Verlegregeling Woerden 2013

Geldend van 25-07-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Verlegregeling Woerden 2013

VERLEGREGELING WOERDEN 2013

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1

De begripsbepalingen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Woerden zijn op deze regeling van toepassing tenzij daar uitdrukkelijk van wordt afgeweken.

Artikel 2

In deze regeling wordt verstaan onder:

a: Aanwijzing: een schriftelijk besluit genomen door de gemeente voor het verleggen van een kabel en/of leiding zo mogelijk op basis van overeenstemming, bereikt in een vooroverleg tussen netwerkbeheerder en de gemeente;

b: Belanghebbende: netwerkaanbieder die een aanwijzing krijgt van het college tot het verleggen van een kabel of leiding;

c: Kabels en leidingen: kabels en leidingen als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur, met uitzondering van kabels en leidingen als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

d: Nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan belanghebbende;

e: Rijzen: het verticaal omhoog verplaatsen zonder onderbreking van een kabel en/of leiding wat nodig is als gevolg van verzakking van de grond.

f: Schadebedrag: financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van een aanwijzing tot verleggen van een kabel en/of leiding;

g.Vitale kabels en leidingen: gasleidingen met een werkdruk van ≥ 1 bar en elektriciteitskabels met een spanningsniveau van ≥ 50 KV. Leiding in natte infrastructuur, die gelegen is in een waterweg of waterkerende dijk.

Artikel 3

Deze verlegregeling bevat nadere regels ter uitvoering van artikel 11 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Woerden. De bevoegdheid voor het stellen van nadere regels is opgenomen in artikel 3 Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur.

Artikel 4

1. Het college zal de netwerkaanbieder in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken bij de voorbereiding van (ruimtelijke) plannen en de voorbereiding van werkzaamheden waar (vitale) kabels en/of leidingen van de netwerkaanbieder bij zijn betrokken, zodat verleggingen van diens kabels en/of leidingen binnen de specifieke (on)mogelijkheden van het geval zoveel mogelijk kunnen worden vermeden en/of op een zo efficiënt en goedkoop mogelijke manier kunnen plaatsvinden. De netwerkaanbieder zal zich inspannen om een actieve bijdrage te leveren door onder andere het meedenken over mogelijke alternatieven voor verleggingen.

2. Bij initiatieven van derden vanuit een economisch belang, waaraan het college op zich wil meewerken en waarbij verlegging van (vitale) kabels en/of leidingen van de netwerkaanbieder aan de orde is, zal het college zoveel als mogelijk en/of zoveel als zij daartoe publiekrechtelijk bevoegd is, slechts meewerken aan de betreffende initiatieven als die derden zich jegens het college en de netwerkaanbieder verplichten de kosten van verlegging te dragen.

3. De gemeente en de netwerkaanbieder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de (vitale) kabel en/of leiding elkaars schade zoveel mogelijk beperken.

HOOFDSTUK 2 NADEELCOMPENSATIE

Artikel 5

1. Voor zover blijkt dat de netwerkaanbieder tengevolge van een aanwijzing van het college tot het verleggen van een (vitale) kabel en/of leiding, schade lijdt of zal lijden die niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico kan worden gerekend en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende op andere wijze is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een schadevergoeding toe als hierna is bepaald.

2. Bij de berekening van het schadebedrag worden uitsluitend de kosten van het uit- en in bedrijfstellen, ontwerp & begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.

Artikel 6

Indien de netwerkaanbieder binnen vijf jaren na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit/vergunning een aanwijzing krijgt van het college tot het verleggen van een (vitale) kabel en/of leiding bedraagt de schadevergoeding 100% van het schadebedrag.

Artikel 7

Indien de netwerkaanbieder een aanwijzing krijgt van het college tot het verleggen van een kabel en/of leiding in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van afgifte van het betrokken instemmingsbesluit/vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het zestiende jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het bijgevoegde schema, bijlage 1.

Artikel 8

Indien de netwerkaanbieder een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een kabel en/of leiding na vijftien jaar, gerekend vanaf de datum van afgifte van het

instemmingsbesluit/vergunning wordt geen nadeelcompensatie toegekend.

Artikel 9

Indien de netwerkaanbieder een aanwijzing krijgt van het college tot het verleggen van een vitale kabel en/of leiding in de periode gelegen vanaf vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van afgifte van het betrokken instemmingsbesluit/vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het eenendertigste jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het bijgevoegde schema, bijlage 2.

Artikel 10

1. Geen vergoeding vindt plaats als in de vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit/vergunning, een wijziging of intrekking van die vergunning is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin de kabel en/of leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing (voor het door de gemeente in het instemmingsbesluit/vergunning geplande project) door het college wordt gegeven.

2. Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode van vijf jaren dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in deze regeling is opgenomen.

Artikel 11

Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netwerkaanbieder moet blijven dan uit toepassing van deze regeling voortvloeit, kan het college hiervan gemotiveerd afwijken.

Artikel 12

1. Indien als gevolg van de uitvoering van een werk van de netwerkaanbieder de (vitale) kabel en/of leiding moet of zal rijzen komen de kosten hiervan ten laste van de aanbieder.

2. Als bij een verlegging de netwerkaanbieder de gelegenheid benut om de capaciteit te laten toenemen of andere kwantificeerbare voordelen heeft komen de kosten daarvan niet in aanmerking voor vergoeding.

Artikel 13

1. Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) verleggingen van dezelfde (vitale) kabel en/of leiding, is op de eerste tijdelijke verlegging deze regeling van toepassing en komen de kosten van de overige verleggingen ten laste van de gemeente. Bedoeld worden meerdere verleggingen op dezelfde locatie in een bepaalde periode van dezelfde leiding.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op tijdelijke voorzieningen van fysieke aard, zoals extra kabel- en leidingvoorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve verlegging is gerealiseerd in samenhang met de voortgang van het infrastructuurproject. Dit wordt niet gezien als een (tijdelijke) verlegging, maar als een noodzakelijke uitvoeringswijze.

Artikel 14

Indien er sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netwerkaanbieders wordt er inzicht gegeven in de verdeling van de gezamenlijke kosten.

HOOFDSTUK 3: BEPALINGEN VAN PROCEDURELE AARD

Artikel 15

Het college streeft ernaar overeenstemming te bereiken met de netwerkaanbieder over verlegging (technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. De gemeente voert hiertoe vooroverleg met de aanbieder. Indien sprake is van aanwezige (vitale) kabels en/of leidingen die niet noodzakelijk verlegd hoeven te worden zal de netwerkaanbieder de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die kabels en/of leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.

Artikel 16

1. De netwerkaanbieder dient bij het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie aan te tonen op welke datum het instemmingsbesluit/vergunning is verleend voor het aanleggen van de (vitale) kabel en/of leiding op de locatie waaruit zij moet worden verlegd.

2. Indien het instemmingsbesluit/vergunning ontbreekt, wordt gerekend vanaf de datum waarop het leggen volgens de registratie van de aanbieder is aangevangen.

3. Indien niet kan worden aangetoond op welke datum het instemmingsbesluit/vergunning is verleend dan wel op welke datum met het leggen is aangevangen, dan wordt er vanuit gegaan dat de betreffende kabel en/of leiding langer dan 15 jaar en voor een vitale kabel en/of leiding langer dan 30 jaar aanwezig is.

Paragraaf 3.1 De aanvraag tot nadeelcompensatie

Artikel 17

De netwerkaanbieder dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf jaren na het onherroepelijk worden van de aanwijzing van het college tot het verleggen van een (vitale) kabel en/of leiding een verzoek in tot vaststelling van nadeelcompensatie. Hierbij wordt een uitgebreide specificatie en berekening van het schadebedrag overgelegd door de netwerkaanbieder.

Artikel 18

Het verzoek bevat ten minste:

a. De naam en het adres van verzoeker;

b. Een omschrijving of kopie van de aanwijzing van het college aan de aanbieder tot het verleggen van de leiding;

c. De hoogte van de nadeelcompensatie waarop naar het oordeel van de aanbieder aanspraak wordt gemaakt;

d. Een uitgebreide kostenspecificatie;

e. Datum dagtekening;

f. Ondertekening.

Artikel 19

1. Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek tot vaststelling van nadeelcompensatie een besluit:

a. Om het verzoek buiten behandeling te laten, indien deze is ingediend buiten de termijn genoemd in artikel 17;

b.Om het verzoek buiten behandeling te laten, indien deze naar het oordeel van het college niet of niet voldoende is onderbouwd en de netwerkaanbieder in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen vier weken nadat het verzuim kenbaar is gemaakt aan de netwerkaanbieder;

c. Om het verzoek geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

d. Om het verzoek af te wijzen;

2. Het college kan deze termijn eenmalig met acht weken verlengen. Het college stelt de aanbieder hiervan schriftelijk op de hoogte.

Paragraaf 3.2 Betaling nadeelcompensatie

Artikel 20

Indien het college heeft besloten om nadeelcompensatie toe te kennen dan dient na vaststelling van de definitieve hoogte van de nadeelcompensatie en na gereedkomen van de werkzaamheden de netwerkaanbieder een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 60 dagen na ontvangst van de factuur door het college.

HOOFDSTUK 4: KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN

Artikel 21

De hoogte van de kosten voor het verleggen van een (vitale) kabel en/of leiding

worden bepaald op basis van de hierna volgende bepalingen. De totale kosten

worden berekend op basis van de werkelijke verleggingskosten. Slechts de kosten

van ontwerp en begeleiding, de kosten van uit- en in bedrijfstellen, de kosten van

uitvoering en de materiaalkosten kunnen voor vergoeding in aanmerking komen.

Artikel 22

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van:

  • -

    Overleg en correspondentie;

  • -

    Directievoering en toezicht houden;

  • -

    Detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • -

    Verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • -

    Juridisch vrijmaken tracé;

  • -

    Kosten ten behoeve van aanbesteden werk;

  • -

    Kosten van benodigde vergunningen en leges;

Artikel 23

Onder kosten van het uit- en in bedrijfstellen worden verstaan:

  • -

    Kosten van het spannings- of productloos maken van de kabel en/of leiding;

  • -

    Kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel en/of leiding;

  • -

    Kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard.

Artikel 24

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • -

    Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaam-heden;

  • -

    Kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten kabels en/of leidingen;

  • -

    Kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • -

    Kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard;

Artikel 25

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfeigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de te verleggen (vitale) kabel en/of leiding en de daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

Artikel 26

Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie en zal terugwerken tot 1 januari 2013 en wordt aangehaald als: Verlegregeling Woerden 2013.

Bijlage 1 Schadevergoedingsregime naar leeftijd van kabels en/of leidingen

Jaren

Percentage

1

100%

2

100%

3

100%

4

100%

5

100%

6

80%

7

72%

8

64%

9

56%

10

48%

11

40%

12

32%

13

24%

14

16%

15

8%

16 - >

0%

Bijlage 2 Schadevergoedingsregime naar leeftijd van vitale kabels en/of leidingen

Jaren

Percentage

1

100,0%

2

100,0%

3

100,0%

4

100,0%

5

100,0%

6

80,0%

7

76,8%

8

73,6%

9

70,4%

10

67,2%

11

64,0%

12

60,8%

13

57,6%

14

54,4%

15

51,2%

16

48,0%

17

44,8%

18

41,6%

19

38,4%

20

35,2%

21

32,0%

22

28,8%

23

25,6%

24

22,4%

25

19,2%

26

16,0%

27

12,8%

28

9,6 %

29

6,4 %

30

3,2 %

31- >

0,0 %

TOELICHTING OP DE VERLEGREGELING WOERDEN 2013

Inleiding

Voor het leggen van kabels en leidingen in openbare gemeentelijke gronden is gekozen voor een gemeentelijke verordening AVOI (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur). De verlegregeling is een invulling van de nadeelcompensatieverplichting in geval van verleggingen die door het college van burgemeester en wethouders van Woerden worden opgedragen.

Met enige regelmaat komt het voor dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken ter behartiging van het algemeen belang besluiten neemt, dan wel werken uitvoert of doet uitvoeren, waardoor één of meer burgers of bedrijven onevenredig zwaar worden benadeeld. Deze besluiten of feitelijke handelingen zijn rechtmatig. Toch kan er onder omstandigheden een verplichting tot vergoeden van schade ontstaan. Deze verplichting is gebaseerd op het rechtsbeginsel van “égalité devant les charges publiques” (gelijkheid van openbare lasten).

Met het vaststellen van deze verlegregeling voor kabels en/of leidingen wordt beoogd een regeling in het leven te roepen op grond waarvan benadeelden voldoende zekerheid wordt verschaft op welke wijze een verzoek om nadeelcompensatie kan worden ingediend en volgens welke normen het eventuele nadeel dat niet ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zal worden vergoed. De regeling roept geen nieuwe aansprakelijkheden in het leven, die naar de huidige stand van het recht niet reeds bestaan.

De regeling is gebaseerd op de binnen de gemeente te voorziene planningshorizon. De gemeente gaat er vanuit dat binnen 5 jaar na het verlenen van een instemmingsbesluit/vergunning voor het leggen van een kabel en/of leiding in de openbare ruimte de gemeente geen werken uitvoert, die verlegging van een vergunde leiding noodzakelijk maakt. Daarna wordt er een periode van 6-15 jaar gehanteerd, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%. Dit geldt voor “normale” kabels en/of leidingen. Daarnaast geldt voor vitale kabels en/of leidingen dat er een periode van 6-30 jaar wordt gehanteerd, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%.

Verder speelt een rol dat de kabels en/of leidingen om niet in onze grond mogen liggen, zodat een verschuiving van het risico van de kosten van verlegging na 15 jaar en bij vitale kabels en/of leidingen na 30 jaar in beginsel redelijk is.

Er is voor gekozen om niet alle artikelen automatisch van een toelichting te voorzien. Er wordt slechts een toelichting gegeven indien een nadere uitleg noodzakelijk wordt geacht.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Telecomkabels zijn uitdrukkelijk van deze regeling uitgezonderd. Deze kabels vallen onder de Telecommunicatiewet die voor het verleggen en de kosten daarvan een geheel eigen regeling kent.

Artikel 2

Het centrale begrip in de verlegregeling is “schadebedrag”. Het schadebedrag omvat uitsluitend de kosten die gemaakt moeten worden om de verlegging uit te voeren. Uitgangspunt bij de bepaling van het schadebedrag bij een verlegging van een kabel en/of leiding zijn de werkelijke verleggingskosten. De verleggingskosten omvatten alle directe kosten die de belanghebbende moet maken om de kabel en/of leiding te verleggen. Vermogensschade en inkomensschade worden niet als uitgangspunt genomen. Van het schadebedrag wordt een bepaald percentage als nadeelcompensatie uitgekeerd. De nadeelcompensatie wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 4

Lid 1: De gemeente zal de netwerkaanbieder in een zo vroeg mogelijk stadium informeren over haar plannen. Daartoe wordt driemaandelijks een coördinatieoverleg kabels en leidingen gehouden, waarvoor alle netwerkaanbieders worden uitgenodigd. Doel van deze bijeenkomst is elkaar te informeren over de (wederzijdse) plannen ten aanzien van werkzaamheden en projecten.

Lid 3: Partijen moeten rekening houden met de wederzijdse belangen bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De verlegging moet op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd worden.

Hoofdstuk 2 Nadeelcompensatie

Artikel 5

Als het college van de gemeente Woerden het besluit neemt om een aanwijzing te geven tot het verleggen van een kabel en/of leiding – als gevolg van het voornemen tot uitvoering van een werk – en dit leidt voor de netwerkaanbieder tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico mag worden gerekend, dan kan de netwerkaanbieder om nadeelcompensatie verzoeken. Op basis van deze regeling wordt bepaald of nadeelcompensatie wordt toegekend of niet en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd.

De omvang van de nadeelcompensatie is afhankelijk van het schadebedrag. Het schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van verschillende kostenposten.

Artikel 6

De periode van vijf jaren is de periode waarin redelijkerwijs voor de gemeente voorzienbaar is dat werken in de openbare ruimte plaats zullen gaan vinden. De termijn begint vanaf het moment van afgifte van het instemmingsbesluit/vergunning, omdat het moment van vergunnen vaststaat.

Artikel 7

De termijn vanaf vijf tot en met vijftien jaar is de periode waarin de voorzienbaarheid steeds minder wordt.

Artikel 8

Werkzaamheden binnen de gemeente Woerden zijn niet te voorzien op een termijn van vijftien jaar of langer. Als een vergunning zestien jaar of langer geleden is afgegeven zal geen nadeelcompensatie worden uitgekeerd. De kosten voor verlegging worden in dat geval volledig tot het risico van de netwerkaanbieder gerekend.

Artikel 9

Voor een vitale kabel en/of leiding wordt een langere periode vanaf vijf tot en met dertig jaren gehanteerd waarin nadeelcompensatie kan worden verkregen. Voor netwerkaanbieders is het van groot belang dat ingrepen in de vitale transportleidingen tot een minimum wordt beperkt. Dit omdat het netwerk er in negatieve zin door wordt beïnvloedt, maar ook de kosten zijn aanzienlijk. Uitgangspunt is dan ook dat de verlegging van vitale transportleidingen zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Artikel 10

Als een instemmingsbesluit wordt verleend aan een netwerkaanbieder voor het leggen van een kabel en/of leiding op een locatie waarvan de gemeente vermoedt dat deze binnen vijf jaren verlegd zal moeten worden als gevolg van de uitvoering van haar werken en in het instemmingsbesluit is daartoe een bepaling opgenomen, dan zal geen nadeelcompensatie worden gegeven.

Als het aanwijzingsbesluit niet wordt gegeven binnen de termijn van vijf jaren, dan zal het toepasselijke vergoedingsregime in werking treden.

Artikel 11

Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Indien de netwerkaanbieder of de gemeente kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van deze regeling tot een evident onredelijke nadeelcompensatie zou leiden, kan het college besluiten op basis van dit artikel de nadeelcompensatie aan te passen.

Artikel 13

Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) verleggingen, is op de eerste tijdelijke verlegging deze verlegregeling van toepassing en komen de kosten van de overige verleggingen ten laste van de gemeente. Bedoeld wordt meerdere verleggingen op dezelfde locatie in een bepaalde periode van dezelfde leiding.

Lid 2: Een noodnet kan niet worden gezien als een (tijdelijke) voorziening. Dit wordt gezien als een uitvoeringswijze.

Artikel 14

In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende leidingexploitanten moeten de kosten worden verdeeld over de netwerkaanbieders. De projectkosten worden verdeeld in direct aan de netwerkaanbieder toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in en uit bedrijf stellen en materiaalkosten, exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke kruising. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn om gezamenlijk te kruisen.

Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard

Artikel 16

De netwerkaanbieder zal zelf de periode moeten aantonen van de ligging van de betreffende kabel en/of leiding op die locatie. In beginsel zal dit plaatsvinden met een instemmingsbesluit of vergunning. Het is ook mogelijk om dit aan te tonen middels een (andere) schriftelijke toestemming die door de gemeente is verleend.

Indien een instemmingsbesluit/vergunning ontbreekt wordt gerekend vanaf de datum waarop het leggen volgens de registratie van de netwerkaanbieder is aangevangen. Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend c.q. op welke datum het leggen is aangevangen, wordt er van uitgegaan dat de betreffende kabel en/of leiding langer dan 15 jaar aanwezig is, of in geval van een vitale kabel en/of leiding langer dan 30 jaar aanwezig is.

Artikel 18

Om tot een beslissing te kunnen komen op het verzoek van de netwerkaanbieder, zijn meer gegevens noodzakelijk dan in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht als minimum opgesomd is. De aanduiding van de aard en de omvang van de schade en de specificatie van het schadebedrag dienen bepaald te worden op basis van een uitgebreide kostenspecificatie.

Artikel 19

De gemeente neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit inhoudende één van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. Het verzoek om nadeelcompensatie wordt niet in behandeling genomen als deze meer dan 5 jaar nadat de door het college gegeven aanwijzing onherroepelijk is geworden, wordt ingediend door de netwerkaanbieder. Het verzoek kan kennelijk ongegrond worden verklaard als de verlegging, verwijdering of aanpassing aan de leiding van belanghebbende niet door de gemeente veroorzaakt. Het verzoek kan geheel of gedeeltelijk toegekend worden of geheel worden afgewezen.

Indien de aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van het verzoek om nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het schadebedrag zal belanghebbende vier weken de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van acht weken na indiening van het verzoek om nadeelcompensatie waarbinnen het college een besluit neemt wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd.

Het besluit tot vaststelling van de nadeelcompensatie is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor mogelijkheden van bezwaar en beroep openstaan.

De gemeente kan de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de belanghebbende worden medegedeeld.

Artikel 21

Bij de bepaling van de nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van de werkelijke kosten. Dit zijn de kosten die direct toegerekend kunnen worden aan de verlegging van de kabel en/of leiding. Tot slot is hierbij van belang dat de verlegging gerealiseerd moet worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzicht van de meest voor de hand liggende variant. Netwerkaanbieder en gemeente ondervinden geen nadeel van de gekozen oplossing.

Artikel 26

Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie en zal terugwerken tot 1 januari 2013 en wordt aangehaald als Verlegregeling Woerden 2013.