Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2016

Geldend van 03-11-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;

overwegende dat deelneming aan de samenleving door de minima zoveel mogelijk dient te worden bevorderd;

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2016;

BESLUIT:

de Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2016 vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;

  • b.

    subsidie: subsidie op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2016;

  • c.

    bijdrage: de met toepassing van deze uitvoeringsregeling door het college te verlenen subsidie in de

    verschuldigde kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten;

  • d.

    aanvrager: de inwoner van de gemeente Woensdrecht en als zodanig ingeschreven in de Basisregistratie

    personen, die een aanvraag om een bijdrage op grond van deze uitvoeringsregeling indient;

  • e.

    bijstandsnorm: de van toepassing zijnde bijstandsnorm op grond van de artikelen 20, 21, 22 en 23 van de

    Participatiewet na brutering voor de fiscus;

  • f.

    inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet waarbij een eventuele bijstandsuitkering,

    in afwijking van artikel 32 van de Participatiewet, voor de beoordeling van het recht op een voorziening

    als inkomen wordt gezien;

  • g.

    lid van een huishouden: een persoon van 18 jaar en ouder.

Artikel 2. Doel en strekking

Het doel van de regeling is bevordering alsmede vergroting van deelname aan de samenleving van personen van 18 jaar en ouder met een inkomen op of rond het sociaal minimum.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1. De bijdrage kan worden toegekend aan een aanvrager die gedurende een periode van 6 maanden is aangewezen op een inkomen wat gemiddeld per maand niet uitkomt boven 120 % van de geldende bijstandsnorm.

  • 2. Als periode in het vorige lid wordt in aanmerking genomen het tijdvak van 6 kalendermaanden onmiddellijk voorafgaande aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.

Artikel 4. Activiteiten die voor een bijdrage in aanmerking komen

  • 1. De bijdrage kan worden verstrekt in de kosten van:

    • a.

      lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging;

    • b.

      deelneming aan muziek- en/of dansonderwijs;

    • c.

      entree voor zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, bioscoop, evenement, attractie en/of pretpark;

    • d.

      deelneming aan schoolreisjes, excursies en andere door school georganiseerde activiteiten.

  • 2. Indien in het kalenderjaar waarin de kosten als vermeld onder het vorige lid zijn gemaakt, reeds een voorziening op grond van de Regeling ter bevordering van maatschappelijke participatie door schoolgaande kinderen is toegekend, bestaat geen recht op een bijdrage op grond van deze regeling.

Artikel 5. Hoogte van de bijdrage

  • 1. In de kosten van muziek- en dansonderwijs aan het Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom wordt voor een cursus per kalenderjaar een bijdrage van maximaal 50% verstrekt;

    bij kosten lager dan € 300,00 is de bijdrage het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.

  • 2. Voor de kosten van sociaal-culturele activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, niet zijnde die als vermeld in het voorgaande lid, is de bijdrage maximaal € 150,00 per lid van een huishouden per kalenderjaar.

  • 3. Indien aan een lid van een huishouden in een kalenderjaar een bijdrage is verstrekt ingevolge het eerste lid, kan ten behoeve van dat gezinslid geen bijdrage meer worden verleend ingevolge het tweede lid voor zover hiermee het maximum van € 150,00 wordt overschreden.

  • 4. Indien aan een lid van een huishouden in een kalenderjaar een bijdrage is verstrekt ingevolge het tweede lid, kan ten behoeve van dat gezinslid slechts een bijdrage worden verleend ingevolge het eerste lid onder aftrek van de reeds eerder dat jaar verstrekte bijdrage op grond van het tweede lid.

Artikel 6. Procedurebepalingen

  • 1. De bijdrage dient achteraf te worden aangevraagd onder vermelding van de kostensoort, de hoogte van de kosten alsmede de datum waarop de kosten zijn gemaakt.

  • 2. Een aanvraag kan worden ingediend tot uiterlijk vier weken na het einde van het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.

  • 3. Uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag wordt een beschikking over de verlening en vaststelling van de bijdrage afgegeven.

Artikel 7. Verplichtingen

Ter beoordeling van het recht op een bijdrage dienen door aanvrager bewijsstukken te worden overgelegd van de op het aanvraagformulier vermelde inkomsten voor zover aanvrager over de in aanmerking te nemen periode geen (bijstands)uitkering van een van de Brabantse Wal gemeenten heeft ontvangen, alsmede van de kosten waarvoor de bijdrage wordt gevraagd.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. De regeling wordt aangehaald als: ”Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2016”.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop hij bekend is gemaakt en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016.

  • 3. Onder een bijdrage als bedoeld in artikel 5 wordt mede verstaan een bijdrage op grond van artikel 5 van de Verordening sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 augustus 2016.
de secretaris, de burgemeester,
A.P.E. Baart MBA drs. J.J.C. Adriaansen

Nota-toelichting

Algemene toelichting

Het doel van de regeling is bevordering alsmede vergroting van deelname aan de samenleving van personen van 18 jaar en ouder met een inkomen op of rond het sociaal minimum.

De Regeling sociaal-culturele bijdrage voor de minima is een deelregeling gebaseerd op de Algemene subsidie-verordening gemeente Woensdrecht 2016.

Uit onderzoek is gebleken, dat door de combinatie van regelingen op rijksniveau gezinnen met oudere kinderen met grote tekorten te maken hebben en dan vooral bij gezinnen met een inkomen op 120% van het sociaal minimum.

Om hieraan tegemoet te komen worden een tweetal maatregelen genomen. De eerste maatregel betreft verhoging van het maximale inkomen waarbij aanspraak kan worden gemaakt op deze regeling naar 120% van het sociaal minimum. De tweede maatregel is inkorting van de referteperiode naar 6 maanden.

Aanpassing van de bijdrageregeling is daarvoor noodzakelijk. Met de bijdrageregeling 2016 wordt hierin voorzien.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die in de regeling voorkomen en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. In een aantal gevallen wordt verwezen naar definities in de Participatiewet om ervoor te zorgen, dat zoveel mogelijk bij deze wetgeving wordt aangesloten. Voor zover de situatie zich voordoet, is artikel 33 van de Participatiewet eveneens van overeenkomstige toepassing.

Onder gebruteerde bijstandsnorm wordt in dit verband verstaan de bijstandsnorm als bedoeld in de artikelen 20, 21, 22 en 23 van de Participatiewet verhoogd met het geldende bijstandspercentagetarief als vermeld in de ’Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen’ van de Belastingdienst, onder aftrek van de loonheffingskorting die normaliter bij een volledige bijstandsuitkering te gelden kan worden gemaakt.

Voor personen jonger dan 18 jaar kan door de ouder(s) een beroep worden gedaan op de Regeling ter bevordering van maatschappelijke participatie door schoolgaande kinderen 2016.

Artikel 2. Doel en strekking

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3. Doelgroep

Tot de doelgroep van de regeling behoren huishoudens met een inkomen op maximaal 120 % van de geldende bijstandsnorm en dit gedurende minstens 6 maanden.

Gemakshalve voor de uitvoering is gekozen voor 6 kalendermaanden onmiddellijk voorafgaande aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.

Artikel 4. Activiteiten die voor een bijdrage in aanmerking komen

Dit artikel bevat geen limitatieve opsomming van activiteiten waarvoor een bijdrage kan worden verstrekt. Wel dienen het activiteiten te betreffen, waarbij actief aan de samenleving wordt deelgenomen.

Het bepaalde in lid 2 voorkomt, dat op enig moment in een kalenderjaar op beide regelingen aanspraak kan worden gemaakt. De Regeling ter bevordering van maatschappelijke participatie door schoolgaande kinderen is een voorliggende voorziening voor deze bijdrageregeling.

Artikel 5. Hoogte van de bijdrage

Voor muziek- en dansonderwijs aan het Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom geldt een ruimere vergoeding.

In lid 3 en lid 4 is de handelswijze vastgelegd bij samenloop van activiteiten in hetzelfde kalenderjaar waarvoor afwijkende vergoedingen gelden.

Artikel 6. Procedurebepalingen

Op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2016 is het college bevoegd termijnen te stellen ten aanzien van het indienen van een aanvraag. Hiermee zijn rechtmatige bestedingen beter gewaarborgd.

Op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2016 is het college bevoegd af te wijken van de beslistermijn in de verordening. Het betreffen eenvoudige aanvragen.

Artikel 7. Verplichtingen

Om het recht op een subsidiebijdrage te kunnen beoordelen dienen de benodigde bewijsstukken te worden overgelegd.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9. Slotbepalingen

De bijdrageregeling 2016 is voor belanghebbenden gunstiger dan de regeling uit 2015.

Als voor het kalenderjaar 2016 reeds een bijdrage op grond van de Verordening sociaal-culturele bijdrage voor de minima 2015 is verstrekt, dient deze bijdrage volledig in mindering te worden gebracht op de te verstrekken bijdrage op grond van artikel 5 van de nieuwe regeling 2016.