Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2018

Geldend van 29-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2018

De raad der gemeente Wijdemeren;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 november 2017;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeer-onderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen;

  • e.

    kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

Het aantal overnachtingen als bedoeld in artikel 5 wordt, voor de onder 6.1 a, b en c genoemde onderkomens, forfaitair bepaald, waarbij:

  • 1.

    het aantal personen dat heeft overnacht met betrekking tot:

    • a.

      vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten wordt bepaald op 1 persoon per slaapplaats;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen wordt bepaald op het aantal kampeeronderkomens vermenigvuldigd met drie personen;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen wordt bepaald op het aantal kampeeronderkomens vermenigvuldigd met drie personen;

  • 2.

    het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde aantal personen is overnacht:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, dan wel mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen, wordt bepaald op 75 per persoon;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen, bepaald wordt op 75 per persoon.

Artikel 7 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt, op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag, de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,18.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien (10) zal of heeft belopen.

Artikel 12 Termijnen van betaling

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

  • 2. De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 15 Vaststellen ambtshalve aanslag

  • 1. De gemeente behoudt zich het recht voor bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtshalve aanslag op te leggen.

  • 2. Bij de ambtshalve vaststelling van de aanslag toeristenbelasting voor hotels wordt als uitgangspunt genomen het aantal overnachtingen van het betreffende belastingobject in het voorafgaande belastingjaar waarin toeristenbelasting verschuldigd was. Dit aantal wordt met 10% verhoogd.

  • 3. Wanneer het hotel in het voorgaande jaar niet in de toeristenbelasting is betrokken, wordt het aantal overnachtingen bepaald op basis van een redelijk te schatten aantal overnachtingen, een en ander in vergelijking met andere gelijkwaardige belastingobjecten.

  • 4. Bij de ambtshalve vaststelling van de aanslag toeristenbelasting voor vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten wordt als uitgangspunt genomen het aantal slaapplaatsen van het betreffende belastingobject in het voorafgaande belastingjaar waarin toeristenbelasting verschuldigd was. Dit aantal wordt met 10% verhoogd.

  • 5. Wanneer het belastingobject in het voorgaande jaar niet in de toeristenbelasting is betrokken, wordt het aantal slaapplaatsen voor vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op basis van een redelijk te schatten aantal slaapplaatsen, een en ander in vergelijking met andere gelijkwaardige belastingobjecten.

  • 6. Bij de ambtshalve vaststelling van de aanslag toeristenbelasting voor:

    • mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen;

    • mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen

    wordt als uitgangspunt genomen het aantal kampeeronderkomens van het betreffende belastingobject in het voorafgaande belastingjaar waarin toeristenbelasting verschuldigd was. Dit aantal wordt met 10% verhoogd.

  • 7. Wanneer het belastingobject in het voorgaande jaar niet in de toeristenbelasting is betrokken, wordt het aantal mobiele kampeeronderkomens voor:

    • mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen;

    • mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen

    bepaald op basis van een redelijk te schatten aantal mobiele kampeeronderkomens, een en ander in vergelijking met andere gelijkwaardige belastingobjecten.

Artikel 16 Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden degenen die verblijf houden te registreren in een daarvoor bestemd nachtverblijfregister.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en het gebruik van het nachtverblijfregister.

  • 3. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 18 Overgangsrecht

De Verordening toeristenbelasting 2017, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 19, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 20 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2018’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 december 2017.

De raad voornoemd,

de griffier,

B.J. Smeulders

de voorzitter,

F. Ossel