Regeling vervallen per 01-01-2016

Regeling verstrekking en beschikbaarstelling dienstkleding

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2015

Intitulé

Regeling verstrekking en beschikbaarstelling dienstkleding

Dienstkleding, verstrekking en beschikbaarstelling

Artikel 1 Verplichting

De ambtenaar is verplicht tijdens de vervulling van zijn betrekking de door burgemeester en wethouders voor die betrekking of voor bepaalde werkzaamheden voorgeschreven kleding of uniform en onderscheidingstekenen te dragen.

Het is voor gemeenteambtenaren niet toegestaan om kleding te dragen die de open communicatie belemmert.

Bij afzonderlijke regeling kunnen regelen worden gesteld betreffende de verstrekking, reiniging en herstelling van de bedoelde kleding.

Artikel 2 Voorwaarden

De verstrekking van werkkleding en uniformen is gebonden aan de volgende voorwaarden: 1e. de kleding is uitsluitend geschikt om tijdens het werk te dragen, zoals uniformen en overalls; 2e. de kleding is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de werkgever gebonden beeldkenmerken (bijvoorbeeld een bedrijfslogo) met een oppervlakte van ten minste 70 cm² in totaal. 3e. kleding, die niet voldoet aan bovenvermelde omschrijving, kan in voorkomende gevallen toch worden verstrekt, zolang deze kleding aantoonbaar op de werkplek aanwezig blijft.

Artikel 3 Specifiek

Voor zover tijdens de werkzaamheden specifieke reflecterende arbokleding of andere beschermingsmiddelen (zoals schoenen, helmen) dienen te worden gedragen respectievelijk gebruikt, wordt deze van gemeentewege beschikbaar gesteld. Ook beeldschermbrillen vallen onder de werking van dit artikel, met dien verstande dat er alleen een vergoeding van redelijk gemaakte kosten voor de aanschaf van een beeldschermbril wordt verstrekt op basis van een schriftelijk advies van de bedrijfsarts.

Artikel 4 Verstrekkings- en beschikbaarstellingsoverzicht

Het afdelingshoofd stelt jaarlijks een verstrekkings- en beschikbaarstellingsoverzicht vast, welke leveranciers wordt opgedragen de dienstkleding te verstrekken.

Artikel 5 Nadere aanwijzingen

De gemeentesecretaris is bevoegd namens burgemeester en wethouders nadere aanwijzingen te geven voor een goede uitvoering en een goede controle op de uitvoering van de regeling.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt (met terugwerkende kracht) in werking met ingang van 1 januari 2002.

Artikel 7 Grondslag in de CAR/UWO

De grondslag voor deze regeling ligt in artikel 15:1:16 van de UWO.