Beoordelen, bevorderen en belonen

Regeling voor beoordelen, bevorderen en belonen

Inhoudsopgave

• Artikel 1 Begripsbepalingen

• Artikel 2

• Artikel 3

• Artikel 4

• Artikel 5

• Artikel 6

• Artikel 7

• Artikel 8

• Artikel 9

• Artikel 10

• Artikel 11

• Artikel 12 Inwerkingtreding

• Formulier voor beoordelingsgesprekken

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a

  ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Wijdemeren (CAR/UWO), danwel de werknemer ingevolge artikel 2:5 van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Wijdemeren (CAR/UWO);

• b

  leidinggevende: de gemeentesecretaris voor afdelingshoofden en ambtenaren binnen de afdeling ‘staf’ de afdelingshoofden voor ambtenaren binnen de respectievelijke afdelingen.

Artikel 2

Lid 1

Een beoordelingsgesprek dient minimaal eenmaal per kalenderjaar plaats te vinden. Op basis van een beoordelingsgesprek neemt de leidinggevende een besluit over een belonings- of bevorderingsmaatregel. Een beoordelingsgesprek dient tevens plaats te vinden voorafgaande aan een vaste aanstelling. De periode tussen een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek is minimaal 3 maanden.

Lid 2

Het beoordelingsgesprek wordt voorbereid en uitgevoerd door de leidinggevende. De leidinggevende kan inlichtingen inwinnen over het functioneren van de ambtenaar (informant). Indien een informant is geraadpleegd dan dient deze op het beoordelingsformulier vermeld te worden. Indien de leidinggevende of de ambtenaar dit verzoekt, kan een medewerker van team P&O bij het beoordelingsgesprek aanwezig zijn.

Lid 3

Het beoordelingsgesprek van ambtenaren binnen de stafafdeling wordt voorbereid en uitgevoerd door de senior medewerkers van de stafafdeling.

Lid 4

Indien het verzoek tot een beoordelingsgesprek door een leidinggevende of een medewerker wordt geweigerd, dient hiervan melding te worden gemaakt bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris is bevoegd om maatregelen te nemen. Het college van burgemeester en wethouders wordt in kennis gesteld van deze maatregelen.

Lid 5

Leidinggevende en ambtenaar ondertekenen het beoordelingsformulier voor akkoord. Bij het ontbreken van overeenstemming over de beoordeling mag de ambtenaar weigeren het beoordelingsformulier voor akkoord te ondertekenen. Een eventuele belonings- of bevorderingsmaatregel kan dan worden opgeschort.

Lid 6

Bij het ontbreken van overeenstemming/akkoord over de beoordeling wordt deze door de gemeentesecretaris vastgesteld nadat de ambtenaar is gehoord. De ambtenaar ontvangt een schriftelijk bericht van het besluit om de beoordeling vast te stellen. Het besluit staat open voor bezwaar en beroep.

Artikel 3

Het advies is om eerst het beoordelingsgesprek te houden waarbij er geen mededeling aan de ambtenaar wordt gedaan over een eventuele belonings- of bevorderingsmaatregel (behalve bij een reguliere periodieke verhoging). Na het beoordelingsgesprek vindt overleg plaats met de gemeentesecretaris en kan het MT geïnformeerd worden. Het afdelingshoofd brengt de medewerker daarna op de hoogte over de genomen belonings- of bevorderingsmaatregel. Een andere volgorde is ook denkbaar, maar belangrijk is dat de medewerker pas op de hoogte wordt gebracht van de belonings- of bevorderingsmaatregel nadat overleg is gevoerd met de gemeentesecretaris en de melding is gedaan in het MT *.

Artikel 4

Het college mandateert de leidinggevenden tot het nemen van een besluit over het toekennen of onthouden van een (extra) periodieke verhoging.

Artikel 5

Het college mandateert de leidinggevenden tot het nemen van een besluit over het toekennen of onthouden van een bevordering naar een hogere schaal.

Artikel 6

Het college beslist over beloning en bevordering van de gemeentesecretaris.

Artikel 7

Periodiek worden de bij mandaat genomen besluiten inzake belonings- en bevorderingsbeslissingen zoals genoemd in artikel 3 en 4 ter kennisgeving gesteld aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8

Aan belonings- en bevorderingsmaatregelen dient een beoordeling ten grondslag te liggen.

Artikel 9

Lid 1

Het initiatief om een ambtenaar een beloningsmaatregel of bevorderingsmaatregel toe te kennen, zijnde:

• -

  een periodieke verhoging of een extra periodieke verhoging;

• -

  het onthouden van een periodieke verhoging;

• -

  een bevordering naar een hogere schaal;

• -

  het onthouden van een bevordering naar een hogere schaal gaat uit van de leidinggevende.

Lid 2

De leidinggevende bespreekt een voorgenomen belonings- of bevorderingsmaatregel, zoals genoemd in artikel 2 met de gemeentesecretaris.

Lid 3

Het managementteam wordt geïnformeerd over de voorgenomen belonings- of bevorderingsmaatregel zoals genoemd in artikel 2.

Lid 4

De leidinggevende beslist over de belonings- of bevorderingsmaatregel zoals genoemd in artikel 2.

Lid 5

Door of namens het college van burgemeester en wethouders, wordt aan de ambtenaar binnen vier weken gemotiveerd mondeling en schriftelijk mededeling gedaan van de belonings- of bevorderingsmaatregel zoals genoemd in artikel 2.

Artikel 10

De gemeentesecretaris is bevoegd namens het college nadere aanwijzingen te geven voor een goede uitvoering en een goede controle op de uitvoering van de regeling.

Artikel 11

Deze regeling welke kan worden aangehaald als ‘Regeling voor beoordelen, bevorderen en belonen’ treedt in werking met ingang van de datum van het besluit van het college.

Artikel 12 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 18 november 2008 met daarna eventuele wijzigingen en is opnieuw vastgesteld per 1 januari 2016.

Formulier voor beoordelingsgesprekken