Regeling vervallen per 01-01-2016

Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2015

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2013

De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 10 mei 2012:

gelezen het voorstel van de raadswerkgroep van 29 maart 2012

Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, en de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Vast te stellen de navolgende

“Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2013’’

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Gemeente Woensdrecht: subsidieverstrekker;

b. College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;

c. Raad: gemeenteraad van de gemeente Woensdrecht;

d. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

e. Subsidieontvanger: de instelling die subsidie ontvangt;

f. Subsidies: een financiële tegemoetkoming voor activiteiten die aangeboden worden aan inwoners van de gemeente Woensdrecht. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in budget- waarderings- en incidentele subsidies;

g. Budgetsubsidie: subsidie bedoeld voor vier jaren aan subsidieontvangers en waarbij het subsidiebedrag hoger is dan €7500,00;

h. Waarderingssubsidie: subsidie bedoeld voor vier jaren bestemd voor subsidieontvangers en die niet minder dan €500,00 en niet meer dan €7500,00 bedragen;

i. Incidentele subsidie: subsidie bedoeld voor bijzondere en incidentele activiteiten niet behorend tot de reguliere activiteiten en zoals in de uitvoeringsvoorschriften nader zijn uitgewerkt;

j. Subsidieplafond: de door de gemeenteraad in de gemeentebegroting beschikbaar gestelde jaarlijkse middelen;

k. Prestaties: de activiteiten waar subsidie voor wordt verstrekt die door de subsidieontvangers ten behoeve van de inwoners van de gemeente worden aangeboden binnen de door de raad vastgestelde beleidsthema’s;

l. Prestatieovereenkomst: overeenkomst waarin de wederzijdse prestaties zijn opgenomen tussen subsidieontvanger en gemeente voor de te verrichten activiteiten waar subsidie voor wordt verleend;

m. Beleidthema: beschrijving van de activiteiten waarvoor, op basis van deze verordening, subsidie wordt verstrekt.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1 De reikwijdte van deze verordening is opgenomen in de bij de verordening behorende bijlage. Deze bijlage maakt onlosmakelijk deel uit van deze verordening.

  • 2 Subsidie wordt verleend op de zes terreinen van de door de raad vastgestelde beleidthema’s.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1 Het college stelt jaarlijks het jaarprogramma vast waarin de te verdelen subsidies zijn opgenomen.

  • 2 Het college neemt het besluit over de te verstrekken subsidies met inachtneming van het door de raad vaststelde subsidieplafond.

  • 3 Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

  • 4 Het college stelt nadere uitvoeringsvoorschriften over de subsidieverlening vast.

  • 5 Het college sluit met alle subsidieontvangers een prestatieovereenkomst af voor subsidies zoals bedoeld in artikel sub g en h.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1 De raad besluit jaarlijks bij de vaststelling van de begroting tot het instellen van het subsidieplafond.

  • 2 Bij de vaststelling van het subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag per beleidsthema wordt verdeeld.

  • 3 Het college kan, met inachtneming van artikel twee, binnen de door de raad vastgestelde beleidsthema’s nadere regels stellen omtrent de verdeling van de beschikbare budgetten.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1 De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2 Bij een aanvraag voor een subsidie overlegt de subsidieaanvrager de volgende gegevens:

    a. Een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    b. De wijze waarop de activiteiten worden gerealiseerd;

    c. Een begroting van de inkomsten en uitgaven ten behoeve van de doelstellingen van de subsidieontvanger voor het jaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd;

    d. Laatst opgestelde balans van de subsidieontvanger.

  • 3 Bij een aanvraag die voor de eerste maal wordt ingediend dienen tevens, voorzover aanwezig, de volgende bescheiden ingediend te worden:

    a. Statuten;

    b. Laatst vastgestelde jaarverslag en jaarrekening;

    c. Laatst vastgestelde balans.

  • 4 Het college is bevoegd ook andere gegevens te verlangen die noodzakelijk zijn voor het nemen van een beslissing op de aanvraag van een subsidie.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1 Een aanvraag voor een budget- of waarderingssubsidie wordt uiterlijk 1 juni, in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 2 Indien een aanvrager in aanmerking wenst te komen voor een incidentele subsidie dient deze hiertoe een schriftelijke aanvraag in bij het college uiterlijk 2 maanden voordat met de activiteiten een begin wordt gemaakt.

  • 3 Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend zal het college een aanvrager eenmalig een hersteltermijn bieden van 1 maand.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 1 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

  • 2 Het college beslist op een aanvraag voor een incidentele subsidie binnen 3 maanden na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel, indien het college hiertoe regels heeft opgesteld, 2 maanden gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert, naast de in art. 4:25 (overschrijding subsidieplafond) en artikel 4:35 Awb (wettelijke weigeringgronden) genoemde gevallen, de subsidie indien:

a. De activiteiten van de aanvrager niet of nauwelijks aanwijsbaar ten goede komen aan de gemeente of de inwoners van de gemeente;

b. Er niet aangetoond kan worden dat er behoefte is aan de te subsidiëren activiteit dan wel dat deze niet aansluit bij de behoeften van de inwoners;

c. De subsidie vermoedelijk niet, of in onvoldoende mate besteed zal worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

d. De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde;

e. De activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd een overwegend partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijk vorming ten doel hebben;

f. De activiteiten waarvoor op basis van deze verordening subsidie wordt gevraagd niet onder de reikwijdte, zoals opgenomen in de bijlage, van deze verordening passen;

g. De subsidieaanvraag met inachtneming van de hersteltermijn niet tijdig is ingediend en/of aangevuld.

Hoofdstuk 5 Prestatieovereenkomst

Artikel 9 Prestatieovereenkomst

  • 1 Met de subsidieontvanger wordt een prestatieovereenkomst afgesloten voor subsidies zoals bedoeld in artikel 1 sub g en h.

  • 2 Subsidieverstrekker en subsidieontvanger hebben een inspanningsverplichting om uitvoering te geven aan de overeenkomst.

  • 3 In de prestatieovereenkomst wordt in ieder geval opgenomen:

    a. de activiteiten die de instelling zal verrichten;

    b. de te behalen resultaten;

    c. het beschikbaar gestelde subsidiebedrag;

    d. eventuele verplichtingen.

  • 4 Indien, gedurende de periode dat de prestatieovereenkomst is afgesloten, een wijziging in de activiteiten van een subsidieontvanger zich voordoet, dan wel wanneer prestaties niet of onvoldoende gerealiseerd zijn aan het einde van het subsidietijdvak, kan dit gedurende de periode van de prestatieovereenkomst leiden tot aanpassing in het subsidiebedrag.

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 10 Verlening subsidie

In het besluit tot verlenen van de subsidie wordt opgenomen op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt.

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

  • 1 Budget- en waarderingssubsidies worden als voorlopig subsidiebedrag toegekend en uitbetaald.

  • 2 Waarderingssubsidies worden in één keer en voor 31 januari van ieder jaar aan de subsidieontvanger uitbetaald.

  • 3 Budgetsubsidies worden vooraf per kwartaal vooruitbetaald, te weten:

    - Uiterlijk 31 januari;

    - Uiterlijk 1 april;

    - Uiterlijk 1 juli;

    - Uiterlijk 1 oktober.

Hoofdstuk 7 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Tussentijdse rapportage

Het college kan bij budgetsubsidies de subsidieontvanger verplichten tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte prestaties en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd. Het college kan gemotiveerd besluiten tot het vaker verzoeken van een tussentijdse rapportage.

Artikel 13 Meldingsplicht

De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk, zodra aannemelijk is dat:

a. De activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of

b. Dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidie verlening verbonden verplichtingen wordt voldaan.

Artikel 14 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2 De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    a. Besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    b. Relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden;

    c. Ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidie verlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen.

    d. Wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3 De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Awb (oprichten rechtspersoon, wijzigingen statuten, enzovoort).

Hoofdstuk 8 Verantwoording

Artikel 15 Subsidies lager dan €500,00

  • 1 Subsidies zoals benoemd in artikel 1 sub g en h tot € 500,00 worden door het college niet verstrekt.

Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf €500,00 tot €7.500,00 euro

  • 1 De subsidieontvanger die een waarderingssubsidie ontvangt dient uiterlijk vóór 1 juni, na het jaar waarop de duur van de prestatieovereenkomst is verstreken, een aanvraag tot definitieve vaststelling in bij het college.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling bevat een:

    a. inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    b. financieel jaarverslag of jaarrekening;

    c. balans.

  • 3 Het college kan bepalen dat ook andere dan de in lid 2 bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf €7500 euro

  • 1 De subsidieontvanger die een budgetsubsidie ontvangt, dient uiterlijk vóór 1 juni van het jaar volgend waarop de activiteiten zijn verricht een aanvraag tot definitieve vaststelling in bij het college.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling bevat een:

    a. inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    b. overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten;

    c. financieel verslag of jaarrekening;

    c. balans;

    d. accountantsverklaring.

  • 3 Indien de aanvraag niet voor de in lid 1 genoemde termijn is ingediend, geeft het college de subsidieontvanger eenmalig de gelegenheid om binnen 1 maand de verlangde gegevens en bescheiden zoals genoemd in lid 2 van dit artikel alsnog te overleggen.

  • 4 Het college kan bepalen dat ook andere dan de in het vorige lid bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 18 Verantwoording incidentele subsidies

  • 1 1. De subsidieontvanger die een incidentele subsidie ontvangt, dient uiterlijk binnen drie maanden nadat de activiteit waarvoor de subsidie is verstrekt bij het college het volgende in:

    a. een inhoudelijk verslag van de activiteit(en) en

    b. een overzicht van de hieraan verbonden inkomsten en uitgaven.

Hoofdstuk 9 Vaststelling subsidie

Artikel 19 Definitieve vaststelling subsidies

  • 1 Het college stelt vóór 1 december de definitieve subsidie vast.

  • 2 Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan kan het college deze termijn eenmalig met 1 maand verlengen. Het college bericht dan de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 20 Afronding subsidies

De subsidiebedragen worden op een bedrag van € 5 afgerond.

Artikel 21 Bandbreedte

  • 1 Er wordt een bandbreedte van 10% in acht genomen.

  • 2 Wijzigingen van de overeengekomen activiteiten die mogelijk aanpassing van het subsidiebedrag meebrengen, leiden binnen een bandbreedte van 10% niet tot aanpassing van het subsidiebedrag.

  • 3 Wijzigingen van de overeengekomen activiteiten die leiden tot een aanpassing van het subsidiebedrag voor meer of minder dan 10% worden aan het college schriftelijk meegedeeld.

  • 4 Het college beoordeelt in overleg met de subsidieontvanger, of en zo ja, op welke wijze het eerder toegekende subsidiebedrag wordt aangepast.

Hoofdstuk 10 Overige bepalingen

Artikel 22 Ontbinding rechtspersoon

  • 1 De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan het college van het besluit tot opheffen van de instelling.

  • 2 De subsidieontvanger overlegt de volgende stukken:

    a. akte van opzegging

    b. eindbalans;

    c. jaarrekening van de afgelopen drie jaren.

  • 3 Het college beoordeelt aan de hand van de laatste financiële overzichten of al dan niet tot terugvordering van de verstrekte subsidiebedragen wordt overgegaan.

Artikel 23 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing leidt tot onbillijkheid jegens de subsidieontvanger. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 24 Overgangsbepalingen

  • 1 Subsidieaanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2013 worden behandeld volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening 2005.

  • 2 Indien de subsidieontvanger met toepassing van de bepalingen van deze verordening voordelige financiële gevolgen ondervindt wordt de subsidie als volgt opgebouwd:

    a. In het jaar 2013: het subsidiebedrag zoals is berekend op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2005;

    b. In het jaar 2014: 50% van het meerdere berekende subsidiebedrag in 2013;

    c. In het jaar 2015: het op grond van deze verordening berekende subsidiebedrag.

  • 3 Indien de subsidieontvanger met toepassing van de bepalingen van deze verordening nadelige financiële gevolgen ondervinden wordt de subsidie als volgt afgebouwd:

    a. In het jaar 2013: het subsidiebedrag op grond van de Algemene subsidieverordening Gemeente Woensdrecht 2005;

    b. In het jaar 2014: 50% van het mindere berekende subsidiebedrag in 2014;

    c. In het jaar 2015: het subsidiebedrag zoals is berekend op grond van de Algemene subsidieverordening Gemeente Woensdrecht 2013.

Artikel 25 Intrekking

De Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2005 komt te vervallen per 1 januari 2013.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Algemene subsidieverordening Gemeente Woensdrecht 2013”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 mei 2012.
de raad voornoemd,
 
de griffier,                         de voorzitter,

1

Reikwijdte verordening

De Raad stelt vast dat voor de volgende beleidsthema’s subsidie kan worden verstrekt:

1. Sociale samenhang:

Verhogen en verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van de woon- en leefomgeving door toename van de sociale cohesie door middel van initiatieven door de inwoners van Woensdrecht.

2. Maatschappelijke Participatie:

De toename van de maatschappelijke deelname door de inwoners van Woensdrecht met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen, ouderen en jongeren. Dit kan plaatsvinden door onder meer het bieden van hulp aan individuele inwoners en of groepen inwoners van de gemeente Woensdrecht, door middel van het verstrekken van informatie, advies en dienstverlening zoals eerste opvang dan wel langlopende en/of procesmatige hulpverlening die daarom vragen. Hieronder wordt mede de ondersteuning aan vrijwilligers gerekend als ook het stimuleren, initiëren en ondersteunen van sociale (re)creatieve en educatieve activiteiten.

3. Sport:

Het scheppen van voorwaarden en het stimuleren van de sportbeoefening voor alle inwoners, maar in het bijzonder voor jongeren tot 18 jaar en mensen met een beperking en ouderen.

4. (Amateur)kunst:

Het stimuleren van de gemeenschapszin door te bevorderen dat de deelname aan activiteiten op het gebied van de amateurkunst in georganiseerd- en groepsverband en waar dat mogelijk is onder deskundige leiding toe zal nemen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de vorming en ontplooiing van de inwoners van de gemeente Woensdrecht.

5. Cultuur:

Het stimuleren van activiteiten gericht op het bevorderen en in standhouden van het de lokale cultuur, het cultureel erfgoed en de cultuurhistorische waardevolle zaken in de gemeente Woensdrecht.

6. Ontplooiing:

Het onder deskundige leiding stimuleren en ondersteunen van activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling en bescherming van kinderen van 2 tot 4 jaar in een veilige samenleving op het gebied van sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van het kind ter voorbereiding en aansluiting op de basisschool.

Het stimuleren en ondersteunen van recreatieve en culturele activiteiten voor jongeren van 4 tot 18 jaar waarin zij zich veelzijdig, mentaal en fysiek kunnen ontwikkelen en ontplooien met voldoende aanbod van scholing, sport, recreatie en het ontplooien sociale verantwoordelijkheid.

Toelichting 1 Algemene toelichting bij de algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2013

De Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kent in titel 4.2 een uitgebreide regeling voor subsidieverstrekking door bestuursorganen. Deze regeling in de Awb biedt gemeenten veel vrijheid bij de invulling van hun lokale subsidiebeleid.

Gemeenten maken dan ook dankbaar gebruik van deze autonome bevoegdheid.

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) heeft een modelverordening opgesteld met een uitgebreide toelichting. Deze modelverordening is uitgangspunt geweest voor de Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2013 (hierna: Asv).

Getracht is om een verordening op te stellen die recht doet aan de conclusies van het rapport van de Rekenkamercommissie en het amendement van de raadswerkgroep:

een transparant subsidiebeleid waarin directe en indirecte subsidies zichtbaar zijn. De mogelijkheden van deregulering en vereenvoudiging binnen het subsidieproces zijn hierin meegenomen. Denk hierbij aan de vermindering van het aantal subsidievormen van tien naar drie. Een belangrijk aspect in het subsidietraject is ook gelegen in vereenvoudiging van de regels voor de verantwoording aan de zijde van subsidieontvanger.

Voorts is nadrukkelijk rekening gehouden met vermindering van de administratieve en bestuurlijke lasten voor zowel de gemeente als de subsidieontvanger. Zo is de ondergrens voor het toekennen van subsidies vastgesteld op €500,00 en is er een bandbreedte van 10% ingevoerd. Bij het opstellen van deze Asv is gekeken naar de aanknopingspunten die de modelverordening biedt en deze zijn zoveel als mogelijk toegespitst op de Woensdrechtse praktijk. 

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige verordening zijn, concreet, als volgt:

- van tien naar drie subsidievormen;

- invoeren van een bandbreedte van 10%. Deze is bedoeld om gedurende de afgesproken subsidieperiode ‘geringe’ afwijkingen van het toegekende subsidiebedrag niet jaarlijks aan te passen. Deze bandbreedte wordt tevens ingebouwd ter voorkoming van extra administratieve lasten;

- instellen van een ondergrens van €500,00;

- subsidie wordt verstrekt op basis van activiteiten verdeeld over zes thema’s waaraan budgetten zijn gekoppeld. Binnen deze thema’s is verschuiving mogelijk;

- rechtsgelijkheid van subsidiebedragen is van toepassing;

- invoeren van prestatieafspraken en prestatieovereenkomsten.

De Asv is in overleg met diverse deskundigen op het gebied van (gemeentelijke) subsidieverstrekking tot stand gekomen. Dankbaar is gebruik gemaakt van de ervaringen van andere gemeenten.

De grondslag voor deze verordening ligt in het volgend: subsidieverstrekking moet zijn gebaseerd op een wettelijk voorschrift. Voor de gemeente Woensdrecht is dit de verordening die vastgesteld wordt door de gemeenteraad (artikel 4:23, lid 1 Awb).

Hoogerheide, april 2012, mevr. mr. H.J.M Frijters