Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen in de gemeente Woerden

Geldend van 30-12-2010 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Woerden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden,   gelet op de artikelen 12, vierde lid, 15, zesde lid en 17, eerste, tweede en zesde lid van de Beheersverordening begraafplaatsen;   besluit;   vast te stellen het “Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Woerden”

 

Artikel 1 Plaatsing gedenkteken

1. Op graven mogen gedenktekens worden geplaatst mits deze voldoen aan de in dit uitvoeringsbesluit opgenomen voorwaarden.

2. Van het voornemen tot het plaatsen van een gedenkteken wordt schriftelijke melding gemaakt aan het college van burgemeester en wethouders waarbij een werktekening moet worden ingediend.

3. Op de in lid 2 bedoelde werktekening dienen voor te komen:

a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

b. de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

c. de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

d. de tekst van het opschrift en de figuratie(s);

e. de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken.

4. Plaatsing van een gedenkteken is mogelijk indien dit 24 uur voorafgaand aan de dag van

plaatsing is gemeld aan de beheerder, rekening houdend met het bepaalde in lid 5.

5. Een gedenkteken mag niet kwetsend en/of aanstootgevend zijn.

 

Artikel 2 Afmetingen gedenktekens

1. Op particuliere graven kan zowel een staand als een liggend gedenkteken worden geplaatst of een combinatie daarvan. De afmetingen bedragen maximaal:

Lengte 190 centimeter

Breedte 80 centimeter

Hoogte staand gedeelte 100 centimeter

Dikte staand gedeelte 50 centimeter

Hoogte liggend gedeelte 30 centimeter

De gedenktekens moeten ondersteund worden door een betonnen funderingsplaat.

2. Op algemene graven bedragen de afmetingen van het voorste gedenkteken maximaal:

Lengte 90 centimeter

Breedte 80 centimeter

Hoogte 80 centimeter aan de achterzijde van het gedenkteken

Hoogte 30 centimeter aan de voorzijde van het gedenkteken

Dikte 25 centimeter

3. Op particuliere kindergraven bedragen de afmetingen van een gedenkteken maximaal:

Lengte 170 centimeter

Breedte 70 centimeter

Hoogte 100 centimeter aan de achterzijde van het gedenkteken

Hoogte 20 centimeter aan de voorzijde van het gedenkteken

Dikte 25 centimeter aan de achterzijde van het gedenkteken

4. Op algemene graven bedragen de afmetingen van het achterste gedenkteken maximaal:

Lengte 90 centimeter

Breedte 80 centimeter

Hoogte 100 centimeter aan de achterzijde van het gedenkteken

Hoogte 30 centimeter aan de voorzijde van het gedenkteken

Dikte 25 centimeter aan de achterzijde van het gedenkteken

5. Op algemene kindergraven bedragen de afmetingen van het voorste gedenkteken maximaal:

Lengte 80 centimeter

Breedte 70 centimeter

Hoogte 80 centimeter aan de achterzijde

Hoogte 20 centimeter aan de voorzijde

Dikte 25 centimeter aan de achterzijde

6. Op algemene kindergraven bedragen de afmetingen van het achterste gedenkteken maximaal:

Lengte 80 centimeter

Breedte 70 centimeter

Hoogte 100 centimeter aan de achterzijde

Hoogte 20 centimeter aan de voorzijde

Dikte 25 centimeter aan de achterzijde

7. Op urnenkelders bedragen de afmetingen van een gedenkteken maximaal:

Lengte 50 centimeter

Breedte 50 centimeter

Hoogte 100 centimeter

8. De afmetingen van de afsluitplaten van urnennissen:

Hoogte 31 centimeter

Breedte 31 centimeter

Dikte 3 centimeter

 

Artikel 3 Ontheffing

1. Het college van burgemeester en wethouders kan van de in artikel 2 genoemde afmetingen van gedenktekens ontheffing verlenen, mits het te plaatsen gedenkteken past in de omgeving van het desbetreffende graf. Het verzoek dient schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouder te worden ingediend met een daarbij behorende, in artikel 1 lid 2 vereiste, werktekening.

2. Indien binnen acht weken na indiening van de aanvraag door het college van burgemeester en wethouders geen besluit is genomen, wordt de ontheffing geacht te zijn verleend

 

Artikel 4 Onderhoud door gemeente

Het college van burgemeester en wethouders voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de grafoppervlakken.

Artikel 5 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

1. Dit artikel is van toepassing op het onderhoud, niet zijnde algemeen onderhoud, voorzover dit onderhoud niet bij de houder van de begraafplaats berust.

2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking en andere voorwerpen op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt verstaan: Het schoonmaken van het gedenkteken, het indien nodig stellen van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en eventueel vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige planten, het verwijderen van dode planten, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekking.

3. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking (geheel of gedeeltelijk) doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

4. De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in lid 3, vindt niet eerder plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken en/of de grafbeplanting. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

5. Niet blijvende beplantingen, verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

6. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de gebruiker indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

7. Het groenafval dat vrij komt bij het onderhoud dient door een ieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

 

Artikel 6 Losse bloemen

Het aanbrengen van losse bloemen is toegestaan. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de daarvoor ter beschikking gestelde puntvazen. Het aanbrengen van losse bloemen is toegestaan. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de daarvoor ter beschikking gestelde puntvazen.

Artikel 7 Winterharde gewassen

1. De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte van het graf kunnen worden gehouden.

2. De hoogte van de gewassen mag de hoogte van het ter plaatse toegestane gedenkteken niet overtreffen.

 

Artikel 8 Afval en beschadigingen

1. Alle sporen van afval, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekenen, moeten van de begraafplaats meegenomen worden.

2. Beschadigingen, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekenen moeten worden hersteld door de rechthebbende, belanghebbende of veroorzaker van de schade.

 

Artikel 9 Citeertitel en slotbepalingen

1. Dit besluit kan worden aangehaald als “Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen” en treedt in werking op de dag na bekendmaking.

2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit besluit worden de “Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen 2003” ingetrokken.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouder op 9 november 2010, de secretaris,                     de burgemeester,     W. Wieringa                         mr. H.W. Schmidt

Nota-toelichting Toelichting

Artikel 1 Plaatsing gedenkteken Ontheffing van het college van burgemeester en wethouders is alleen noodzakelijk wanneer afgeweken wordt van de in dit besluit opgenomen voorwaarden.

Tevens is opgenomen dat steeds een afspraak moet worden gemaakt met de beheerder om de gedenktekens te plaatsen, dit in verband met een mogelijk geplande uitvaart. Artikel 3 Ontheffing Op de begraafplaatsen komen grafvelden voor die qua vorm en indeling afwijken van de gangbare afmetingen. In deze gevallen moet het mogelijk zijn de gewenste grafbedekking in te passen in de omgeving. Dit uitvoeringsbesluit maakt dat mogelijk. Artikel 4 Onderhoud door gemeente .De gemeente als houder van de begraafplaats is enkel verantwoordelijk voor het algemene onderhoud. De rechthebbenden of gebruikers zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de grafoppervlakken. Artikel 5 Onderhoud rechthebbende / gebruiker Dit artikel beschrijft de taken en plichten van de rechthebbenden en gebruikers met betrekking tot het onderhoud van het graf en de grafbedekking in die situatie dat het onderhoud van het graf niet bij de gemeente is afgekocht. In het artikel zijn tevens de maatregelen opgenomen die de gemeente ter beschikking staan indien de onderhoudsplicht niet uitgevoerd wordt. Wel zijn hiervoor de wettelijke voorschriften van toepassing alvorens de gemeente tot maatregelen mag overgaan. Artikel 7 Winterharde gewassen De voorwaarden die worden gesteld aan het te plaatsen van gewassen worden hier nader beschreven.

De overige artikelen spreken voor zich.