Verordening commissie bezwaarschriften

Geldend van 11-04-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Woerden, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van het college van 19 november 2002; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet; besluit; vast te stellen "Verordening commissie bezwaarschriften"

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b. commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester en het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Ferm Werk.

2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

a. een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

b. rechtspositieregelingen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

3. Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 3a

1. De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

2. De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categoriën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

3. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

a. Een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

b. Ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

4. De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en tweede plaatsvervanger aan.

5. De kamer kan beslissen dat de behandeling van bezwaarschriften door de commissie zal geschieden.

6. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 secretaris

1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Uitoefenen bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

a. artikel 2:1, tweede lid;

b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

c. artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

d. artikel 7:4, tweede lid

e. artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste drie weken voor de zitting schriftelijk uit.

2. Binnen een week na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

1. De zitting van de commissie is openbaar.

2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

4. De zitting van de commissie vindt in ieder geval achter gesloten deuren plaats wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten in het kader van het sociale domein en huisvesting.

Artikel 14 Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb bestaat uit een digitale geluidsopname, die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijk verslag wanneer:

    • - het bestuursorgaan dat nodig acht voor zijn besluitvorming, of

    • - een belanghebbende daar om verzoekt, of

    • - een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

  • 3.

    Het schriftelijke verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid, houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4.

    Het schriftelijke verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo?n verzoek.

4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2 a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

1. Het advies wordt, met eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften gemeente Woerden wordt ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkintreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Woerden".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2002, de voorzitter, de wnd. griffier, B.F.A. van der Kluit-de Groot A.G.J. Kwakkernaat de burgemeester, de secretaris, B.F.A. van der Kluit-de Groot A.G.J. Kwakkernaat De burgemeester, B.F.A. van der Kluit-de Groot