Beleidsregels uitvoering en handhaving (brom)fietsparkeren gemeente Winterswijk 2021

2.1 Regelmatig worden weesfietsen, fietswrakken en verkeerd gestalde fietsen gelabeld en verwijderd. De frequentie van verwijderen is afhankelijk van de mate van overlast en de binnengekomen meldingen.

2.2 Bij het verwijderen van de fietsen proberen de toezichthouders zo min mogelijk schade te veroorzaken. Als de fiets is voorzien van een kettingslot dat voor verwijdering moet worden doorgeknipt, dan wordt het slot doorgeknipt ter hoogte van de laatste schakel zodat de ketting hergebruikt kan worden. De sloten die zijn vernield ten behoeve van het verwijderen, worden niet vergoed of vervangen. De (vernielde) sloten worden wel bewaard en teruggegeven aan de eigenaar.

3.1 Op grond van artikel 5.12 lid 1 APV is het verboden om op door burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan. Dit in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente of ter voorkoming of opheffing van overlast.

3.2 Indien de toezichthouder een fiets in strijd met artikel 5.12 lid 1 APV aantreft:

• a.

  stelt de toezichthouder een bestuursdwangbeschikking op door middel van een label dat aan de fiets wordt bevestigd. Hierop worden de datum en de constatering ingevuld en medegedeeld binnen hoeveel uur de fiets moet zijn verwijderd. De toezichthouder scant het label van de te verwijderen fiets.

• b.

  verloopt minimaal 1 tot maximaal 24 uur tussen het aanbrengen van het label en het verwijderen van de fiets. Deze termijn is afhankelijk van de situatie, waarbij onder andere wordt gekeken naar de locatie en de mate van overlast.

3.3 Alvorens op basis van artikel 5:24 Awb tot verwijdering wordt overgegaan:

• a.

  wordt van elke te verwijderen fiets minimaal drie foto’s gemaakt (een van dichtbij, een overzichtsfoto en een foto van het label).

• b.

  noteert de toezichthouder de datum van het verwijderen van de fiets en geeft een beschrijving van de fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, kleur, indien aanwezig framenummer/grafeercode en eventuele andere bijzonderheden).

• c.

  wordt de fiets overgebracht naar het depot waar de fiets 13 weken wordt bewaard.

4.1 Op grond van artikel 5.12 lid 2 APV is het verboden om op door burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode (28 dagen) onafgebroken te laten staan. Dit in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente of ter voorkoming van overlast.

4.2 Om te kunnen beoordelen of fietsen langer dan 28 dagen niet zijn gebruikt, worden de fietsen gemarkeerd.

4.3 Na 28 dagen vindt een hercontrole door de toezichthouder plaats. Als de fiets er met markering nog staat:

• a.

  stelt de toezichthouder per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op door middel van een label dat aan de fiets wordt bevestigd. Hierop worden de datum en de constatering ingevuld en medegedeeld dat de fiets binnen 24 uur moet zijn verwijderd. De toezichthouder scant het label van de te verwijderen fiets.

• b.

  verloopt in ieder geval 24 uur tussen het aanbrengen van het label en het verwijderen van de fiets.

4.4 Alvorens op basis van artikel 5:24 Awb tot verwijdering wordt overgegaan:

• a.

  wordt van elke te verwijderen fiets minimaal drie foto’s gemaakt (een van dichtbij, een overzichtsfoto en een foto van het label).

• b.

  noteert de toezichthouder de datum van het verwijderen van de fiets en geeft een beschrijving van de fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, kleur, indien aanwezig framenummer/grafeercode en eventuele andere bijzonderheden).

• c.

  wordt de fiets overgebracht naar het depot waar de fiets 13 weken wordt bewaard.

5.1 Op grond van artikel 5.12 derde lid van de APV is het verboden fietsen of bromfietsen die rij-technisch in onvoldoende staat van onderhoud en/of in een verwaarloosde toestand verkeren op openbare plaatsen te laten staan.

5.2 Indien een fiets in strijd met artikel 5.12 derde lid APV wordt aangetroffen:

• a.

  stelt de toezichthouder per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op door middel van een label dat aan de fiets wordt bevestigd. Hierop worden datum en constatering ingevuld en medegedeeld dat de fiets binnen 24 uur moet zijn verwijderd. De toezichthouder scant het label van de te verwijderen fiets.

• b.

  verloopt in ieder geval 24 uur tussen het aanbrengen van het label en het verwijderen van de fiets.

5.3 Alvorens op basis van artikel 5:24 Awb tot verwijdering wordt overgegaan:

• a.

  wordt van elke te verwijderen fiets minimaal drie foto’s gemaakt (een van dichtbij, een overzichtsfoto en een foto van het label).

• b.

  noteert de toezichthouder de datum van het verwijderen van de fiets en geeft een beschrijving van de fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, kleur, indien aanwezig framenummer/grafeercode en eventuele andere bijzonderheden).

• c.

  wordt de fiets overgebracht naar het depot waar de fiets 2 weken wordt bewaard.

6.1 Van spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gebruik gemaakt wanneer een fiets op een zodanige wijze is gestald dat dit kan leiden tot gevaarlijke of hinderlijke situaties. Spoedeisende bestuursdwang houdt in dit geval in dat de gevaarlijk of hinderlijk gestalde fiets onmiddellijk door de toezichthouder wordt verwijderd.

6.2 Alvorens tot verwijdering van de gevaarlijk of hinderlijk gestelde fiets wordt overgegaan:

• a.

  stelt de toezichthouder per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op door middel van een label dat aan de fiets wordt bevestigd. Hierop worden de datum en constatering ingevuld. De toezichthouder scant het label van de te verwijderen fiets.

• b.

  wordt van elke te verwijderen fiets drie foto’s gemaakt (een van dichtbij, een overzichtsfoto en een foto van het label). Daarnaast worden foto’s gemaakt van de situatie waaruit blijkt waarom de gestalde fiets met spoedeisende bestuursdwang is verwijderd.

• c.

  noteert de toezichthouder de datum van het verwijderen van de fiets en geeft een beschrijving van de fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, kleur, indien aanwezig framenummer/grafeercode en eventuele andere bijzonderheden).

• d.

  wordt de fiets overgebracht naar het depot waar de fiets 13 weken wordt bewaard.

6.3 Het bestuursdwangbesluit wordt zo spoedig mogelijk achteraf bekendgemaakt via de gemeentelijke website.

9.1 Als de eigenaar van een fiets zich meldt, dient deze zich te legitimeren (NAW gegevens).

9.2 De eigenaar van de fiets ontvangt het originele bestuursdwanglabel.

9.3 Als blijkt dat het meegebrachte fietssleuteltje op het slot past, wordt er van uitgegaan dat diegene de rechtmatige eigenaar is. Als diegene niet het passende fietssleuteltje bij zich heeft, maar wel anderszins kan aantonen (bijvoorbeeld met behulp van een factuur) dat hij of zij de rechtmatige eigenaar is dan kan de fiets toch worden overgedragen.

9.4 De eigenaar kan zijn fiets alleen op afspraak en tegen betaling van € 25,- afhalen. Deze kosten zijn niet verschuldigd als de betreffende fiets als gestolen staat geregistreerd. Meer informatie over de verwijderde fietsen is te vinden op de gemeentelijke website www.winterswijk.nl.

9.5 De toezichthouder registreert wanneer en aan wie de fiets is meegegeven. Zo noteert de toezichthouder de NAW gegevens van de persoon die de fiets ophaalt, de betaalmethode en dat een legitimatiebewijs is getoond.

9.6 Als bij de verwijdering goederen zijn aangetroffen en/of een slot is doorgeknipt dan krijgt de eigenaar behalve de fiets ook eventueel aangetroffen goederen en het (doorgeknipte) slot terug.