Regeling vervallen per 01-03-2012

Delegatieverordening

Geldend van 11-12-2008 t/m 29-02-2012

Intitulé

Delegatieverordening

De raad van de gemeente Wijchen;

gelet het voorstel van het college;

gelet op artikel 156 van de Gemeentewet;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

besluit

vast te stellen de volgende delegatieverordening:

Artikel 1 Ruimtelijke Ordening

  • 1.

    De bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening (projectbesluit) en de daarbij behorende procedure, in de volgende gevallen te delegeren aan het college:

  • Projecten binnen de bebouwde kom:

    • a.

      projecten voor woonfuncties, mits niet gesitueerd op het bedrijventerrein;

    • b.

      projecten voor recreatieve doeleinden, maatschappelijke doeleinden mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein;

    • c.

      projecten voor nutsvoorzieningen;

    • d.

      projecten voor kleinschalige werkfuncties (detailhandel, horeca, dienstverlening) tot maximaal milieucategorie 2, mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein;

    • e.

      projecten voor bedrijfsfuncties op een bedrijventerrein mits er geen overschrijding van de toegestane milieucategorie plaatsvindt;

    • f.

      projecten voor infrastructurele werken, verkeer en vervoer, water, parkeren, groen en natuur

    • g.

      projecten voor evenementen;

    • h.

      bouwwerken geen gebouw zijnde;

  • Projecten buiten de bebouwde kom:

    • i.

      projecten voor nieuwvestiging of uitbreiding van grondgebonden landbouwbedrijven;

    • j.

      projecten voor vernieuwen, veranderen of uitbreiden van bestaande dienst- en burgerwoningen en aan huis gebonden beroep- en bedrijfsactiviteiten;

    • k.

      projecten voor het eenmalig uitbreiden van een niet agrarisch bedrijf tot maximaal 20% van het bebouwde oppervlak tot een maximum van 500 m2;

    • l.

      projecten voor extensieve recreatie;

    • m.

      projecten voor behoud en ontwikkeling van natuur;

    • n.

      projecten voor evenementen met een maximale tijdsduur van 1 week;

    • o.

      projecten voor het aanpassen van bestaande infrastructuur;

    • p.

      projecten voor openbare nutsvoorzieningen;

    • q.

      projecten voor bouwwerken geen gebouw zijnde;

    • r.

      projecten vallend binnen de reikwijdte van de nota wonen en werken in het buitengebied;

    • s.

      projecten vallend binnen de beleidsnotitie schuilstallen;

  • 2.

    De behandeling van beroepen en verzoeken om voorlopige voorziening voortvloeiende uit raadsbesluiten in het kader van de uitvoering van de Wet ruimtelijke ordening;

  • 3.

    Het college geeft bij de uitoefening van deze bevoegdheid toepassing aan het door de raad vastgestelde ruimtelijk beleid;

Artikel 2 Uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure

Aan het college wordt de volgende bevoegdheid gedelegeerd:

Het besluiten tot toepassing van afdeling 3.4 (uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht, met dien verstande dat de bevoegdheid niet geldt in de gevallen waarin de Raad zich zijn beslissing dienaangaande uitdrukkelijk voorbehoudt;

Artikel 3 Verkeer

Aan het college worden de volgende bevoegdheden gedelegeerd:

Artikel 4 Monumenten

Aan het college wordt de volgende bevoegdheid gedelegeerd:

Het vaststellen van de prioriteitstelling voor rijksmonumenten, zoals bedoeld in artikel 12 van het Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Rijksmonumenten (BBRM 1997), mits er sprake moet zijn een spoedeisende behandeling.

Artikel 5 Subsidies

Aan het college wordt de volgende bevoegdheid gedelegeerd:

Het onttrekken van middelen uit het “fonds archeologie” ter dekking van de ongedekte kosten van archeologisch onderzoek.

Artikel 6 Geschillen en juridische procedures.

Aan het college worden de volgende bevoegdheden gedelegeerd:

  • 1.

    Besluiten op bezwaarschriften, die worden ingediend tegen (primaire) besluiten met betrekking tot de in deze verordening gedelegeerde bevoegdheden;

  • 2.

    Het nemen van verdagingbesluiten op bij de raad ingediende bezwaarschriften;

  • 3.

    Het voeren van rechtsgedingen en administratieve procedures over zaken die de gemeenteraad aangaan. De gemeenteraad wordt zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van een besluit hierover;

  • 4.

    Uitvoering te geven aan artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht, voor zover met “ bestuursorgaan” wordt bedoeld de raad.

Artikel 7 Gemeenschappelijke regelingen

Het college is bevoegd, na overleg met de raadscommissie op wier terrein het desbetreffende voorstel ligt, tot het doen blijken van gevoelens als bedoeld in artikel 35, derde en vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen omtrent de ontwerpbegroting en omtrent wijzigingen van de begroting van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt, voor zover een en ander past binnen de gemeentebegroting.

Het college is bevoegd, na overleg met de raadscommissie op wier terrein het desbetreffende voorstel ligt, tot het indienen van bezwaren tegen de jaarlijkse rekening van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt.

Artikel 8 Wet openbaarheid van bestuur

Het college is bevoegd te beslissen op aan de raad gerichte verzoeken om informatie zoals is bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 9 Werkgevers bevoegdheden van de raad

Aan de burgemeester worden de volgende bevoegdheid gedelegeerd:

  • 1.

    Het verlenen van buitengewoon verlof alsmede het reguleren van de aan- en afwezigheid van de griffier (waaronder ook het opnemen van vakantie).

  • 2.

    Het toezicht houden op de uren- en tijdsregistratie.

  • 3.

    Het goedkeuren van declaraties.

Artikel 10 Beleidsregels vaststellen en mandateren

  • 1.

    Het college is bevoegd beleidsregels vast te stellen over de aan hen gedelegeerde bevoegdheden.

  • 2.

    Het college is bevoegd de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden te mandateren aan ambtelijke medewerkers.

Artikel 11 Evaluatie

  • 1.

    Het college moet vóór 31 december van het jaar dat direct volgt op het jaar waarin de zittingsperiode van de raad is aangevangen, een evaluatie van deze verordening aan de raad voorleggen.

  • 2.

    Indien het college niet voldoet aan het gestelde in lid 1 dan expireert deze verordening op 31 december van het jaar dat direct volgt op het jaar waarin de zittingsperiode van de raad is aangevangen.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Het huidige delegatiebesluit van 28 juni 2007 in stand te laten voor de afdoening van vrijstellingsverzoeken op grond van artikel 19, eerste lid van de (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening, die, als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening, worden afgewikkeld op grond van het overgangsrecht. Voor overige gevallen het eerdere delegatiebesluit in te trekken.

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als “Delegatieverordening 2008” en treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 oktober 2008.
De raad voornoemd,
De griffier De voorzitter