Bomenbeleidsplan gemeente Winsum 2012-2021

Geldend van 28-03-2012 t/m heden

Intitulé

Bomenbeleidsplan gemeente Winsum 2012-2021

De juiste boom op de juiste plek!

Foto 1

Voorwoord

Het Bomenbeleidsplan zoals dit voor u ligt, is een coproductie tussen Ingenieursbureau Oranjewoud en de afdeling Ruimte - RCCT van de Gemeente Winsum.

De afdeling Ruimte - RCCT heeft zijn regiefunctie benut door ervaring en kennis van beide toe te passen, om zo tot een zo praktisch en realistisch mogelijk beleidsstuk te komen. Dat heeft geresulteerd in een stuk dat behalve een toekomstgerichte beleidsvisie vooral ook praktische uitwerkingen biedt voor het bomenbestand wat al aanwezig is. Waar mogelijk zijn er prognoses gegeven van de uitvoeringskosten.

K.Schuurman

Ruimte - RCCT

Inhoudsopgave

1 Inleiding 4

2 Kaders en richtlijnen 6

  • 2.

    1 POP Provinciaal Omgevingsplan (2009-2013) 6

  • 2.

    2 LOP Landschapsontwikkelingsplan (2006) 6

2.3 Landschapsvisie Winsum (1993) 7

2.4 Groenbeleidsplan (1998) 8

2.5 Kwaliteitsvisie groen 2011 8

3 Visie: de juiste boom op de juiste plek! 9

4 Het huidige bomenbestand 11

4.1 Waardevolle bomen 12

4.2 Vervangen van bomen 14

4.3 Planten van bomen 15

4.4 Verwijderen van bomen in openbaar groen 15

4.5 Verwijderen van particuliere bomen 16

4.6 Onderhoud gemeentelijke bomen 17

4.7 Voorlichting 20

5 Landschappen in de gemeente Winsum 22

6 Streefbeeld boomstructuren in het landschap 28

7 Streefbeeld boomstructuren in de dorpen 33

8 Samenvatting bomenbeleid 62

9 Prognose kosten bomenbeleid 64

Bijlage 1 Meerjarenplanning saneren bomen 68

Bijlage 2 Algemeen Plaatselijke Verordening 70

(afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden)

1- Inleiding

Voor u ligt, op initiatief van de gemeenteraad, het eerste bomenbeleidsplan van de gemeente Winsum. De gemeenteraad heeft zelf in 2003 besloten dat er boomplantbeleid opgesteld moet worden. In de raadsvergadering van 20 november 2007 is vervolgens nog een motie ingediend (Christenunie) waarin het college wordt verzocht te komen tot de gewenste bomeninventarisatie, het opstellen van een bomenbeleidsplan en een bomenbeheersplan.

Voor de uitvoering van dit traject is door de raad geld beschikbaar gesteld. Het vastgestelde raadsvoorstel (15 april 2008) geeft al aan dat het te voeren beleid mogelijk vervolgkosten met zich meebrengt. Uit het vervolg van het stuk zal blijken dat dit inderdaad het geval is. Met name een periodieke veiligheidsinspectie van bomen vraagt structureel extra budget.

Bomen zijn een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte en waardevolle elementen in de groenstructuur. Het zijn duurzame elementen die, indien goed geplaatst, voor tientallen jaren een wezenlijke bijdrage leveren aan de leefomgeving. Naast een mooi beeld vervullen bomen belangrijke functies als het begeleiden van structuren, het leveren van zuurstof, schaduw en vruchten, het zorgen voor beschutting en nestgelegenheid voor dieren. Daarnaast leveren ze een essentiële bijdrage aan het milieu door CO2-binding en verminderen van fijnstof. Een loofboom van 20 m hoogte produceert 370 liter zuurstof per uur.

Anderzijds kunnen bomen natuurlijk ook voor overlast zorgen. Blad, wortels en vruchten zorgen, vooral in de bebouwde kom, voor afname van (zon)licht, verstopte dakgoten, opgedrukte bestrating en vervuilde straten.

Bomen zijn niet alleen ruimtelijk van betekenis maar ook cultureel en emotioneel. Sinds mensenheugenis spelen bomen een belangrijke rol in het dagelijkse leven van mensen. Onze verre voorouders vereerden de bomen. Daar zijn vele voorbeelden van te vinden. In gebruiken en riten gaven zij blijk van hun verering. Zo werd er recht gesproken onder een boom en zieken vonden bij een boom genezing. Sommige bomen waren zelfs heilig. Niemand mocht hen beschadigen of kappen.

Bomen spelen in de mythologieën van de verschillende culturen wereldwijd een rol. In het Germaanse epos Eddawordt bijvoorbeeld over de machtige Es verteld, de wereldboom Yggdrasil wiens kroon het hele universum droeg.

Ook in de tegenwoordige tijd worden bomen belangrijk gevonden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit ingezonden brieven en protestacties bij opvallende bomenkap.

Dat bomen door de jaren heen altijd al een belangrijke rol hebben gespeeld blijkt ook uit onderstaande spreuken.

Nostradamus (arts en ziener uit de16e eeuw) zei:

'Ieder mens is met een boom verwant. Slechts in verbinding met zijn boom kan hij gelukkig zijn.'

‘De bomen die een mens plant en de woorden die hij heeft gesproken komen terug in zijn kinderen.’ (afrikaans gezegde)

Ondanks de nadelen zijn er zoveel positieve aspecten dat een boom niet alleen als kostenpost moet worden gezien maar vooral ook als waardevol. Als iets van waarde is, ben je er niet alleen zuinig op maar ben je ook bereid om te investeren in het behoud.

Een waardevol bomenbestand

Gemeente Winsum wil graag haar bomenbestand gefundeerd versterken en de structuur behouden. Daarnaast hecht de gemeente veel waarde aan monumentale en anderszins waardevolle bomen. Het gaat hierbij zowel om bomen op gemeentelijk terrein als bomen op particulier terrein. Deze bomen maken deel uit van de cultuurhistorische waarde van de gemeente. Uitvoering van het beleid moet leiden tot een vitaal bomenbestand met een duurzame, hoge ruimtelijke kwaliteit en uitstraling. Belangrijk is dat met het beleid voor iedereen duidelijk is dat de juiste boom op de juiste plek staat. Voor het continueren van het waardevolle bomenbestand is het zaak daar adequaat mee om te gaan.

Bomenbeleidsplan; richtlijnen voor de toekomst

Het bomenbeleidsplan is een plan waarin de gemeente Winsum aangeeft hoe zij om wil gaan met bomen. De gemeente is verantwoordelijk voor de bomen in de openbare ruimte. Vanuit de wet gezien is de veiligheid van bomen een belangrijk aspect, het gaat hierbij om de zorgplicht. Daarnaast is het van belang dat richtlijnen worden opgesteld met voorwaarden voor nieuw te planten bomen.

De onderstaande punten geven de noodzaak voor een boombeleidsplan weer:

  • ·

    Het behouden van het groene karakter van de gemeente Winsum

  • ·

    Het versterken en ontwikkelen van een heldere bomenstructuur, 'de juiste boom op de juiste plek!'

  • ·

    Het behouden van waardevolle bomen

  • ·

    Het nakomen van de wettelijke zorgplicht

  • ·

    Het opstellen van duidelijke regels voor het kappen en aanplanten van bomen.

Met dit beleidsplan heeft de gemeente een overzichtelijk kader hoe om te gaan met bomen in de gemeente. Het plan geeft richtlijnen voor medewerkers van de gemeente bij het maken van keuzes. Keuzes voor de toekomst waarmee zij bovendien kunnen communiceren richting de inwoners.

Een aantal keuzes zal pas op lange termijn uitgevoerd kunnen worden. Een aantal getoonde streefbeelden zal in de praktijk ook helemaal niet haalbaar blijken te zijn.

Samen werken aan het bomenbeleidsplan

In het begin van het proces zijn tijdens een workshop de uitgangspunten en randvoorwaarden opgesteld. Hierbij waren ambtenaren van verschillende afdelingen aanwezig. Tussentijds zijn overleggen geweest met een klankbordgroep bestaande uit medewerkers van de afdeling ruimte. Het resultaat is een bomenbeleidsplan welke handvatten geeft voor zichtbare resultaten, ‘de juiste boom op de juiste plek!’

2- Kaders en richtlijnen

Een goede bomenstructuur binnen de gemeente draagt bij aan een aangename leefomgeving. Op verschillende niveaus zijn stukken geschreven die het belang van een goede boomstructuur ondersteunen. De relevante stukken staan hieronder op een rij.

2.1- POP Provinciaal Omgevingsplan (2009-2013)

Het Provinciaal Omgevingsplan (POP) is de grootste beleidsnota die de provincie eens per vier jaar maakt. Het is een nota die de beleidsthema's milieu, verkeer, vervoer, water en ruimtelijke ordening verbindt. Dat is nodig, omdat bijvoorbeeld investeren in wegen automatisch gevolgen heeft voor het milieu. Nu geldt het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013. Bij het Provinciaal Omgevingsplan is ook een verordening vastgesteld met regels en instructies voor het lokaal bestuur. Het plan is de basis voor ruimtelijke plannen in de provincie.

Wie het Provinciaal Omgevingsplan openslaat, leest meteen de belangrijkste doelstelling: duurzame ontwikkeling, een leefbaar Groningen voor mens en natuur. We behouden en versterken de kwaliteiten van onze omgeving. We letten erop dat de generaties na ons voldoende mogelijkheden hebben om zich te ontwikkelen.

In vier jaar tijd kan veel veranderen, zeker als de provincie moet bezuinigen. Maar bij alles wordt gekeken of de doelstelling en de uitgangspunten niet in gevaar komen. De uitgangspunten die bij de doelstelling horen zijn:

  • ·

    Duurzaamheid en duurzame leefomgeving.

  • ·

    De optimale balans tussen leefbaarheid,

  • ·

    Milieu en economische groei.

  • ·

    Aandacht voor (duurzame) energie, het klimaat en water.

  • ·

    Bescherming van de bijzondere karakteristieken van het Groninger landschap.

  • ·

    Leefbaarheid in de stad én op het platteland.

Concentratie van wonen en werken in de stedelijke gebieden en zorgen voor voldoende voorzieningen in de dorpen.

Het Provinciaal Omgevingsplan besteedt een aantal hoofdstukken aan de bescherming van het landschap. De provincie heeft vijf gebieden aangewezen die een zogenoemde ontwikkelopgave hebben gekregen. Hier gaat de komende tijd veel gebeuren. Deze gebieden met een ontwikkelopgaven zijn het Lauwersmeer, de Eemsdelta, de Veenkoloniën, de stad Groningen en de regio Groningen-Assen.

2.2- LOP Landschapsontwikkelingsplan (2006)

Het landschapsontwikkelingsplan is geschreven voor het landschap in noord Groningen. Het plan bevat een uitgebreide beschrijving van de ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling van het landschap. De karakteristieken van de landschappen hebben hun weerslag op de huidige verschijningsvorm van de beplantingen in het gebied. Vanuit het verleden en heden is een visie omschreven hoe om te gaan met beplantingen in de toekomst.

Met name de aanwezigheid van wegbeplanting in het Noord Groningse landschap is van bijzondere betekenis; wegbeplanting als structuurdragers. Vooral de oudere verbindingen tussen de wierdendorpen worden geflankeerd door monumentale bomenrijen van abeel, iep of es. De lanen vormen als het ware beschutte groene zuilengangen, die de openheid van het Groninger land omzomen. Er wordt ook wel gesproken over 'De kloostergangen van het Noorden'.

De huidige wegbeplantingen zijn niet optimaal, veel oorspronkelijke laanbeplantingen zijn verdwenen of uiteengevallen. Wegverbredingen en uitval door sterfte (iepziekte) is oorzaak van dit verval. Door het ontbreken van een eenduidig beplantingsbeleid vormt nieuwe aanplant niet altijd een versterking van het landschap, het kan ook een aantasting van het landschap zijn. Vaak is er sprake van variatie in assortiment, leeftijd en plantafstand langs één en hetzelfde wegtracé. Verkeerd gebruik van beplantingen doet afbreuk aan de landschappelijke kwaliteit.

Vanuit het LOP zijn er een zevental landschappelijke thema's nader uitgewerkt; wegbeplantingen, dijken, watergangen, dorpen, historische terreinen en wierden, groene erven en landlopen. De thema's verschillen per deelgebied.  Per thema wordt aangegeven welke landschappelijke kwaliteiten en eventuele knelpunten hierbij aan de orde zijn. Vervolgens wordt aangegeven welke bouwsteen het thema levert voor de visie van het Landschapsontwikkelingsplan als geheel.

Het LOP heeft geen juridische status. Het is bedoeld om handvatten te bieden bij toekomstige ontwikkelingen en het versterken van het landschap.

afbeelding 1

Structuren in het landschap volgens LOP

2.3-Landschapsvisie Winsum (1993)

In de landschapsvisie Winsum is de gemeente landschappelijk ingedeeld in drie deelgebieden, de kustpolders, het wierdenlandschap (met karakteristieken van het Reitdiepdal, Middag-Humsterland en de wierdenreeks Winsum-Baflo) en het centraal kleigebied. De landschapsvisie sluit hiermee naadloos aan bij het LOP.

Voor het totale landschap zijn de volgende aandachtspunten geformuleerd:

  • ·

    Behoud en herstel van de karakteristieke en cultuurhistorische landschapselementen;

  • ·

    Behoud en versterking van de ruimtelijke verschillen in het landschap;

  • ·

    Versterken van de beplantingsstructuur als ondersteuning van de ruimtelijke structuur;

  • ·

    Behoud, herstel en ontwikkeling van de ecologische waarden;

  • ·

    Ontwikkeling van de recreatieve waarden.

De bovenstaande punten zijn vertaald en op kaart gezet in een landschapsstructuurkaart.

2.4- Groenbeleidsplan (1998)

Het Groenbeleidsplan (GBP), met als ondertitel ‘De gewenste groenkwaliteit op de juiste plek!’, is onderdeel van het totale groenbeleid van de gemeente Winsum. In dit plan is het groen in de bebouwde kom is onder de loep genomen. Om een concrete stap te zetten om de juiste groenkwaliteit op de juiste plek te realiseren is er een verdeling gemaakt om projectmatig het beheer en de inrichting te verbeteren. Het GBP richt zich op een vertaling van het groenareaal naar het gewenste beeld (voor beheer en inrichting). Er zijn vier kwaliteit & beeld niveaus; cultuurlijk, semi cultuurlijk, semi natuurlijk en natuurlijk. Voor alle structuurelementen in de dorpen zijn vervolgens de gewenste niveaus weergegeven en vertaald naar kosten voor zowel inrichting als beheer.

2.5- Kwaliteitsvisie groen (2011)

In de kwaliteitsvisie groen is de gewenste kwaliteit opnieuw gedefinieerd.

Voor bomen betekent dit dat er overal naar een basisniveau wordt gestreefd. Kenmerken van dit beheerniveau zijn dat, voor wat betreft bomen, aan de zorgplicht aantoonbaar wordt voldaan. De veiligheid is onder normale omstandigheden gegarandeerd.

De kostenbegroting van het reguliere onderhoud aan bomen is gebaseerd op deze kwaliteitsvisie.

3-Visie: de juiste boom op de juiste plek!

Winsum is een groene gemeente wat onder meer blijkt uit het bezit van ongeveer 11.800 bomen. Hoe gaat de gemeente om met haar bomen? Welke visie hebben zij op dit waardevolle bezit en hoe wordt daarbij rekening gehouden met de landschappelijke waarden?

Dit rapport bevat duidelijke kaders voor het toekomstig beleid voor bomen in de gemeente Winsum. De gemeente Winsum hecht belang aan een boomstructuur voor de toekomst; ‘de juiste boom op de juiste plek’.

Het bomenbeleid richt zich in hoofdlijnen op twee speerpunten, Het huidige bomenbestand (zie verder hoofdstuk 4) en Streefbeeld boomstructuren in het landschap en in de dorpen (zie verder hoofdstuk 6 en 7). Waar het huidige bomenbestand vooral betrekking heeft op het nu, gaan de streefbeelden vooral over de lange(re) termijn, de toekomst.

Het huidige bomenbestand

Kaders en richtlijnen voor een zorgvuldig bomenbeleid in de dagelijkse praktijk. Vertrekpunt is het huidige bomenbestand. Hoe kunnen we dit bezit behouden en versterken zodat ook de volgende generaties bewoners in de gemeente Winsum hier van kunnen genieten?

Het aanplanten van bomen is een zorgvuldige aangelegenheid, bomen plant men voor de toekomst. Bomen geven sfeer aan de leefomgeving, ze vergroenen de wijk, zorgen voor een verzorgde entree van het dorp en een mooie, (recreatieve) beleving van het landschap.

Vanuit het huidige bomenbestand van de gemeente Winsum stellen wij richtlijnen op voor het ontwikkelen van een toekomstbestendig bomenbestand. Wij hebben daarbij aandacht voor:

  • ·

    Waardevolle bomen, hoe gaan we daar mee om?

  • ·

    De juiste standplaats, welke eisen stelt de gemeente aan de standplaatsomstandigheden van een boom?

  • ·

    Groei- en ontwikkelingsmogelijkheden, hoe kunnen we dit verbeteren zodat deze voor elke boom gewaarborgd zijn?

  • ·

    Uitstervingsbeleid en vervangingsbeleid, vastleggen van de gewenste werkmethode.

  • ·

    Regels voor kappen, herplantplicht en aanplant, vastleggen van de gewenste regelgeving.

Streefbeelden in het landschap en in de dorpen

Het versterken van de herkenbaarheid van de dorpen en het landschap in de gemeente Winsum. Daarbij houden we rekening met waardevolle cultuurhistorische structuren en patronen maar voegen ook nieuwe toe die passend zijn bij de toekomstige ontwikkelingen. Voorstellen vanuit het LOP zijn vertaald naar de gemeente Winsum. De visiekaart bomen in het landschap en de visiekaarten per dorp geven het streefbeeld die richtinggevend is voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen.

Waar planten we eventueel nieuwe bomen? Hoe versterkt dit het landschap en zorgt dit voor herkenbaarheid in de dorpen? Het beleidsplan bevat wensbeelden voor de toekomst, zowel voor boomstructuren in het landschap als in de dorpen.

Onderligger voor het streefbeeld van het landschap is het LOP. Het LOP geeft op verschillende thema's uitwerkingen voor het versterken van de boomstructuur in het landschap van het noorden van Groningen. In het voorliggende bomenbeleid worden deze thema's vertaald en uitgewerkt naar de situatie in het landschap van de gemeente Winsum (visiekaart bomenstructuur landschap). De thema's worden op maat gemaakt voor het kustlandschap, het wierdenlandschap en het kleilandschap. De bomen versterken structuren en patronen in het landschap waarbij het accent ligt op het terugbrengen en herkenbaar maken van het oorspronkelijke karakter van het landschap. Daarbij is het van belang helder te hebben wat de ontwikkelingen in de tijd zijn geweest, en waarom bepaalde groenelementen hun intrede hebben gedaan in het landschap. Zodat op basis van (cultuurhistorische) ontwikkelingen uit het verleden de juiste keuzes voor de toekomst gemaakt worden.

De drie landschapstypen (hoofdstuk 5 Landschappen in de gemeente Winsum) in de gemeente Winsum kennen elk hun eigen bewoningsvormen en dorpstypen. Deze dorpstypen, hebben een eigen verwevenheid met het landschap. De bomenstructuur versterkt deze relatie tussen landschap en bebouwing. Dit heeft te maken met de wijze van beplanten (in dichte lanen, pluksgewijs of een enkele solitaire boom) of met de aanplant van bepaalde boomsoorten. Ook hier is het van belang te weten welke ontwikkelingen de dorpen hebben doorgemaakt zodat de boomstructuur de gewenste ontwikkelingen kan versterken en zorgt voor een herkenbare identiteit van de dorpen.

Het streefbeeld voor de ontwikkelingen in de bomenstructuur is vastgelegd in een visiekaart voor elk dorp. Deze zijn tot stand gekomen door extern advies. Dat betekent dat nog niet tot in detail rekening is gehouden met individuele inzichten en belangen van bewoners en belanghebbende organisaties. De streefbeelden van de dorpen worden nog als input voor overleg voorgelegd.

4- Het huidige bomenbestand

Gemeente Winsum wil graag haar bomenbestand gefundeerd versterken en de structuur behouden. Daarnaast hecht de gemeente veel waarde aan waardevolle bomen. Vaak worden deze bestempeld als monumentale bomen. We hebben dan een beeld voor ogen van een oude majestueuze boom. Deze horen daar uiteraard ook bij maar een waardevolle boom kan ook van waarde zijn zonder een monumentale uitstraling. Dit kan een boom zijn die geplant is om een geboorte of persoon te herdenken. Zo zijn er in ons land onder anderen Prins Hendrik-, Beatrix- en Amaliabomen te vinden. De laatste twee zijn ook in onze gemeente te vinden.

Het gaat bij waardevolle bomen om zowel gemeentelijk als particulier eigendom. Deze bomen maken deel uit van de cultuurhistorische waarde van de gemeente. Uitvoering van het beleid moet leiden tot een vitaal bomenbestand met een duurzame, hoge ruimtelijke kwaliteit en uitstraling. Belangrijk is dat met het beleid voor iedereen duidelijk is dat de juiste boom op de juiste plek staat. Voor het continueren van het waardevolle bomenbestand is het noodzakelijk daar adequaat mee om te gaan.

De Gemeente Winsum is eigenaar van circa 11.800 bomen in de openbare ruimte. Voor de bomen zijn duidelijke richtlijnen nodig om verstandig met de bomen om te gaan op het gebied van beschermen, vervangen, aanplanten en verwijderen.

VTA-Visual Tree Assesment

Boomeigenaren hebben een wettelijke zorgplicht. Dat heeft tot gevolg dat alle bomen regelmatig geïnspecteerd moeten worden op veiligheidsrisico's. Dit moet regelmatig en volgens een vaste systematiek worden uitgevoerd en vastgelegd.

Als een vallende boom of tak schade veroorzaakt, is er sprake van schuld aansprakelijkheid. De eigenaar moet kunnen aantonen dat de betreffende boom regelmatig geïnspecteerd is en dat aangetroffen risico’s zijn weggenomen. De algemeen aanvaarde methode om dit te doen is de VTA-inspectie. De methodiek gaat uit van uiterlijke kenmerken. Ook juridisch is een VTA- inspectie vereist, bij twijfelgevallen is vervolgonderzoek ook nog verplicht. De mogelijke kosten van aansprakelijkheid voor schade kunnen groot zijn. Het is helemaal niet denkbeeldig dat een schadebedrag de jaarlijkse inspectiekosten overstijgt.

Behalve juridische redenen zijn er meer gebruiksmogelijkheden voor de VTA. Het levert veel informatie over het bomenbestand op die steeds weer bruikbaar is. Allereerst is er de kennis van ‘wat hebben we, en waar staat het.’ Of zoals het gezegde luidt ‘Meten is weten.’

Dit is essentieel als het gaat om zaken als kostenberekening en herplant maar ook bij de aanleg en reconstructies van wegen, riolering en leidingtracés.Vervolgens geeft het ook informatie over de vitaliteit van bomen. Dit is van belang bij de beoordeling of een boom mogelijk waardevol is en kan ook doorslaggevend zijn bij de beslissing om een boom te vellen. Tenslotte levert het input voor een snoeiprogramma en vormt daarmee een wezenlijk bestanddeel van een goed gestructureerd werkplan.

Bij de frequentie van inspecties kan onderscheid gemaakt worden in de mate waarin risico’s zijn te verwachten. Daarvoor wordt een verdeling gemaakt in bomen met en zonder verhoogd risico. Dit heeft vooral te maken met de plaats waar de boom staat. Er bestaan geen vaste regels hoe vaak je moet inspecteren. Het wordt bovendien ook pragmatisch benaderd, niet overal zijn immers dezelfde organisatorische en financiële mogelijkheden. In dit plan is het uitgangspunt een keer per twee jaar de bomen met een verhoogd risico en eens per vijf jaar de bomen zonder verhoogd risico te inspecteren.

4.1- Waardevolle bomen

Wanneer is een boom waardevol? Heeft de boom dan een emotionele waarde zoals een 'gedenkboom' of wanneer deze kenmerkend of beeldbepalend is voor de plek? Een boom kan individueel waardevol zijn, maar kan ook onderdeel uitmaken van een waardevol geheel, bijvoorbeeld een lijnstructuur of een groep opgaande groenelementen. Voor het vaststellen of een boom waardevol is zijn een aantal criteria opgesteld. Om het kenmerk waardevol aan een boom toe te kennen moet het in ieder geval voldoen aan de basiscriteria.

De gemeente Winsum heeft een erfgoedcommissie welke hierbij mogelijk ook input kan leveren, dit geldt eveneens voor lokaal actieve organisaties zoals de historische verenigingen.

Criteria waardevolle bomen

Basiscriteria

  • 1.

    De boom moet niet in een onomkeerbare slechte conditie verkeren; volledig verval van de boom is niet binnen 10 jaar te verwachten.

  • 2.

    De geschatte leeftijd is aanmerkelijk hoger dan die van de bomen in de omgeving en de boom is bij voorkeur minstens 75 jaar oud, deze regel geldt niet voor gedenkbomen, cultuurhistorisch waardevolle bomen en bomen die deel uitmaken van de hoofdgroenstructuur.

  • 3.

    De boomsoort is van een duurzame houtsoort (voornamelijk eik, beuk, kastanje, linde, plataan en iep).

  • 4.

    De boom heeft een dusdanige habitus dat deze karakteristiek is voor de soort, of kan zich (gezien de plantomstandigheden) tot deze karakteristieke habitus ontwikkelen (dit geldt met name voor bomen met een ruimtelijke betekenis).

Specifiekecriteria

  • 1.

    Met betrekking tot de ruimtelijke betekenis

    • a.

      De boom is bepalend voor het karakter van de omgeving.

    • b.

      de boom vormt een onderdeel van een boomgroep of uniforme laanbeplanting die een karakteristieke structuur in de stad of landschap zichtbaar maakt.

    • c.

      De boom is herkennings- / oriëntatiepunt.

  • 2.

    Met betrekking tot de monumentale waarde

    • a.

      De boom is van een in de gemeente Winsum zeldzame soort.

    • b.

      De boom vormt onderdeel van een monumentale omgeving of van een cultuurhistorisch waardevol object.

    • c.

      De boom is gedenkboom ter gelegenheid van een belangrijke maatschappelijke gebeurtenis.

  • 3.

    Met betrekking tot de meer dan normale ecologische betekenis

    • a.

      De boom is onderdeel van een biotoop van (in de omgeving van de gemeente Winsum) schaars voorkomende planten- of diersoort.

    • b.

      De boom vormt schakel in keten van ecologische infrastructuur vormende elementen of neemt in een totaal versteend gebied een positie in die in de ecologische infrastructuur de functie van ‘stepping stone’ kan vervullen.

  • 4.

    Overige voorwaarden

    • a.

      De boom heeft dendrologische waarde (het belang als genenreservoir van de betreffende soort).

    • b.

      De boom is bijzonder door zijn habitus (vorm) bijvoorbeeld door uitzonderlijke hoogte of dikte, snoeiwijze, en dergelijke.

afbeelding 2

Bomen behouden

Voor een particuliere of gemeentelijke boom op de lijst 'te beschermen bomen’ verlenen burgemeester en wethouders geen toestemming om te kappen, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, een noodtoestand of een andere uitzonderlijke situatie.

Voor de eigenaar van een boom in de gemeente Winsum (waardevolle- en niet waardevolle bomen) gelden de volgende plichten;

  • §

    Instandhoudingplicht; door deze plicht mag de eigenaar de boom niet vellen of op andere wijze teniet laten gaan als de gemeente dit verbiedt.

  • §

    Zorgplicht; deze plicht legt de eigenaar naast het onderhoud van de boom een regelmatige controle op de uitwendige zichtbare gebreken op.

  • §

    Herplantplicht; wanneer een boom is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gedaan zonder een kapmelding te hebben gedaan, kunnen burgemeester en wethouders een herplantplicht opleggen.

Subsidieregeling waardevolle bomen

Een boom die op de lijst van waardevolle bomen staat, zal in principe niet geveld worden. Daar staat tegenover dat de Gemeente Winsum wil bijdragen aan het onderhouden van deze bomen. Op deze wijze laat de gemeente zien dat ze het daadwerkelijk van belang vindt om deze bomen in stand te houden. Zij wil dat op twee manieren doen.

De bomen worden opgenomen in de VTA-inspecties en de eigenaar kan beschikken over de inspectieresultaten. Hiermee krijgt een eigenaar frequent informatie over de vitaliteit en eventuele risico’s als gevolg van gebreken of aantastingen. De inspectie voorziet ook in een advies met te nemen maatregelen.

Daarnaast wil de gemeente een eigenaar financieel tegemoet komen en bijdragen in de kosten van het onderhoud. Er wordt daarvoor een fonds beschikbaar gesteld. Eens per 10 jaar kan men aanspraak maken op een subsidie voor onderhoud of aanvullend (op VTA-inspectie) onderzoek. De aanvraag moet een motivatie voor de maatregelen en een kostenbegroting door een erkend boomverzorgingsbedrijf bevatten. De aanvraag moet vooraf schriftelijk zijn ingediend. Het college beslist over de toekenning. De afdeling RCCT controleert de uitvoering welke door een erkend boomverzorgingsbedrijf moet worden gedaan.

De subsidie bedraagt maximaal 30 % van de kosten met een maximum van

€ 750.

4.2- Vervangen van bomen

Het vervangen van bomen is gericht op de lanen in Winsum. Hoe worden de laanstructuren behouden? Voor het behouden van lanen worden de volgende strategieën gehanteerd.

  • ·

    Bomen direct vervangen in een jonge laan als het leeftijdsverschil minimaal is.

  • ·

    Bij uitval in een oudere laan de bomen vervangen als op een deel van 50 meter het merendeel van de bomen verdwenen is of de vitaliteit onomkeerbaar is, dit gedeelte dan in 1 keer vervangen.

  • ·

    Als de vitaliteit van de hele laan onomkeerbaar is of als de verwachting is dat dit binnen 5 jaar optreedt dan in één keer de laan vervangen.

4.3- Planten van bomen

Om bomen een goede toekomst te geven worden alleen bomen geplant als ze ook tot volwassen bomen uit kunnen groeien zonder overlast te geven; ‘de juiste boom op de juiste plaats’. Het is belangrijk dat de groeiplaatsomstandigheden voldoende zijn voor de ontwikkeling van de boom. Voor het aanplanten van nieuwe bomen, de soort afstemmen op het omringende landschap.

Criteria aanplanten bomen

Onderwerp

Criteria

Ondergrondse ruimte

Alleen bomen aanplanten in plantvakken van minimaal 10 m2.

Verharding

·Géén bomen in verharding aanplanten, enkel in uitzondering bomen in verharding planten met extra maatregelen voor standplaatsverbetering.

·Geen soorten dicht langs verharding toepassen die ernstige wortelopdruk onder verharding veroorzaken tenzij er aanvullende maatregelen worden getroffen.

Vruchten

Geen vruchtdragende soorten toepassen op plaatsen waar overlast verwacht kan worden.

Boomgrootte

·De grootte van de boom afstemmen op de bovengrondse beschikbare ruimte en het profiel van de straat.

·Bomen langs grote doorgaande wegen waar mogelijk uitvoeren in bomen van de 1e of 2e grootte.

Soortenkeus

Alleen soorten toepassen die passen bij

·het omringende landschap,

·de grondsoort,

·het klimaat,

·het karakter van de omgeving (wijk/dorp)

Technische voorwaarden

Het aanplanten van bomen moet voldoen aan de technische voorwaarden ‘aanplanten jonge bomen’ uit de standaard RAW 2000.

4.4- Verwijderen van bomen in openbaar groen

Uitstervingbeleid

Bomen waarvan de standplaats niet optimaal is of soorten die niet passen bij het landschap worden niet in een keer verwijderd. Pas als de vitaliteit onvoldoende is of de boom gevaar oplevert wordt de boom gekapt. De lanen waarvan in de visie is aangegeven dat deze komen te vervallen verdwijnen op deze manier langzaam.

Overlast door gemeentelijke bomen

Soms vormen bomen de aanleiding tot klachten. Voor deze bomen komt dan een verzoek om te kappen binnen. De spelregels uit de APV (zie bijlage 2) blijven hierbij uiteraard ook van kracht. Wanneer deze geen aanleiding geeft om een aanvraag te weigeren, is het soms toch nog lastig om te beoordelen of een boom zoveel overlast geeft dat dit reden is om de boom te kappen.

In onderstaande tabel zijn een aantal richtlijnen opgenomen om te helpen bij de klachtenafhandeling en daarin een duidelijke lijn te trekken. In zeer ernstige gevallen van overlast kan de gemeente dan overwegen om extra maatregelen te treffen of het verzoek de boom te verwijderen te honoreren.

Afweging overlast door bomen

Klacht

Beleid

honingdauw/ roetdauwschimmel

Het algemeen belang van de boom gaat boven de overlast van luizen. Luizenplaag is vervelend, maar niet schadelijk. De plakkerige substantie kan overal weer worden afgewassen. In geval van herinrichting wordt aangeraden een soort te kiezen welke luizen niet als gastheer gebruiken.

vogeluitwerpselen

Overlast door vogeluitwerpselen valt onder te dulden overlast. Hierbij gaat het algemeen belang van de boom boven de overlast.

blad/naalden/vruchten

Overlast door blad, naalden of vruchten valt onder te dulden overlast. Hierbij gaat het algemeen belang van de boom boven de overlast.

lichtontneming

Bewoners moeten zo min mogelijk schaduwoverlast krijgen. Het is acceptabel wanneer bewoners een deel van de dag schaduw in hun huis of tuin hebben, mits de zon ook gedurende een deel van de dag binnenvalt. Als bomen aan de niet-zonzijde de lichtinval belemmeren, zal van geval tot geval beoordeeld worden of het algemeen belang zwaarder weegt of het particuliere belang. Historie zal hierin een rol spelen (was de boom er eerder of de bewoner).

wortels

Bij overlast van boomwortels van gemeentelijke bomen in particuliere tuinen, mag de aanwonende zonder toestemming van de boomeigenaar de wortels snoeien. Het snoeien van de wortels mag echter niet bedreigend zijn voor de boom.

takken

Overhangende takken over de erfgrens mogen worden gesnoeid. Dit mag echter niet leiden tot ernstige verminking of bedreiging van de boom.

allergieën

Wanneer personen allergisch reageren op bomen (stuifmeel), dan is dat geen reden om de boom te verwijderen

4.5- Verwijderen van particuliere bomen

Een particulier die een boom wil verwijderen moet, evenals de gemeente zelf, voldoen aan de regels zoals die staan in de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV 2011).

Op grond van de APV is het al mogelijk het vellen van een boom te verbieden als het op de lijst met van waardevolle en of monumentale bomen staat. In de APV is dit benoemd als ‘te beschermen bomen’ (APV afdeling 3 artikel 4:11b lid 3). Overigens moet deze lijst nog wel gevuld worden (zie hoofdstuk 4.1). Ook hierbij spelen de VTA gegevens een rol. Immers een boom die weinig toekomst- perspectief heeft, komt niet in aanmerking om middels deze lijst beschermd te worden.

Wanneer een boom niet is opgenomen in deze lijst geldt een algemene vrijstelling voor bomen met een doorsnede tot 20 cm (130 cm boven maaiveld). Er bestaat ook een vrijstelling voor een aantal boomsoorten in specifieke situaties (zie bijlage 2).

Als de vrijstelling niet van toepassing is, is een kapmelding verplicht. De aanvraag wordt dan beoordeeld op een aantal aspecten. De velling kan worden verboden op grond van de natuurwaarde, landschappelijke waarde, beeldbepalende waarde, cultuurhistorische waarde en de waarde voor de leefbaarheid van de beplanting.

Herplant

De APV geeft de mogelijkheid om herplant op te leggen als voorwaarde bij het vellen van bomen. Het kan ook worden toegepast als sanctie bij illegaal kappen. Er bestaan nu geen uitgangspunten wanneer en hoe herplantplicht wordt toegepast. In de huidige praktijk wordt het daardoor slechts weinig toegepast. Onderstaande tabel geeft aan wanneer en hoe herplant kan worden toegepast.

Herplant

Aanvrager

Situatie

Beslissing

Aanvullende voorwaarden

Particulier, instelling of bedrijf

Na kapmelding zonder ontvankelijk bezwaar

Herplantplicht als onbebouwd oppervlak aanééngesloten >150 m²

·minimale boommaat 12-14

·uitvoering <1 jaar na kap

·niet aangeslagen boom vervangen

·soort in overleg

Particulier, instelling of bedrijf

Kappen zonder dat de verplichte melding is gedaan

(illegale kap)

Herplantplicht

·minimale maat 18-20

·uitvoering <1 jaar na kap

·niet aangeslagen boom vervangen

·soort door gemeente te bepalen

Particulier, instelling of bedrijf

Velling opgelegd door Gemeente Winsum

Geen herplantplicht

Gemeente Winsum

Na kapmelding zonder ontvankelijk bezwaar

Herplantplicht als boom deel is van een gewenste boomstructuur (Hst.6 en 7)

·minimale maat 12-14

·uitvoering <1 jaar na kap

·niet aangeslagen boom vervangen

Gemeente Winsum

Kappen zonder dat de verplichte melding is gedaan

(illegale kap)

Herplantplicht

·minimale maat 18-20

·uitvoering <1 jaar na kap

·niet aangeslagen boom vervangen

4.6- Onderhoud gemeentelijke bomen

Om de gemeentelijke bomen zo goed mogelijk in stand te houden moet planmatig onderhoud worden gepleegd.

De volgende beheerstrategie moet daarvoor worden gevolgd:

  • ·

    Jaarlijkse onderhoudsronde waarbij een deel van het bomenbestand wordt gesnoeid;

  • ·

    VTA-inspectie waarbij frequentie afhankelijk is van gevaarzetting;

  • ·

    Nader onderzoek dan VTA-inspecties symptomen voor inwendige gebreken laten zien;

  • ·

    Incidenteel nav meldingen en stormschade.

In de door de raad vastgestelde Kwaliteitsvisie Groen is de gewenste kwaliteit beschreven. De kwaliteit wordt aangeduid als ‘Basis Accent’. Voor bomen betekent dit dat de veiligheid gegarandeerd is en onder normale omstandigheden ontstaan er weinig schades en onveilige situaties.

Foto 2

Snoeiwerkzaamheden

Om aantoonbaar aan de zorgplicht te voldoen is regelmatige inspectie nodig van alle bomen. Hiermee worden eventuele risico’s in beeld gebracht op grond van uiterlijke kenmerken. Ook geeft het duidelijkheid over de vitaliteit van de bomen.

Naast het minimaliseren van risico’s kunnen de uitkomsten ook worden benut als onderbouwing bij het onderhouden, kappen en vervangen van bomen. Samen met de voorschriften uit de APV en de tabel Afweging overlast door bomen’ vormt dit de leidraad bij de keuze om een boom wel of niet te kappen.

afbeelding 3

Categorie

Totaal

Windsingelboom

350

Straat- / laanboom

8796

Solitaire boom

30

Lei- / vormboom

59

Knotboom

738

Boomgroepboom

1830

Eindtotaal

11803

Ziekten en plagen

Behalve door ruimtelijke ontwikkelingen worden bomen soms ook bedreigd door verschillende ziekten en plagen. De Gemeente Winsum is daarom ook aangesloten bij de Stichting Iepenwacht Groningen (SIG). Deze verzorgt de inventarisatie en sanering van de door de iepziekte aangetaste iepen. Deze boomsoort is in het kustgebied altijd erg beeldbepalend geweest. Het is daarom ook cultuurhistorisch van belang dat deze weer meer aangeplant kan gaan worden. Bij de start van de Iepenwacht (2005) was het uitvalpercentage nog meer dan 10%, nu is dat gedaald tot 1%. Hierdoor is het nu weer verantwoord geworden om de beeldbepalende iepenlanen weer in ere te herstellen. Middels een subsidie uit het Waddenfonds wordt de komende jaren gewerkt aan herstel van iepenbeplantingen in de waddengemeenten. Winsum is weliswaar geen Waddengemeente maar mag, voor het deel wat noordelijk van het Winsumerdiep ligt, toch daaraan meedoen.

Omdat er de laatste jaren sprake is van een aantal andere ziekten en plagen bij bomen wordt momenteel onderzocht of de SIG ook daarbij een coördinerende functie kan vervullen. De Iepenwacht zal dan omgevormd worden tot een breder georiënteerde ‘Bomenwacht’. Dat is van belang omdat de problematiek immers niet stopt bij de gemeentegrens. En dat een gezamenlijke aanpak goed kan werken blijkt al uit de resultaten van de iepziektebestrijding. Het voorlopige plan bestaat uit het kunnen aanbieden van modules waarbij iedere deelnemer zijn keuze kan maken.

Voorgesteld wordt om in principe hierbij aan te sluiten, en ook bij te dragen aan de eventuele ontwikkelkosten voor een nieuwe opzet van de SIG.

In onderstaande tabel staan de meest voorkomende ziekten en plagen.

Ziekten en plagen

Boomsoort

Gevolgen

Iepziekte

Iep (Ulmus)

Afsterven

Kastanjebloedingsziekte

Paardekastanje (Aesculus hippocastanum)

Afsterven

Watermerkziekte

Wilg (Salix)

Afsterven

Essentaksterfte

Gewone Es (Fraxinus excelsior)

Afsterven

Eikenprocessierups

Eik (Quercus)

Overlast

Gezondheidsklachten

Wilgenhoutrups

Oa. wilg, es, populier, ….

Bedreigen stabiliteit

Met uitzondering van de eik zijn de genoemde boomsoorten belangrijk voor het landschap in de Gemeente Winsum. Ook in de dorpen komt de eik relatief weinig voor maar wordt hier wel benoemd omdat de overlast van de eikenprocessierups groot kan zijn. Afhankelijk van de verdere ontwikkeling zal op een gegeven moment monitoren een logische eerste stap zijn. De aangetroffen aantallen bepalen of er vervolgstappen nodig zijn.

De overige boomsoorten komen in grotere aantallen voor en derhalve kunnen aantastingen een grote impact hebben. De gevolgen betreffen naast het aanzicht van dorpen en landschap ook de kosten van sanering.

Een andere boomziekte met impact is de aantasting van beeldbepalende kastanjebeplantingen door de Kastanjebloedingsziekte. De kastanjes rondom de begraafplaats van Sauwerd zijn daarom ook allemaal verwijderd. Gezien hun omvang was het een erg beeldbepalende beplanting en daardoor ook een pijnlijke ingreep. We moeten er ook niet aan denken dat dit met nog meer van deze boombeplantingen zal gebeuren. Toch is die mogelijkheid niet denkbeeldig. Dat is ook de reden dat wij, samen met de gemeente Groningen en wetenschappelijk begeleid door Alterra Wageningen, meedoet aan een proef om bestrijdingsmethoden te onderzoeken tegen de kastanjebloedingsziekte. Wij zijn namelijk van mening dat we de mogelijkheid om ook zelf een actieve bijdrage te leveren moeten aangrijpen.

Foto 3

Het gevolg van Kastanjebloedingsziekte

In het verleden zijn veel boomsoorten toegepast die relatief snel een volwassen beeld opleveren. Deze soorten hebben het nadeel dat ze een relatief korte omlooptijd kennen. Het zijn vooral de zogenaamde zachte houtsoorten wilg, populier en abeel. We zien dat vooral terug in de uitbreidingsplannen van de jaren zeventig. De wijk Ripperda is daar een uitgesproken voorbeeld van. Deze bomen komen nu in een fase dat ze beginnen af te takelen en bovendien regelmatig aanleiding zijn voor klachten. Om problemen te voorkomen en meer variatie in leeftijd en soorten te krijgen is een gefaseerde renovatie van deze bomen nodig. Een beknopt overzicht hiervan treft u aan in bijlage 1. Deze lijst is niet volledig maar bevat wel de meest opvallende en ingrijpende locaties.

4.7- Voorlichting

Om het belang van bomen onder de aandacht te brengen is educatie en voorlichting van belang.

Een jaarlijks terugkerend iets is de nationale boomfeestdag voor basisscholen (groep 7 en 8). Wanneer er geschikte locaties beschikbaar zijn, doet de gemeente Winsum daar aan mee. Er wordt dan aangehaakt bij al bestaande uitvoeringsplannen. Daarnaast wordt aan scholen een lespakket aangeboden over bomen. Aanvullende (natuur)educatie wordt door de gemeente niet gefacilliteerd.

afbeelding 4

Middels vrijwilligers- en natuurwerkdagen kunnen bewoners meer betrokken worden bij het onderhoud aan beplantingen en bomen. Ook hiervoor geldt dat er geschikte locaties voorhanden moeten zijn.

Er is binnen de gemeente een aantal objecten die (deels) door een werkgroep van burgers worden onderhouden. Door de aanwezige kennis in deze werkgroepen wordt kennis overgedragen en betrokkenheid gecreëerd. Ontbrekende kennis wordt geleverd door de inbreng van de gemeentelijke organisatie of extern door bijvoorbeeld Landschapsbeheer Groningen.

Locatie

Omschrijving

Kruisweg Den Andel

Landschappelijke beplanting

Appelhof Winsum

Hoogstam boomgaard

Oude Kievesterweg Rasquert

Knotwilgen

Abbeweersterweg Tinallinge

Landschappelijke beplanting

Foto 4

Snoeien door vrijwilligers in de Appelhof

Het bestempelen van bomen als waardevol heeft consequenties voor de eigenaar van een boom. Er kan informatie worden aangeboden middels een folder en de website van de gemeente. Door deze bomen en hun waarde onder de aandacht te brengen ontstaat ook meer begrip voor de beschermde status.

5- Landschappen in de gemeente Winsum

Het landschap van de gemeente Winsum behoort tot een van de oudste cultuurlandschappen van Europa. Het karakter van het landschap kan worden opgedeeld in een drietal verschillende gebieden:

A - De kustpolders

B - Het wierdenlandschap

C - Het centraal kleigebied

Het wierdenlandschap binnen de gemeente Winsum is vervolgens weer onder te verdelen in drie karakteristieke gebieden; B1 - Reitdaldiep, B2 Middag-humsterland en B3 Winsum-Baflo. (Bron: Landschapsvisie Winsum 1995).

afbeelding 5

Kustpolder

Kenmerken landschap

  • ·

    Patroon van dijken vrijwel evenwijdig aan de kustlijn

  • ·

    Wegen en waterlopen loodrecht op de dijken

  • ·

    Wegen en dijken vrij van bomen en beplanting

  • ·

    Grootschaligheid en rechtlijnigheid in verkavelingstructuur

  • ·

    Openheid zeer karakteristiek

  • ·

    Vergezichten bieden rust en ruimte

  • ·

    Erven als eilanden in het open landschap

  • ·

    Puntsgewijze opgaande (boom)beplanting rond de erven

Foto 5

Wierdenlandschap

Het wierdenlandschap bestaat uit drie karakteristieke gebieden, het Reitdiepdal, Middag- Humsterland en het landschap rondom Winsum-Baflo.

Reitdiepdal (B1)

Kenmerken landschap

  • ·

    Waterloop Reitdiep aan twee zijden voorzien van een hoge dijk

  • ·

    Restanten van oude meanders en de waterloop van het Reitdiep aanwezig

  • ·

    Onregelmatige verkaveling, volgend aan oude meandervormen

  • ·

    Zware klei maakt de gronden voornamelijk geschikt als weidegebied

  • ·

    Gronden nu veelal als rustgebied voor flora en fauna (EHS)

  • ·

    Wegen zijn veelal niet doorgaand

  • ·

    Gebied is zeer open met daarin verspreid liggend boerderijen met erfbeplanting

  • ·

    In het gebied komen geen dorpen voor

Foto 6

Middag - Humsterland (B2)

Kenmerken landschap

  • ·

    Open landschap met weidse zichten

  • ·

    Kleinschalige, onregelmatige (blok)verkaveling

  • ·

    Kleilandschap geschikt voor grasland en veeteelt

  • ·

    Bebouwing met karakteristieke koprompboerderijen en wierdendorpen

  • ·

    Beschermde dorpsgezichten zijn Garnwerd en Ezinge

  • ·

    Dorpssilhouet van torenspits in het groen

  • ·

    Verspreid in het gebied komen verlaten wierden voor

  • ·

    Voorkomen radiale wierdedorpen (Ezinge en Garnwerd)

  • ·

    Voorkomen van rechthoekige wierdedorp (Feerwerd)

  • ·

    Traditioneel windmolens van ver zichtbaar

  • ·

    Slingerende dijk als begrenzing van het gebied

  • ·

    Middag-Humsterland heeft de status van Nationaal Landschap

Foto 7

Winsum - Baflo (B3)

Kenmerken landschap

  • ·

    Hogere gronden van de kwelderwallen geschikt voor bewoning

  • ·

    Concentratie van bewoning in wierdedorpen; wierdenreeks Winsum-Baflo

  • ·

    Verschillende typen van wierdedorpen, radiaal (Baflo en Rasquert) en rechthoekig (Winsum en Tinallinge)

  • ·

    Afwisseling tussen openheid en beslotenheid (rond Winsum en Baflo)

  • ·

    Gronden geschikt voor zowel weidegronden als akkerbouw

  • ·

    Grootschalige, onregelmatig blokverkaveling

  • ·

    Open kleilandschap met verspreide ligging van boerderijen

  • ·

    Veelal monumentale erfbeplanting rond boerderijen aanwezig

  • ·

    Structurerende lijnen van wegen (N361) en water (Winsumerdiep, kanaal Baflo-Mensingeweer)

Foto 8

Centraal kleilandschap

Kenmerken landschap

  • ·

    Open weidegebied met lage ligging achter de kwelderwal

  • ·

    Verspreid liggende boerderijen

  • ·

    Karakteristieke (veelal doodlopende) insteekwegen

  • ·

    Insteek wegen voorzien van natuurlijke opgaande beplanting

  • ·

    Verkaveling blokvormig tot opstrekkend

  • ·

    Spoorverbinding als hoog dijkelement in de open ruimte

Foto 9

6 - Streefbeelden boomstructuren in het Landschap

De visiekaart bomenstructuur in het landschap is een samenstelling van thema's uit het LOP die van belang zijn voor de gemeentelijke bomenstructuur. Zo zijn de thema's wegbeplantingen, dijken, dorpen, historische terreinen en erven doorvertaald naar de situatie in de gemeente Winsum. De visiekaart moet vooral beschouwd worden als richtinggevend voor toekomstige ontwikkelingen en geeft het wensbeeld voor de landschappelijke bomenstructuur weer.

De praktijk zal moeten uitwijzen of de beoogde structuren haalbaar zijn. In een aantal situaties is de gemeente bijvoorbeeld geen eigenaar van de grond en zal ze weinig of geen invloed hebben op de gewenste situatie. Er is soms ook sprake van gecompliceerde situaties waardoor het technisch gezien erg lastig wordt. Het financiële aspect zal dan waarschijnlijk veelal doorslaggevend zijn. Daarbij moet niet alleen worden gekeken naar de kosten voor realisatie maar ook naar de toename van onderhoudskosten doordat het bomenbestand dan zal toenemen.

De praktijk zou kunnen zijn dat een structuur alleen in een andere vorm haalbaar is dan hier is afgebeeld. Een dubbele bomenrij zou een enkele rij kunnen worden. Ook kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een ruimere plantafstand. De getoonde beelden moeten daarom nadrukkelijk als streefbeelden worden beschouwd.

Wegbeplantingen

De wegbeplantingen komen naar voren als structuurdragers van het landschap. Het toepassen van wegbeplanting in een open landschap heeft een zorgvuldige afweging nodig. Het LOP pleit voor een eenduidige aanpak, eenduidig in soort, van begin tot eind, met dezelfde leeftijd en dezelfde vorm. De nieuwe wegbeplantingen zijn de monumentale lanen van de toekomst.

Categorie 1 - Hoofdstructuur; monumentaal beplant

Dit zijn oude verbindingswegen over de kwelderruggen, in de gemeente Winsum is dit de lijn van Adorp-Sauwerd-Winsum-Baflo-Rasquert (N361-N363) en de N361 van Winsum naar Mensingeweer en Ulrum. De beslotenheid van de kwelderruggen wordt ondersteund door het toepassen van een monumentale bomenrij met bomen van de eerste grootte. De bomen kunnen zowel langs de bestaande provinciale N-wegen als het (deels) naastgelegen oude tracé komen. Mogelijke ontwikkelingen (N361) en verdere uitwerkingen in de toekomst afstemmen met de provincie en naastgelegen gemeenten.

Categorie 2 - Laanbeplanting ter markering van de parallelle kwelderruggen

Dit is de weg van Den Andel naar Warffum en van Den Andel naar Westernieland. Strategie is om de weg hier eenduidig aan te planten maar wel ondergeschikt aan de hoofdstructuur in categorie 1. De ondergeschiktheid kan tot uitdrukking komen in zowel de beplantingswijze als in boomgrootte. Mogelijke ontwikkelingen en verdere uitwerkingen in de toekomst afstemmen met naastgelegen gemeenten.

Categorie 3 - Eventueel beplante wegen in het wierdenlandschap

Strategie vanuit het LOP is wegen in hun geheel wel of geheel niet te beplanten. Bij de vertaling naar de gemeente Winsum is gekozen om de bestaande lanen te handhaven en/of te versterken en de onbeplante wegen bij voorkeur niet te beplanten. Bij wegen die voorzien zijn van natuurlijke begroeiing (spontaan opkomen van hakhout) zorgen dat de verdichting langs de wegen beperkt blijft en er openheid en zicht naar het omliggende landschap blijft. Het is niet de bedoeling dat uit natuurlijke beplanting boomvormende beplanting ontstaat.

Categorie 4 - De wegen zijn onbeplant

Het gaat hier om de meest open landschappen. Voor de gemeente Winsum zijn dit de wegen in het kustgebied. Door het onbeplant laten van de wegen onderscheiden ze zich nadrukkelijk van het wierdenlandschap. Nieuwe aanplant is in deze gebieden niet gewenst, eventuele boombeplanting dient op termijn te worden verwijderd. Een voorbeeld hiervan is de Noordpolderweg bij Den Andel.

Categorie 5 - Beplantingen langs de insteekwegen (aanvulling op het LOP)

Dit zijn de wegen in het centraal kleilandschap. Het patroon van rechte toegangswegen naar de boerenerven wordt op kleine schaal aangezet met opgaande (boom) beplanting. De beplanting heeft een natuurlijke onregelmatigheid, zo blijft er zicht naar het omliggende landschap.

Categorie 6 -Bomen langs grotere waterwegen (aanvulling op het LOP)

De boombeplantingen langs de grotere waterverbindingen van het Aduarderdiep en het Winsumerdiep. De beplanting staat op enige afstand van de watergang, langs de weg. De (boom)beplanting is natuurlijk van aard en bestaat uit 'water' gerelateerde soorten. Het ritme van de beplanting is afgestemd op accenten en aanleidingen in het landschap. Zo blijft de gewenste transparantie en zicht in het landschap gewaarborgd.

Dijken

Het LOP legt een accent op het kenmerkende dijkenpatroon rond het Reitdiep. De bestaande dijken kunnen worden beplant met meidoorns. Voorstel vanuit het LOP is om de dijktracés die verdwenen zijn te herstellen en eveneens te voorzien van meidoorns. De tracés in de gemeente Winsum zijn overgenomen vanuit het LOP. Haalbaarheid voor het herstellen van de dijkracés en de aanplant van de meidoorns moet in de toekomst onderzocht worden.

Dorpen

De verschillende dorpsidentiteiten kunnen worden versterkt door de aanplant van passende boomstructuren. Voor elk dorp is een visiekaart (hoofdstuk 7) gemaakt met daarin de gewenste ontwikkelingen voor de bomenstructuur. De kaart bevat uitwerkingen op maat om de unieke kwaliteiten en structuren van elk dorp herkenbaar te houden en of te versterken. Hierbij worden historische structuren hersteld of nieuwe kansen benut. Er is aandacht voor thema's als radiale en rechthoekige wierdedorpen, dorpsbossen en dorpsranden. De visiekaart is richtinggevend voor eventuele ontwikkelingen in de toekomst.

Momenteel (voorjaar 2012) wordt het gesubsidieerde project ‘Groene dorpen Ezinge’uitgevoerd. Dit is een initiatief van dorpsbewoners en is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de gebiedscommissie.

Historische terreinen

De structuren van verlaten wierden, bestaande en voormalige borgen en begraafplaatsen buiten het dorp zijn overgenomen uit het LOP. De begraafplaatsen buiten het dorp zijn uitgebreid, naast de begraafplaats in Sauwerd zijn nu ook de begraafplaatsen van Winsum, Garnwerd, Feerwerd, Saaxumhuizen en Baflo opgenomen. Over het behouden en of versterken van het monumentaal groen op historische terreinen en begraafplaatsen in de gemeente Winsum zal nog nadere uitwerking nodig zijn.

Agrarische erven

Alle agrarische erven in de gemeente zijn aangegeven op de kaart. Vanuit het LOP is aangegeven dat het wenselijk is om de erven een inrichting mee te geven die waardevolle en kenmerkende structuren binnen het wierden-, kust-, of centraalkleilandschap ondersteunen en versterken. De gemeente Winsum staat open voor stimulering van erfbeplanting wanneer mogelijkheden hiervoor zich aandienen. In dit kader draagt gemeente Winsum evenals de gebiedscommissie Middag- Humsterland ook bij aan het project ‘Herstel boerenerven Middag-Humsterland’.

afbeelding 6

Samenvatting beleidsvisie

Cat.

Omschrijving

Laanbomen

Natuurlijke wegbeplanting

Bestaand

Nieuw

1

Wegen hoofdstructuur: N361 en N363

Deels

Ja (versterken)

Hakhoutcultuur:

·solitaire of groepjes struiken

2

Wegen parallelle hoofdstructuur:

Warffum-Den Andel-Westernieland

Deels

Ja,

Den Andel-Westernieland

Hakhoutcultuur:

·solitaire of groepjes struiken

3

Wegen wierdenlandschap

Handhaven

Nee

·boomvormers en struiken incidenteel toestaan

·streven naar open zicht

4

Wegen onbeplant: kustlandschap

Sterfhuisconstructie

Nee

Hakhoutcultuur:

·boomvormers niet toestaan

·solitair of groepjes struiken

5

Wegen insteekwegen kleilandschap

Nee

Beperkt/ natuurlijke onregelmatigheid

Hakhoutcultuur:

·alleen incidenteel uit laten groeien tot boom

6

Wegen waterverbindingen:

Winsumerdiep, Aduarderdiep

Nee

Nee

Hakhoutcultuur:

·alleen incidenteel uit laten groeien tot boom

·solitair of groepjes struiken

Dijken (voormalige dijktracés rond Reitdiep)

Nee

Nee (m.u.v. bakenbomen bij dijkcoupures)

·aanplant voormalige dijktracés met meidoorn

Dorpen

Handhaven overéénkomstig visie bomenstructuur per dorp wanneer:

·praktisch uitvoerbaar

·toekomstbestendig

Versterken overéénkomstig visie bomenstructuur per dorp wanneer:

·praktisch uitvoerbaar

·toekomstbestendig

Hakhoutcultuur:

·Handhaven overéénkomstig visie

·incidenteel uit laten groeien tot boom

·voornamelijk in dorpsranden

Historische terreinen

Handhaven

·overéénkomstig visie bomenstructuur per dorp

Indien mogelijkheden zich voordoen structuren versterken.

Indien mogelijkheden zich voordoen structuren versterken.

Boerenerven

Handhaven:

·gebruik maken van herplantplicht

Indien mogelijkheden zich voordoen stimuleren van aanplant.

Indien mogelijkheden zich voordoen stimuleren van goed beheer.

7 – Streefbeelden boomstructuren in de dorpen

De visiekaart per dorp geeft het streefbeeld weer voor de bomenstructuur in de dorpen. De kaartbeelden en beschreven visie zijn ook hier nadrukkelijk richtinggevend voor toekomstige ontwikkelingen en moeten daarom vooral worden gezien als streefbeeld. De foto’s met voorbeelden betreffen niet alleen gemeentelijke bomen en beplanting.

De praktijk zal moeten uitwijzen of de beoogde structuren haalbaar zijn. In een aantal situaties is de gemeente bijvoorbeeld geen eigenaar van de grond en zal ze weinig of geen invloed hebben op de gewenste situatie. Er is soms ook sprake van gecompliceerde situaties waardoor het technisch gezien erg lastig wordt. Het financiële aspect zal waarschijnlijk veelal doorslaggevend zijn. Daarbij moet niet alleen worden gekeken naar de kosten voor realisatie maar ook naar de toename van onderhoudskosten doordat het bomenbestand dan waarschijnlijk zal toenemen.

De praktijk zou kunnen zijn dat een structuur alleen in een andere vorm haalbaar is dan hier is afgebeeld. Een dubbele bomenrij zou een enkele rij kunnen worden. Ook kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een ruimere plantafstand.

Foto 10

Bomenstructuur Den Andel

Identiteit: dijkdorp in open kustlandschap

Strategie op hoofdlijnen: dijk op oude kwelderwal in groter geheel aanzetten

Visie boomstructuur:

  • ·

    Oude dijk tot aan Warffum beplanten, gelijksoortig- en gelijkvormigheid afstemmen met buurgemeente

  • ·

    Andelsterweg/Tammesweg van Rasquert tot aan Westernieland beplanten, gelijksoortig- en gelijkvormigheid afstemmen met buurgemeente

  • ·

    Zicht op molen De Jonge Hendrik behouden, bomenrij hiervoor lokaal onderbreken

  • ·

    De streekweg, de historische verbindingsweg, beplanten met wegbeplanting aan twee zijden. Accent leggen door gebruik van een afwijkende boomsoort dan de beplanting langs de Oude dijk en Andelsterweg/Tammesweg.

  • ·

    Monumentale bomen rond de pastorie en kerk beschermen en behouden.

  • ·

    Bomen en hagenstructuur rond de begraafplaats behouden.

  • ·

    De woonstraten van de Boschweg, Oosterweg en de Sagittariusweg enkelzijdig beplanten met een 3e grootte boom.

afbeelding 7

Foto 11

Bomenstructuur Saaxumhuizen

Identiteit: wierdedorp in open wierdenlandschap

Strategie op hoofdlijnen: Dorp verbinden met het landschap

Visie boomstructuur:

  • ·

    Lus van Den Andel naar Lutke Saaxum eenduidig beplanten aan weerszijden van de weg

  • ·

    Open beeld aan de noordzijde bevorderen, de Hornsterweg en Nienhuisweg vrij houden van beplanting

  • ·

    Versterken boomstructuur op de begraafplaats. Begraafplaats omkaderen met strakke haag, de bestaande bomenrij hierin opnemen. Enkele zichtlijnen met doorzicht naar het landschap open laten, de haag komt daar te vervallen.

  • ·

    Kerk met kerktuin, boomstructuur versterken in samenhang met de overige beplanting

  • ·

    Behouden en stimuleren karakteristieke erfbeplanting

afbeelding 8

Foto 12

Bomenstructuur Adorp

Identiteit: Wierdedorp langs oude meander in open landschap

Strategie op hoofdlijnen: Historische patronen zichtbaar houden

Visie boomstructuur:

  • ·

    Provinciale weg aan twee zijden beplanten, dit onderbreken bij de ronding aan de Molenweg. Het zicht hier openhouden naar het landschap, zicht op de molen, zicht op de wierden.

  • ·

    Versterken erfbeplanting rond het erf in de kom van de Molenweg.

  • ·

    Structuur van Populierenlaan van de Wierumerschouwsterweg doorzetten tot in het dorp, na de kruising met de Torenweg de bomenlaan alleen aan de landschapszijde doorzetten.

  • ·

    Langs de oude dorpswegen (Torenweg en Spoorlaan) de boomstructuren in de dorpstuinen behouden en stimuleren.

  • ·

    Accent leggen op Café het Witte Hoes, de witte gevel duikt op uit het groen van nieuw te planten boomgroepen.

  • ·

    Behouden van de boomstructuur in de kerktuin en van de bomen in combinatie met de haag rondom de begraafplaats

  • ·

    Duurzame boomsingel ontwikkelen rond het sportveld

afbeelding 9

Foto 13

Bomenstructuur Sauwerd

Identiteit: wierdedorp in ontwikkeling

Strategie op hoofdlijnen: kern en randen versterken

Visie boomstructuur:

  • ·

    De provinciale weg N361 buiten de kern versterken met een boombeplanting aan twee zijden.

  • ·

    De N361 doorsnijdt de cirkel van de oude wierde in de kern van het dorp, hier puntsgewijs boomgroepen planten om het stenige wegprofiel te verzachten.

  • ·

    De oude stationslaan in ere herstellen, het stationsplein accentueren met boomgroepen.

  • ·

    Kerktuin (kerk Oude Winsumerweg) en kerkplein (kerk Kerkstraat) vergroenen

  • ·

    Dorpsrand noord, dichte singels sportpark sluiten aan op boomstructuur begraafplaats, dit behouden.

  • ·

    Dorpsrand noord, openheid met zicht op de molen richting klein Wetsinge behouden.

  • ·

    Dorpsrand west, erfbeplanting stimuleren, erven als eilanden langs de Singelweg.

  • ·

    Dorpsrand zuid, privé tuinen met beplanting vormen overgang naar open landschap.

afbeelding 10

Foto 14

Bomenstructuur Groot Wetsinge en Klein Wetsinge

Identiteit: Dorpen tussen dijk en kwelderwal

Strategie op hoofdlijnen: Openheid in combinatie met puntverdichting in het oude cultuurlandschap versterken

Visie boomstructuur:

  • ·

    Open ruimtes in het landschap behouden tussen Sauwerd en Klein Wetsinge, tussen Klein Wetsinge en Groot Wetsinge, tussen Groot Wetsinge en Winsum.

  • ·

    Erfbeplanting versterken bij boerderijen in de openheid.

  • ·

    Behouden (monumentale) beplantingen bij de kerken

  • ·

    Behouden karakteristieke beplantingselementen als solitaire bomen of knotwilgen langs toegangswegen tot de dorpen.

  • ·

    Beplantingselementen in dorpstuinen versterken (b.v. boomgaarden, leilindes).

afbeelding 11

Foto 15

Bomenstructuur Ezinge

Identiteit: Wierdedorp in open polder

Strategie op hoofdlijnen: Openheid aan de zijde van de oude wierde, beslotenheid aan de zijde van het nieuwe dorp

Visie boomstructuur:

  • ·

    Openheid in landschap rond afgegraven wierde behouden.

  • ·

    Torenstraat vrij van bomen zodat zicht op de kerktoren behouden blijft.

  • ·

    Behouden van de bomen in de kerktuin.

  • ·

    Langs de hoofdweg Van Swinderenweg/Nieuwestreek enkelzijdig een laan aanplanten, de zijde van het water blijft vrij van bomen.

  • ·

    Entree met treurwilgen bij het water behouden.

  • ·

    Behouden boomstructuur en haag rond begraafplaats.

  • ·

    Versterken overgang dorpsrand Notweg door aanplant bomenweide.

  • ·

    De Allersmaborg verankeren in de omgeving door het historische beeld te herstellen. Een enkelzijdige bomenlaan vanuit Ezinge tot aan het erf bij Aduarderzijl

  • ·

    Allersmaborg, cultuurhistorische tuinen en erfbeplanting, monumentale bomenstructuur beschermen.

  • ·

    Zichtbaarheid en beleving van de borg verbeteren. Bomen- en beplantingsstructuur beter beheren en onderhouden, herkenbare structuren gaan nu verloren in de dichte massa.

afbeelding 12

Foto 16

Bomenstructuur Aduarderzijl

Identiteit: Wonen op de grens van water en land

Strategie op hoofdlijnen: zichtbaar houden van de cultuurhistorische watersystemen

Visie boomstructuur Aduarderzijl:

  • ·

    Openheid rond het sluiscomplex, accent van karakteristieke leilinden bij het Waarhuis behouden.

  • ·

    Zijlsterweg enkelzijdig beplanten vanaf het einde van het dorp tot aan de kruising bij Feerwerd.

  • ·

    Antumerweg enkelzijdig beplanten vanaf de Hunzebocht tot aan de Swinderenweg bij Garnwerd.

  • ·

    Aduarderdiep voorzien van opgaande beplanting met een waterrijk karakter. Zorgvuldig zoeken naar aanleidingen in het landschap om een solitaire es of elzen pluksgewijs aan te planten.

afbeelding 13

Foto 17

Bomenstructuur Feerwerd

Identiteit: Rechthoekige wierde met twee landschappelijke 'lussen'

Strategie op hoofdlijnen: behouden van de boomstructuur in het landschap, versterken van de boomstructuur bij dorpse elementen

Visie boomstructuur:

  • ·

    Versterken entree van het dorp over het Oldehoofsche kanaal; zichtbaar maken van de entree door het open houden van opgaande (onder)beplanting. Solitaire bomen in het zicht.

  • ·

    Tuin rondom de kerk versterken, eenheid in beplanting- en boomstructuur.

  • ·

    Dorpsrand bij de 'lus' aan de Valgeweg open houden van bosplantsoen en heesters. Behouden van het beeld van solitaire bomen en kleine boomgroepen op de rand van de wierde.

  • ·

    Behouden van de boomstructuur en de hagen van de begraafplaats.

  • ·

    'Lussen' rond het dorp vrijhouden van beplanting.

  • ·

    Langs de hoofdweg Torensmaweg/Mentaweg enkelzijdig een laan aanplanten, de zijde van het water blijft vrij van bomen (uitstervingsbeleid voor huidige bomen).

afbeelding 14

Foto 18

Bomenstructuur Garnwerd

Identiteit: Wierdedorp met rondgang door oud en nieuw

Strategie op hoofdlijnen: twee rondgangen verschillend benaderen in boomstructuur

Visie boomstructuur:

  • ·

    Boomstructuur in oude deel van het dorp pluksgewijs, beschermen en behouden van monumentale bomen. Oude beplantingselementen als leilinden versterken het karakteristieke beeld langs de rondgang van de Burgemeester Brouwersstraat.

  • ·

    Behouden van de open ruimtes in het dorp, mooie doorzichten naar de dorpstuinen met waardevolle boombeplanting.

  • ·

    Boomstructuur in de kerktuin versterken in samenhang met de overige beplanting.

  • ·

    Boomstructuur in het nieuwe deel van het dorp versterken door het aanplanten van een bomenlaan langs de rondgang van de Krassumerstraat/Hunzeweg.

  • ·

    Behouden van de bomenrij als overgang tussen dorp en landschap bij de Akkerstraat.

  • ·

    Bomen aan weerszijden langs de Torensmaweg tot aan de kruising met het Aduarderdiep. Daarna een enkelzijdige boombeplanting zodat de zijde van het water vrij blijft van bomen.

afbeelding 15

Foto 19

Foto 20

afbeelding 16

Bomenstructuur Winsum

Identiteit: Wierden langs het water

Strategie op hoofdlijnen: versterken randen en karakters van de wijken

Visie boomstructuur:

  • ·

    Behouden en beschermen van de boomstructuur op de wierden en in de kerktuinen.

  • ·

    Behouden en versterken waterrijke beplanting langs het Winsumerdiep.

  • ·

    Versterken boomstructuur langs de provinciale weg N363.

  • ·

    Behouden boomstructuur langs begraafplaats.

  • ·

    Versterken laanstructuur naar het station.

  • ·

    Behouden en beschermen van de boomstructuren in de tuinen aan weerszijden langs het Bellingeweer (o.a. rond het gemeentehuis), monumentale bomen opnemen in lijst waardevolle bomen.

  • ·

    Versterken boombeplanting bij het station en het stationsplein; meer massa, bijzondere boomsoorten, betere standplaatsvoorzieningen.

  • ·

    Versterken erfbeplanting rond Ripperdaheerd, meer zichtbaar en beleefbaar maken vanuit de wijk.

  • ·

    Behouden openheid rond de molens.

  • ·

    Randen; singels rond de sportterreinen en bedrijfsterreinen, beslotenheid.

  • ·

    Randen; lanen met doorzichten naar het landschap langs de woonwijken, transparantie.

  • ·

    Potmaarbos op enkele plekken openmaken, maken van zichtlijnen naar het omliggende landschap.

  • ·

    Waterstructuren; in wijken Ripperda en Potmaar meer openheid in het groen langs het water, water moet beleefbaar blijven.

  • ·

    Waterstructuren; in wijk de Brake, stimuleren van aanplanten van solitaire bomen en kleine boomgroepen die het water begeleiden en de waterrijke sfeer versterken.

  • ·

    Dorpsbos langs wijk Obergum op enkele plekken transparanter maken, zichtlijnen het omliggende landschap in.

  • ·

    Versterken (provinciale) verbindingsweg naar Onderdendam; aan weerszijden van de weg laanbeplanting.

Foto 21

Bomenstructuur Baflo

Identiteit: Wierde aan het water

Strategie op hoofdlijnen: Versterken van de dorpsranden

Visie boomstructuur:

  • ·

    Aanbrengen eenduidige boomstructuur aan beide zijden van de N363

  • ·

    Dichte rand van het dorpsbos open maken, zorgen voor zicht en licht, beleving van het achterliggende landschap.

  • ·

    Daar waar voldoende ruimte is de bomenstructuur in de parallelle straten rond het oude dorp versterken.

  • ·

    Monumentale bomen en groenstructuur rond de kerk en het oude dorp op de wierde beschermen en behouden.

  • ·

    Behouden en beschermen van de kastanje rij in de groene ruimte, versterken van de naastgelegen ruimte met een nieuwe boomstructuur die kunnen uitgroeien tot monumentale toekomstbomen.

  • ·

    Aanplanten van een laan vanaf de Emmalaan tot aan de begraafplaats en de nieuwe wijk buiten het dorp.

  • ·

    Behouden en beschermen van de boomstructuur op de begraafplaats.

  • ·

    Waterzijde van het dorp versterken met op strategische punten aanplanten van 'waterrijke' boomsoorten. De haven vrij houden van boombeplanting zodat het uitzicht naar het landschap en de zichtlijn naar de kerk behouden blijft.

  • ·

    Enkelzijdig aanplanten van bomen langs de Eenrumerweg.

afbeelding 17

Foto 22

Bomenstructuur Rasquert

Identiteit: Radiaal wierdedorp in open landschap

Strategie op hoofdlijnen: versterken tweedeling van het dorp; oude wierde met bebouwing, afgegraven wierde met groene omlijsting.

Visie boomstructuur:

  • ·

    Behouden en versterken bijzondere boerenerven met slingertuinen.

  • ·

    Versterken boomstructuur in oude dorpskern door het aanplanten van losse boomgroepen of solitairen, geen laanstructuren over de wierde.

  • ·

    Versterken buitenrand langs dorpskern aan zijde van het landschap met een eenduidige bomenrij.

  • ·

    Behouden buitenrand langs afgegraven deel van de wierde aan de zijde van het dorp.

afbeelding 18

Foto 23

Bomenstructuur Tinallinge

Identiteit: Rechthoekige wierde met monumentale entree

Strategie op hoofdlijnen: behouden en beschermen van de bestaande groenstructuur

Strategie in detail: versterken in de kern

Visie boomstructuur:

  • ·

    Behouden en beschermen van de monumentale bomen rond de kerk

  • ·

    Behouden van de nieuwe boomstructuur (carré) bij de entree van het dorp

  • ·

    Daar waar ruimte is het 'laantje' in het dorp versterken met de aanplant van enkele toekomst bomen.

  • ·

    Versterken van de dorpstuinen en omliggende boerenerven, b.v. stimulering boomgaarden en erfbeplanting.

afbeelding 19

8- Samenvatting bomenbeleid

In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen het voorgestelde beleid nog eens samengevat. Hierin maken wij onderscheid in de tijd die het kost om het beleid te verwezenlijken.

Korte termijn

Het bomenbeleid geeft de richting voor de bomen in Winsum. Om nu het beleid uit te voeren zijn op korte termijn de volgende stappen nodig:

  • ·

    Incidenteel uitgevoerde VTA-inspecties structureel opnemen in beheer:

    • o

      goed inzicht te houden in de vitaliteit van het bomenbestand;

    • o

      juridisch gedekt te zijn bij schade door bomen;

    • o

      als uitgangspunt te dienen voor een goede onderbouwing van de vervanging van lanen;

    • o

      als uitgangspunt dienen voor werkplannen;

  • ·

    Continueren regulier onderhoud;

  • ·

    Wegwerken achterstallig onderhoud;

  • ·

    In beeld brengen van waardevolle bomen om zo de waardevolle bomen optimaal te kunnen beschermen.;

  • ·

    Instellen van een subsidieregeling voor particuliere eigenaren van waardevolle bomen;

  • ·

    Herplant / verwijderen of nieuwe ontwikkelingen baseren op vastgesteld beleid.

Middel lange termijn

  • ·

    Lidmaatschap van Stichting Iepenwacht Groningen voortzetten om ziekten en plagen structureel aan te pakken.

  • ·

    Opstellen werkplan; het onderhoud aan het bomenbestand gestructureerder uitvoeren.

  • ·

    Voorlichting om het belang van bomen onder de aandacht te brengen door bijvoorbeeld:

    • o

      Aanplanten van bomen met scholen in het kader van de jaarlijkse boomplantdag.

    • o

      Aanbieden van lespakketten over bomen aan scholen.

    • o

      Informatie aanbieden middels folders en website over waardevolle bomen.

  • ·

    Eens in de vijf jaar de lijst met waardevolle bomen actualiseren.

  • ·

    Bij ontwikkelingen in dorpen, of bij kappen van bomen, de visie van de dorpen als uitgangspunt hanteren voor het wel of niet vervangen van bomen.

Deels is het misschien al mogelijk op korte en middel lange termijn binnen het reguliere onderhoud eenvoudig iets te realiseren. Een voorbeeld zijn de populieren op de Noordpolderweg. Gezien hun leeftijd zullen deze in de komende 10 jaar gekapt moeten worden. Door ze niet te vervangen wordt tegemoet gekomen aan de beoogde openheid van de kustpolders. In deze bomen wordt niet meer geïnvesteerd door snoeiwerkzaamheden uit te voeren. Wanneer de VTA- inspectie hier snoeien adviseert, wordt gekozen voor kappen.

Een kans die zich ook voordoet is bijvoorbeeld de mogelijkheid om met behulp van het Waddenfonds iepen te herplanten. Door dat te combineren met een tracé waar bomen geveld moeten worden en die bovendien deel uitmaakt van de parallelle hoofdstructuur (categorie 2) is een versterking van de structuur eenvoudig haalbaar.

Lange termijn

Het voorgestelde beleid voorziet in op lange termijn te bereiken streefbeelden voor bomen in het landschap en in de dorpen. Door aan te haken bij kansen en ontwikkelingen welke zich voordoen, wordt toe gegroeid naar het gewenste plaatje. De realisatie is dus echt een kwestie van de lange adem.

Voor het verwezenlijken van de beleidsvisie is vaak ook medewerking van andere grondeigenaren nodig. Op het moment dat mogelijkheden zich voordoen kan daar gebruik van worden gemaakt.

Soms bestaan er ook (landschaps)subsidies. Dat kan een moment zijn om een deel van het beoogde streefbeeld te realiseren. Wanneer dit voor particuliere eigenaren is bedoeld, kan de gemeente proberen om het benutten ervan te stimuleren.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen en wijzigingen van een bestemmingsplan, kunnen voorwaarden worden gesteld waardoor invulling wordt gegeven aan de visie.

Ook bij herinrichting en renovaties vormt de beschreven beleidsvisie een leidraad.

9 – Prognose kosten bomenbeleid

De kosten om het gewenste streefbeeld te realiseren zijn moeilijk aan te geven zonder alle concrete maatregelen te kunnen benoemen.

Voor een deel zijn het ook geen extra kosten omdat het middels regulier onderhoud tot stand komt.

De kosten voor de uitvoering van regulier onderhoud maken al deel uit van de kostenraming zoals die in de Kwaliteitsvisie Groen staat.

Mogelijk is wel dat uit een werkplan zal blijken dat de kosten voor inhuur van materieel hoger uitvallen dan het huidige beschikbare budget.

Voor een groot deel van het bomenbestand bestaat er ook achterstallig onderhoud. Dat valt ook af te leiden uit het hoge aantal bomen in de VTA-rapportage met daarbij het advies om te snoeien of te verwijderen. Het advies ‘Boom verwijderen’ is inmiddels al uitgevoerd.

Advies maatregel VTA

Totaal

Nader onderzoek

182

Boom verwijderen

156

Boom snoeien

6.014

Bestrating repareren

119

Geen maatregel

5.586

Uit de grafiek Risicoklasse VTA valt af te leiden dat de noodzaak om al deze bomen op korte termijn te snoeien er niet direct is. De beoogde groenkwaliteit gaat bovendien uit van een basiskwaliteit waarbij vooral het wegnemen van onveilige situaties van belang is. Snoeien om cosmetische redenen is hierbij niet van belang.

Het aantal bomen met het advies snoeien én een verhoogd risico is 9 %, dat zijn 541 stuks. Verhoogd risico wil niet zeggen dat er al een gevaarlijke situatie aanwezig is. Het betekent dat de boom op een plek staat waar het risico groter is dan gemiddeld. De boom staat dan bijvoorbeeld bij een speelplek, langs een wandelpad of aan een weg. Maatregelen als snoeien zijn dan eerder aan de orde dan bij een boom in een landschappelijke beplanting of een solitaire boom in een gazon.

Binnen het reguliere budget zal slechts beperkt achterstallig onderhoud kunnen worden weggewerkt. De achtergrond daarvan is het feit dat het reguliere onderhoud moet voorkomen dat er in de toekomst meer achterstallig, en daarmee mogelijk nieuwe onveilige situaties ontstaan. Het accent van de eigen dienst zal daarom liggen op het begeleiden van jonge bomen naar de volwassen fase en de afhandeling van meldingen en calamiteiten.

afbeelding 20

Het gewenste eindbeeld kan deels middels omvorming bereikt worden, daarvoor voorziet regulier budget.

Het beoogde resultaat hoeft ook niet op heel korte termijn verwezenlijkt te worden. Het is daarom van belang dat het bomenbeleid voor een langere periode, bij voorkeur minimaal tien jaar, wordt vastgesteld. Door zoals al gezegd gebruik te maken van de mogelijkheden die zich aandienen, zal dit naar verwachting deels binnen de bestaande budgetten kunnen. Voorwaarde daarbij is wel dat deze op zowel de vastgestelde groenkwaliteit als de te beheren hoeveelheden gebaseerd blijven.

Ook door mee te liften met herinrichtingprojecten of vervanging van bijvoorbeeld een riolering kan het realiseren van een streefbeeld sneller haalbaar worden. Het is ook in dat kader erg belangrijk om integraal te werken.

De VTA-inspecties zijn niet in reguliere onderhoudsbudgetten opgenomen omdat deze nog geen structureel deel uitmaken van het beheer. Het zijn steeds adhoc acties geweest. Jaarlijks kosten de inspecties circa € 5.300. Dit is opgebouwd uit de inspectiekosten van circa 1.100 bomen met een verhoogd risico (1x per 2 jaar) en 10.700 bomen zonder verhoogd risico (1x per 5 jaar). Mogelijk geeft een inspectie aanleiding tot aanvullend onderzoek. Afhankelijk van de omvang is daar mogelijk aanvullend budget voor nodig.

De tabel Prognose kosten geeft een indicatie van de werkzaamheden en kosten, anders dan van het regulier onderhoud, op middel lange termijn. Hiermee kan voor een deel invulling worden gegeven aan de uitvoering van zowel beleid als visie waarbij de nadruk ligt op de kwalitatieve verbetering van het bestaande bomenbestand.

Prognose kosten

Omschrijving

Raming kosten €

Prognose beschikbaar in regulier budget €

Uitvoering

Planning

VTA-inspectie bomen verhoogt risico (1x per 2 jaar)

VTA-inspectie bomen zonder verhoogd risico (1x per 5 jaar)

Aanvullend onderzoek

1.100

4.200

1.500

0

0

ja

Extern

vanaf 2012 jaarlijks 50 %

vanaf 2015 jaarlijks 20 %

aansluitend op inspecties

Achterstallig snoeionderhoud (verhoogt risico met het advies snoeien)

20.000

10.000

(afhankelijk van uitvoering)

Extern / B.O.

2012-2013

Renovatie wegbeplantingen

(Dit is exclusief uitvoering herplant)

25.000

10.000

(afhankelijk van uitvoering)

Extern / B.O

2012-2014

Saneren div. bomen in beplantingen

25.000

15.000

Extern / B.O.

2012-2021

Renovatie probleembomen in woonwijken (excl.herplant)

21.000

Nee

Extern / B.O.

2012-2021

Bijdrage omvorming Iepenwacht naar Bomenwacht

1.000

1.000

RCCT

2012 of 2013 (Eenmalig)

Subsidie eigenaren waardevolle bomen

4.000

0

RCCT

Jaarlijks

Extra benodigde middelen (€)

Jaar

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Raming

€ tekort

9.250

9.250

9.250

14.550

14.550

14.550

14.550

14.550

14.550

14.550

Structureel

VTA

0

0

0

5.300

5.300

5.300

5.300

5.300

5.300

5.300

Incidenteel

Subsidie waardevolle bomen

4.000*

4.000*

4.000*

4.000*

4.000*

4.000*

4.000*

4.000*

4.000*

4.000*

40.000

Project saneren renoveren boombeplanting

5.250**

5.250**

5.250**

5.250**

5.250**

5.250**

5.250**

5.250**

5.250**

5.250**

52.500**

* = gemiddeld per jaar

** = gemiddeld per jaar. Bijlage 1 geeft prognose voor meerjarenplanning

Bijlage 1

Meerjarenplanning saneren bomen (wegen, beplantingen en woonwijken)

Locatie

Soorten

Totaal aantal

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Uitvoering

Herplant

Beheer en Onder-houd

Derden

Oude Dijk Den Andel

Wilg

10

10

Andelsterweg Den Andel

Populier

60

60

1-zijdig

Noordpolderweg

Populier

69

15

15

15

15

9

IJsbaan Rasquert

Wilg

73

36

37

deels

Groenelaan / Schifpot

Populier

14

14

V.Swinderenweg Ezinge

Populier

23

23

Allersmaweg Ezinge

Abeel

17

17

Ripperda Winsum

Probleem bomen

Ca.30

6

6

6

6

6

deels

Wierdaweg sportvelden

Populier

18

9

9

Sasmaweg baflo

Wilg

12

12

Wandelgeb. Obergum-N.

Populier

9

9

Aanleg rotonde

Populier

10

10

Bijlage 2

Algemeen Plaatselijke Verordening

AFDELING 3. HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN

Artikel 4:10 Begripsbepalingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Boom: Een houtachtig, opgaand gewas, zowel vitaal als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centimeter op 1.3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

  • b.

    Houtopstand: Een of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen,mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een beplanting van bosplantsoen met de onder a genoemde minimale dwarsdoorsnede.

  • c.

    Monumentale boom: Bijzondere beschermwaardige houtopstand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere schoonheid-of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving.

  • d.

    Hakhout: Een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen.

  • e.

    Vellen: Rooien, kappen, verplanten, het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven-als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

  • f.

    Rooien: Het geheel verwijderen van het boven-en ondergrondse deel van de houtopstand.

  • g.

    Kappen: Het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van de houtopstand.

  • h.

    Dunning: Velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand.

  • i.

    Kandelaberen: Het terugsnoeien van de kroon tot een hoofdstam met takstompen.

  • j.

    Bebouwde kom: Gebied vastgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 5 van de Boswet.

Artikel 4:11 Kennisgeving van voorgenomen velling houtopstand

  • 1. Degene die voornemens is een houtopstand te vellen of te doen vellen is verplicht ten minste zes weken voordat een aanvang met het vellen van de houtopstand wordt gemaakt het college daarvan in kennis te stellen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde kennisgeving geldt niet voor:

  • a. wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit populieren of wilgen, tenzij deze zijn geknot;

  • b. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;

  • c. fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;

  • d. kweekgoed;

  • e. houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld;

  • f. houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en gelegen is buiten een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt die:

  • - ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are,

  • - ofwel bestaat uit rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen;

  • g. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving of last van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 4.5.6.

  • 3. Het college stelt een formulier vast voor het doen van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt geacht eerst dan gedaan te zijn wanneer het in het derde lid bedoelde formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

Artikel 4:11a Kennisgeving door of namens zakelijk gerechtigde

  • 1. De kennisgeving zoals bedoeld in artikel 4:11 moet worden gedaan door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

  • 2. Wanneer de directeur Bos- en Landschapsbouw van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan het college een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwt het college dit afschrift mede als een kennisgeving als bedoeld in artikel 4:11.

Artikel 4:11b Voorschriften en verbod vellen houtopstanden

  • 1. Het college kan voorschriften verbinden aan het (doen) vellen van een houtopstand dan wel het (doen) vellen van een houtopstand verbieden.

  • 2. Het vellen van een houtopstand kan worden verboden op grond van:

  • a. de natuurwaarde van de houtopstand;

  • b. de landschappelijke waarde van de houtopstand;

  • c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;

  • d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand;

  • e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

  • f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.

  • 3. Het college kan het vellen van een houtopstand verbieden indien de betreffende bomen voorkomen op een door het college vastgestelde lijst van te beschermen bomen, tenzij er sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, een noodtoestand of een andere uitzonderlijke situatie.

  • 4. Het college kan toestemming geven tot het direct vellen van een boom indien er naar boomdeskundige maatstaven sprake is van een situatie van acuut spoedeisend belang.

  • 5. Tot de aan het (doen) vellen van een houtopstand te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 6. Wordt een voorschrift als bedoeld in het derde lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen.

Artikel 4:11c Verboden velling van een houtopstand

Het is verboden een houtopstand te (doen) vellen indien:

  • a.

    de kennisgeving daarvan niet overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4:11 en 4:11a is gedaan;

  • b.

    gehandeld wordt in afwijking van de gegevens die bij de kennisgeving als bedoeld in artikel 4:11 zijn verstrekt;

  • c.

    de voorschriften, die het college krachtens artikel 4:11b heeft gegeven, niet nageleefd worden;

  • d.

    het college het (doen) vellen heeft verboden.

  • e.

    de houtopstand niet is geveld binnen een jaar nadat de kennisgeving is gedaan.

Artikel 4:11d Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • 4. Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 4:12 Bestrijding boomziekten

  • 1. Indien zich op een terrein een of meer bomen of andere houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van insecten die boomziekten verspreiden of hinderlijk zijn voor mensen, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:

  • a. de bomen of houtopstand te vellen;

  • b. de bomen of houtopstand te ontbasten en de bast ter plaatse te vernietigen; of

  • c. de niet-ontbaste bomen of houtopstand of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte of insecten wordt voorkomen.

  • 2. Het is verboden de op grond van het eerste lid gevelde bomen, houtopstand of delen daarvan, met uitzondering van geheel ontbast hout en hout met een doorsnede kleiner dan 4 centimeter, voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van dit verbod gesteld in het tweede lid.