUNNINGGEBONDEN TOEZICHT (controle op illegale activiteiten) |
|
aantal vergunningen |
gemiddeld aantal toezichtmomenten |
Aantal vergunningen x duur controle in uren |
(= aantal verg. x aantal toezichtmom. X duur controle in uren) |
|
Controle illegaal (ver)bouwen industriegebieden |
Hoog |
nvt |
4 |
1,5 |
6 |
0,004 |
Controle illegaal (ver)bouwen publiek toegankelijk gebouw |
Hoog |
nvt |
3 |
1,5 |
4,5 |
0,003 |
Controle illegaal(ver)bouwen woning |
Hoog |
nvt |
10 |
1,5 |
15 |
0,011 |
Controle illegaal (ver)bouwen woning van een bijbehorend bouwwerk bij een woning |
Gemiddeld |
nvt |
10 |
1,5 |
15 |
0,011 |
Controle illegaal (ver)bouwen van overige bouwwerken bij een woning (dakkapel, kozijnen etc.) |
Laag |
nvt |
4 |
2,25 |
9 |
0,007 |
Controle illegaal (ver)bouwen kantoorgebouw |
Hoog |
nvt |
3 |
2 |
6 |
0,004 |
Controle illegaal (ver)bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde – civiele werken |
Gemiddeld |
nvt |
1 |
1 |
1 |
0,001 |
Controle illegaal (ver)bouwen bouwwerken geen gebouw zijnde overig |
Laag |
nvt |
1 |
1 |
1 |
0,001 |
Omgevingsvergunning voor de activiteit slopen van een bouwwerk |
|
|
|
|
|
|
Controle op illegaal slopen asbest |
Hoog |
nvt |
4 |
15 |
60 |
0,044 |
Controle op illegaal slopen zonder asbest |
Laag |
nvt |
2 |
1,5 |
3 |
0,002 |
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk (aanlegvergunning) |
|
|
|
|
|
|
Controle op illegale aanlegactiviteiten |
Laag |
nvt |
1 |
1,5 |
1,5 |
0,001 |
Omgevingsvergunning voor het slopen / wijzigen van een monumentof stads- of dorpsgezicht |
|
|
|
|
|
|
Controle op illegaal bouwen en slopen van een monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht |
Gemiddeld |
nvt |
2 |
5 |
10 |
0,007 |
Bestemmingsplan |
|
|
|
|
|
|
Controle op gebruik woongebieden |
Hoog |
nvt |
4 |
4 |
16 |
0,012 |
Controle op gebruik bedrijventerrein |
Gemiddeld |
nvt |
20 |
4 |
80 |
0,059 |
Controle op gebruik door bedrijven buitengebied |
Gemiddeld |
nvt |
10 |
4 |
40 |
0,030 |
Controle op gebruik recreatieterreinen |
Gemiddeld |
nvt |
15 |
2 |
30 |
0,022 |
Controle op gebruik particulieren buitengebied |
Hoog |
nvt |
10 |
4 |
40 |
0,030 |
Thema’s (lokale projecten) |
|
|
|
|
|
|
Calamiteiten, zoals branden |
nvt |
nvt |
nvt |
Te reserveren uren |
120 |
0,089 |
Asbest (overleg / uitvoering) |
nvt |
nvt |
nvt |
idem |
55 |
0,041 |
Handhavingestafette |
nvt |
nvt |
nvt |
idem |
30 |
0,022 |
Integrale handhaving + overige projecten |
nvt |
nvt |
nvt |
idem |
120 |
0,089 |
Evenementen - bouwtoezicht |
hoog |
nvt |
nvt |
idem |
65 |
0,048 |
Drank en Horecawet |
|
|
|
|
|
|
|
gemiddeld |
12 |
2 |
1,5 |
3 |
0,002 |
Totaal B: |
0,541 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
|
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
C. REPRESSIEF TOEZICHT (controle naar aanleiding van verzoeken tot handhaving, klachten en meldingen) |
|
aantal vergunningen |
gemiddeld aantal |
Aantal handh.verzoeken x duur afh. in uren |
(= aantal verg. x aantal toezichtmom. X duur controle in uren) |
|
Verzoeken om handhaving, klachten en meldingen |
nvt |
nvt |
50 |
3 |
150 |
0,111 |
Totaal C: |
|
|
|
|
|
0,111 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
|
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
D. HANDHAVING (na zorgvuldige belangenafweginen en onderzoek tot legalisatie zijn er geen andere mogelijkheden meer dan handhaven) |
|
aantal handhavings zaken |
gemiddeld aantal uren per zaak |
Aantal proc. x duur controle in uren |
(= aantal verg. x aantal toezichtmom. X duur controle in uren) |
|
Last onder dwangsom en last onder bestuursdwang incl. invordering verbeurde dwangsommen |
nvt |
14 |
40 |
idem |
560 |
0,415 |
Advisering en informatieverstrekking handhaving |
nvt |
nvt |
nvt |
Te reserveren uren |
100 |
0,074 |
Beleid + kwaliteitzorg handhaving |
nvt |
nvt |
nvt |
Te reserveren uren |
150 |
0,111 |
Totaal D: |
0,600 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
|
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
E. OVERIGE TAKEN (onder andere controles in het kader van de WOZ, de BAG en de GBA) |
|
aantal vergunningen |
gemiddeld aantal toezichtmomenten |
Aantal vergunningen x duur controle in uren |
(= aantal verg. x aantal toezichtmom. X duur controle in uren) |
|
BAG- controles |
nvt |
|
nvt |
Te reserveren uren |
500 |
0,370 |
GBA- controles |
nvt |
|
nvt |
idem |
20 |
0,015 |
Totaal E: |
0,385 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
Totaal benodigde capaciteit om alle taken op het hoogte niveau (= ambitieniveau) uit te kunnen voeren |
3,10 |
Bijlage 3 VTH-Uitvoeringsprogramma 2016
Capaciteitsraming 2016, toezicht en handhaving Apv, brandveiligheid (juridisch) en bijzondere wetten
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
A. TOEZICHT |
ALGEMEEN TOEZICHT (SURVEILLANCE) (bij dit onderdeel is tevens opgenomen de afhandeling van de (dagelijks) binnengekomen klachten en meldingen) |
|
Aantal dagen p.w. x aantalen weken x aantal BOA’s |
Duur controle in uren |
(= aantal dagen x aantal wk x Boa's x duur controle in uren) |
|
Dorpskernen (centrum) |
Dagelijkse rondgang / surveillance |
hoog |
624 |
1,5 |
936 |
0,693 |
Bebouwde kom |
Dagelijkse rondgang / surveillance |
hoog |
208 |
1,5 |
312 |
0,231 |
Buitengebied |
Dagelijkse rondgang / surveillance |
gemiddeld |
150 |
1 |
150 |
0,111 |
Recreatieterreinen |
Dagelijkse rondgang / surveillance |
gemiddeld |
11 |
1 |
11 |
0,008 |
Industrie- en bedrijfsterreinen |
Dagelijkse rondgang / surveillance |
gemiddeld |
300 |
1 |
300 |
0,222 |
Klachten en meldingen |
Dagelijkse afhandeling van klachten en meldingen – overig |
afhankelijk van soort klacht |
104 |
1 |
104 |
0,077 |
Totaal A. |
|
|
|
|
|
1,343 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
B. TOEZICHTSVORM |
PREVENTIEF / VERGUNNINGGEBONDEN TOEZICHT (controle op naleving van voorschriften tijdens het uitvoeren van hetgeen is vergund) |
|
Aantal controles x aantal BOA’s |
Duur controle in uren |
(= Aantal controles x aantal BOA’s x duur controle in uren) |
|
APV: vergunningen |
Horeca / terrasvergunning |
gemiddeld |
13 |
1 |
13 |
0,010 |
|
Handhaving omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand |
gemiddeld |
5 |
1 |
5 |
0,004 |
|
Collecteren en standplaatsen |
gemiddeld |
5 |
1 |
5 |
0,004 |
Evenementen - controle vergunning |
Categorie A (zwaar belastend) |
hoog |
0 |
0 |
0 |
0,000 |
|
Categorie B (belastend) |
gemiddeld |
30 |
6 |
180 |
0,133 |
|
Categorie C (minder belastend) en Categorie niet belastend |
laag |
0 |
0 |
0 |
0,000 |
Totaal B |
0,150 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
C. TOEZICHTSVORM |
PREVENTIEF / NIET VERGUNNINGGEBONDEN (controle op illegale activiteiten) |
|
Aantal uren per wk x aantal wk x aantal BOA’s |
Duur controle in uren |
(= Aantal uren x aantal wk x aantal BOA’s x duur controle in uren) |
|
Marktverordening |
Wekelijkse markt |
nvt |
208 |
1 |
208 |
0,154 |
APV: openbare orde |
Bestrijding ongeregeldheden |
hoog |
- |
- |
- |
- |
|
Betoging |
laag |
0,3 |
2 |
0,6 |
0,000 |
|
Straatartiest e.d. |
gemiddeld |
12 |
1 |
12 |
0,009 |
|
Bruikbaarheid van de weg |
gemiddeld |
12 |
1 |
12 |
0,009 |
|
Veiligheid op de weg |
hoog |
24 |
2 |
48 |
0,036 |
|
Toezicht op openbare inrichtingen (o.a. horeca-inrichtingen) |
gemiddeld |
78 |
2 |
156 |
0,116 |
|
Maatregelen tegen overlast en baldadigheid: |
hoog |
104 |
2 |
208 |
0,154 |
- hondenoverlast |
||||||
- plakken en kladden |
||||||
- betreden van plantsoenen / rijden over bermen |
||||||
Maatregelen tegen overlast en baldadigheid |
gemiddeld |
104 |
2 |
208 |
0,154 |
|
- hinderlijk gedrag op/af/aan de weg / bij of in gebouwen / in voor publiek toegankelijke ruimte |
||||||
- overlast van (brom)fietsen |
||||||
|
Maatregelen tegen overlast en baldadigheid: overig |
laag |
35 |
1 |
35 |
0,026 |
|
Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen |
laag |
18 |
1 |
18 |
0,013 |
|
Vuurwerk |
gemiddeld |
24 |
2 |
48 |
0,036 |
|
Drugsoverlast |
laag |
18 |
2 |
36 |
0,027 |
|
Cameratoezicht op openbare plaatsen |
laag |
- |
- |
- |
- |
APV: Seksinrichtingen-, winkels, straatprostitutie e.d. |
Toezicht seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. |
laag |
- |
- |
- |
- |
APV: Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk van de gemeente |
Geluid- en lichthinder |
gemiddeld |
35 |
1 |
35 |
0,026 |
|
Bodem-, weg- en milieuverontreiniging |
hoog |
35 |
1 |
35 |
0,026 |
|
Het bewaren van houtachtige beplantingen |
gemiddeld |
18 |
1 |
18 |
0,013 |
|
Maatregelen ter ontsiering en stankoverlast |
gemiddeld |
35 |
1 |
35 |
0,026 |
|
Kamperen buiten kampeerterreinen |
laag |
18 |
1 |
18 |
0,013 |
APV: Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente |
Parkeerexcessen: |
gemiddeld |
35 |
1 |
35 |
0,026 |
- defecte voertuigen / voertuigwrakken / caravans e.d. |
||||||
- parkeren van reclamevoertuigen / parkeren van grote voertuigen / parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen |
||||||
|
Parkeerexcessen: overig |
laag |
104 |
1 |
104 |
0,077 |
|
Collecteren en standplaatsen |
gemiddeld |
52 |
1 |
52 |
0,039 |
|
Openbaar water |
laag |
52 |
1 |
52 |
0,039 |
|
Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden |
gemiddeld |
52 |
1 |
52 |
0,039 |
|
Verbod vuur te stoken |
gemiddeld |
104 |
1 |
104 |
0,077 |
|
Straatnaamgeving huisnummering |
gemiddeld |
52 |
1 |
52 |
0,039 |
|
Verstrooiing van as |
laag |
18 |
1 |
18 |
0,013 |
|
Gevonden voorwerpen |
laag |
18 |
1 |
18 |
0,013 |
Afvalstoffenverordening |
inzameling huish. Afvalstoffen, zwerfvuil etc. |
gemiddeld |
52 |
1 |
52 |
0,039 |
Totaal C: |
1,237 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
D: OVERIG (bureauactiviteiten en de signaalfuncite met betrekking tot de taken op het gebied van Bouwen, RO en milieu) |
|
|
Percentage van totaal aantal uren surveillance |
Duur controle in uren |
(= Percentage uren surveillance x duur controle in uren) |
|
Bureau- activiteiten |
Administratieve opvolging van de toezichtsresultaten: verwerken van PV’s en afmelding klachten |
nvt |
269 |
1 |
269 |
0,199 |
BWT-RO-Milieu |
Signaalfunctie mbt de taken op het gebied van Bouwen, RO en milieu |
nvt |
67 |
1 |
67 |
0,050 |
Totaal D: |
0,249 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
D. HANDHAVING (na zorgvuldige belangenafweginen en onderzoek tot legalisatie zijn er geen andere mogelijkheden meer dan handhaven) |
|
|
Aantal procedures |
Duur controle in uren |
(= Percentage uren surveillance x duur controle in uren) |
|
Verzoeken om handhaving, klachten en meldingen |
|
nvt |
50 |
2 |
100 |
0,074 |
Last onder dwangsom / last onder bestuursdwang incl. invordering |
|
nvt |
5 |
42 |
210 |
0,156 |
Advisering en informatieverstrekking handhaving |
|
nvt |
nvt |
te reserveren uren |
100 |
0,074 |
Beleid + kwaliteitzorg handhaving |
nvt |
nvt |
te reserveren uren |
50 |
0,037 |
|
Totaal E: |
|
|
|
|
|
0,341 |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal benodigde capaciteit om alle taken op het hoogste niveau te kunnen uivoeren+ 0,41 (brandweer + bijzondere wetten) |
|
|
|
|
|
3,73 |
Capaciteitsraming o.b.v. prioriteiten t.b.v. handhavingsbeleidsplan,toezicht en handhaving Brandweer (juridische uren) en Bijzondere wetten (versie november 2011)
BRANDWEER (alleen de juridische afhandeling door de afdeling BenL, het toezicht wordt gedaan door de brandweer zelf) |
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
HANDHAVING GEBRUIKSBESLUIT: |
|
|
Aantal procedures |
Duur controle in uren |
Aantal procedures x duur afhandeling in uren |
|
Verzoeken om handhaving |
|
nvt |
1 |
20 |
20 |
0,015 |
Last onder dwangsom / last onder bestuursdwang |
|
nvt |
1 |
40 |
40 |
0,030 |
Invordering dwangsom / bestuursdwang |
|
nvt |
1 |
50 |
50 |
0,037 |
Advisering & info verstrekking handhaving |
|
nvt |
nvt |
nvt |
20 |
0,015 |
Totaal benodigde capaciteit om alle taken op het hoogste niveau (= ambitieniveau) uit te kunnen voeren |
|
|
|
|
|
0,10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Prioriteit vanuit risicoanalyse |
Aantallen o.b.v. de kengetallen en ervaringsgegevens |
Berekening van de capaciteit |
Benodigde capaciteit in uren |
Benodigde capaciteit in fte (berekend met 1350 uur = netto. Bruto = 1872 uur) |
BIJZONDERE WETTEN |
|
|
Aantal vergunningen |
Duur controle in uren |
Aantal procedures x duur afhandeling in uren |
|
|
Drank- en Horecawet |
nvt |
12 |
4 |
48 |
0,036 |
|
Wet op de Kansspelen |
nvt |
5 |
1 |
5 |
0,004 |
|
Wet milieubeheer (hoofdstuk 10 Wm inzake afvalstoffen) |
nvt |
1 |
20 |
20 |
0,015 |
|
Wet bodembescherming (artikel 13) |
nvt |
- |
|
- |
- |
|
Wet Bibob |
nvt |
12 |
- |
40 |
0,030 |
|
Winkeltijdenwet en Winkeltijdenverordening |
nvt |
8 |
1,5 |
12 |
0,009 |
|
Woonschepenverordening |
nvt |
- |
- |
- |
- |
|
Monumentenwet 1988 en Erfgoedverordening |
nvt |
6 |
- |
- |
- |
|
Wetgeving in het kader van de ‘Bestuurlijke aanpak’, zoals artikel 13b Opiumwet |
nvt |
3 |
60 |
180 |
0,133 |
|
Regeling Verkeersregelaars |
nvt |
- |
- |
- |
- |
|
Overig (onverwachte handhavingszaken) |
nvt |
6 |
20 |
120 |
0,089 |
Totaal benodigde capaciteit om alle taken op het hoogste niveau (= ambitieniveau) uit te kunnen voeren |
|
|
|
|
|
0,31 |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal Brandweer en Bijzondere wetten |
|
|
|
|
|
0,411 |
Bijlage 4 Werkplan ODRN 2017
Werkplan ODRN 2017
Voor de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen
Werkplan 2017 Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN)
1. Inleiding
Voor u ligt het werkplan 2017 van de ODRN. De ODRN voert sinds 1 april 2013 voor de provincie Gelderland en de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen taken uit op gebied van vergunningverlening, toezicht en handhandhaving van de activiteit milieu uit de Wabo. Voor de provincie Gelderland en de gemeenten Berg en Dal, Beuningen en Nijmegen gebeurt dit Wabo-breed. Omdat de provincie opdrachtgever is voor de zeven Gelderse Omgevingsdiensten heeft zij een eigen werkplan 2017 opgesteld. Het eigen provinciale werkplan wordt door GS vastgesteld en aangeboden aan de Staten. Mede doordat de provincie vanaf 1 januari 2016 bevoegd gezag is voor alle Brzo-bedrijven, is er voor gekozen het provinciale deel niet op te nemen in dit werkplan. Het provinciale werkplan wordt als bijlage bij dit werkplan gevoegd.
ODRN werkt sinds 2016 als eerste omgevingsdienst in Gelderland met outputfinanciering. Dat betekent dat in 2016 per product is afgerekend. In 2015 is hiervoor een producten- en dienstencatalogus (PDC) opgesteld. Deze PDC wordt momenteel geactualiseerd. Dit kan betekenen dat de prijzen van producten worden aangepast (zowel naar boven als naar beneden), producten worden samengevoegd, geschrapt of zelfs toegevoegd. Voor dit werkplan wordt vooralsnog gerekend met de PDC-prijzen uit 2015. Zodra de nieuwe PDC is vastgesteld (uiterlijk 1 februari 2017), kan een herberekening van de kosten voor de afname van de producten uit het werkplan plaatsvinden. Het aantal vergunningverlenings- en adviesproducten is lastig te programmeren, dus is een voorstel gedaan op basis van ervaringscijfers van de afgelopen jaren. Voor het handhavingsprogramma is gebruik gemaakt van een risicoanalyse. Per opdrachtgever is een aparte bijlage beschikbaar.
Per opdrachtgever wordt conform afspraken in de DVO driemaandelijks (1 april, 1 juli en 1 oktober) een Managementrapportage (MARAP) gemaakt over het voorgaande kwartaal. Met gemeente Berg en Dal is afgesproken dit viermaandelijks te doen (1 mei en 1 september). In februari wordt de jaarverantwoording geleverd. In de rapportage wordt verantwoording afgelegd over de geleverde producten (in relatie tot de planning) en kwalitatieve prestatie-indicatoren (KPI’s). Momenteel wordt gewerkt aan een uniforme set KPI’s. De KPI’s zullen bestaan uit een kernset (die gelijk is in de gehele provincie Gelderland) aangevuld met regionale KPI’s. De ODRN zal de voortgang maandelijks intern monitoren. In de reguliere accountgesprekken met opdrachtgevers (verschillende vergaderfrequentie) wordt de voortgang besproken en zo nodig wordt de planning bijgesteld.
Deze versie van het werkplan wordt op 22 december 2016 besproken met de opdrachtgevers en dient gezien te worden als een advies van de ODRN aan de opdrachtgevers. Na vaststelling door de colleges van de opdrachtgevers zal de ODRN een en ander verwerken in de excellsheets met PDC-producten. Er zal een nadere precisering van de stelselbrede afspraken worden gemaakt.
2. Begroting
2.1 Uitgangspunten
De ODRN werkt outputgericht. De (nog vast te stellen) herijkte PDC 2016 is uitgangspunt voor de planning. Op basis van het aantal af te nemen producten wordt de financiering geregeld. Als kader wordt hiervoor de vastgestelde begroting 2017 van de ODRN gebruikt. Hierin staan de bijdragen per partner vermeld. In onderstaande tabel wordt een eerste inschatting gemaakt van de te besteden middelen per hoofdonderwerp: vv milieu / bouw of hh milieu / bouw. We realiseren ons dat dit in het concept-werkplan niet geheel overeenkomt met de PDC-productindeling. In het definitieve werkplan willen we die aansluiting wel maken.
2.2 Opbouw begroting
De begroting van de ODRN is opgebouwd uit vier programma’s, te weten 1: vergunningverlening, 2: toezicht en handhaving, 3: Brzo, 4: advisering en bijzondere opdrachten. Programma 3 (Brzo) valt volledig onder bevoegd gezag van de provincie en wordt in dit werkplan niet verder behandeld. In de begroting van de ODRN is niet expliciet weergegeven hoe groot de bijdrage per partner aan de verschillende programma’s is. Op basis van de verrichte werkzaamheden in de afgelopen jaren wordt de volgende onderverdeling voorgesteld in onderstaande tabel.
bijdrage |
VV milieu |
VV Briks |
HH milieu |
HH Briks |
|
Beuningen1 |
€ 1.034.696 |
€ 164.406 |
€ 335.716 |
€ 333.794 |
€200.780 |
Druten2 |
€ 381.600 |
€ 152.640 |
- |
€ 228.960 |
- |
Berg en Dal |
€ 1.408.200 |
€ 130.390 |
€ 556.525 |
€ 260.780 |
€ 460.505 |
Heumen2 |
€ 204.300 |
€ 67.419 |
- |
€ 136.881 |
- |
Nijmegen3 |
€ 5.303.700 |
€ 431.783 |
€ 2.021.240 |
€ 1.172.185 |
€ 1.678.492 |
Wijchen2, 4 |
€ 419.500 |
€ 138.435 |
- |
€ 281.065 |
- |
bijdrage partners |
€ 8.751.996 |
€ 1.085.073 |
€ 2.913.481 |
€ 2.413.665 |
€ 2.339.777 |
(bijdragen conform begroting 2017 ODRN)
Vergunningverleningsproducten worden gefactureerd nadat het besluit is genomen. Bij toezichtproducten wordt gefactureerd na het inspectiemoment (initiële- en hercontroles zijn aparte producten).
3. Programma’s
3.1 Algemeen programma asbest
Toezicht op de bedrijfsmatige verwijdering van asbest dient te worden uitgevoerd door de ODRN. Gemeenten Berg en Dal en Nijmegen hadden deze taak al ingebracht bij de ODRN. De overige gemeenten doen dit per 1 januari 2017. De benodigde financiën voor Druten, Heumen en Wijchen zijn (nu) nog niet 100% in beeld. Met de inbreng van de Wabo-VTH-taak door Beuningen is ook asbest meegenomen. Op basis van een eerste inventarisatie zijn onderstaande aantallen bekend:
Druten |
Heumen |
Wijchen |
|
Particuliere asbestmeldingen |
8 |
17 |
10 |
Bedrijfsmatige asbestmeldingen |
55 |
24 |
101 |
In 2017 wordt Gelderland-breed gestart met het project ‘asbestdaken’. Per 2024 is er een verbod op asbestdaken. In 2017 wordt projectmatig bekeken in hoeverre Omgevingsdiensten een rol kunnen spelen in de realisatie van het verwijderen van asbestdaken in Gelderland.
3.2 Programma 1: Vergunningverlening
Vergunningverlening is lastig planbaar, omdat dit voor een groot deel afhankelijk is van aanvragen van de bedrijven en burgers. Dat betekent dat op voorhand niet is aan te geven hoeveel vergunningen en adviezen van welke soort in een jaar zullen worden verstrekt. In tegenstelling tot de handhaving, waar meer programmatisch gewerkt kan worden, moet bij vergunningverlening steeds gekeken worden naar de omvang van het aantal aanvragen in relatie tot de beschikbare personele capaciteit. Tijdens de accountgesprekken met de opdrachtgevers zullen de lopende procedures (werkvoorraad) worden gemonitord. Ook wordt in de kwartaalrapportage aandacht besteed aan dit onderwerp. De planning 2017 is gebaseerd op de ervaringscijfers uit de ODRN-tijd.
3.2.1 Vergunningverlening milieu
3.2.1.a Prioritering van werkzaamheden
Over de prioriteit waarmee aanvragen met de activiteit milieu afgehandeld moeten worden kan een aantal uitgangspunten worden geformuleerd. Voorop staat dat vergunningaanvragen voor nieuw te vestigen bedrijven prioritair zijn. Dit zelfde geldt voor vergunningaanvragen die betrekking hebben op uitbreidingen van activiteiten van bestaande bedrijven en vergunningaanvragen voortkomend uit handhavingszaken.
Een andere categorie van vergunningen die prioriteit hebben zijn de reguliere procedures. Deze procedures kennen immers een wettelijke termijn van 8 weken. Wordt binnen deze termijn (al dan niet verleend met een aantal weken) geen besluit genomen op de aanvraag dan is de vergunning van rechtswege verlengd (Lex Silentio Positivo). Dergelijke situaties dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden. Uitzondering hierop is de omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM), waarvoor de Lex Silentio Positivo niet van toepassing is (art. 6.19 Bor).
De overige vergunningenprocedures en adviesaanvragen kennen minder strikte wettelijke termijnen. Bij een piek in het aanbod van aanvragen zit hierin enige flexibiliteit. Overigens blijven de afgesproken levertermijnen het uitgangspunt.
Standaard zal maandelijks een overzicht aan de contactpersoon worden verzonden waarop de lopende procedures inclusief hun status staan vermeld. Uiteraard kan ook tussentijds informatie worden verstrekt, afhankelijk van de ontwikkelingen en vragen.
3.2.1.b Actualiteit van de vergunning
Door diverse oorzaken verliezen afgegeven vergunningen hun actualiteit. Voorbeelden zijn jurisprudentie en wijzigingen in wet- en regelgeving, wijzigingen in de best beschikbare technieken die een bedrijf kan toepassen op basis van Europese wijzigingen in Nederlandse BBT-informatiedocumenten en standaard voorschriftenpakket (via Landelijke redactie standaardteksten omgevingsvergunning, LRSO). Het periodiek actualiseren van de vergunningen en maatwerkvoorschriften voor bedrijven die vallen onder het Activiteitenbesluit een belangrijk aandachtspunt. Zo nodig wordt dit afgestemd met handhaving.
Voor de vergunningplichtige bedrijven vindt elke 7 jaar een toets plaats of alle onderdelen van de vergunningen nog actueel zijn. Indien nodig vindt actualisatie van de vergunning plaats. De noodzakelijke aanpassing van de vergunningen worden in beeld gebracht en programmatisch opgepakt.
Advies om de gemeentelijke RIE of IPPC inrichtingen periodiek te toetsen aan actualiteit.
3.2.1.c Project grondwaterbeschermingsgebieden
Op 17 juni 2015 hebben Gedeputeerde Staten een brief naar de gemeenten gemaild over gemeentelijke taken met betrekking tot de Omgevingsvergunning en handhaving binnen grondwaterbeschermingsgebieden. Die taken volgen uit de Omgevingsverordening Gelderland. Ze houden in dat gemeenten voorschriften verbinden aan omgevingsvergunningen en, tevens bij niet vergunningplichtige bedrijven, toezien op de naleving ervan. In 2016 is de ODRN, in opdracht van de provincie, gestart met dit project. Het project is opgebouwd uit 3 fasen. Fase 1 omhelst het actualiseren van de voorschriften inde provinciale verordening, fase 2 de inventarisatie van de bedrijven waar het om gaat. Fase 3 is het daadwerkelijk aanpassen van de vergunningen van de betreffende bedrijven. In 2017 zal per gemeente een plan van aanpak worden voorgelegd.
3.2.1.d Omgevingswet
Het is van belang dat de ODRN zich voorbereidt op de Omgevingswet omdat de Omgevingswet en de cultuuromslag die deze wet beoogt, consequenties heeft voor de praktijk van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast moet onder de integrale benadering in de fysieke leefomgeving (één van de sleutelbegrippen van de Omgevingswet) ook worden verstaan dat de kennis van de uitvoeringspraktijk (en dus van de ODRN) wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid (omgevingsvisie) en regelgeving (omgevingsplan). Dit leidt tot een andere benadering van de bestaande uitvoeringstaken en andere (advies)producten (bijvoorbeeld bij totstandkoming omgevingsvisie en omgevingsplan). Dit heeft weer gevolgen voor de organisatie, medewerkers (kennis en kunde), informatiebeheer van de ODRN waardoor onder meer andere afspraken met opdrachtgevers moeten worden gemaakt en werkprocessen moeten worden aangepast.
3.2.1.e Onderzoek naar implicatie Wet natuurbescherming
De nieuwe Wet natuurbescherming vervangt vanaf 1 januari 2017 drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. Doel van de Wet natuurbescherming is drieledig: 1. bescherming van de biodiversiteit in Nederland, 2. decentralisatie van verantwoordelijkheden en 3. vereenvoudiging van regels. De ODRN is in overleg met de drie gemeenten die de bouwtaak hebben ingebracht bij de ODRN voor het opstellen (en gebruiken) van een checklist bij Wabo aanvragen. Het gebruik van deze checklist zal een verhoging van de productprijs Wabo-vergunningaanvraag behandelen tot gevolg hebben. In het tweede kwartaal van 2017 zullen de implicaties helder zijn en worden voorgelegd aan de opdrachtgevers.
3.2.1.f Overdracht provinciale bodemtaken
Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2019 in werking. Op het gebied van bodem(sanering) gaat er het nodige veranderen. De belangrijkste verandering is een wijziging in bevoegdheid. Nu is de provincie voor de meeste gemeenten bevoegd gezag bij bodemsanering. Dat is geregeld in de Wet bodembescherming (Wbb). Met het ingaan van de Omgevingswet zal de bevoegdheid van de provincie overgaan naar de gemeente.
In Gelderland zijn nu alleen de gemeenten Nijmegen en Arnhem zogenaamde directe gemeenten. Zij zijn nu ook al bevoegd gezag voor bodemsaneringen. Voor de ODRN regio betekent dat de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, en Wijchen met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (gepland in 2019) ook bevoegd gezag zijn bij bodemsaneringen. Ook voor bodembeheer en bodembeleid worden de gemeenten volledig verantwoordelijk. Dit geldt ook voor nazorglocaties zoals het beheer van voormalige (historische) stortplaatsen. De provincie heeft hierin dan geen rol meer. In 2017 dienen de eerste voorbereidende activiteiten te worden uitgevoerd, waaronder het beheer van de bodemdata. Hiervoor kan worden gezocht naar een (gezamenlijk) bodem informatie systeem (BIS). Voorwaarde is dat de gemeenten toegang blijven houden tot de bodemdata van hun grondgebied. Een zogenaamd webbased BIS geniet daarom de voorkeur. Hiermee kan op iedere locatie met een internetverbinding worden ingelogd.
3.2.2 Vergunningverlening bouw
Voor Wabo-vergunningen met de activiteit bouwen wordt een actief intrekkingsbeleid gevolgd.
B&W heeft een bevoegdheid om omgevingsvergunningen voor bouwactiviteiten in te trekken als er niet binnen een bepaalde termijn wordt gestart met de bouwwerkzaamheden of als de bouwwerkzaamheden langer dan een bepaalde termijn stilliggen. Die termijn is formeel 26 weken, echter B&W kan hiervan afwijken mits zij beleidsregels vaststelt. In het verleden was het zo dat in vrijwel alle gevallen een verleende vergunning ook vlot nadat de vergunning was verleend werd uitgevoerd. Door de crisis in de bouw komt het vaker voor dat een vergund bouwplan niet of pas geruime tijd na vergunningverlening wordt uitgevoerd.
In de PDC is zijn de advieskosten voor de gemeente zelf bij het verlenen van een Wabo-vergunning met de activiteit bouwen niet opgenomen. Deze komen ten laste van de gemeente zelf. Echter, zodra de provincie bevoegd gezag is, zullen de advieskosten van de gemeente een-op-een door de ODRN worden doorberekend aan de provincie (als ‘opcenten’).
De markt is weer aangetrokken en het aantal bouwaanvragen is gestegen. Deze lijn wordt ook verwacht in 2017. In 2017 zal het effect van het aantrekken van de markt duidelijker zichtbaar worden in het aantal dossiers dat wordt overgedragen aan een bouwinspecteur. In de planning wordt hier rekening mee gehouden, hetgeen mogelijk een overschrijding van de begroting met zich meebrengt. Aangezien het hier om een verwachting van de ODRN gaat, zal de trend expliciet worden gevolgd. Over deze trend zal worden gerapporteerd aan de gemeenten zodat in de loop van het jaar besloten kan worden over het beschikbaar stellen van eventuele extra middelen.
Brandweeradviesvraag vanuit ODRN
Berg en Dal |
Beuningen |
Nijmegen |
Totaal |
Totaal |
||
V30 |
Wabo activiteit: Bouwen van een bouwwerk |
164 |
155 |
774 |
1.093 |
|
V30A 0% |
Wabo activiteit: Bouwen van een bouwwerk - bouwkosten < € 50.000,- |
126 |
105 |
634 |
865 |
0 |
V30B 25% |
Wabo activiteit: Bouwen van een bouwwerk - bouwkosten € 50.001,- t/m € 500.000,- |
36 |
40 |
102 |
178 |
45 |
V30C 100% |
Wabo activiteit: Bouwen van een bouwwerk - bouwkosten € 500.001,- t/m € 2.500.000,- |
2 |
10 |
26 |
38 |
38 |
V30D 100% |
Wabo activiteit: Bouwen van een bouwwerk - bouwkosten ≥ € 2.500.001,- |
0 |
0 |
12 |
12 |
12 |
V11 |
Melding brandveilig gebruik bouwwerken |
6 |
3 |
174 |
183 |
|
V11A 100% |
Melding brandveilig gebruik bouwwerken |
6 |
3 |
174 |
183 |
183 |
V49 |
Wabo activiteit: Brandveilig gebruiken |
2 |
1 |
46 |
49 |
|
V49A 100% |
Wabo activiteit: Brandveilig gebruiken |
2 |
1 |
46 |
49 |
49 |
T34 |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Bouwen van een bouwwerk |
174 |
128 |
491 |
793 |
|
T34A 0% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Bouwen van een bouwwerk - administratief afhandelen |
0 |
80 |
195 |
275 |
0 |
T34B 0% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Bouwen van een bouwwerk - bouwkosten < € 50.000,- |
126 |
10 |
105 |
241 |
0 |
T34C 25% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Bouwen van een bouwwerk - bouwkosten € 50.001,- t/m € 500.000,- |
36 |
30 |
140 |
206 |
52 |
T34D 100% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Bouwen van een bouwwerk - bouwkosten € 500.001,- t/m € 2.500.000,- |
8 |
8 |
33 |
49 |
49 |
T34E 100% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Bouwen van een bouwwerk - bouwkosten bouwkosten ≥ € 2.500.001,- |
4 |
0 |
18 |
22 |
22 |
T39 |
Toezicht brandveilig gebruik |
21 |
1 |
173 |
195 |
|
T39A 100% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Brandveilig gebruik - 10 t/m 50 personen |
4 |
0 |
21 |
25 |
25 |
T39B 100% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Brandveilig gebruik - 51 t/m 100 personen |
5 |
1 |
15 |
21 |
21 |
T39C 100% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Brandveilig gebruik - 101 t/m 250 personen |
0 |
0 |
4 |
4 |
4 |
T39D 100% |
Toezicht verleende omgevingsvergunning Wabo-activiteit: Brandveilig gebruik - >250 personen |
0 |
0 |
2 |
2 |
2 |
T39E 0% |
Toezicht geaccepteerde gebruiksmelding (melding brandveilig gebruik) |
12 |
0 |
131 |
143 |
0 |
3.2.3 Milieuadvisering bij RO-procedures
Naast het opstellen van vergunningen en het behandelen van meldingen worden voor een aantal deelnemers ook milieu adviezen verstrekt in het kader van planontwikkelingen. Dit kan betrekking hebben op bestemmingsplannen, maar ook op initiële plannen. Soms betreft het integrale milieu adviezen, maar het kan ook gaan om specifieke adviezen van één of enkele milieu aspecten, bijvoorbeeld voor externe veiligheid, bodemkwaliteit, geluidhinder, geurhinder of luchtkwaliteit. De levertijden van dergelijke adviezen zijn afhankelijk van de aard van de aanvraag en worden per deelnemer vastgelegd.
3.2.4 Uitvoering Provinciale Omgevingsverordening drinkwater
Gemeenten en omgevingsdiensten die een Omgevingsvergunning verlenen moeten de instructieregels van de Omgevingsverordening opnemen in die vergunning. Voor AMvB-bedrijven gelden de Algemene voorschriften van de Omgevingsverordening. Bodembedreigende activiteiten die niet aan een bedrijf zijn verbonden mogen alleen worden uitgevoerd als ze voldoen aan de voorschriften die in de Omgevingsverordening staan. De regels betreffen onder andere boringen, het lozen van afvalwater, het gebruik van schadelijke stoffen, het aanleggen van een weg of riolering, het toepassen van grond. Deze activiteiten moeten worden gemeld bij de provincie. De ODRN zal in 2017 voor alle gemeenten een inventarisatie uitvoeren en een plan van aanpak opstellen voor de actualisatie van de vergunningen.
3.3 Programma 2: Toezicht en handhaving
3.3.1 Landelijke handhavingsstrategie
In 2014 is de landelijke handhavingsstrategie (LHS) vastgesteld in het Bestuurlijk Omgevingsberaad (Bob). Met deze sanctiestrategie wordt landelijk eenduidige afstemming tussen het bestuursrecht en strafrecht bereikt en een gelijke interventie van de bevoegde gezagen bij gelijke overtredingen. Aan alle gemeenten is gevraagd de LHS vast te stellen. Inmiddels hebben Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen de LHS vastgesteld, Berg en Dal volgt binnenkort. Binnen het Gelderse stelsel is afgesproken om de landelijke strategie zo veel mogelijk toe te passen en ervaringen met het gebruik van de strategie uit te wisselen.
3.3.2 Gelderse nalevingsstrategie
In 2015 hebben de gezamenlijke Gelderse omgevingsdiensten een voorstel voor een Gelderse Nalevingsstrategie opgesteld, met daarin een risicoanalyse, toezicht- en sanctiestrategie en communicatieparagraaf. Hiermee wordt een verdere uniformering van de Gelderse aanpak beoogd. De strategie houdt rekening met de ruimte die het bevoegd gezag moet houden om eigen prioriteiten en beleid vast te stellen: uniformering waar mogelijk, ruimte waar nodig. Deze Gelderse nalevingsstrategie is aangeboden aan alle opdrachtgevers. De opdrachtgevers hebben (of doen dit binnenkort) de Naleefstrategie vastgesteld.
3.3.3 Bestuurlijke strafbeschikking (Bsbm) / opstellen PV
De bevoegdheid om het instrument bestuurlijke strafbeschikking toe te passen is via de Wabo belegd bij de directeuren van de omgevingsdiensten. De directeur kan een straf opleggen aan een overtreder op basis van het advies van een buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa) domein 2 (milieu, welzijn en infrastructuur). ODRN verwacht dat er meer Bsbm-en worden opgelegd, mede omdat het opleggen van een Bsbm onderdeel is van de landelijke handhavingsstrategie. Onder domein 2 vallen de Boa's die zich bezighouden met natuur en milieu, arbeidsinspectie, voedsel- en warencontroles, dierenwelzijn, openbare gezondheid en fysieke leefomgeving. De zogenoemde milieu-Boa is in hoofdzaak belast met de opsporing van (economische) milieudelicten. Boa's uit Domein 2 zijn verder onder andere milieuopsporingsambtenaren, jachtopzieners, boswachters en flora- en faunabeheerders. Daarnaast kan de Boa kiezen voor het opmaken van een proces verbaal.
3.3.4 Risicoanalyse
Voor het onderdeel milieu zijn bedrijven op basis van een risicoanalyse gerangschikt. Voor bouwen worden objecten onderverdeeld in 3 risicocategorieën. Hieronder wordt eerst de systematiek voor milieu toegelicht, daarna die voor het onderdeel bouw. In dit werkplan hanteren we de term handhaving milieu. Onder deze term vallen zowel het toezicht / inspectie bij bedrijven als het handhavend optreden. De handhaving milieu is onder te verdelen in drie hoofdcategorieën:
- -
Niet geplande controles
- -
Planningslijst reguliere controles
- -
Projecten
De ODRN werkt bij de milieuhandhaving risicogestuurd. De inzet is om een vorm van risicosystematiek ook voor andere sporen te gebruiken om zo tot een integrale risicobenadering voor bouwen, milieu en brandveiligheid te komen. De intensiteit waarmee gebouwen en/of inrichtingen worden bezocht hangt mede af van de risico’s op de volgende onderdelen:
- -
Fysieke veiligheid
- -
Kwaliteit leefomgeving
- -
Financieel / economie
- -
Natuur
- -
Volksgezondheid
Daarnaast wordt ook de mogelijke impact op het imago van de gemeente meegewogen.
Voor iedere inrichting is een inschatting gemaakt van de effecten van niet naleving van de regelgeving op de verschillende bovengenoemde onderdelen. Vervolgens is ook de kans op niet-naleving meegenomen in de uiteindelijke risicobepaling. Zo ontstaat een risicoprofiel voor iedere inrichting (zeer hoog, hoog, gemiddeld, laag, zeer laag). Dat is geen exacte wetenschap. De categorie wordt in haar totaliteit beoordeeld. Er kunnen binnen de categorie individuele bedrijven zijn die een hoger of lager risico hebben.
3.3.5 Verhouding opdrachtgever / ODRN
De risicobeoordelingsmethodiek milieu is in eerste aanzet ontwikkeld door ODRN, maar wordt vastgesteld door de gemeente als beleidsbepalende partij en vastgelegd tussen opdrachtgever (de gemeente) en de opdrachtnemer (ODRN). Opdrachtgevers bepalen de beleidskaders voor handhaving. Het aanbrengen van wijzigingen in de methodiek is ook een verantwoordelijkheid van de opdrachtgever. Het is aan de ODRN om de risicomethodiek toe te passen en de uitkomsten te vertalen naar een werkplan. Dit werkplan wordt vastgesteld in het bestuur van de ODRN en verantwoord naar de opdrachtgevers.
3.3.6 Milieu
De core-business van de ODRN op het gebied van toezicht en handhaving is toezicht houden, zo nodig handhavend optreden en daarnaast het afhandelen van klachten. Toezicht gebeurt programmatisch, project- of themamatig of onvoorzien. Handhavend optreden is een automatisch vervolg van het niet voldoen aan de regels tijdens een inspectie.
Voor de discipline milieu zijn er ervaringsgegevens (gegevens over naleefgedrag) op basis waarvan de controlefrequentie ten aanzien van een bepaald bedrijf wordt bijgesteld. Zo wordt goed gedrag beloond met minder controles. Het risicoprofiel per bedrijf resulteert in een puntentotaal per bedrijf. In het puntentotaal is rekening gehouden met de zwaarte en de hoeveelheid milieubelastende activiteiten gecorrigeerd voor het naleefgedrag / ervaringscijfer. Bij goed naleefgedrag krijgt het bedrijf een bonuscorrectie bij slecht naleefgedrag een maluscorrectie.
Jaarlijks stellen opdrachtgevers samen met ODRN een werkpakket samen voor werkzaamheden op het gebied van milieuhandhaving. Dit pakket bestaat uit controleprojecten, geplande integrale bedrijfscontroles en een percentage niet-geplande controles.
3.3.6.a Gehanteerde begrippen
Projecten zijn gerichte acties op één branche, één aspect en/of gebiedsgericht. Projecten kunnen binnen alle opdrachtgevers worden opgepakt of specifiek voor één opdrachtgever zijn. Een voorbeeld van een project voor één opdrachtgever is het horecaproject voor gemeente Nijmegen. Deze branche wordt integraal bezocht volgens de aanpak zoals die in het HAT-team (horeca-actieteam) is besproken. Een gezamenlijk project is de controle bij de verkooppunten van consumentenvuurwerk. Alle 30 verkooppunten in de regio worden projectmatig opgepakt.
Geplande integrale controles zijn aangekondigde en niet aangekondigde controles, geprioriteerd naar risico.
Niet geplande controles zijn controles die op voorhand niet voorzien zijn, zoals bestuurlijke wensen, oplevercontroles nadat een bedrijf een nieuwe melding heeft gedaan in het kader van het Activiteitenbesluit, of omdat er controles worden uitgevoerd naar aanleiding van klachten of handhavingsverzoeken. Een inspecteur kan tijdens een controlebezoek ook worden getriggerd door een overtreding bij een nabijgelegen bedrijf of de inspecteur treft op zijn ronde andere onregelmatigheden aan.
3.3.6.b Planningslijst reguliere milieucontroles
Per partner wordt de planningslijst ingevuld. Voor 2017 wordt voorgesteld 976 bedrijfsbezoeken op de planningslijst te zetten voor onze gemeentelijke opdrachtgevers. De planningslijst bevat in principe de bedrijven met het grootste milieurisico of het slechtste naleefgedrag. Door het werken volgens de risicosystematiek komt de ODRN bij bedrijven met een slecht naleefgedrag, waardoor op termijn het naleefgedrag in de regio zal toenemen. We komen bij de meest risicovolle bedrijven en/of waar het naleefgedrag het minst is. Op basis van ervaringscijfers sinds april 2013 gaan we uit van een hercontrolepercentage van 75%. Dit percentage is hoger dan de afgelopen jaren (waarbij uitgegaan is van 50%). Daarnaast zijn op basis van de ervaringscijfers een aantal juridische producten opgenomen variërend van het opstellen van een voornemen tot het effectueren van een last onder dwangsom. Ook het percentage voornemen last onder dwangsom en effectueren last onder dwangsom blijkt hoger te zijn dan tot nog toe aangenomen. Dit betekent dat de totaalplanning bedrijfsbezoeken wat lager uitvalt dan 2016.
Totaal |
Ber |
Beu |
Heu |
Dru |
Nij |
Wij |
|
A |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
B1 |
109 |
1 |
2 |
0 |
1 |
85 |
20 |
B2 |
302 |
32 |
40 |
15 |
10 |
180 |
25 |
B3/B4 |
371 |
54 |
45 |
20 |
17 |
200 |
35 |
C3/C4 |
153 |
18 |
18 |
8 |
20 |
56 |
33 |
D4/D5 |
41 |
12 |
4 |
2 |
9 |
8 |
6 |
Totaal |
976 |
117 |
109 |
45 |
57 |
529 |
119 |
3.3.6.c Niet geplande controles
In 2015 en 2016 is ervaring opgedaan om handhavers in het veld prioriteitsbewuster te maken en grip te krijgen door het aantal niet planbare controles uitwisselbaar te maken met de planningslijst.
Voor iedere opdrachtgever wordt een vrije ruimte vastgesteld (maximaal 25% van beschikbaar budget). De uitvoering gaat als volgt: De ODRN zorgt er voor dat de planningslijst van hoge naar lage risicobedrijven wordt afgewerkt. Zo kunnen de minst risicovolle bedrijven op de lijst in de loop van het jaar eventueel geschrapt worden / ingeruild tegen niet geplande controles.
Een voorstel voor het uitvoeren van een ‘niet ingeplande-controle wordt altijd voorgelegd aan de handhavingscoördinator binnen de ODRN. Een niet geplande-controle wordt pas dan uitgevoerd als, na beoordeling door de coördinator, blijkt dat het bedrijf waarvoor aanleiding is een niet-geplande controle te doen een groter risico heeft dan het laagste bedrijf (nog niet uitgevoerde controle) op de planningslijst. Door het afwerken in volgorde van risico kan gedurende het kalenderjaar eenvoudig worden geschrapt in de planningslijst. Dit schrappen gebeurt in samenspraak met de opdrachtgever tijdens het accountoverleg. Risicobewustzijn en –vergelijking worden op deze manier integraal onderdeel van het dagelijks werk. Niet geplande controles zijn niet te programmeren.
3.3.6.d Projecten / thema’s
Projecten worden in samenspraak met het bestuur van de opdrachtgevers bepaald en/of in gezamenlijkheid vanuit het Gelders stelsel uitgevoerd. Projecten zijn derhalve aan te merken als geprioriteerd. Het betreft hier maatschappelijk gevoelige prioriteiten in de milieuhandhaving.
Projecten |
Horeca |
Ketentoezicht |
Vierdaagse |
Indirecte lozingen |
Energie |
Stookinstallaties |
Controles buiten kantoortijden |
Inventarisatie bedrijventerreinen |
Naast projecten worden een aantal onderwerpen themagewijs opgepakt.
Thema’s |
Consumentenvuurwerk |
Beoordeling rapportage EPRTR |
Boa-inzet |
Piket |
Hieronder volgt een korte omschrijving van de opgenomen projecten/thema’s
Horeca
Als uitgangspunt worden de basiscontroles door de ODRN multidisciplinair uitgevoerd. Naast controle van de Drank- en Horecawet betekent dit tegelijkertijd ook controles op bouw- en milieuregelgeving en op brandveilig gebruik. Basiscontroles worden uitgevoerd bij de vestiging van een nieuwe ondernemer (ook in een reeds bestaand horecapand) en bij signalen dat er sprake is van overtredingen. Inspecties vinden plaats onder de tactische regie van de gemeentelijke handhavingscoördinator bij de afdeling Veiligheid (zie ook beschrijving onder paragraaf bouwen).
Dreigingsbeeld / ketentoezicht
In 2015 is het Gelders Dreigingsbeeld opgesteld. Voorgesteld wordt om de ketenaanpak voor de onderwerpen uit 2016 te continueren in 2017:
- •
Samen met Overijssel
- •
Thema’s
- ○
Bodem
- ○
Asbest
- ○
Nader te bepalen derde keten
- ○
Deze gezamenlijk benoemde thema’s komen terug in het Programma Ketentoezicht. Binnen het ketentoezicht wordt nauwe samenwerking gezocht met andere handhavingspartners (zoals de politie, het OM, het LMA (Landelijk meldpunt Afvalstoffen), Inspectie SZW, Inspectie LenT, VWA e.a.) en de overige zes Gelderse omgevingsdiensten. Per project worden in 2017 afspraken gemaakt over samenwerking, inzet, tijd en middelen. Hiervoor worden afzonderlijke projectplannen opgesteld.
Het aandeel van de gemeenten in het Programma Ketentoezicht is toegenomen ten opzichte van de voorafgaande jaren. Een groot deel van de afvalbedrijven die extra aandacht krijgen is immers overgegaan naar de gemeenten.
Vierdaagse
In de Vierdaagse week zullen een aantal gemeenten een beroep doen op de ODRN voor het uitvoeren controles bij Vierdaagsecampings en het uitvoeren van geluidmetingen.
Indirecte lozingen
Waterschap Rivierenland heeft de omgevingsdiensten binnen haar werkgebied benaderd om samenwerking op het gebied van indirecte lozingen te onderzoeken. ODRN zal nader onderzoek in dezen doen.
Energie
Er lopen verschillende trajecten op het gebeid van energie. De Europese Energy Efficiency Directive (EED) – in Nederland genaamd de Energie Efficiëntie Richtlijn – dateert van 25 oktober 2012. De EED beoogt een overall energie-efficiëntieverbetering van 1,5% per jaar te bereiken bij eindgebruikers van energie. In principe dienen grote bedrijven een energie-audit gereed te hebben per 1 december 2015. Onder grote bedrijven wordt verstaan: meer dan 250 medewerkers en/of een jaaromzet van € 50 miljoen. Het betreft hier ook ondernemingen met meerdere vestigingen. ODRN zal hierop toezien in 2017.
Toezien op energie-audits is een aanvullende opdracht waarvoor gemeenten extra middelen in het gemeentefonds krijgen. Het Rijk erkent dat de bevoegd gezagen extra kosten moeten maken ten gevolge van de EED richtlijn. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek hebben Rijk, VNG en IPO de volgende afspraken gemaakt: het Rijk stelt € 5,3 miljoen beschikbaar aan het bevoegd gezag via het gemeentefonds (95%) en het provinciefonds (5%). Dit bedrag bestaat uit eenmalige kosten (€ 2,7 miljoen) en structurele kosten (2 x € 1,3 miljoen = € 2,6 miljoen) voor 2016 en 2017. Dit bedrag wordt in december 2016 in zijn geheel uitgekeerd. In de tweede helft van 2017 wordt een evaluatie uitgevoerd voor het bepalen van de uitvoeringslasten na 2017. Dit omdat gedurende het onderzoek de informatie om tot een realistische inschatting te komen nog te beperkt was. Nog in 2016 maken Rijk en koepels afspraken over de inrichting en randvoorwaarden van de evaluatie. In de komende decembercirculaire gemeentefonds worden de financiële details bekend gemaakt. In afwachting daarvan is een voorlopige raming van de verdeling van het bedrag over de gemeenten gemaakt.
Aantal vestigingen |
Euro’s totaal per gemeente |
|
Berg en Dal |
3.059 |
€ 9.020 |
Beuningen |
2.335 |
€ 6.885 |
Druten |
1.765 |
€ 5.205 |
Heumen |
1.630 |
€ 4.806 |
Nijmegen |
15.672 |
€ 46.213 |
Wijchen |
3.842 |
€ 11.329 |
Totaal |
€ 83.459 |
Daarnaast het Gelders Energie-Akkoord. In dit GEA, ondertekend door alle bevoegde gezagen in Gelderland, is het onderwerp maatschappelijk vastgoed als prioriteit gesteld. Er worden middelen beschikbaar gesteld vanuit het Rijk voor energie-inspecties bij een aantal branches: zwembaden/sauna’s, kantoorpanden en schoolgebouwen. Het ministerie van I&M wil de uitvoering van het Energie-akkoord een extra impuls geven door middel van ‘20 fte extra toezicht’, gedurende 2 jaren. Hiertoe wordt het volgende budget voor onze dienst ter beschikking gesteld:
- -
2016 (vier maanden): € 30.000,-
- -
2017 (12 maanden): € 90.000,-
- -
2018 (8 maanden): € 60.000,-
Stookinstallaties
In 2016 is de ODRN gestart met het project stookinstallaties. De bedoelding van het project is om inzichtelijk te maken hoe het is gesteld met de SCIOS-keuring van stookinstallaties en brandstofleidingen in woongebouwen die onderdeel uitmaken van een woonstichting (van particulieren, als die al bestaan, heeft ODRN geen informatie). Het project heeft een doorloop naar 2017. Begin 2017 wordt een evaluatierapport opgemaakt over fase 1 (2016) en wordt een plan van aanpak 2017 gemaakt: aanmaken van inrichtingen (locatiedossiers) in WRS (circa 100), het maken van bezoekrapporten (uitvoeren controle), het verwerken van de bezoekrapporten tot aanschrijving (controlebrief) en hercontrole uitvoeren.
Controle buiten kantoortijden
Ervaring leert dat controles buiten kantoortijden (overdag in het weekend) opvallende overtredingen oplevert. Per gemeenten zal de ODRN minimaal een weekend (dag)controles buiten kantoortijden houden op een bedrijventerrein. Dit thema is opgenomen in de Gelderse handhavingskalender.
Inventarisatie bedrijventerreinen
Om het bedrijvenbestand actueel te houden is het wenselijk om periodiek bedrijventerreinen te inventariseren. Om deze redenen willen we in dit project de bedrijventerreinen binnen ons werkgebied checken op de aanwezigheid van onbekende bedrijven. Door deze check krijgen de ODRN en de opdrachtgevers een goed inzicht van het aantal, type en soort bedrijvigheid dat plaatsvindt op de aanwezige bedrijventerreinen binnen het ODRN-werkgebied. Het project wordt gefaseerd opgepakt. Fase 1 omhelst de feitelijke check op aanwezigheid onbekende bedrijven. Fase 2 de fysieke controle.
Consumentenvuurwerk (opslag en verkoop)
Het betreft een doorlopend project bij inrichtingen die consumentenvuurwerk opslaan en verkopen. In de regio worden jaarlijks alle vuurwerkverkooppunten door de ODRN, politie en brandweer meerdere malen gecontroleerd op naleving van de voorschriften van het Vuurwerkbesluit. Centraal staan het vergroten van de veiligheid met betrekking tot vuurwerkopslagplaatsen en verbetering van het nalevinggedrag. In de regio zijn momenteel 30 verkooppunten van consumentenvuurwerk.
Beoordelen rapportage E-PRTR
In 2009 is de E-PRTR (European Pollutant Release and Transfer Register) verplichting geïntegreerd met het milieujaarverslag (MJV) tot een rapportageregime. In het ODRN-werkgebied zijn 60 bedrijven die sinds 2009 een integraal E-PRTR-verslag moeten opstellen. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor toezicht op de rapportage door bedrijven en evalueert de kwaliteit van de verstrekte gegevens. Daarbij gaat het om de volledigheid, consistentie en geloofwaardigheid van de gegevens. Een E-PRTR-beoordeling gaat daarmee veel verder dan beoordelen of over alle verplichte onderwerpen is gerapporteerd.
Boa-inzet
Conform de landelijke handhavingsstrategie wordt voorgesteld om de Boa’s vaker in te zetten.
Piketbeschikbaarheid
Er is een milieupiket en een piket geluidmetingen (Abovo). Voor beide piketten dient een consignatievergoeding te worden betaald. Deze consignatievergoeding is vertaald naar uren en gelijkelijk verdeeld over de opdrachtgevers.
3.3.6.e Handhaving
Bij de constatering ‘hercontrole niet in orde’ is de vervolgstap handhavend optreden. Een voornemen last onder dwangsom (v-LOD) wordt eventueel gevolgd door een LOD. In 2016 blijkt dat er meer v-LOD en LOD worden opgelegd dan voorzien. Op basis van ervaringscijfers sinds april 2013 gaan we uit van een v-LOD percentage van 20%. Dit percentage is hoger dan de afgelopen jaren (waarbij uitgegaan is van 10%). Datzelfde geldt voor het percentage LOD. In 2017 hanteren we 4% in plaats van de eerder gehanteerde 2%.
3.3.6.f Klachtafhandeling
Dagelijks heeft een milieu-inspecteur van de ODRN klachtendienst. De medewerker pakt alle klachten en bedrijfsmeldingen van die dag op. Een aantal klachten leidt tot daadwerkelijke handhaving. Hiervoor wordt een nieuw product in de PDC gemaakt: inspectie naar aanleiding van een klacht. Deze inspectie worden op basis van nacalculatie gefactureerd (op basis van werkelijk gemaakte uren). Het blijkt dat de indeling op basis van het bedrijfstype (A t/m D5) geen recht doet aan de klachtafhandeling. Afhandeling van klachten bij een type A bedrijf kan meer tijd kosten dan bij een type D5 bedrijf. Geconstateerd wordt dat het aantal klachten toeneemt. Voor 2017 wordt dan ook uitgegaan van het aantal klachten in 2016 voor de gehele regio: 750 milieugerelateerd.
3.3.7 Bouwen
Het betreft hier de bijdrage van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen en Nijmegen. In deze kosten zijn uren juridisch, administratie en specialismen meegerekend. Voor wat betreft de inspecties van de verleende omgevingsvergunningen activiteit Bouwen hebben wij aansluiting gezocht bij het landelijke, door de Vereniging Bouw en Woningtoezicht opgestelde, toezichtprotocol. In het toezichtprotocol hebben wij de onderdelen geprioriteerd waarbij we aansluiten bij de huidige praktijk.
Voor de gemeente Berg en Dal wordt een en ander uitgewerkt aan de hand van de handhavingsnota. Naar verwachting wordt het nieuwe handhavingsbeleid begin 2017 door de gemeente raad vastgesteld.
Voor Beuningen wordt het handhavingsbeleid 2015 gehanteerd.
In de eerste helft van 2015 heeft de gemeente Nijmegen haar beleidskader voor de bebouwde omgeving geactualiseerd. Er is daarbij een keuze gemaakt voor een bepaald niveau van inspectie en handhaving bij vergunningverlening. Om effectiever toe te zien op specifiek de constructieve en brandveiligheid van gebouwen is er daarnaast een risicoanalyse voor 35 typen bouwobjecten gemaakt.
3.3.7.a Klachten en handhavingsverzoeken bouwen
In principe worden alle klachten en handhavingsverzoeken in behandeling genomen. Dit volgt uit het in de wet opgenomen beginselplicht tot handhaving. Deze beginselplicht is inmiddels in zoverre door de rechter genuanceerd dat het onder voorwaarden mogelijk is af te zien van handhavend op te treden, indien geconstateerd wordt dat de ten gevolge van de klacht geconstateerde overtreding, niet past binnen de door het bevoegd gezag over dat jaar gestelde handhavingsprioriteiten. Daarvoor is wel nodig om over een bestuurlijk vastgesteld handhavingsbeleid te beschikken. Een dergelijk beleid is er op dit moment niet. Op dit moment onderzoeken wij iedere klacht (behoudens de hieronder genoemde uitzondering in huur/verhuursituaties).
Wij verwachten in 2017 ongeveer 700 aan bouw en wonen gerelateerde klachten. Op basis van onze ervaringscijfers blijkt dat in ca. 25% van de gevallen op basis van de ingediende klachten tot een handhavingstraject wordt overgegaan (een handhavingstraject kan uiteenlopen van een 1e vooraanschrijving tot het uiteindelijk het opleggen en uitvoeren van bestuursrechtelijke maatregelen).
Op dit moment is het algemene uitgangspunt bij bouwhandhaving dat de ODRN - buiten klachtensituaties - bij bestaande bouw pas overgaat tot inzet van het tot haar beschikking staande handhavingsinstrumentarium, indien geconstateerd wordt dat er sprake is van risico’s op het gebied van brandveiligheid, gezondheid en constructie. Te denken valt aan de ontruiming van gekraakte panden vanwege brandveiligheidsrisico’s en aan asbestmeldingen die tot onrust in de omgeving leiden. Daarnaast wordt opgetreden bij overtredingen die leiden tot bouwexcessen op het terrein van beeldkwaliteit en planologie. Ook wordt opgetreden op basis van incidentele verzoeken van andere gemeentelijke afdelingen/diensten (met name afdeling Veiligheid, Wijkmanagement en de Veiligheidsregio maar ook bureau Wonen) en/of bestuurlijke wensen (zoals dit jaar de extra uren in verband met extra werkzaamheden Tijdelijk Anders Gebruiken (TAG) of de verzoeken om de kosten in beeld te brengen van afbraak van panden). Verzoeken van de VRGZ bij risicocategorie 1 objecten worden altijd opgevolgd. Bij de risicocategorieën 2 en 3 wordt een urgentiebepaling gedaan.
3.3.7.b Toezicht bestaande bouw
De VRGZ heeft, in samenspraak met de Omgevingsdiensten, een integrale risicoanalyse constructieve veiligheid en brandveiligheid bouwen opgesteld. In deze risicoanalyse zijn in totaal zijn 35 objectcategorieën beoordeeld, waarbij:
- 1.
de kans- en effectbepalende factoren in beeld zijn gebracht en beschreven; de maatregelen per levensfase van het gebouw (ruimtelijke ordening, ontwerp, bouw, gebruik en sloop) zijn benoemd, met daarbij bepaald bij welke dienst de uitvoering van die maatregel belegd kan worden en of de maatregelen afdwingbaar zijn;
- 2.
afsluitend de risicocategorie is bepaald op basis van de factoren die in relatie tot de risico’s de kans en het effect bepalen. Daarbij zijn de volgende risicocategorieën onderscheiden:
- •
Risicocategorie 1: de objecttypen die op meerdere kans- en effectbepalende factoren scoren. Hier zijn dus meerdere risicoverzwarende factoren van invloed.
- •
Risicocategorie 2: de objecttypen die op één of meerdere kans- en effectbepalende factoren scoren. Het onderscheid met risicocategorie 1 is dat de impact van die factoren kleiner is, dat factoren elkaar onderling nauwelijks versterken, of dat er inherente factoren zijn die juist positief bijdragen aan het verlagen van het risico.
- •
Risicocategorie 3: de objectcategorieën die een laag risico met zich meebrengen. Hier zijn niet of nauwelijks specifieke kans- of effectbepalende factoren aanwezig die het risico bepalen, of er zijn juist risicoverlagende factoren aanwezig.
- •
Het valt niet exact te kwantificeren hoeveel tijd handhaving op geconstateerde overtredingen bij bouwobjecten kost, omdat het vooraf niet valt te berekenen. Er wordt hiervoor capaciteit gereserveerd waaruit de ODRN kan putten in geval dit extra uren werk met zich meebrengt
- 1.
Risicocategorie 1 → In alle gevallen handhaven, gevolgd door een hercontrole.
- 2.
Risicocategorie 2 & 3 → Maatwerk. Afhankelijk van de aard van de overtreding zijn er 2 mogelijkheden:
- a.
handhaven, gevolgd door een hercontrole;
- b.
de eigenaar krijgt de mogelijkheid om het gebrek te herstellen; een nacontrole vindt plaats.
- a.
VRGZ-risicocategorie |
Totaal VRGZ |
ODRN |
|||
1 |
2 |
3 |
|||
Berg en Dal |
36 |
10 |
31 |
77 |
46 |
Beuningen |
23 |
8 |
16 |
47 |
28 |
Nijmegen |
257 |
78 |
150 |
485 |
121 |
In bovenstaande tabel worden de aantallen door de VRGZ te bezoeken objecten per risicocategorie opgesomd. Per categorie wordt aangegeven hoeveel van dit soort objecten er in de gemeenten Berg en Dal, Beuningen en Nijmegen zijn. Afhankelijk van de gemeente wordt een percentage aangehouden van zaken die worden doorgezet naar de ODRN. In een beheerssituatie (expertguess van de VRGZ) wordt hiervoor Nijmegen 25% aangehouden. Voor Berg en Dal en Beuningen wordt dit percentage voor 2017 op 60 gesteld.
Bijvoorbeeld er zijn 25 ziekenhuizen in gemeente Nijmegen en deze worden door de VRGZ tweejaarlijks bezocht, of te wel VRGZ plant 12 bezoeken aan ziekenhuizen in Nijmegen. Er vanuit gaande dat in 25% van de gevallen een overtreding wordt geconstateerd die door de ODRN moet worden opgepakt, betekent dit 3 ziekenhuizen (controles bestaande bouw) op het werkprogramma van de ODRN. Opgemerkt dient te worden, dat 2017 het eerste jaar is waar volgens deze systematiek wordt gewerkt. Lopende het jaar zal blijken in hoeverre de aannames realistisch zijn.
3.3.7.c Projecten en opdrachten
Projecten worden in samenspraak met het bestuur van de opdrachtgevers bepaald. Projecten zijn derhalve aan te merken als geprioriteerd. Het betreft hier maatschappelijk gevoelige prioriteiten in de Briks-handhaving.
Projecten |
Berg en Dal |
Beuningen |
Nijmegen |
Tijdelijk anders gebruiken (TAG) |
€ 37.112 |
||
Horeca |
€ 62.911 |
||
Kamerverhuur |
€ 17.478 |
||
Evenementen / piket vierdaagse |
€ 19.673 |
||
Bijzondere handhavingsprojecten |
€ 12.500 |
||
Permanente bewoning |
€ 70.050 |
||
Aanpak reclame |
€ 25.000 |
NB. Het project illegale reclame is een aanvullende opdracht vanuit gemeente Nijmegen, voor een gefaseerde aanpak van illegale reclame-uitingen.
Verwacht wordt dat in 2017 ongeveer 1.800 Wabo-aanvragen met de activiteit bouwen worden ingediend. Ongeveer 70% hiervan zal worden vergund. Er worden ruim 800 dossiers op jaarbasis overgedragen aan een bouwinspecteur. In onderstaande tabel wordt een onderverdeling naar dossiers in aanneemsomcategorieën gedaan.
Aanneemsom |
Berg en Dal |
Beuningen |
Nijmegen |
Administratief < € 50.000 |
0 |
80 |
195 |
< € 50.000 |
126 |
10 |
105 |
€ 50.001 – € 500.000 |
36 |
30 |
140 |
€ 500.001 – € 2.500.000 |
8 |
8 |
33 |
>€ 2.500.000 |
4 |
0 |
18 |
Totaal |
174 |
128 |
499 |
Tijdelijk anders gebruiken
Bij tijdelijk anders gebruiken houden we nadrukkelijk rekening met de tijdelijkheid. Veiligheidsvraagstukken worden aangevlogen op basis van functionaliteit (we lossen een echt risico op) en proportionaliteit (de maatregel staat in verhouding tot het gewenste effect en de daarmee gemoeide investeringen). In de praktijk betekent dat:
- 1.
dat ODRN en VRGZ de constructieve veiligheid en brandveiligheid toetsen op basis van het niveau bestaande bouw van het Bouwbesluit;
- 2.
dat met het oog op het uitgangspunt functionaliteit geen eisen uit het Bouwbesluit worden opgelegd die met het oog op de feitelijke veiligheid geen toegevoegde waarde hebben;
- 3.
dat met het oog op het uitgangspunt proportionaliteit zoveel mogelijk wordt gekeken naar met aan de eisen van het Bouwbesluit gelijkwaardige oplossingen.
In geval er meerdere initiatieven in één pand plaatsvinden, maken we een onderscheid tussen:
- 1.
de veiligheidsmaatregelen op het niveau van de individuele onderneming, c.q. gebruiksfunctie (verantwoordelijkheid individuele ondernemer);
- 2.
de veiligheidsmaatregelen op het niveau van het complex (verantwoordelijkheid eigenaar pand) –vast te leggen in een gebruiksmelding voor het pand als geheel.
Prioritair is de publieksveiligheid (zowel ondernemers, c.q. gebruikers van het pand als bezoekers), waarbij de belangrijkste vraag is welke maatregelen er nodig zijn om bij incidenten of calamiteiten het gebouw, c.q. ruimtes in het gebouw, zo snel mogelijk ontruimd te krijgen. Hierbij gaan we ook uit van de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemers. Voor zover relevant met het oog op het gebruik van het pand geven we daarbij aandacht aan de bijeenkomstfuncties (publieksactiviteiten).
Verder maken we in de uitvoering onderscheid tussen:
- 1.
een TAG- initiatief waarbij geen verbouwing nodig is; en
- 2.
een TAG- initiatief waarbij verbouwd moet worden.
In geval geen verbouwing nodig is, wordt door ODRN en VRGZ een schouw uitgevoerd om te bekijken of de situatie voldoende constructief- en brandveilig is en of het gebouw geschikt is voor de beoogde gebruiksfunctie(s). Als tijdelijk anders gebruiken wel een verbouwing met zich meebrengt, zullen ODRN en VRGZ eveneens een schouw uitvoeren om te beoordelen of de situatie voldoende constructief- en brandveilig is en of het gebouw geschikt (te maken) is voor de beoogde gebruiksfunctie(s). Vervolgens zal in een collegebesluit worden vastgelegd in hoeverre hiervoor op basis van de uitgangspunten functionaliteit en proportionaliteit binnen het Bouwbesluit ruimte geboden wordt.
De ODRN heeft voor haar bijdrage aan Tijdelijk Anders Gebruiken een projectbudget van € 37.000
Horeca
In Nijmegen worden de basiscontroles bij Horecabedrijven altijd multidisciplinair uitgevoerd. Naast controle van de Drank- en Horecawet betekent dit tegelijkertijd ook controles op bouw- en milieuregelgeving en op brandveilig gebruik. In elk geval bij de vestiging van een nieuwe ondernemer (ook in een reeds bestaand horecapand) en bij signalen dat er sprake is van overtredingen. De gemeentelijke afdeling Veiligheid heeft de regie op de controles en handhaving in de Nijmeegse horeca.
De ODRN heeft voor haar bijdrage een projectbudget van € 63.000,-.
Kamerverhuur Nijmegen
Steekproefsgewijs worden samen met de Veiligheidsregio vijftig kamerverhuurbedrijven bezocht op naleving van de brandveiligheids- en bouwvoorschriften. In 2016 is de kans reëel dat het gemeentebestuur van Nijmegen zal besluiten tot een aanscherping van het kamerverhuurbeleid. Mogelijk heeft dit gevolgen voor de inzet van handhavingscapaciteit op dit project. Dit wordt dan op dat moment afgestemd met de gemeente Nijmegen.
Evenementen Nijmegen
Bij grote evenementen (in totaal gemiddeld 15 jaarlijks in Nijmegen) kunnen tijdelijk te plaatsen objecten risico’s met zich meebrengen. Inspecties vinden multidisciplinair plaats onder de tactische regie van de gemeentelijke handhavingscoördinator bij de afdeling Veiligheid. In dit kader adviseert de ODRN voorafgaand ten aanzien van de relevante onderdelen van de evenementenvergunning. Specifiek tijdens de Vierdaagse levert de ODRN een bijdrage aan de integrale handhaving van het geluidsbeleid zowel tijdens als na de in de APV vastgelegde ontheffingsperiode.
Bijzondere handhaving in aandachtsgebieden Nijmegen
Vast onderdeel van de Nijmeegse handhavingsaanpak in het kader van een veilige fysieke leefomgeving is de aanpak van buurten of wijken waarin een vrijstaatachtige cultuur heerst. De ODRN levert met zijn expertise waar nodig een bijdrage onder gemeentelijke regie van de afdeling Veiligheid.
Project reclame Nijmegen
Het betreft hier een gefaseerde aan pak van illegale reclame-uitingen. Start van het project is in de Molenstraat. Andere straten van Nijmegen zullen volgen in de komende jaren. Een actieve communicatiestrategie maakt onderdeel uit van dit project. Dit is een aanvullende opdracht voor de ODRN waarvoor jaarlijks € 25.000 beschikbaar is.
Permanente bewoning recreatieverblijven
Voor 2017 is er € 70.050,- beschikbaar voor dit project. Hiervoor pakken we alle reguliere meldingen op die we binnen krijgen via bevolking wanneer iemand zich in de GBA in laat schrijven op een recreatiepark. Verder pakken we alle zaken op naar aanleiding van ingediende klachten en eigen constateringen. De eerste stap in een dossier is het sturen van een brief naar de overtreder met daarin uitleg over het beleid en de vraag om aan te tonen dat men aan het beleid voldoet. Indien men voldoet ontvangt men een tweede brief waarin dit wordt bevestigd. Indien men niet voldoet aan het beleid dan wordt er een handhavingszaak opgestart en wordt een voornemen tot handhavend optreden gestuurd naar de bewoner als ook de eigenaar van het pand. Er wordt een termijn gegeven om het strijdige gebruik te staken. Indien dat niet gebeurt dan volgt er een brief met daarin een last onder dwangsom gekoppeld aan een laatste termijn. De hoogte van deze dwangsom bedraagt € 25.000,-. Hierna volgt dan nog eventueel het traject met betrekking tot bezwaar, beroep en hoger beroep.
Verder wordt er uitleg gegeven aan burgers met algemene vragen omtrent het beleid. Daarnaast ligt er nog een werkvoorraad van circa 70 dossiers vanuit het verleden die in WRS zijn gezet naar aanleiding van de omzetting van Squit XO. Deze 70 zaken willen we in 2017 zoveel als mogelijk oppakken. Dit houdt in dat we beginnen met het opschonen van deze lijst. Daar waar er dan nog steeds sprake is van permanente bewoning worden deze zaken opgepakt.
3.3.8 Piket / rampenorganisatie
De ODRN kent 3 soorten piket. Er is een bouwpiket (vooralsnog alleen voor het grondgebied van de gemeente Nijmegen, Berg en Dal en Beuningen), een milieupiket (gekoppeld aan de volledige taak van de ODRN, dus ook voor incidenten bij Brzo-bedrijven buiten het ODRN-gebied) en een geluidpiket. Het geluidpiket wordt uitgevoerd door Abovo-accoustics.
Sinds april 2014 is de rampenorganisatie verder geregionaliseerd. In overleg met de Veiligheidsregio geeft de ODRN, samen met de Omgevingsdienst Regio Rivierenland (ODR), invulling aan de regionale teams milieu- en bouwbeheer. Het proces voor de rampenorganisatie staat beschreven in het draaiboek omgevingszorg van de Veiligheidsregio Gelderland Zuid. Gemakshalve wordt verwezen naar de specificaties in dit draaiboek. De werkzaamheden rond bouwbeheer en milieubeheer worden uitgevoerd door de ODRN. ODRN levert de teamleider die de processen milieubeheer, bouwbeheer en ruimtebeheer aanstuurt. De bemensing van het team ruimtebeheer wordt verzorgd door de gemeente, de beide overige teams door de ODRN.
Milieubeheer: het voorkomen en beperken van milieuschade door het geven van adviezen en het coördineren van maatregelen. Hieronder vallen toezicht en handhavingstaken, maar ook afvalverwerkingstaken (waaronder het inzamelen van besmette waren) en andere taken op het gebied van de Wet Bodembescherming en de Wet luchtkwaliteit.
Bouwbeheer: Voorkomen en beperken van vervolgschade aan gebouwen / constructies / monumentale panden, door het geven van adviezen en het coördineren van maatregelen.
Ruimtebeheer: het voorkomen en beperken van schade aan de openbare ruimte door het geven van adviezen, het coördineren van maatregelen en het inzetten van personele en materiële ondersteuning.
De ODRN beschikt over een bereikbaarheids- of beschikbaarheidsregeling voor de inzet van de teamleider Milieu- en bouwbeheer, die garandeert dat binnen 90 minuten na alarmering het proces Milieubeheer of Bouwbeheer kan worden gecoördineerd en uitgevoerd. De gemeente beschikt over een bereikbaarheids- of beschikbaarheidsregeling voor de inzet van één of meerdere medewerkers Ruimtebeheer, die garandeert dat binnen 90 minuten na alarmering het proces Ruimtebeheer kan worden gecoördineerd en uitgevoerd.
Aangezien een ramp zich nooit laat voorspellen, worden werkzaamheden aan de rampenorganisatie altijd separaat (buiten de begroting om) gefactureerd.
3.4 Programma 4: advisering en bijzondere opdrachten
Dit programma is vooralsnog ‘leeggelaten’ in de begroting van de ODRN. Op termijn is de verwachting dat de ODRN diverse projecten ter hand zal nemen. Het ambitieniveau zal in overleg met het bestuur worden bepaald. Wel zal de ODRN in 2017 invulling geven aan de provinciale regeling Gelders Uitvoeringsprogramma Omgevingsveiligheid waaruit projecten Externe Veiligheid worden gefinancierd. In 2017 is hetzelfde bedrag beschikbaar als in 2016: € 82.803. De adviseur externe veiligheid kan hiervoor de volgende producten leveren:
Activiteiten |
Aantal |
Bedrag in € |
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving: verlenen omgevingsvergunningen |
2 |
10.000 |
Ruimtelijke Ordening: maken aantal risicoberekeningen en analyses |
20 |
40.000 |
Ondersteuning bij opstellen structuurvisie omgevingsveiligheid |
2 |
20.000 |
Kwaliteitsverbetering verantwoording groepsrisico |
1 |
10.000 |
Actualisaties van de risico-inventarisatie |
1 |
2.803 |
82.803 |
Op basis van de parameters uit het rapport ‘Gelderland Verdeelsleutel EV-subsidie’ is een globale verdeelsleutel voor de ODRN-gemeenten beschikbaar:
Gemeente |
Verdeelsleutel |
Bedrag in € |
Berg en Dal |
12% |
10.000 |
Beuningen |
9% |
7.700 |
Druten |
8% |
6.700 |
Heumen |
6% |
4.700 |
Nijmegen |
55% |
45.400 |
Wijchen |
10% |
8.300 |
In Gelderland hebben gemeenten en provincie gekozen voor een samenhangend stelsel van omgevingsdiensten. Er is samenwerking tussen de omgevingsdiensten nodig en gewenst. De ODRN draagt in totaal € 135.000 bij aan de taken voor de omgevingsdienst De Vallei (zorg voor coördinatie en kwaliteit van het stelsel), de omgevingsdienst Veluwe en IJssel (portaal en kenniscentrum) en de omgevingsdienst Rivierenland (ketentoezicht).
Bijlage 5 Prioriteringslijst
Onderstaande lijst is een overzicht van de rangorde van taken t.b.v. alle beleidsvelden van de afdeling RenL op basis van de uitgevoerde risicoanalyses.
TAKEN |
PRIORITEITSTELLING |
Bouwstop Constatering bouwen zonder of in afwijking van vergunning tijdens de bouw. Legale nieuwbouw/verbouw Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen: hoofdgebouw en bedrijfswoning Legale bestaande bouw: brandveiligheid Tijdig vaststellen van brand (par. 6.5 Bouwbesluit 2012) Vluchten bij brand (par. 6.6 Bouwbesluit 2012) Veilig vluchten bij brand (par. 7.2 Bouwbesluit 2012) Omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik (o.a. in gebruik zonder vergunning) Legale bestaande bouw: overig Controle bestaande woningen en woongebouw op Bouwbesluit en bouwverordening Controle bestaande overige gebouwen en bouwwerken op Bouwbesluit en bouwverordening Controle bestaande gebouwen op ernstige mate (exces) van strijd met welstand inclusief extreme verwaarlozing van panden Illegale bouwactiviteiten Controle illegaal (ver)bouwen hoofdgebouw Tijdelijke omgevingsvergunning Toezicht verwijderen bouwwerk en/of beëindiging gebruik na verstrijken instandhoudingstermijn Slopen meldingsplichtig Toezicht op sloopmelding asbest Controle op illegaal slopen asbest Bestemmingsplan Bewoning in een niet-woning (bewoning in loodsen, bedrijfspanden, kantoren, bijgebouwen bij een woning e.d.). Gebruik door bedrijven, kantoren, detailhandel, e.d. Gemeentegrond Illegale bouwactiviteiten of strijdig gebruik bestemmingsplan op gemeentegrond Monumenten en beschermd stads- en dorpsgezicht Toezicht op verleende omgevingsvergunning monument of beschermd stads- of dorpsgezicht Controle op illegaal bouwen en slopen binnen beschermd stadsgezicht Controle illegaal veranderen, bouwen of slopen monument Bijzondere wetten Wet Bibob Artikel 13b Opiumwet Apv algemeen: surveillance Dorpskernen (centrum) Bebouwde kom Apv: openbare orde Bestrijding van ongeregeldheden Veiligheid op openbare plaatsen Evenementen – categorie A (zwaar belastend) Maatregelen tegen overlast en baldadigheid: - verplichte route - hondenoverlast Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht en gebiedsontzegging Toezicht op growshops Drugsoverlast Parkeren (overlast / parkeerverbod) bedrijventerrein Apv: Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. Toezicht op seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. Apv: Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Bodem-, weg- en milieuverontreiniging Drank- en Horecawet Illegaal horeca-/slijterbedrijf Verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door alcoholverstrekking Verstrekken alcohol aan (mogelijk) minderjarige Verstrekken alcohol zonder ontheffing Overtreden paracommerciële bepalingen Afvalstoffenverordening Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen: aanbieden verkeerde huishoudelijke afvalstof in inzamelmiddel ten behoeve van specifieke categorie (restafval in gft-container e.d.) |
HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG HOOG |
Legale nieuwbouw/verbouw Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woningen Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van bijbehorende bouwwerken bij overige hoofdgebouwen Illegale bouwactiviteiten Controle illegaal (ver)bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woningen Controle illegaal (ver)bouwen van bijbehorende bouwwerken bij overige hoofdgebouwen Bestemmingsplan Gebruik recreatieterreinen Gebruik van woningen Bewoning in recreatiewoningen, chalets, caravans e.d. Bewoning anders dan een huishouden, bijv. kamerverhuur of woningsplitsing Legale bestaande bouw: brandveiligheid Bestrijden van brand (par. 6.7 Bouwbesluit 2012) Bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten (par. 6.8 Bouwbesluit 2012) Gebruiksmelding (o.a. in gebruik zonder melding ) Bijzondere wetten Winkeltijdenwet / winkeltijdenverordening Wet op de kansspelen Apv algemeen: surveillance Buitengebied Recreatieterreinen Industrie- en bedrijventerreinen Apv: openbare orde Evenementen – categorie B (belastend) Vertoningen e.d. op openbare plaatsen (bijv. straatartiest) Bruikbaarheid en aanzien van openbare plaatsen Toezicht op openbare inrichtingen Maatregelen tegen overlast en baldadigheid: - verboden drankgebruik - plakken en kladden - hinderlijk gedrag op openbare plaatsen of in voor publiek toegankelijke ruimten - overlast van (brom)fietsen Vuurwerk Apv: Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Geluidhinder en verlichting Het bewaren van houtopstanden Maatregelen tegen ontsiering (zoals handelsreclame) en stankoverlast Apv: Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente Parkeerexcessen: - defecte voertuigen / voertuigwrakken / caravans e.d. - parkeren van reclamevoertuigen / grote voertuigen / uitzichtbelemmerende voertuigen - parkeren bedrijventerrein Collecteren, venten, standplaatsen en snuffelmarken Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden Verbod vuur te stoken Drank- en Horecawet Illegaal horeca-/slijterbedrijf, vergunning verouderd of vervallen Alcohol verstrekken/laten nuttigen op niet-vergunde plek Illegale verkoop alcohol Aanwezigheid leidinggevende of barvrijwilliger Personeel jonger dan 16 jaar Illegale aanwezigheid/nuttigen alcohol in bedrijfsmatige inrichting of voor publiek toegankelijke ruimte Aanwezigheid personen dronken of onder invloed van drugs Personeel dronken of onder invloed van drugs Afvalstoffenverordening Inzamelen huishoudelijk afval door andere dan aangewezen inzamelaar Zwerfafval |
GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD GEMIDDELD |
Legale nieuwbouw/verbouw Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen: bouwwerken geen gebouw zijnde Toezicht verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen: ondergeschikte bouwdelen aan/bij een hoofdgebouw (bijv. dakkapel of kozijnen) Legale bestaande bouw Controle gebruik open erven en terreinen in afwijking van Bouwbesluit 2012 Illegale bouwactiviteiten Controle illegaal (ver)bouwen bouwwerken geen gebouw zijnde Controle illegaal (ver)bouwen van ondergeschikte bouwdelen aan/bij een hoofdgebouw (bijv. dakkapel of kozijnen) Slopen Toezicht op sloopmelding zonder asbest Controle op illegaal slopen zonder asbest Bestemmingsplan Bewoning: woningen niet bestemd voor burgerwoning (burgerbewoning in bedrijfswoning) Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden Controle op illegale werken of werkzaamheden Toezicht op omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden Apv: openbare orde Evenementen – categorie C (minder belastend) en categorie niet belastend Betoging Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Maatregelen tegen overlast en baldadigheid: - betreden gesloten woning of lokaal - verblijfsontzeggingen - vervoer plakgereedschap en inbrekerswerktuigen - skaten, rolschaatsen, skateboarden op verboden plaatsen - overlast van dieren - bestrijding van akkerdistels en Jacobskruiskruid Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen Apv: Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Kamperen buiten kampeerterreinen Apv: Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente Parkeerexcessen: - parkeren voertuigen autobedrijf / te koop aanbieden van voertuigen - aantasting groenvoorzieningen door voertuigen, bromfietsen e.d. - overlast van fiets of bromfiets Openbaar water: - voorwerpen op, in of boven openbaar water - ligplaats vaartuigen / aanwijzingen ligplaats / verbod innemen ligplaats - beschadigen van waterstaatswerken / reddingsmiddelen / veiligheid op het water - overlast vaartuigen / vaartuigen op Wijchense meer / vaartuigen op Vormerse Plas Verstrooiing van as Gevonden voorwerpen Drank- en Horecawet Aanwezigheid vergunning, ontheffing, stickers e.d., overige administratieve bepalingen Illegale bedrijfsactiviteiten in horeca-/slijterbedrijf Illegaal bezorgen alcohol aan huis Niet voldoen aan eisen verkoop alcohol (onderscheid met niet-alcoholische dranken, minderjarige zonder begeleiding in slijter e.d.) Illegale verkoop alcohol bij tankstations e.d. Afvalstoffenverordening Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen: overig Inzameling van bedrijfsafvalstoffen Overige onderwerpen: opslag afvalstoffen en autowrakken |
LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG LAAG |
BIJLAGE 6: Hoogte dwangsom en begungstigingstermijn
1. Inleiding
Onderhavige handreiking geeft inzicht in de hoogte van de dwangsombedragen die de gemeente Wijchen opneemt in geval handhavend opgetreden dient te worden. Daarnaast geeft deze handreiking inzicht in de termijnen die de gemeente Wijchen stelt voor het ongedaan maken van overtredingen. Hierbij wordt aangesloten bij hetgeen gesteld is in de afdeling 5.3.1 en 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarin wordt onder meer gesteld dat het bedrag in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsom dient te staan.
De handreiking heeft als doel uniformiteit, transparantie en efficiëntie te realiseren door het stellen van standaardtermijnen en standaardsancties voor veel voorkomende overtredingen. In deze handreiking worden de standaardsancties voor dergelijke overtredingen opgesomd.
2. Hoogte van de dwangsom
In onderstaande tabellen zijn de bedragen opgenomen die toegepast moeten worden bij het bepalen van de hoogte van een dwangsom. De hoogte van de dwangsom moet doelgericht op de ernst van de overtreding worden afgestemd (evenredigheid) en tot doel hebben de overtreding tegen te gaan of te voorkomen (effectiviteit). Hoe de hoogte van een dwangsom zich exact laat berekenen, kan niet worden vastgelegd. Duidelijk is dat de hoogte van een dwangsom afhankelijk is van:
- 1.
de (geschatte) kosten die de overtreder moet maken om de overtreding op te heffen of met andere woorden de dwangsom moet hoger zijn dan het (geschatte) financiële voordeel;
- 2.
de dwangsom moet voldoende dwang tot gevolg hebben om de overtreding op te heffen c.q. te beëindigen;
- 3.
voorkoming van herhaling, beperking van schade en herstel in de oorspronkelijke toestand;
- 4.
het wegnemen van ongerechtvaardigd voordeel dat de overtreder heeft genoten;
- 5.
de bevestiging van normen gesteld in het belang van het milieu, ruimtelijke ordening, natuur en landschap of de volksgezondheid; de geloofwaardigheid van de (normerende) overheid; de mogelijkheid tot overheidscontrole (meetvoorschriften c.a.); eerlijke concurrentieverhoudingen en rechtsgelijkheid;
- 6.
de financiële draagkracht van de overtreder.
Na het opleggen van een dwangsom dient, bijvoorbeeld wekelijks, een hercontrole te worden uitgevoerd, totdat de dwangsom is volgelopen. Als de dwangsom niet effectief blijkt te zijn, kan een nieuwe dwangsombeschikking worden opgelegd met hogere dwangsombedragen.
3. Diversiteit dwangsom
De dwangsommen kunnen op drie manier worden vastgelegd, te weten op een bedrag ineens, op een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd of op een bedrag voor iedere overtreding van de last. Hieronder wordt een toelichting gegeven op de drie verschillende manieren. Per overtreding wordt gekeken wat voor de betreffende overtreding de beste manier is.
Bedrag ineens
Een bedrag ineens komt in aanmerking indien de overtreder eenmaal voor een bepaalde datum een bepaalde handeling moet verrichten. Voor het bedrag ineens wordt het bedrag gebruikt dat in onderstaand schema als maximum bedrag is genoemd.
Dwangsom per overtreding
Indien regelmatig voorschriften worden overtreden ligt het voor de hand om de dwangsom te bepalen per overtreding. Worden meerdere voorschriften overtreden dan kan per overtreden voorschrift een dwangsom worden opgelegd. Als het gaat om overtredingen die een continu karakter hebben en dus niet op zichzelf staande overtredingen, dan kan uit het oogpunt van rechtszekerheid geen dwangsom worden opgelegd per overtreding.
Dwangsom per tijdseenheid
Een dwangsom per tijdseenheid komt aan de orde als er sprake is van een continue overtreding van voorschriften. Deze vorm is aan te bevelen als het gaat om overtredingen die niet afzonderlijk zijn te constateren, omdat de overtreder constant in overtreding is. In dit soort situaties kan geen dwangsom per overtreding worden opgelegd.
Vaststelling maximum bedrag
Indien een dwangsom wordt opgelegd dient het bestuursorgaan een bedrag te noemen waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd. Dit geldt uiteraard alleen voor de dwangsom per overtreding en de dwangsom per tijdseenheid. Als de dwangsom op één bedrag ineens wordt bepaald, dan is daarmee impliciet het maximum vastgesteld. In onderstaand schema is het maximum bedrag de hoogte van de dwangsom vermenigvuldigd met 5.
4. Termijn voor beëindiging
De toepassing en het verbeuren van een last onder dwangsom kan slechts plaatsvinden nadat de overtreder de gelegenheid heeft gehad zelf de geëigende maatregelen te treffen om de overtreding ongedaan te maken. Een uitzondering op dit voorschrift is alleen de spoedeisende bestuursdwang. De termijn moet zo worden gekozen dat de overtreder voldoende tijd heeft om de overtreding ongedaan te maken of ongedaan te laten maken. In de geest van de wetgeving dient de begunstigingstermijn zo kort mogelijk te zijn. Dit betekent dat de begunstigingstermijn overeen dient te komen met de termijn waarbinnen het voor de overtreder mogelijk is de strijdigheid ongedaan te maken. Een begunstigingstermijn is niet noodzakelijk indien de overtreder onmiddellijk tot naleving van de voor hem geldende verplichtingen in staat is of indien het gaat om voorkomen van herhaling.
In onderstaande tabellen zijn termijnen opgenomen die toegepast moeten worden bij een bestuursrechtelijk handhavingstraject.
5. Afwijken handreiking
Deze handreiking dient als uitgangspunt gebruikt te worden. Indien hiervan afgeweken wordt geldt er een hardheidsclausule. Dit houdt in dat we overeenkomstig deze handreiking moeten handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen. Bij afwijking van deze handreiking dient de hoogte van het bedrag en de termijn gemotiveerd worden vastgesteld.
Tabel indicatieve dwangsomhoogten
In onderstaande tabellen zijn niet alle taken genoemd. Zo is handhaving van het illegaal kappen van bomen, handhaving van de Wet op de kansspelen en op de Wet wapens en munitie niet genoemd. Dit aangezien wij hier de afgelopen jaren nooit op hebben gehandhaafd. Ook is de handhaving van de Opiumwet niet opgenomen, omdat we hiervoor afzonderlijk beleid hebben opgesteld.
Indien een overtreding niet in onderstaande tabel is opgenomen, zullen wij de hoogte van de dwangsom (of een andere sanctie) en de begunstigingstermijn in het besluit motiveren. Als het mogelijk is zal aansluiting worden gezocht bij een gelijksoortige overtreding.
De tabel ‘Sanctiemiddelen Milieu’ is opgesteld door de ODRN, aangezien zij deze taken voor ons uitvoeren. Het is de bedoeling dat ze deze tabel voor alle deelnemende partijen van de ODRN gaan toepassen.
Sanctiemiddelen bouwen en ruimtelijke ordening
Omschrijving |
Hoogte dwangsom |
Maximum |
Begunstigingstermijn |
Bouwen gebouw zonder of in afwijking van vergunning |
max. 10 m2 € 1.500 max. 30 m2 € 3.000 max. 50 m2 € 5.000 > 50 m2 € 10.000 Bij gemeentelijk monument of beschermd stads- en dorpsgezicht: verdubbeling bovenstaande bedragen. |
€ 7.500 € 15.000 € 25.000 € 50.000 |
min. 4 weken |
Strijdig gebruik bestemmingsplan |
€ 1.500 per week |
€ 7.500 |
min. 2 weken |
Reclameobject zonder vergunning |
€ 500,- tot 2.000 (afhankelijk van de omvang en winst) |
€ 2.500,- € 10.000,- |
min. 1 tot 2 weken |
Bouwen ander bouwwerk (geen gebouw zijnde) |
€ 700 |
€ 3.500 |
min. 1 tot 2 weken |
Overtreden opgelegde bouwstop / stillegging |
max. 10 m2 € 1.500 max. 30 m2 € 3.000 min. 30 m2 € 5.000 > 50 m2 € 10.000 |
€ 7.500 € 15.000 € 25.000 € 50.000 |
geen |
Ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand / exces |
€ 5.000 |
€ 25.000 |
min. 4 weken |
Aanlegactiviteiten zonder / in afwijking van vergunning |
€ 1.500 |
€ 7.500 |
min. 4 weken |
Overtreding Bouwbesluit + bouwverordening (m.u.v. brandveiligheid) |
Licht - € 500 Matig - € 1.000 Ernstig - € 5.000 Buitencategorie -> € 10.000 |
€ 2.500 € 5.000 € 25.000 € 50.000 |
min. 3 weken bij ernstige tekortkoming / gevaar kan termijn korter |
Slopen zonder / in afwijking van meding / vergunning |
Zonder asbest - € 500 Met asbest - € 2.000 |
€ 2.500 € 10.000 |
geen |
Sanctiemiddelen Apv, bijzondere wetten en brandweer
Omschrijving |
Overtreding |
Hoogte dwangsom |
Maximum |
Begunstigingstermijn |
Apv |
Artikel 2:28 exploitatievergunning: in werking zonder vergunning of in werking in strijd met voorschriften . |
Bij voortdurende overtreding: € 500,- per constatering. Anders: 1. tot 100 m2: € 1000 per week 2. tussen 100 en 500 m2: € 3.000 per week 3. boven 500 m2 € 5.000 per week |
5 x de hoogte van de opgelegde dwangsom |
min. 1 tot 4 weken |
Artikel 2:29 overtreding sluitingstijden |
1. tot 100 m2: € 1000 per keer 2. tussen 100 en 500 m2: € 3.000 per keer 3. boven 500 m2 € 5.000 per keer |
5 x de hoogte van de opgelegde dwangsom |
geen of 1 week |
|
Artikel 2.10A: het plaatsen van voorwerpen op of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan (o.a. uitstallingen en terrassen) |
€ 250 |
€ 1.250 |
1 week |
|
Artikel 2:12: maken, veranderen van een uitweg zonder of in afwijking van vergunning |
€ 1.000 |
€ 5.000 |
4 weken |
|
Artikel 2:25 evenement zonder vergunning |
Afhankelijk van grootte evenement. Variërend van € 1.000 tot € 10.000 |
Bedrag ineens |
Geen |
|
Overige overtredingen hoofdstuk 2: openbare orde. |
€ 500 |
€ 2.500 |
1 tot 4 weken |
|
Overtreding hoofdstuk 3: seksinrichtingen, sekswinkels en straatprostitutie e.d. |
€ 1.500 |
€ 7.500 |
1 tot 4 weken |
|
Overtreding hoofdstuk 4: bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente |
€ 1.500 |
€ 7.500 |
1 maand |
|
Overtreding hoofdstuk 5: andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente |
€ 1.500 |
€ 7.500 |
1-4 maanden |
|
Drank- en Horecawet |
Van toepassing is het geldende Preventie- en handhavingsplan Drank- en horecawet |
|||
Brandveiligheid |
Spoedeisend of acuut gevaar |
Sluiting voor de duur van het aanbrengen van primaire voorzieningen |
nvt |
Kort tot zeer kort (minimaal een dag) |
Overtreding categorie 1: 1. geen gebruiksvergunning / melding 2. niet naleven brandveiligheidsvoorschriften vergunning of Bouwbesluit |
1. € 500 per week 2. € 100 tot € 1000 per week en per voorziening of maatregel |
1. € 3.000 2. € 600 tot € 6.000 per voorziening of maatregel |
In beide gevallen duur termijn afhankelijk van ernst situatie en duur aanbrengen voorzieningen of maatregelen. Advies: 1 tot 2 maanden |
|
Overtreding categorie 2: (gemiddeld tot laag brandveiligheidsrisico) |
Waarschuwing daarna sancties volgens categorie 1. |
1. € 3.000,- 2. € 600,- tot € 6.000 per voorziening of maatregel |
Idem categorie 1. |
Sanctiemiddelen Milieu
Overtreding |
Kwalificatie |
Sanctie |
Dwangsom ineens |
Begunstigingstermijn |
Bodem |
||||
Keuring ondergrondse tank niet (op tijd) uitgevoerd |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1-3 maanden |
Keuring bovengrondse tank niet (op tijd) uitgevoerd |
Licht |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Ontbreken voorzieningen (over vul beveiliging, antihevelklep, etc.) |
Licht |
Dwangsom |
€ 500-1.500 |
1-3 maanden |
Onvoldoende of geen controle van lekdetectie (pot) systeem |
Licht |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1-3 maanden |
Geen vloeistofdichte vloer of (lek)bak aanwezig |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1-3 maanden |
Vloer of (lek)bak niet bestand tegen chemische inwerking van stof |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Vloer niet gekeurd op vloeistofdichtheid door erkende instelling |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.750 |
1-3 maanden |
Stoffen in bodem brengen vervuilend en spoed vereist |
Ernstig |
PV + Bestuurs- dwang |
NVT |
1 week |
Geen hemelwater bescherming of gecontroleerde afvoer aanwezig |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1-3 maanden |
Lekbak onvoldoende gedimensioneerd in relatie op opslag |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Stoffen in bodem brengen niet of nauwelijks vervuilend, niet spoedeisend |
Licht |
Zelf laten verwijderen + Dwangsom |
€ 1.000 |
1-3 maanden |
Lekke leidingen veroorzaken bodemvervuiling, spoedeisend |
Ernstig |
PV+ Bestuurs- dwang |
NVT |
1 week |
Geen vloeistofdichte vloer rondom afleverzuil |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1-3 maanden |
Vaatwerk / Accu’s niet in lekbakken |
Licht |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
Tank niet tegen aanrijden beschermd |
Licht |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1 maand |
Ondergrondse tank niet gesaneerd |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
3 maanden |
Tank niet boven lekbak |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.000 |
2 maanden |
Opslag vaste mest niet op mestdichte plaat |
Licht |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1-3 maanden |
Water/sludge controle niet uitgevoerd |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
PGS 30 overtreden |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000-2.500 |
1-3 maanden |
Geen grondwatermonitoring |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.000 |
1 maand |
Overtreding maatwerkvoorschrift |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 - 1.500 |
Situationeel |
Verkennend bodemonderzoek niet uitgevoerd |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1-3 maanden |
Nul- en eindsituatie niet uitgevoerd |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1-3 maanden |
Onvoldoende toezicht en instructies |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-4 weken |
Het niet of onvoldoende uitvoeren van beheermaatregelen in de bedrijfsvoering |
Matig -Ernstig |
PV+dwangsom (evt. Bestuurs- dwang) |
€ 1.500 |
1-4 weken |
Financiële zekerheid |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1 maand |
nieuw geval van bodemverontreiniging ikv zorgplicht Wbb niet gemeld |
Matig |
Dwangsom/PV |
€ 2.500 |
1 maand |
Lucht |
||||
Overschrijding emissie eisen |
Zwaar |
Dwangsom |
€ 2.500 |
2 weken |
Metingen niet of niet correct uitgevoerd |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1 maand |
Gasafvoer niet conform voorschriften |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1 maand |
Schoorsteen niet op hoogte |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1-3 maanden |
Keuring/inspectie stookinstallatie niet uitgevoerd (ook afkeur) |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 per installatie |
1-3 maanden |
Keuring/inspectie brandstoftoevoerleiding niet uitgevoerd (ook afkeur) |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Niet voldoen aan onderhoud/controle stookinstallatie |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Keuring/inspectie koelinstallaties niet uitgevoerd (ook afkeur) |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Niet voldoen aan onderhoud/controle koelinstallaties |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Onderzoek emissiebeperkingen niet uitgevoerd |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.000 |
1-3 maanden |
Voorschriften stankhinder niet naleven / geuroverlast veroorzaken |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1 maand |
Stofoverlast veroorzaken (oa door ontbreken stoffilter) |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1-3 maanden |
Ontbreken filter installatie |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Ontbreken/niet tijdig herstellen/niet tijdig uitvoeren van controles en keuringen dampretour stage II |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.000 |
2 maanden |
Ontbreken/niet tijdig herstellen/niet tijdig uitvoeren van controles en keuringen hittegevoelige elementen |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.000 |
2 maanden |
Ontbreken ontgeuringsinstallatie |
Matig |
Dwangsom |
€ 5.000 |
3 maanden |
Overtreding maatwerkvoorschrift |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 - 1.500 |
Situationeel |
Ontbreken CFK logboek |
Licht |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
Overschrijding vergunde ammoniakemissie / maximale emissiewaarden Besluit huisvesting |
Ernstig |
Dwangsom |
€ 25,00 per kg overschrijding |
1-3 maanden |
Water |
||||
Lozen afvalwater zonder of i.s.m. vergunning |
Ernstig |
PV/Bestuurs-dwang |
NVT |
1 dag |
Lozen afvalwater zonder of ism vergunning |
Matig |
PV/Bestuurs-dwang |
NVT |
1 week |
Olie/water/vetafscheider niet (tijdig) legen |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
Situationeel |
Olie/water/vetafscheider niet controleren op doelmatig functioneren (5 jaarlijkse inspectie) |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
Olie/water/vetafscheider die niet voldoet aan en/of wordt gebruikt conform van toepassing zijnde NEN-norm |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000-2.500 |
2-4 weken |
Niet meten of niet aanleveren van de analyses |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
Monstervoorziening niet aanwezig |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
Overschrijding eisen emissie (parameter afhankelijk) |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
2 weken |
Overtreding administratief voorschrift |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 |
2 weken |
Niet melden calamiteiten / ongewone voorvallen |
Matig |
Dwangsom/PV |
€ 2.500 |
1 dag na plaatsvinden calamiteit/ongeval |
Geen melding Bbk en Lozingenbesluit vaste objecten |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1 dag na start werkzaamheden |
Overtreding maatwerkvoorschrift |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 - 1.500 |
situationeel |
Illegale grondwateronttrekking (Gww) (vergunbaar) |
Matig |
PV |
NVT |
1 dag |
Besluit lozen buiten inrichtingen (artikel 3.4 en/of 3.26) (gewasbeschermingsmiddelen) |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 |
1 maand |
Besluit lozen buiten inrichtingen (artikel 3.4 en/of 3.26) (gewasbeschermingsmiddelen) |
Ernstig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
kort |
Besluit lozen buiten inrichtingen (artikel 3.4 en/of 3.26) (gewasbeschermingsmiddelen) |
Ernstig |
PV |
NVT |
1 dag |
Geluid en trillingen |
||||
Overschrijding geluidsniveau (incidenteel) |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 |
1 week |
Overschrijding geluidsniveau (structureel) |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 week |
Overlast, in werking buiten vergunde uren |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 dag |
Niet meten |
Licht |
Dwangsom |
€ 500 |
1 maand |
Voorzieningen niet aangebracht |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Voorschriften m.b.t. gedrag niet naleven |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 dag |
Niet voldoen aan voorschriften m.b.t. trilling |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1-3 maanden |
Overtreding maatwerkvoorschrift |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 - 1.500 |
situationeel |
Afval |
||||
Opslag niet overeenkomstig voorschriften |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1-3 maanden |
BA niet regelmatig afvoeren |
Licht |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1-3 maanden |
GA afval niet correct afvoeren |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
Niet registreren verwijdering GA |
Licht/Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1 maand |
Niet vergunde opslag BA |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.500 |
1 maand |
Niet vergunde opslag GA |
Matig |
Dwangsom |
€ 5.000 |
2 weken |
Verbranden afval |
Matig |
Dwangsom/PV |
€ 500 - 2.500 |
2 weken |
Niet scheiden |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
Zwerfafval |
Licht |
Dwangsom |
€ 500 |
1 dag |
Overtreding maatwerkvoorschrift |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 - 1.500 |
situationeel |
(Externe)veiligheid |
||||
Geen blusmiddelen of onjuist / niet aangesloten |
Ernstig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
2 weken |
Keuring blusmiddelen niet juist |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 |
2 weken |
Opslag gevaarlijke stoffen niet conform voorschriften |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1 maand |
Bordjes (roken en vuur verboden) ontbreken |
Licht |
Dwangsom |
€ 500 |
2 weken |
Constructie onvoldoende brandwerend |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1 maand |
Ontbreken/niet tijdig herstellen/niet tijdig uitvoeren van controles en keuringen opslag van consumentenvuurwerk (inspectie sprinkler, onderhoud brandmeldinstallatie, uitgangspunten document (UPD)) |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
situationeel |
Overtredingen Vuurwerkbesluit |
Matig |
Dwangsom/PV |
€ 500 - 2.500 |
situationeel |
Overtreding maatwerkvoorschrift |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 - 1.500 |
situationeel |
Algemeen |
||||
Onveilige opstelling gasflessen |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 - 2.500 |
1 week |
Keuringstermijn gasfles verlopen |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 |
1 week |
Niet melden van calamiteiten/ meldingen ongewone voorvallen (H17 Wm) |
Matig |
Dwangsom/PV |
€ 2.500 |
1 dag na plaatsvinden calamiteit/ongeval |
Parkeervoorschriften niet naleven |
Licht |
Dwangsom |
€ 500 |
1 dag |
Niet indienen of tijdig indienen van rapporten (geluids-, mjv en dergelijke) |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 week |
Wijzigingen t.a.v. vergunning niet gemeld |
Matig |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 maand |
Inrichting niet schoon |
Licht |
Dwangsom |
€ 1.000 |
1 week - 1 maand |
Losplaats onvoldoende gemarkeerd |
Licht |
Dwangsom |
€ 500 |
1 maand |
Verbranden afval binnen de inrichting |
Matig |
Dwangsom/PV |
€ 500 - 2.500 |
1 dag |
Geen doeltreffende maatregelen tegen ongedierte |
Licht |
Dwangsom |
€ 500 |
1 week |
Afleveren vuurwerk aan personen jonger dan 16 jr. |
Matig |
Dwangsom/PV |
€ 1.000 |
1 dag |
In werking zonder vergunning, geen aanvraag maar geen opzet |
Matig |
Dwangsom (aangeven aanvraag doen) |
€ 1.000 |
2 maanden |
In werking zonder vergunning, geen aanvraag en ook geen aanvraag wil doen |
Ernstig |
Dwangsom , PV of sluiting |
€ 5.000 – 15.000 |
situationeel |
Mestbassin niet overeenkomstig de bouwtechnische richtlijnen |
Matig |
Dwangsom |
€ 2.500 |
1-3 maanden |
In werking zonder vergunning met aanvraag nog niet van kracht |
Matig |
Dwangsom |
€ 5.000 – 15.000 |
situationeel |
Energie |
||||
Energiebesparende maatregel niet realiseren |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 per maatregel |
3-6 maanden |
Energiebesparende maatregel uit bijl. 10 NIET realiseren |
Matig/ernstig |
Dwangsom |
€ 1.000 per maatregel |
3-6 maanden |
Doelmatig Beheer en Onderhoud (DBO, voorheen good house keeping maatregelen) NIET uitvoeren |
Matig |
Dwangsom |
€ 500 per maatregel |
1-3 maanden |
Noot
1Gemeente Beuningen heeft de VTH-taak Briks per 1 januari 2017 ingebracht bij de ODRN. Het gaat hier om een bedrag van € 536.496 (conform businesscase). Naast de milieu-inbreng (€ 498.200) betekent dit een totaalbijdrage van € 1.034.696. Recentelijk zijn nog enige aanvullende opdrachten verleend aan de ODRN (collegebesluit 23 november 2016), waardoor het totaal bedrag hoger uitvalt.
Noot
2Gemeenten Druten, Heumen en Wijchen hebben per 1 januari 2017 de basistaak asbest ingebracht. De bijdragen hiervoor zijn nog niet verwerkt in deze tabel.
Noot
3Voor gemeente Nijmegen is er voor de uitvoering van controles in de bebouwde omgeving (BRIKS) € 300.000 extra beschikbaar ten opzichte van de begroting (begroot € 5.003.700). Op basis van verschillende scenario’s heeft Nijmegen gekozen voor het scenario 2. Om de werkzaamheden op gebied van inspectie bebouwde omgeving op het huidige niveau te houden moet er capaciteit worden ingehuurd. De kosten hiervan zijn voor 2017 € 300.000.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl