Regeling vervallen per 01-01-2014

Beleidsregels subsidiëring Voor- en Vroegschoolse educatie Gemeente Woerden (en eisen voor de locatie om hiervoor een aanbod te mogen bieden)

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Beleidsregels subsidiëring Voor- en Vroegschoolse educatie Gemeente Woerden

Burgemeester en wethouders van Woerden hebben op 20 november 2012 vastgesteld de "Beleidsregels subsidiëring Voor- en Vroegschoolse educatie Gemeente Woerden"(en eisen voor de locatie om hiervoor een aanbod te mogen bieden).

Artikel 1 Inleiding

Deze beleidsregels voor het verstrekken van subsidie aan ouders van doelgroepkinderen VVE zijn een nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Woerden en de Wet Oke.

Artikel 2 Doel

De Wet Oke bepaalt dat gemeenten een dekkend en hoogwaardig aanbod moeten hebben in de voorschoolse periode. De gemeente heeft hier het volgend beleid op ontwikkeld.

Ingaande 1 januari 2012 kunnen doelgroepouders (ouders) Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) voor hun kind gebruik maken van opvang in de kinderopvang (KO).

Ouders waarvan hun het kind gebruik maakt van VVE in de KO kunnen in aanmerking komen voor een kindgebonden subsidie.

Artikel 3 Doelgroep

Tot de doelgroep behoren kinderen in de leeftijd tussen 2.5 en 4 jaar, woonachtig in de gemeente Woerden, waarvoor de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) een VVE indicatie afgegeven heeft.

Artikel 4 Subsidieaanvrager

De ouders van het doelgroepkind vragen de subsidie voor een VVE aanbod aan bij de gemeente. De ouders kunnen toestemming verlenen aan de JGZ deze aanvraag namens hen te doen. Te allen tijden moet bij de aanvraag een door de ouders ondertekend indicatieformulier van de JGZ toegevoegd worden.

Artikel 5 VVE locatie

Er moet gebruik gemaakt worden van een KO locatie die voldoet aan door het college gestelde kwaliteitseisen en een overeenkomst afgesloten heeft met de gemeente Woerden. Deze locaties zijn bekend bij de JGZ.

Een locatie komt in aanmerking om een VVE opvang te bieden wanneer aan alle volgende voorwaarden voldaan wordt:

  • -

    Er is een plan van aanpak dat beschrijft op welke wijze de voorziening voldoet aan de wettelijke eisen, bindende afspraken met de stuurgroep Lokaal Educatieve Agenda (LEA) en aanvullende eisen van de inspectie van OCW die verbonden zijn aan VVE (bijlage 2)

  • -

    Het hebben van een substantieel aanbod per week bij de start van het doelgroepkind.

  • -

    Het hebben van een aanwezigheidsregistratie van de doelgroepkinderen. Deze zullen steekproefsgewijs opgevraagd worden ten behoeve van de rechtmatigheidbeoordeling.

  • -

    De aanwezigheid van een VVE coördinator per locatie of instellingsbreed.

  • -

    Een verklaring afgegeven is dat alle wijzigingen die van belang zijn voor de subsidieverstrekking onverwijld doorgegeven worden aan de gemeente.

  • -

    Een verklaring dat de VVE uren niet door de instelling opgegeven worden in het formulier dat ouders in moeten dienen bij de belastingdienst om voor de Toeslagenwet KO in aanmerking te kunnen komen.

  • -

    Er is een overeenkomst ondertekend dat onverschuldigde kindgebonden subsidie teruggevorderd dan wel verrekend zal worden met aan dezelfde ontvangende instelling te betalen kindgebonden subsidie voor een ander tijdvak.

Artikel 6 Grondslag subsidieberekening

  • -

    De basissubsidie is gebaseerd op het geldende uurtarief dat gehanteerd wordt door de belastingdienst voor de berekening van de kinderopvangtoeslag.

  • -

    Voor de uitvoering van de VVE activiteiten wordt een toeslag verleend van 15% waarvoor de KO locatie VVE activiteiten aanbiedt conform de Wet Oke.

  • -

    De subsidie is gebaseerd op een VVE aanbod van maximaal 10 uur per week gedurende 40 weken per jaar.

Artikel 7 Subsidieverstrekking

  • 1.

    Als aan de voorwaarde 3, 4 en 5 wordt voldaan vindt subsidieverstrekking aan de ouders van doelgroepkinderen plaats.

  • 2.

    Er wordt voor maximaal 10 uur per week gedurende 40 weken per jaar subsidie verleend

  • 3.

    Bij afname van minder uren wordt de subsidie berekend op basis van werkelijk afgenomen uren.

  • 4.

    Het bedrag wordt in maandelijkse termijnen rechtstreeks overgemaakt aan de instelling van KO zodra de gemeente melding krijgt van de instelling dat het kind geplaatst is.

  • 5.

    Ouders worden hiervan in kennis gesteld.

  • 6.

    Wanneer doelgroepkinderen regelmatig geen gebruik maken van het VVE aanbod vindt door de instelling een melding bij de JGZ plaats. Bij ongeoorloofd verzuim kan de subsidie beëindigd worden.

Artikel 8 Ouderbijdrage

De maximale ouderbijdrage van een doelgroepkind mag niet hoger zijn dan het maximale tarief ouderbijdrage voor de laagste inkomensgroep in de kinderopvang. De ouderbijdrage kan jaarlijks bijgesteld worden.

Ouders dienen zelf de ouderbijdrage te betalen aan de instelling waar het kind geplaatst is.

Artikel 9 Einddatum subsidie

1. Op de 1e van de maand volgend op het moment dat een kind geen gebruik meer maakt van het VVE aanbod.

2. De VVE subsidie stopt in ieder geval bij het bereiken van de leeftijd van 4 jaar.

  • -

    per de 15e van de maand wanneer het kind voor de 15e de vierjarige leeftijd bereikt

  • -

    op het eind van de maand wanneer het kind na de 15e de 4 jarige leeftijd bereikt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regels treden na bekendmaking in werking op 1 januari 2013.