Regeling vervallen per 16-10-2014

Marktverordening gemeente Woensdrecht 2006

Geldend van 27-12-2012 t/m 15-10-2014

Intitulé

Marktverordening gemeente Woensdrecht 2006

De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 29 november 2012;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2012;

gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet, gelet op artikel 147, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat een verzoek is ontvangen voor het mogen organiseren van een warenmarkt in de kern Woensdrecht, eenmaal per maand op zondag;

overwegende dat de Marktverordening gemeente Woensdrecht 2006 geen ruimte biedt voor warenmarkten die niet door de gemeente Woensdrecht worden georganiseerd;

overwegende dat het aanbeveling verdient een verordening vast te stellen die het organiseren van niet-gemeentelijke markten mogelijk maakt in de gehele gemeente Woensdrecht op basis van een marktorganisatievergunning;

b e s l u i t :

1. De ‘Marktverordening gemeente Woensdrecht 2006’ als volgt te wijzigen:

Artikel I 

In artikel 1, onder a wordt de zinsnede ‘de door het college ingestelde warenmarkt’ vervangen door: de door het college ingestelde, door de gemeente Woensdrecht georganiseerde warenmarkt.

Artikel II 

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde, door de gemeente Woensdrecht georganiseerde warenmarkt.;

  • b.

    jaarmarkt: de warenmarkt welke krachtens collegebesluit op de daartoe aangewezen plaats en tijd één maal per jaar wordt gehouden gedurende één of enkele, in het besluit aan te wijzen dagen.

  • c.

    marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, die voor het uitoefenen van de markthandel is aangewezen;

  • d.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • e.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • f.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • g.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel.

  • h.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • i.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats gedurende een markt;

  • j.

    lijst van inschrijvingen: de doorlopend genummerde lijst per markt van vergunninghouders van en gegadigden voor een vaste standplaats;

  • k.

    marktmeester: de ambtenaar die als zodanig is aangewezen door het college en belast is met het toezicht op de naleving en handhaving van het bepaalde in en krachtens deze verordening;

  • l.

    marktcommissie: een belangengroep samengesteld door en namens de vergunninghouders, welke door het college kan worden geraadpleegd ter advisering dan wel kan worden benaderd als gesprekspartner;

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1 Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt.

  • 2 Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

  • 3 Het college hoort de marktcommissie omtrent besluiten op grond van dit artikel als deze een ingrijpende wijziging tot gevolg hebben.

Artikel 3 Bijzondere regeling jaarmarkten

  • 1 Het college neemt ten behoeve van een jaarmarkt als bedoeld in artikel 1.b jaarlijks uiterlijk 8 weken voor de dag waarop de jaarmarkt zal worden gehouden, een besluit als bedoeld in artikel 2 lid 1 en 2.

  • 2 Een standplaatsvergunning wordt per kalenderjaar verleend ten behoeve van de in de vergunning genoemde jaarmarkt. De vergunningverlening vindt plaats op basis van de lijst van inschrijvingen, voor de jaarmarkt.

  • 3 Voor een jaarmarkt als bedoeld in artikel 1.b vervalt het gestelde in artikel 1.1 van deze verordening.

Artikel 4 Wijziging plaats en tijd markt

  • 1 Op algemeen erkende christelijke feestdagen, nieuwjaarsdag en op door het college op grond van bijzondere gelegenheden aangewezen dagen wordt geen markt gehouden.

  • 2 Bij het samenvallen van een markt met een in lid 1 genoemde dag, kan het college een andere dag voor het houden van de markt aanwijzen.

  • 3 Het college kan, gehoord de marktcommissie, om dringende redenen tijdelijk een andere als de aangewezen plaats aanwijzen.

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen

  • 1 Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Vergunningen

Artikel 7 Standplaatsvergunning

Het is verboden, behoudens het bepaalde in artikel 9 lid 3, een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 8 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij van het uitoefenen van de ambulante handel zijn hoofdberoep maakt en persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 9 Aanvraag vaste standplaats

  • 1 Een vergunning voor een vaste standplaats wordt aangevraagd op een inschrijfformulier van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH) onder bijvoeging van een recent uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel en een kopie van de geldige CRK-kaart.

  • 2 Aanvragen voor een vergunning voor een vaste standplaats op een weekmarkt worden in volgorde van de datum van inschrijving op een doorlopend genummerde lijst, als bedoeld in artikel 1.j, per markt ingeschreven. Tevens wordt vermeld de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

  • 3 Aan een aanvrager kan door de marktmeester een standplaats op een weekmarkt worden toegewezen voor een beperkte proefperiode voordat een vaste standplaatsvergunning wordt verstrekt.

Artikel 10 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1 Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst indien hij voldoet aan de in artikel 8 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2 Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam, het adres, de woonplaats en het telefoonnummer van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag is ontvangen;

    • c.

      de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

    • d.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3 Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4 De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 april schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 11 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 april heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats wordt verleend gaat de inschrijving over naar de lijst van vergunninghouders, tenzij hij op grond van bijzondere omstandigheden de vaste standplaats niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 8 wordt voldaan.

Artikel 12 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen wordt de standplaats, rekening houdend met het branchepatroon voor de betreffende markt, achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaats op de lijst van inschrijvingen;

  • b.

    degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.

Artikel 13 Overschrijving vastestandplaatsvergunning

  • 1 In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vastestandplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of één van zijn of haar kinderen.

  • 2 Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

     

  • 3 Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 14 Intrekking vastestandplaatsvergunning

  • 1 Het college trekt een vastestandplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 13 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2 Het college kan een vastestandplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 8 genoemde vereisten.

  • 3 Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 13 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 15 Toewijzing dagplaats

  • 1 Toewijzing van een dagplaats geschiedt door de marktmeester door middel van loting op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2 De dagplaats wordt toegewezen aan gegadigden, mits zij voldoen aan de in artikel 8 genoemde vereisten, die zich daarvoor bij aanvang van de markt aanmelden bij de marktmeester.

  • 3 In het geval dat toewijzing van een dagplaats concurrentie oplevert voor de vergunninghouder(s) op de markt, kan de dagplaats maximaal vier keer in een periode van drie maanden worden toegewezen aan een gegadigde met een concurrend artikel of branche.

Artikel 16 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1 De marktmeester wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2 In het geval dat toewijzing van een dagplaats concurrentie oplevert voor de vergunninghouder(s) op de markt, kan de dagplaats maximaal vier keer in een periode van drie maanden warden toegewezen aan een standwerker met een concurrend artikel of branche.

  • 3 Tot de loting voor een standwerkersplaats worden slechts bij de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel als standwerker geregistreerde marktkooplieden toegelaten.

  • 4 Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 5 Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan en het gezamenlijk te verhandelen artikel. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 17 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1 De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2 De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3 De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 18 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1 De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit tijdig vóór de betreffende marktdag mee aan de marktmeester.

  • 2 Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 3 Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

Artikel 19 Ontheffing en vervanging

  • 1 In geval van langdurige afwezigheid wegens ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om de standplaats op de markt in te nemen.

  • 2 Het college kan de vergunninghouder, in de gevallen bedoeld in artikel 18 en 19 lid 1, vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 20 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1 Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2 De vergunninghouder dient bij zijn standplaats op een duidelijk zichtbare plaats een naambord in goede staat te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de standplaats zijn aangegeven.

Artikel 21 Inname standplaats

  • 1 De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt in te nemen.

  • 2 Het is verboden meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 1 uur na sluitingstijd van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen op het marktterrein.

  • 3 Het is verboden tijdens de markt een voertuig aanwezig te hebben behoudens, op aanwijzing van de marktmeester, voertuigen waarmee de te verhandelen artikelen op de markt worden of zijn aangevoerd.

  • 4 Het is verboden de opstal op de standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen.

  • 5 Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk 30 minuten voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 22 Aan- en afvoer goederen

  • 1 Het is verboden marktartikelen meer dan twee uur voor aanvang op de markt aan te voeren of voor sluitingstijd af te voeren.

  • 2 Het is verplicht de aanvoer van de marktartikelen uiterlijk een kwartier voor de aanvang van de markt te beëindigen en uiterlijk één uur na sluitingstijd van de markt de afvoer te beëindigen.

Artikel 23 Verbodsbepalingen

  • 1 Het is verboden op een marktterrein:

    • a.

      handel te drijven anders als vanuit een standplaats;

    • b.

      een standplaats in te nemen anders als waarvoor vergunning is verleend;

    • c.

      zonder vergunning van het college kramen, of andere voor verkoop van artikelen bestemde bedrijfsmiddelen te plaatsen dan wel te (doen) gebruiken;

    • d.

      tijdens de markt gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid behoudens met ontheffing van het college;

    • e.

      tijdens de duur van de markt met artikelen ten verkoop rond te lopen of te rijden behoudens ontheffing van het college;

    • f.

      op een markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddel, bedoeld in de Wet op de geneesmiddelenvoorziening.

  • 2 Het is de vergunninghouder verboden:

    • a.

      op een andere als voor de markt bestemde tijd op het marktterrein artikelen te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

    • b.

      kramen uit te bouwen of meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

    • c.

      de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein te hinderen of te belemmeren;

    • d.

      zich, behoudens ontheffing van het college, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van artikelen;

    • e.

      op de standplaats andere artikelen in voorraad te hebben als die waarvoor de vergunning is verleend;

    • f.

      zijn plaats samen met een ander te benutten.

Artikel 24 Verplichtingen

De vergunninghouder is verplicht:

  • a.

    de prijsaanduiding van de voor verkoop aangeboden artikelen voor het publiek duidelijk leesbaar aangebracht te hebben;

  • b.

    zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond met zeilen af te schermen;

  • c.

    zijn standplaats vóór zonsopgang en vanaf zonsondergang te hebben voorzien van verlichting, waarmee de uitgestalde artikelen helder zijn verlicht;

  • d.

    indien hem is toegestaan eet- en drinkwaren te verkopen, deze voldoende tegen verontreiniging te beschermen.

Artikel 25 Orde en netheid

De vergunninghouder is verplicht:

  • a.

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen;

  • c.

    voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achter te laten en het afval zelf af te voeren.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 26 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien warden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 27 Intrekking vastestandplaatsvergunning

Onverminderd artikel 14 kan het college, gehoord de marktcommissie, een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet, niet volledig of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • d.

    zonder toestemming van de marktmeester gedurende twee achtereenvolgende weken of vijf markten in een periode van negen weken geen gebruik heeft gemaakt van zijn plaats op de markt.

Artikel 28 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder, een houder van een dagplaats of standwerkersplaats gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    het marktpersoneel in de uitoefening van hun taak belemmert;

  • d.

    direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt;

  • e.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 29 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 30 Intrekking oude regeling

De Marktverordening, vastgesteld op 29 april 1998, wordt ingetrokken.

Artikel 31 Overgangsbepalingen

  • 1 Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening 1998 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 De bestaande inschrijvings- en wachtlijsten worden geacht inschrijvings- en wachtlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 1998 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Woensdrecht 2006.

Ondertekening

Adus vastgesteld in de vergadering van 29 november 2012;
 
de raad van de gemeente Woensdrecht,
 
de griffier,        de voorzitter,