Regeling vervallen per 01-01-2011

Mandaatregister gemeente Woerden 2008 (v 10 juli 2008)

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2010

Intitulé

Mandaatregister gemeente Woerden 2008

Mandaatregister gemeente Woerden 2008

Inhoudsopgave Mandaatregister

H1. MANDAATREGELING

H2. BUDGETREGELING

H3. MANDAAT DIRECTIE

H4. MANDAAT PERSONEELSBEVOEGDHEDEN

H5. ONDERMANDATEN GRIFFIE

H5A. MANDAAT VOORZITTER REKENKAMERCOMMISSIE

H6. ONDERMANDATEN BESTUUR- EN MANAGEMENTONDERSTEUNING

H7. ONDERMANDATEN BOUWZAKEN

H8. ONDERMANDATEN BRANDWEER

H9. ONDERMANDATEN BURGERZAKEN

H10. ONDERMANDATEN FINANCIËN

H11. ONDERMANDATEN INTERNE ZAKEN

H11A ONDERMANDATEN TIJDELIJKE AFDELING INFORMATIEVOORZIENING

H12. ONDERMANDATEN ONDERWIJS & WELZIJN

H13. ONDERMANDATEN PERSONEEL, ORGANISATIE & INFORMATIE

H14. ONDERMANDATEN PROJECTEN

H15. ONDERMANDATEN REALISATIE & BEHEER

H16. ONDERMANDATEN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

H16A. ONDERMANDATEN TIJDELIJKE AFDELING VASTGOED

H17. ONDERMANDATEN SOCIALE ZAKEN

H18. ONDERTEKENINGSMANDAAT HULPOFFICIER VAN JUSTITIE

TOELICHTING

BIJLAGE

Het college van burgemeester en wethouders en de Burgemeester van Woerden van de Gemeente Woerden,

Gelet op de artikelen van de afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 231 van de Gemeentewet en de Organisatieregeling;

besluit;

Conform het bij dit voorstel gevoegde document 'mandaatregister gemeente Woerden 2008', versie 1 juli 2008:

1. het "mandaatregister gemeente Woerden 2008 versie d.d. 10 juli 2008"gemeentebreed vast te stellen;

2. de gewijzigde budgetregeling vast te stellen;

3. alle oude mandaatbesluiten, inclusief het ‘mandaatregister gemeente Woerden 2008, versie 25 februari 2008’ en met uitzondering van alle extern werkende mandaten, in te trekken.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Woerden op 22 juli 2008

loco-secretaris burgemeester

C.P.M. van Elteren mr. H.W. Schmidt

Aldus besloten door de burgemeester van Woerden op 22 juli 2008

burgemeester

mr. H.W. Schmidt

H1. Mandaatregeling

Artikel 1

1. De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateren de directie, concerncontroller en de afdelingshoofden om, binnen de grenzen van hun respectievelijke takenpakket, namens hen besluiten te nemen. Daar waar in dit besluit ‘afdelingshoofd’ staat opgenomen, dient voor de afdeling brandweer ‘brandweercommandant’ te worden gelezen en voor de tijdelijke afdelingen Informatievoorziening"en Vastgoed 'tijdelijk afdelingshoofd"

2. Het mandaat omvat zowel het nemen van het besluit als de ondertekening daarvan.

3. Het mandaat omvat eveneens de bevoegdheid om de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden te vertegenwoordigen in procedures waarbij deze als verweerder optreden in bezwaar en (hoger) beroep vanwege door hen genomen besluiten als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

4. Het bepaalde in dit besluit met betrekking tot mandaat is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot volmacht voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en met betrekking tot machtiging tot het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn (ex artikel 10:12 Awb).

5.Het mandaat omvat - met inachtneming van het bepaalde in H6. artikel 6 - het nemen van een beslissing op bezwaar door een afdelingshoofd, met uitzondering van die gevallen waarin:

a.(het voorstel tot) de beslissing op bezwaar materieel afwijkt van het advies van de commissie bezwaarschriften;

b. het afdelingshoofd zelf het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt;

c. het bezwaar zich richt tegen een door het college van burgemeester en wethouders of ander bestuursorgaan genomen besluit.

Artikel 2

De burgemeester verleent de directie, concerncontroller en de afdelingshoofden de machtiging om de gemeente Woerden binnen de grenzen van hun respectievelijke takenpakket in en buiten rechte te vertegenwoordigen, als bedoeld in artikel 171 van de Gemeentewet.

Artikel 3

Het mandaat als bedoeld in artikel 1 en de machtiging als bedoeld in artikel 2 heeft, onverminderd artikel 10:3 van de Awb, geen betrekking op:

1. besluiten die ingrijpende gevolgen voor de gemeente Woerden hebben;

2. besluiten als bedoeld in artikel 160, tweede lid, van de Gemeentewet;

3. besluiten als bedoeld in artikel 169, vierde lid, van de Gemeentewet;

4. besluiten als bedoeld in artikelen 25 en 27 van de Wet op de Ondernemingsraden;

5. besluiten als bedoeld in artikelen 151b, 154a, 172,173, 174a, 175,176,176a van de Gemeentewet;

6. besluiten tot het vaststellen van beleidsregels (als bedoeld in artikel 1:3 Awb), algemeen verbindende voorschriften en convenanten;

7. besluiten tot aanwijzing van opsporingsambtenaren en toezichthouders.

Voor afdelingshoofden heeft het mandaat als bedoeld in artikel 1 en de machtiging als bedoeld in artikel 2 evenmin betrekking op:

8. besluiten die het takenpakket van meerdere afdelingen raken;

9. besluiten en privaatrechtelijke handelingen ten aanzien van (ver)huur, (ver)koop en vestiging van zakelijke rechten met betrekking van onroerende zaken, zonder instemming van de vakgroep Grondzaken.

Artikel 4

1. Afdelingshoofden mogen hun bevoegdheden, als bedoeld in artikel 1 en 2, binnen hun afdeling aan ondergeschikten ondermandateren.

2. Voor dit ondermandaat gelden de volgende voorwaarden:

a. ondermandaten treden alleen in werking indien zij in het Mandaatregister van de gemeente Woerden zijn opgenomen;

b. een ondermandaat wordt bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 Awb;

c. het doormandateren van een ondermandaat is niet toegestaan.

3. De volgende besluiten mogen niet in ondermandaat worden genomen:

a. het afdoen van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Awb;

b. het besluiten tot (gedeeltelijke) weigering van het verlenen van een subsidie;

c. het besluiten tot het opleggen van een dwangsom of bestuurlijke boete of tot het toepassen van bestuursdwang;

d. de beslissing op bezwaar.

Artikel 5

1. De uitoefening van gemandateerde bevoegdheden en verleende machtigingen geschiedt binnen de grenzen van de in de Organisatieregeling gemeente Woerden vastgestelde taken en met inachtneming van het geldend recht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

2. Het nemen van besluiten over en het ondertekenen van stukken die financiële gevolgen hebben, geschiedt overeenkomstig de Budgethoudersregeling en alleen voor zover daarvoor in een vastgestelde begroting financiële middelen beschikbaar zijn.

3. Daar waar aan de besluitvorming een belangenafweging ten grondslag ligt, dan wel de afweging voor het besluit niet openbaar is, dient besluitvorming plaats te vinden op basis van een memo waarin alle belangen inclusief de risico’s worden afgewogen. Dit memo dient te worden geparafeerd door het afdelingshoofd dan wel de ambtenaar die het besluit in ondermandaat neemt en bij het dossier te worden gevoegd. De betreffende consulenten worden daarbij indien nodig betrokken.

4. De gemandateerden en de gemachtigden stellen de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, de portefeuillehouder en/of hun leidinggevende in kennis van te nemen besluiten en te verrichten handelingen, als zij mogen aannemen dat het verstrekken van informatie daarover gewenst is.

Artikel 6

1. De volgende mandaten blijven ongewijzigd van kracht:

a. De besluiten van 29 januari 2003 van de invorderingsambtenaar inzake mandaatverlening aan het Belasting- en Gerechtsdeurwaarderskantoor van Pruijn & v/d Bergh;

b. Het besluit van 25 januari 2007, inzake mandaatverlening aan de directeur van de Milieudienst Noord West Utrecht, tot het opleggen van een last onder dwangsom, inclusief inning, inschakeling van een deurwaarder, zonodig voeren van een procedure van verzet bij de rechtbank en intrekking van de dwangsom, tot een maximum van € 50.000;

c. Het besluit van 1 januari 2006, inzake mandaatverlening van de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden aan parkeercontroleurs in dienst van of werkzaam voor het bedrijf P1 B.V;

d. Het besluit van 1 januari 2006, inzake de mandaatverlening van de invorderingsambtenaar van de gemeente Woerden, aan de directeur van Cannock Chase Public Services BV, in het kader van de naheffing van aanslagen enz, parkeerbelasting.

2. Indien er een mandaatbesluit is genomen door de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders die niet in deze lijst staat opgesomd, maar waarvan de instant houding kennelijk noodzakelijk is, blijft het mandaatbesluit van kracht tot nader order.

H2. Budgetregeling

Artikel 1 Afdelingshoofd

1. Het college van burgemeester en wethouders wijst in de productenramingen per sectorproduct aan welk afdelingshoofd bevoegd is.

2. Het afdelingshoofd is voor het college van burgemeester en wethouders en voor de directie aanspreekbaar en verantwoording verschuldigd voor alle aan de afdelingshoofd toevertrouwde sectorproducten. De hieronder gegeven regels voor de budgethouder zijn ook van toepassing voor het afdelingshoofd als verantwoordelijke voor het sectorproduct.

3. Het afdelingshoofd ziet er op toe dat voor alle functieclassificaties binnen zijn afdeling budgethouders worden aangewezen.

Artikel 2 Budgethouder

Een budgethouder is een, op basis van een mandaatbesluit, aangewezen ambtenaar die, binnen het gegeven mandaat verantwoordelijk is voor het doen van betalingen binnen de aangegeven grenzen.

De budgethouder is bevoegd tot het intern fiatteren van de betalingen binnen deze budgetregeling.

Artikel 3 Budget

Een budget is een onderdeel van de productenraming of een projectplan met daarbij opgenomen de inkomsten en uitgaven, respectievelijk het sectorproduct, functieclassificatie of kostenplaats met de daarbij horende doelstellingen.

Artikel 4 Financiële bevoegdheden

1. Directielid

a. Het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, binnen de doelstellingen van zijn afdeling en binnen de gestelde grenzen van de functieclassificaties die hem in het directieplan zijn toegewezen (artikel 160, eerste lid onder e, Gemeentewet).

b. Het intern fiatteren (via het digitale systeem) van de betalingen, binnen de in de afdelingsplannen beschreven functieclassificaties.

2. Afdelingshoofd

a. Het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, binnen de doelstellingen van zijn afdeling en binnen de gestelde grenzen van de functieclassificaties die hem in het afdelingsplan zijn toegewezen.

b. Het intern fiatteren (via het digitale systeem) van de betalingen, binnen de in de afdelingsplannen beschreven functieclassificaties.

c. Het aanwijzen van de budgethouders per functieclassificatie.

3. Teamleider / Teamchef / Coördinator

a. Het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, binnen de doelstellingen van zijn cluster en binnen de gestelde grenzen van de functieclassificaties, die een bedrag vertegenwoordigen van maximaal € 150.000,-- .

b. Het intern fiatteren (via het digitale systeem) van de betalingen, binnen de in de afdelingsplannen beschreven functieclassificaties, tot een bedrag van maximaal € 150.000,--.

4. Budgethouders

a. Het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, binnen de doelstellingen van de budgethouder en binnen de gestelde grenzen van de functieclassificaties die hem in het afdelingsplan (of bij besluit van het afdelingshoofd) zijn toegewezen, die een bedrag vertegenwoordigen van maximaal € 15.000,-- .

b. Het intern fiatteren (via het digitale systeem) van de betalingen, binnen de in de afdelingsplannen beschreven functieclassificaties, tot een bedrag van maximaal € 15.000,--

Artikel 5 Financiële bevoegdheden Projecten

1. Projectleider

a. Het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, binnen de doelstellingen van het door het college vastgestelde projectplan en binnen de gestelde grenzen van de functieclassificaties in het projectplan, tot een bedrag van maximaal € 15.000,--. Bij bedragen boven de € 15.000, is een tweede handtekening van de projectsecretaris vereist. Bij bedragen boven de € 150.000, is een tweede handtekening van de ambtelijk opdrachtgever nodig.

b. Het intern fiatteren (via het digitale systeem) van de betalingen, binnen de in het door het college vastgestelde projectplan beschreven functieclassificaties. Bij bedragen boven de € 15.000, is een tweede handtekening van de projectsecretaris vereist. Bij bedragen boven de € 150.000, is de tweede handtekening van de ambtelijk opdrachtgever nodig.

Artikel 6 Financieel systeem

De tweede handtekening voor het intern fiatteren van de facturen kan ook worden gegeven door een accordering in het financiële systeem.

Artikel 7 Verplichtingen en rechten

1. Verplichtingen mogen slechts worden aangegaan nadat de verantwoordelijke budgethouder heeft geconstateerd dat terzake een toereikend budget is en het aangaan van die verplichtingen direct verband houden met de taakstelling.

2. De budgethouder is verantwoordelijk voor de uitgaven respectievelijk inkomsten die voortvloeien uit de door hem aangegane verplichtingen en rechten, die binnen zijn budget vallen.

3. Bestedingen ten laste van een budget kunnen alleen plaatsvinden met toestemming van de verantwoordelijke budgethouder.

4. Bij bedragen boven € 15.000,-- dient te allen tijde een tweede paraaf te worden gezet door de direct hiërarchisch hoger geplaatste, met uitzondering van het bepaalde in artikel 5 lid 1 van dit hoofdstuk.

5. Daar waar budgethouders binnen de hen toegekende functieclassificaties, ‘geld gaan schuiven’ tussen de verschillende onder de FCL vallende ECL’s, dient de budgethouder dit te rapporteren(zoals genoemd in artikel 6 van deze budgetregeling).

Artikel 8 Taken budgethouder

1. De budgethouder moet zijn budget, zowel uitgaven als inkomsten, bewaken voor over- en onderschrijdingen.

2. De budgethouder is verantwoordelijk voor de beheersing van de uitgaven en inkomsten van de toegekende budgetten.

3. Een budgethouder kan met een behandelend ambtenaar afspraken maken over bewaking van budgetten. De behandelend ambtenaar wordt dan kredietbewaker. De budgethouder zelf blijft eindverantwoordelijk.

4. De budgethouder tekent de facturen of nota's af nadat de kredietbewaker zijn paraaf voor akkoord bij het bedrag heeft gezet. De budgethouder zorgt dat de nota's etc. snel doorstromen naar de financiële administratie voor verwerking.

5. De budgethouder zorgt voor de aanlevering van de benodigde gegevens voor de begroting en jaarrekening. De budgethouder zorgt voor de analyse begroting/rekening, rekening/rekening en realisering beleidsvoornemens voor de rekening.

6. De budgethouder legt via de budgetcyclus aan het management en bestuur verantwoording af informatie omtrent de stand van de werkzaamheden en de bestede middelen. Dit geschiedt door middel van rapportages. Daarbij geeft de budgethouder een analyse van de stand van de werkzaamheden en de bestede middelen .

7. De budgethouder zorgt ervoor dat voldaan wordt aan de eisen van de administratieve organisatie en zorgt voor doelmatig en doeltreffend beheer van het budget.

Artikel 9 Informatie afdelingshoofd

Alle afdelingshoofden dragen zorg voor het verstrekken van relevante informatie (waaronder de rapportages) aan de directie en het college van burgemeester en wethouders. In ieder geval wordt informatie gegeven over het realiseren van doelen, de planning en de bestede middelen.

Artikel 10 Plaatsvervanging

1. In het geval een budgethouder niet aanwezig is wordt de factuur ondertekend door de teamleider, teamchef dan wel coördinator binnen de gestelde grenzen en anders door het betreffende afdelingshoofd.

2. Bij afwezigheid van het afdelingshoofd geldt, voor wat betreft de vervanging, deze mandaatregeling.

Artikel 11 Overige randvoorwaarden

1. Budgethouderverantwoordelijkheid is ondeelbaar in die zin dat het niet is toegestaan dat twee of meer budgethouders dezelfde verantwoordelijkheid hebben voor één functieclassificatie.

2. De functie van budgethouder is onverenigbaar met de functies van betalingsfiatteur en kassier, alsmede met de registrerende functie.

3. Een budgethouder mag de aan hem gemandateerde bevoegdheid niet uitoefenen ten aanzien van zichzelf of ten aanzien van boven hem geplaatste functionarissen. In dat geval wordt het budgethouderschap uitgeoefend door het afdelingshoofd of (indien het het afdelingshoofd betreft) het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Bijzonder mandaat

Ongeacht de eventuele begrenzing die in artikel 4 van deze regeling aan betalingen zijn gesteld, gelden deze niet voor de volgende betalingen:

Omschrijving ECL (uitgaven) Naam Afdeling

Salarissen 10001 t/m 10199 K. Abbema POI

Loonbelasting Tussenrekening K. Abbema POI

Telefoon (vast en mobiel) 34009 H.Harskamp POI

Brandstof auto’s 31003 J. Rensenbrink R&B

Hoogheemraadschap/OZB 34021 E. Langerak Financiën

BTW Tussenrekening E. Langerak Financiën

UWV Betalingen 34409 E. Langerak Financiën

Pensioenen (maandelijkse afdracht) Tussenrekening J. de Hoop Financiën

Kwijtscheldingsterugbetaling 34174 Invorderingsambtenaar Financiën

Verzekeringen 34001 t/m 34005 + 34467 J. Scholtens Financiën

Onderhoud op basis van het meerjarenonderhoudsprogramma 34999 S. de Deugd Bouwzaken

H3. Mandaat directie

Artikel 1 algemeen

Het behandelen van een klacht gericht tegen een afdelingshoofd.

Artikel 2 Financiële bevoegdheden

1. Het vaststellen van hoofdstuk 3 (bedrijfsvoering) van de afdelingsplannen.

2. Vaststellen uitwerkingen van de sectorproducten in functieclassificaties.

3. Bevoegdheid op grond van het Besluit begroting en verantwoording toelichting paragraaf 2.3.

Artikel 3 CAR/UWO hoofdstuk 2: Aanstelling en Arbeidsovereenkomst

1. In overleg met de personeelsconsulent beslissen tot aanstelling van een afdelingshoofd (art. 2:1 en 2:8 CAR).

2. In overleg met het desbetreffende afdelingshoofd en de personeelsconsulent beslissen op een verzoek tot aanpassing arbeidsduur van een medewerker (art. 2:7 en 2:7a CAR) voor zover het het personele budget te buiten gaat.

3. In overleg met de personeelsconsulent beslissen op een verzoek tot aanpassing arbeidsduur (art. 2:7 en 2:7a CAR) van een afdelingshoofd.

4. Inhuren van tijdelijke medewerkers buiten de personele begroting.

5. Het nemen van besluiten op basis van hoofdstuk 2 van de CAR/UWO: aanstelling en arbeidsovereenkomst.

Artikel 4 CAR/UWO hoofdstuk 3: Salaris en vergoedingen

1. Vaststellen functiebeschrijvingen en functiewaarderingen van de medewerkers (Regeling functiewaardering d.d. 17 juli 2001, art. 3:1:1 CAR).

2. Vaststellen salaris en eventuele toelagen (art. 3:1 CAR, bezoldigingsregeling 2007) van een afdelingshoofd.

3. In overleg met de personeelsconsulent toekennen persoonlijke toelage (art. 3:7:8 UWO) aan medewerkers, met uitzondering van de gemeentesecretaris en de adjunct-gemeentesecretaris.

4. In overleg met de personeelsconsulent toekennen arbeidsmarkttoelage (art. 12 Bezoldigingsregeling 2007) aan medewerkers, met uitzondering van de gemeentesecretaris en de adjunct-gemeentesecretaris.

5. In overleg met de personeelsconsulent toekennen van een waarnemingstoelage aan een afdelingshoofd (art. 3:1:2 UWO, Bezoldigingsregeling 2007).

6. Toekennen van de volgende flexibele beloningen (notitie Flexibele Beloning d.d. 16 maart 2004, art. 15:1:28 UWO, art. 8 en 9 Bezoldigingsegeling 2007): Tijdelijke toelage voor bijzondere prestaties binnen de functie; Vaste toelage die is gekoppeld aan de functie uitoefening; Niet toekennen van jaarlijkse periodieke salarisverhogingen dan wel het toekennen van extra periodieke verhogingen.

7. Bevordering tot aan functionele schaal (art. 10 Bezoldigingsregeling 2007) van een afdelingshoofd.

Artikel 5 CAR/UWO hoofdstuk 4: Arbeidsduur en werktijden

Vaststellen feitelijke arbeidsduur per week voor een afdelingshoofd (art. 4:1 CAR).

Artikel 6 CAR/UWO hoofdstuk 4a: Uitwisselen arbeidsvoorwaarden

Instemmen met verzoek tot toepassing van uitwisseling van arbeidsvoorwaarden van een afdelingshoofd (hoofdstuk 4a CAR, cafetariaregeling).

Artikel 7 CAR/UWO hoofdstuk 6: Vakantie, vakantietoelage en (zwangerschaps- en bevallings)verlof

1. Aanwijzen van collectieve vrije dagen (art. 8 Verlofregeling 2001).

2. Verlenen vakantieverlof (art. 6:1:1 UWO, Verlofregeling 2001) aan een afdelingshoofd;

3. Instemmen met verzoek van een afdelingshoofd meer uren te werken en deze omzetten in verlof (art. 6:2 lid 2 UWO).

4. Toekennen buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging (art. 6:4 en 6:4:1 CAR / UWO) aan een afdelingshoofd, in overleg met de personeelsconsulent.

5. In overleg met personeelsconsulent toekennen langdurend zorgverlof (art. 6:4:1a UWO) aan een afdelingshoofd.

6. Toekennen vakbondsverlof (art. 6:4:2 UWO) aan afdelingshoofd.

7. Toekennen kortdurend zorgverlof (art. 6:4:3 UWO) aan afdelingshoofd.

8. Toekennen non-activiteit (art. 6:4:4 UWO) aan afdelingshoofd.

9. In overleg met personeelsconsulent toekennen van buitengewoon verlof om overige redenen (art. 6:4:5 UWO), met of zonder behoud van bezoldiging.

10. In overleg met personeelsconsulent toekennen onbetaald verlof onder meer t.b.v. gemeentelijke levensloopregeling (art. 6:9 CAR) aan een afdelingshoofd.

Artikel 8 CAR/UWO hoofdstuk 8: Ontslag

1. Ontslag verlenen op eigen verzoek (art. 8:1 CAR) aan een afdelingshoofd.

2. Ontslag verlenen wegens ouderdomspensioen (art. 8:2 CAR) aan een afdelingshoofd.

3. Ontslag verlenen wegen arbeidsongeschiktheid (art.8:5 CAR) aan een afdelingshoofd.

4. Ontslag verlenen wegens pré-vut (art. 8:9 CAR) aan een afdelingshoofd.

5. Ontslag verlenen wegens FPU (art. 8:11 CAR) aan een afdelingshoofd.

6. Ontslag verlenen uit een tijdelijke aanstelling of tijdelijke urenuitbreiding (art. 8:12 CAR) aan een afdelingshoofd.

7. Ontslag verlenen wegens reorganisatie (art. 8:4 CAR) aan een medewerker, niet zijnde afdelingshoofd.

8. Ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid (art. 8:6 CAR) aan een medewerker, niet zijnde afdelingshoofd.

9. Ontslag verlenen op overige ontslaggronden (art. 8:7 CAR) aan een medewerker, niet zijnde afdelingshoofd.

Artikel 9 CAR/UWO hoofdstuk 15: Overige rechten en plichten

1. Verlenen van toestemming aan een afdelingshoofd voor het gebruik van goederen en diensten van de gemeente (art. 15:1:3 UWO). Conform integriteitsbeleid.

2. Verlenen van toestemming aan een afdelingshoofd voor gebruik van eigen motorrijtuig t.b.v. de dienst (art. 15:1:24 UWO).

3. Verlenen van toestemming aan een afdelinghoofden om nevenwerkzaamheden te verrichten of betrokken te zijn bij een bedrijf dat in enig opzicht aan beoordeling of onder toezicht is van de gemeente (art 2, lid 3 en 4, Regeling nevenwerkzaamheden, art. 15:1:6 UWO).

4. Opdragen aan een medewerker, niet zijnde afdelingshoofd, van een andere betrekking (art. 15:1:10 en art. 15:1:11 UWO).

5. Vergoeden wegens in diensttijd opgelopen schade, boven € 1.000,-- per geval (art. 15:1:23 UWO) aan een afdelingshoofd.

Artikel 10 CAR/UWO hoofdstuk 16: Disciplinaire straffen

Toepassen disciplinaire straf (art. 16:1:2 UWO). Met uitzondering van de gemeentesecretaris, adjunct-gemeentesecretaris en de afdelingshoofden.

Artikel 11 CAR/UWO hoofdstuk 17: Opleiding en ontwikkeling

1. Vaststellen van een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) van een afdelingshoofd (art. 17:1:1 UWO).

2. Uitvoering studiefaciliteiten (art. 17:1:1 UWO en regeling studiefaciliteiten) voor een afdelingshoofd, in overleg met de personeelsconsulent.

Artikel 12 Overige zaken & lokale regelgeving

Vaststellen van de beoordeling van een medewerker (art. 8 Beoordelingsverordening).

Budgethouders:

Fcl Naam budget Budgethouder

53110101 Productiecentrum directie & managementsecretariaat Gemeentesecretaris

60020401 Directieraad Gemeentesecretaris

H4. (Onder)mandaat personeelsbevoegdheden

Alle navolgende bevoegdheden zijn gemandateerd aan de afdelingshoofden, voor zover het hun eigen afdeling betreft.

Artikel 1 CAR/UWO hoofdstuk 3: Salaris en vergoedingen

1. Vaststellen salaris (art. 3:1 CAR, bezoldigingsregeling 2007) van nieuwe medewerkers van de eigen afdeling.

2. In overleg met de personeelsconsulent toekennen van een waarnemingstoelage aan de medewerkers van de eigen afdeling (art. 3:1:2 UWO, bezoldigingsregeling).

3. Toekennen overwerkvergoeding aan de medewerkers van de eigen afdeling (art. 3:2 CAR, art. 3:2:1 UWO, bezoldigingsregeling).

4. Toekennen toelage onregelmatige dienst (art. 15 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

5. Uitvoeren afbouwregeling bij vervallen of verminderen vaste toelagen (art. 16 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

6. Toekennen toelage wacht- en storingsdienst (art. 17 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

7. Toekennen beschikbaarheidstoelage gemeentelijke rampenstaf (art. 17 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

8. Toekennen beschikbaarheidstoelage uitvaartverzorgers (art. 17 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

9. Toekennen beschikbaarheidstoelage gladheidsbestrijding (art. 17 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

10. Toekennen ongemakkentoelage (art. 18 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

11. Toekennen EHBO / BHV-toelage (art. 20 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

12. Toekennen consumptievergoeding (art. 22 bezoldigingsregeling) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

13. Toekennen van de volgende flexibele beloningen aan de medewerkers van de eigen afdeling (notitie Flexibele Beloning d.d. 16 maart 2004, art. 15:1:28 UWO): Alternatieve beloningen, zoals (studie)reizen of extra studiefaciliteiten, beloningen “in natura” zoals theaterbonnen, cadeaubonnen, etc; Een gratificatie voor het verrichten van een (eenmalige) bijzondere prestatie; Groepsbeloningen voor situaties waarin de medewerkers sterk afhankelijk zijn van het werk en de inzet van collega’s of waarin het minder gewenst is om binnen een groepsproces een individuele beloning toe te passen.

14. Bevordering tot aan functionele schaal (art. 10 Bezoldigingsregeling) van een medewerker van de eigen afdeling.

Artikel 2 CAR/UWO hoofdstuk 4: Arbeidsduur en werktijden

Vaststellen van de feitelijke arbeidsduur per week voor de medewerkers van de eigen afdeling (art. 4:1 CAR).

Artikel 3 CAR/UWO hoofdstuk 4a: Uitwisselen arbeidsvoorwaarden

Instemmen met verzoek tot toepassing van uitwisseling van arbeidsvoorwaarden van een medewerker van de eigen afdeling (hoofdstuk 4a CAR, cafetariaregeling).

Artikel 4 CAR/UWO hoofdstuk 6: Vakantie, vakantietoelage en (zwangerschaps- en bevallings)verlof

1. Verlenen vakantieverlof (art. 6:1:1 UWO, Verlofregeling 2001) aan medewerkers van de eigen afdeling.

2. Instemmen met verzoek van een medewerker van de eigen afdeling meer uren te werken en deze omzetten in verlof (art. 6:2 lid 2 UWO).

3. Toekennen buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging (art. 6:4 en 6:4:1 CAR / UWO) aan medewerkers van de eigen afdeling in overleg met de personeelsconsulent.

4. In overleg met personeelsconsulent toekennen langdurend zorgverlof (art.6:4:1a UWO) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

5. Toekennen vakbondsverlof (art. 6:4:2 UWO) aan de medewerkers van de eigen afdeling in overleg met de personeelsconsulent.

6. Toekennen kortdurend zorgverlof (art. 6:4:3 UWO) aan de medewerkers van de eigen afdeling in overleg met de personeelsconsulent.

7. Toekennen non-activiteit (art. 6:4:4 UWO) aan medewerkers van de eigen afdeling in overleg met de personeelsconsulent.

8. In overleg met personeelsconsulent toekennen onbetaald verlof onder meer t.b.v. gemeentelijke levensloopregeling (art. 6:9 CAR) aan medewerkers van de eigen afdeling.

9. Het tropenrooster van toepassing verklaren voor de eigen afdeling (art. 11 Regeling variabele werktijden).

Artikel 5 CAR/UWO hoofdstuk 8: Ontslag

1. Ontslag verlenen op eigen verzoek (art. 8:1 CAR) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

2. Ontslag verlenen wegens ouderdomspensioen (art. 8:2 CAR) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

3. Ontslag verlenen wegens arbeidsongeschiktheid (art. 8:5 CAR) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

4. Ontslag verlenen wegens pré-vut (art. 8:9 CAR) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

5. Ontslag verlenen wegens FPU (art. 8:11 CAR) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

6. Ontslag verlenen uit een tijdelijke aanstelling of tijdelijke urenuitbreiding (art. 8:12 CAR) aan de medewerkers van de eigen afdeling.

Artikel 6 CAR/UWO hoofdstuk 15: Overige rechten en plichten

1. Verlenen toestemming voor het gebruik van goederen en diensten van de gemeente (art. 15:1:3 UWO) aan medewerkers van de eigen afdeling. Conform integriteitsbeleid.

2. Het verlenen van toestemming aan medewerkers van de eigen afdeling om nevenwerkzaamheden te verrichten of betrokken te zijn bij een bedrijf dat in enig opzicht aan beoordeling of onder toezicht is van de gemeente (artikel 2, lid 3 en 4, Regeling nevenwerkzaamheden, art. 15:1:6 UWO).

3. Toekennen reis- en verblijfkosten (art. 15:1:22 UWO) aan medewerkers van de eigen afdeling.

4. Vergoeden wegens in diensttijd opgelopen schade, tot € 1.000,-- per geval (art. 15:1:23 UWO) aan medewerkers van de eigen afdeling in overleg met de personeelsconsulent.

5. Toestemming geven voor gebruik van eigen motorrijtuig t.b.v. de dienst (art. 15:1:24 UWO) aan medewerkers van de eigen afdeling.

Artikel 7 CAR/UWO Hoofdstuk 17: Opleiding en ontwikkeling

1. Vaststellen van een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) van de medewerkers van de eigen afdeling (UWO art. 17:1:1).

2. Uitvoering studiefaciliteiten (art. 17:1:1 UWO en regeling studiefaciliteiten) voor de medewerkers van de eigen afdeling, in overleg met de personeelsconsulent.

Artikel 8 Overige zaken & lokale regelgeving

Afsluiten WSW-contracten en vrijwilligersovereenkomsten ten behoeve van de eigen afdeling.

Alle navolgende bevoegdheden zijn ondergemandateerd aan de afdelingshoofden, voor zover het hun eigen afdeling betreft.

Artikel 9 CAR/UWO Hoofdstuk 2: Aanstelling en arbeidsovereenkomst

1. In overleg met de personeelsconsulent beslissen tot aanstelling van de ambtenaar op de eigen afdeling (art. 2:1 en 2:8 CAR).

2. In overleg met de personeelsconsulent beslissen op een verzoek tot aanpassing arbeidsduur (art. 2:7 en 2:7a CAR) van en medewerker van de eigen afdeling, binnen het beschikbare personele budget.

3. In overleg met de personeelsconsulent beslissen om van een tijdelijke aanstelling over te gaan tot een vaste aanstelling (art. 2:4 CAR) voor een medewerker van de eigen afdeling.

4. In overleg met de personeelsconsulent afsluiten van arbeidsovereenkomsten (art. 2:5 CAR, voor oproepkrachten) met een medewerker voor de eigen afdeling.

5. In overleg met de personeelsconsulent inhuren van tijdelijke medewerkers voor de eigen afdeling, binnen de personele begroting. (Let op: afschrift van de (detacherings)overeenkomst melden aan Interne Zaken i.v.m. contractenoverzicht).

6. Afdelingshoofd = brandweercommandant:

a. Aanstellen, bevorderen, schorsen en ontslaan van vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer (art. 19:1:6 UWO, art. 19:1:11 UWO en art. 19:1:35 t/m 39 UWO).

b. Toekennen van een vergoeding aan de vrijwilligers van de gemeentelijke brandweer (art. 19:1:9 UWO).

Artikel 10 Ondertekening besluiten

Afdelingshoofd Personeel, Organisatie en Informatie

Het ondertekenen van besluiten genomen op basis van dit hoofdstuk.

H5. Ondermandaten Griffie

--

H5A. Mandaat voorzitter rekenkamercommissie

Artikel 1 Algemeen

1. de voorzitter van de rekenkamer commissie:

- mandaat voor het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met de taken van de rekenkamercommissie

- aan dit mandaat zijn de volgende voorschriften verbonden:

1. ondermandaat van deze bevoegdheden is niet toegestaan;

2. brieven en besluiten ter uitvoering van het door het college verleende mandaat worden in de meervoudsvorm geredigeerd;

met vriendelijke groet,

namens burgemeester en wethouders van Woerden,

de voorzitter van de rekenkamercommissie,

(handtekening).

2. de voorzitter van de rekenkamercommissie:

- volmacht voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met de taken van de rekenkamercommissie

- aan deze volmacht is het volgende voorschrift verbonden:

1. brieven en besluiten ter uitvoering van de door de burgemeester verleende

volmacht worden in de ik vorm geredigeerd;

namens de burgemeester van Woerden;

de voorzitter van de rekenkamercommissie,

(handtekening).

H6. Ondermandaten Bestuurs- en managementondersteuning

Artikel 1 Algemeen

1. Afdelingshoofd

a. Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges als genoemd in de tarieventabel behorende bij de legesverordening (van Heffingsambtenaar).

2. Coördinator juridisch beleidsmedewerker BMO

a. Het vervangen het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van de afdeling vallen, met uitzondering van personele aangelegenheden en die betreffende het cluster Planning en Control.

b. Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

2a. Coördinator openbare orde en veiligheid

Het vertegenwoordigen van de burgemeester van de gemeente Woerden

In adminstratiefrechtelijke procedures inzake de Wet tijdelijk huisverbod,waarin de

gemeente als partij is uitgenodigd of opgeroepen.

3. Coördinator Planning & Control

Vervangt de concerncontroller bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van de het cluster Planning & Control vallen.

4. Allround juridisch beleidsmedewerker BMO

Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

4a. Beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid

Het vertegenwoordigen van de burgemeester van de gemeente Woerden in

Adminstratiefrechtelijke procedures inzake de Wet tijdelijk huisverbod,waarin de gemeente

als partij is uitgenodigd of opgeroepen.

5. Alle medewerkers

Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij een aan hun verleend mandaat.

Artikel 2 Drank- en horecawet, aanverwante APV artikelen en Wet op de Kansspelen

Vervallen per 10 juli 2009, naar afd. Bouwzaken

Artikel 3 APV: optochten, evenementen, collecteren, standplaatsen, reclame e.a.

Vervallen per 10 juli 2009, naar afd. Bouwzaken

Artikel 4 Marktverordening en Uitvoeringsbesluit bij de Marktverordening

1. Administratief medewerker BMO, in overleg met de marktmeester

Inschrijven en doorhalen van inschrijving op de reservelijst (artikel 9 en 10 Marktverordening).

2. Marktmeester

a. Verbinden van voorschriften en beperkingen aan een verleende vergunning of ontheffing (artikel 4 lid 1 Marktverordening);

b. Bijhouden van de anciënniteitslijst (artikel 8 Marktverordening);

c. Overschrijven van de vergunning (artikel 12 Marktverordening);

d. Verlenen van ontheffing van de verplichting om de plaats op de markt in te nemen (artikel 19 lid 1 Marktverordening);

e. Verlenen van een vergunning om zich op de standplaats te laten vervangen (artikel 19 lid 2 Marktverordening);

f. Verlenen van ontheffing van de verplichting om de standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen (artikel 21 lid 2 Marktverordening);

g. Ontheffing van elektrische verlichting/luidsprekers/ geluidsinstallaties e.d. (art. 6 lid 5 Uitvoeringsbesluit);

h. Toewijzen dagplaats en standwerkersplaats (artikel 14 en 15 Marktverordening);

i. Uitsluiten dagplaatshouder/standwerker (artikel 24 Marktverordening);

j. Onmiddellijk verwijderen vergunninghouder (artikel 25 Marktverordening).

Artikel 5 Awb & Interne Klachtregeling

1. Klachtencoördinator

a. Besluit nemen over het wel of niet in behandeling nemen van het klaagschrift (art. 9:8 Awb);

b. Bevestiging ontvangst klacht, in kennis stellen van de klager over wel of niet in behandeling nemen (art. 9:6 en 9:8 Awb);

c. Maken van verslag van het horen (art. 9:10 lid 3 Awb);

d. Indien nodig aan partijen schriftelijke mededeling van verdaging doen (met max. vier weken) (art. 9:11 lid 2 Awb);

e. In kennis stellen van de klager over de bevindingen van het onderzoek naar de klacht en van de eventuele conclusies (artikel 9:12 lid 1 Awb);

f. Registreren en jaarlijks publiceren van klachten (artikel 9:12a Awb en artikel 6 Klachtenregeling).

Artikel 6 Awb en Verordening Commissie bezwaarschriften

1. Afdelingshoofd

De bevoegdheid om op bezwaar te beslissen in die gevallen waarin de commissie bezwaarschriften heeft geadviseerd het bezwaar niet-ontvankelijk of ongegrond te verklaren, tenzij:

a. het afdelingshoofd zelf het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt;

b. de commissie in haar advies andere aanbevelingen doet dan over gegrondheid en ontvankelijkheid;

c. het bezwaar zich richt tegen een door het college van burgemeester en wethouders of ander bestuursorgaan genomen besluit.

Artikel 7 Awb externe klachtenvoorziening

Klachtencoördinator

Fungeert als contactpersoon voor de Nationale ombudsman.

Artikel 8 Diverse regelingen

1. Coördinator juridisch beleidsmedewerker BMO

Beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet Openbaarheid van Bestuur.

2. Administratief juridisch medewerker BMO

a. Verlenen van ontheffing van het verbod op kamperen buiten kampeerplaatsen (artikel 13 wet op de Openluchtrecreatie);

b. Afgeven van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen, voor zover het gaat om incidenteel gebruik van een terrein;

c. Vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges genoemd in hoofdstuk 10.1.1, 10.2, 10.3, 10.4 en 10.8 van de tarieventabel behorende bij de legesverordening (van Heffings-ambtenaar);

d. Verlenen van ontheffingen/vrijstelling van de Winkeltijdenwet en –verordening.

Budgethouders:

Fcl Naam budget Budgethouder Naam

5.207.01.01 Interne communicatie Coördinator Communic.

5.207.01.02 Beleidscoördinatie Afdelingshoofd

5.207.01.03 Consulentschap BSO Afdelingshoofd

5.324.01.02 Productiecentrum BSO Afdelingshoofd

5.325.01.02 Productiecentrum P&C Afdelingshoofd

6.001.01.09 Burgemeester en wethouders All. Jur. Bel.med. BMO

6.001.04.01 Commissie bezwaarschriften All. Jur. Bel.med. BMO C. Verhoeff

6.001.04.02 Ombudscommissie All. Jur. Bel.med. BMO

6.002.05.01 Algemene bestuursvoorlichting Coördinator Communic.

6.002.06.01 Algemeen juridische zaken Coördinator Jur. Bel. BMO

6.005.01.01 Regiovorming All. Jur. Bel.med. BMO

6.120.04.01 Rampenplan Afdelingshoofd

6.120.04.02 Rampenbestrijding Coördinator OO&V

6.140.01.02 Handhaving openbare orde Coördinator OO&V

6.140.02.01 Algemeen beleid Coördinator OO&V

6.140.02.02 Politiezaken Coördinator OO&V

6.140.02.03 Veiligheid preventie kleine criminaliteit Coördinator OO&V

6.310.01.01 Weekmarkten Coördinator OO&V

6.310.01.02 Jaarmarkt Coördinator OO&V

6.310.01.03 Streekmarkt Marktmeester

6.310.03.01 Winkeltijdenwet Coördinator OO&V

6.541.02.01 Gemeentelijke archiefplaats Streekarchivaris

6.711.01.01 Centrale post ambulancevervoer Coördinator OO&V

H7. Ondermandaten Bouwzaken

Artikel 1 algemeen

1. Afdelingshoofd

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges als genoemd in de tarieventabel behorende bij de legesverordening (van Heffingsambtenaar);

- Het aanwijzen van een ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht (Art. 100a Woningwet).

2. Coördinator cluster Monumenten en Archeologie

- Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van het cluster vallen, niet zijnde personele aangelegenheden;

- Het toekennen van vakantieverlof aan de medewerkers van zijn vakgroep;

- Beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet Openbaarheid van Bestuur, die binnen het taakveld van zijn vakgroep vallen.

3. Coördinator cluster Toezicht en Handhaving

- Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van het cluster vallen, niet zijnde personele aangelegenheden;

- Het toekennen van vakantieverlof aan de medewerkers van zijn vakgroep;

- Beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet Openbaarheid van Bestuur, die binnen het taakveld van zijn vakgroep vallen;

- Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

4. Coördinator cluster Beleid en Vergunningverlening

- Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van het cluster vallen, niet zijnde personele aangelegenheden;

- Het toekennen van vakantieverlof aan de medewerkers van zijn vakgroep;

- Beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet Openbaarheid van Bestuur, die binnen het taakveld van zijn vakgroep vallen;

- Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

- Verzoek bij bureau BIBOB om advies als bedoeld in de Wet BIBOB, in het kader van de drank- en horecawet, aanverwante APV artikelen en Wet op de Kansspelen.

5. Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen: Allround juridisch medewerkers, Juridisch medewerkers A en B, Allround vergunningverlener.

6. Alle medewerkers

Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij een aan hun verleend mandaat, of gaan over onderwerpen die binnen hun vakgroep worden afgehandeld.

Artikel 2 Beleid en vergunningverlening, incl. front- en backoffice (B+V)

1. Coördinator cluster Beleid en Vergunningverlening na paraaf juridisch adviseur en vergunningverlener:

- Op basis van het werkprotocol, beslissen inzake het voornemen om de projectbesluitprocedure ex artikel 3.11 Wro op te starten; bij bestuurlijk gevoelige projecten wordt eerst overleg gepleegd met de verantwoordelijk portefeuillehouder.

2. Alle vergunningverleners

- Beslissen op verzoek om omgevings-, bouw-, sloop-, reclame-, aanleg-, monumenten-, gebruiks-, milieu, kap-, rioolaansluidings- en inritvergunningen;

- Beslissen inzake het buiten behandeling laten van een verzoek om één van de bovengenoemde vergunningen uit de Productenlijst;

- Beslissen inzake de aanhouding van een verzoek om één van de bovengenoemde vergunningen op grond van wettelijke regels;

- Beslissen inzake de verdaging van de beslistermijn op verzoeken om één van de bovengenoemde vergunningen uit de Productenlijst;

- Beslissen inzake teruggave van legeskosten ten aanzien van verzoeken om één van bovengenoemde vergunningen uit de Productenlijst;

- Beslissen ter zake van een verzoek om het aanbrengen van voorwerpen, stoffen of andere goederen op de openbare weg (zogeheten "precariovergunning");

- Doen mededeling dat het bouwwerk vergunningsvrij is (Art. 43 Woningwet juncto het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken);

- Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning. Mededeling aan de eigenaar of hoofdgebruiker van een naburig ander gebouw (Art. 58 Woningwet, art. 2.2.6 bouwverordening);

- Intrekken vergunning

a. de behandeling van een aanvraag om vergunning te staken;

b. kwijtschelding of restitutie van leges verlenen;

- Beslissen op de turbo-bouwvergunning;

- Op basis van het werkprotocol, beslissen inzake het voornemen om de vrijstellingsprocedure ex artikel 19.2 en 19.3 van de WRO op te starten;

- Op basis van het werkprotocol, beslissen inzake het voornemen om de ontheffingsprocedure ex artikel 3.23 van de Wro op te starten;

- Op basis van het werkprotocol, beslissen inzake het voornemen om de wijziging- of uitwerkingsbevoegdheid op grond van artikel 3.6 van de Wro op te starten;

- Op basis van het werkprotocol, beslissen inzake het voornemen om de UOV op te starten en het ontwerp-besluit ter inzage te leggen op vergunningen uit de Productenlijst;

- Op basis van het werkprotocol, beslissen inzake het voornemen om een ontheffingsprocedure hogere grenswaarde als bedoeld in artikel 100 van de Wet geluidhinder op te starten;

- Beslissen op een verzoek om vrijstelling als bedoeld in artikel 15, 17, en 19 van de WRO;

- Beslissen op een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, 3.22 en 3.23 van de Wro;

- Beslissen op een verzoek om wijziging dan wel uitwerking van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 11 van de WRO;

- Beslissen op een verzoek om wijziging dan wel uitwerking van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wro;

- Beslissen om een ontheffing hogere grenswaarde als bedoeld de Wet geluidhinder te verlenen, indien dit noodzakelijk is in verband met het verlenen van een ontheffing c.q. projectbesluit als bedoeld in de Wro;

- Vrijstelling verlenen van het Bouwbesluit of de Bouwverordening (Art. 406 t/m 412 Bouwbesluit, Bouwverordening).

- Verzoek om inlichtingen omtrent gedrag bij de politie ten behoeve van de uitvoering van de Drank- en Horecawet (artikel 8 Drank- en Horecawet), de Wet op de Kansspelen (artikel 4 Speelautomatenbesluit 1999) en de APV;

- Administratieve begeleiding en advisering op aanvragen om ontheffingen, vrijstellingen of verklaringen aan de minister (artikel 5, algemeen uitvoeringsbesluit Drank- en Horecawet);

- Aanvragen van uittreksels uit het Strafregister en het aanvragen van justitiële gegevens als bedoeld in afdeling 2 van de Wet justitiële gegevens voor de uitvoering van de Drank- en Horecawet (artikel 2, 3 en 4 Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet);

- Correspondentie en eerste aanschrijvingen in het kader van de uitvoering van de Drank- en Horecawet;

- Aanvragen van uittreksels uit het Strafregister en het aanvragen van justitiële gegevens als bedoeld in afdeling 2 van de Wet justitiële gegevens voor de uitvoering van de Wet op de Kansspelen;

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges genoemd in hoofdstuk 8.2 van de tarieventabel behorende bij de legesverordening (van Heffings-ambtenaar);

- Beslissen op verzoek om ontheffingen voor zwak-alcoholische drank bij bijzondere zeer tijdelijke gelegenheden (artikel 35, Drank- en Horecawet);

- Beslissen op verzoek om een vergunning tot het aanwezig hebben van speelautomaten (artikel 30b Wet op de Kansspelen);

- Beslissen op verzoek om een loterijvergunning als bedoeld in artikel 3 Wet op de Kansspelen;

- Beslissen op verzoek om een vergunning voor het houden van optochten (artikel 2.1.2.1 APV) burgemeester;

- Verkorten termijn en in behandeling nemen mondeling verzoek (artikel 2.1.2.3 APV) burgemeester;

- Beslissen op verzoek om een vergunning voor een feest, muziek en wedstrijd e.d. op de openbare weg (artikel 2.1.4.1 APV) burgemeester;

- Beslissen op verzoek om een vergunning voor het anders gebruiken van de weg of een weggedeelte (artikel 2.1.5.1 APV);

- Beslissen op verzoek om een vergunning voor het organiseren van een evenement (artikel 2.2.2 APV);

- Beslissen op verzoek om een ontheffing voor het bezigen van consumentenvuurwerk (artikel 2.6.3 APV);

- Beslissen op verzoek om ontheffingen geluidshinder (artikel 4.1.7, tweede lid APV);

- Beslissen op verzoek om ventvergunningen hetzij voor de duur van één dag, hetzij voor de duur van een jaar (bestaand beleid op grond van artikel 5.2.2 APV);

- Beslissen op verzoek om tijdelijke standplaatsvergunningen en standplaatsvergunningen voor de duur van één jaar (bestaand beleid op grond van artikel 5.2.3 APV);

- Beslissen op verzoek om een vergunning voor het houden van een snuffelmarkt (artikel 5.2.4 APV) burgemeester.

3. Allroundmedewerker FO en medewerker FO A

- Beslissen op de turbo-reclamevergunning

- De mededeling doen dat het bouwwerk vergunningsvrij is (art. 43 Woningwet juncto het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken).

4. Beleidsmedewerker informatievoorziening

- Toekennen en weigeren van huisnummers (Art. 3 verordening straatnaamgeving en huisnummering).

5. Alle medewerkers B+V

- Alle correspondentie met betrekking tot de behandeling van het verzoek om één van bovengenoemde vergunningen uit de Productenlijst

- Het op verzoek verstrekken van afschriften of uittreksels uit het register en registratie (artikel 9 WKPB);

- Het verstrekken van verklaringen, dat uit het register blijkt, dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperking van toepassing zijn (artikel 9 WKPB).

- Gegevens verstrekken aan het CBS (Art. 160 Gemeentewet).

- Bijhouden openbaar register (Art. 57 Woningwet, art. 2.1.7 Bouwverordening).

Artikel 3 Toezicht en handhaving (T+H)

1. Inspecteurs / toezichthouders

a. Toezicht Woningwet

- Het geven van een mondeling bevel tot stillegging van de werkzaamheden in geval illegale bouw en sloop. (art. 100d Woningwet en art. 125 Gemeentewet).

b. Melding voornemen tot sloop

- op een melding van het voornemen tot sloop besluiten tot:

- de mededeling dat de melding is aanvaard (instemming);

- de mededeling dat binnen de wettelijke termijn ontbrekende gegevens moeten worden overlegd;

- de mededeling dat het voornemen vergunningsplichtig is;

- het niet behandelen van de melding wegens onvolledigheid;

- (Art. 8.2.1 Bouwverordening, 4:5 Awb).

een verleende bouwvergunning intrekken (Art. 59 Woningwet)

een verleende sloopvergunning intrekken (Art. 8.1.7 Bouwverordening)

2. Allround juridisch medewerker en juridische medewerkers

a. Stillleggingsbevoegdheid

- stilleggen bouwwerkzaamheden o.g.v. art. 100d Woningwet;

- stilleggen sloopwerkzaamheden o.g.v. art. 100d Woningwet;

- stilleggen bouwwerkzaamheden o.g.v. art. 125 Gemeentewet en art. 5:32 Awb (dwangsom);

- stilleggen sloopwerkzaamheden o.g.v. art. 125 Gemeentewet en art. 5:32 Awb (dwangsom);

(art. 125 Gemeentewet, art. 100d Woningwet, afd. 5.3 en 5.4 Awb).

b. een verleende bouwvergunning intrekken (art. 59 Woningwet);

c. een verleende sloopvergunning intrekken (art. 8.1.7 Bouwverordening).

3. inspecteur en coordinator Toezicht en Handhaving

a. opmaken van processen-verbaal van constatering zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet BAG.

b. opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument.

Artikel 4 Monumenten en archeologie (MA)

1. Coördinator cluster MA

- BTW verklaringen restauratie rijksmonumenten afgeven.

- Formulieren “aanvang werk” en “einde werk” restauratie rijksmonument afgeven.

- Subsidies toekennen voor gemeentelijke monumenten op grond van de subsidieverordening gemeentelijke monumenten Woerden 2001.

- Aanvraag subsidiering restauratie rijksmonumenten: de subsidiabele kosten vaststellen & het accorderen van declaraties voor rijksmonumenten op grond van het Besluit Restauratie Instandhouding Monumenten (Brim).

- Het aanvragen van bouw-, milieu-, sloop-, kap- en overige vergunningen en nutsaansluitingen voor gemeentelijke projecten.

2. (vervallen)

H8. Ondermandaten Brandweer

Artikel 1 Algemeen

1. Teamchef incidentbeheersing

a. Het vervangen van de brandweercommandant bij diens afwezigheid, voor onderwerpen die binnen het taakveld van de afdeling vallen, waaronder personele aangelegenheden zoals opgenomen in hoofdstuk 19 CAR/UWO (rechtspositieregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer), doch niet voor alle overige personele aangelegenheden.

b. Het uitvoeren van alle taken en bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de brandweercommandant, voor zover deze betrekking hebben op onderwerpen binnen het taakveld van het team incidentbeheersing en met uitzondering van hetgeen is opgenomen in hoofdstuk 1 artikel 4 lid 3 en hoofdstuk 8 artikel 1.1 lid a en b.

c. Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechtelijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

2. Teamchef risicobeheersing

a. Het vervangen van de brandweercommandant bij diens afwezigheid, voor onderwerpen die binnen het taakveld van de afdeling vallen, waaronder personele aangelegenheden zoals opgenomen in hoofdstuk 19 CAR/UWO (rechtspositieregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer), doch niet voor alle overige personele aangelegenheden.

b. Het uitvoeren van alle taken en bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de brandweercommandant voor zover deze betrekking hebben op onderwerpen binnen het taakveld van het team risicobeheersing en met uitzondering van hetgeen is opgenomen in hoofdstuk 1 artikel 4 lid 3 en hoofdstuk 8 artikel 1.1 lid a en b.

c. Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechtelijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

3. Preventiespecialist

a. Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechtelijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

4. Alle medewerkers brandweer

a. Het afhandelen van voortgangscorrespondentie.

Artikel 2 CAR/UWO Hoofdstuk 19: Vrijwillige brandweer

1. Brandweercommandant

a. Het aanstellen van vrijwilligers (artikel 19:1:6 CAR/UWO);

b. Het toekennen van een vergoeding als bedoeld in bijlage VI bij de CAR/UWO (art. 19:1:9 CAR/UWO);

c. Het bevorderen van vrijwilligers conform het Besluit brandweerpersoneel (art. 19:1:11 CAR/UWO);

d. Het opleggen van disciplinaire maatregelen aan vrijwilligers (artikelen 19:1:30 tot en met 19:1:32 CAR/UWO);

e. Het schorsen van vrijwilligers (artikel 19:1:35 CAR/UWO);

f. Het verlenen van ontslag aan vrijwilligers (artikelen 19:1:36 tot en met 19:1:39 CAR/UWO).

2. Teamchefs, mits passend binnen het afdelingsplan

a. Het aanstellen van vrijwilligers (artikel 19:1:6 CAR/UWO);

b. Het toekennen van een vergoeding als bedoeld in bijlage VI bij de CAR/UWO (art. 19:1:9 CAR/UWO);

c. Het bevorderen van vrijwilligers conform het Besluit brandweerpersoneel (art. 19:1:11 CAR/UWO);

d. Het verlenen van ontslag aan vrijwilligers (artikelen 19:1:36 tot en met 19:1:39 CAR/UWO).

Artikel 3 Gebruiksvergunningen

1. Preventiespecialist

a. Het verlenen van een gebruiksvergunning (artikel 6.1.1 van de Bouwverordening en artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening).

b. Het weigeren van een gebruiksvergunning en de aanvrager geen toestemming verlenen het bouwwerk in gebruik te hebben of te houden (artikel 6.1.5 van de Bouwverordening).

c. Aanschrijven naar aanleiding van een aanvraag voor een gebruiksvergunning om voorzieningen te treffen binnen een termijn van zes weken (artikel 14, eerste lid van de Woningwet).

d. Het aanhouden van de beslissing op een aanvraag (artikel 6.1.4, derde lid van de Bouwverordening).

e. Het verdagen van de beslissing tot dertien weken (artikel 6.1.4, tweede lid van de Bouwverordening).

f. Het heffen van leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning (artikel 4.10 Verordening op de heffing en invordering van leges van de gemeente Woerden).

g. Bepalen dat er geen gebruiksvergunning noodzakelijk is (artikel 6.1.1 van de Bouwverordening).

Artikel 4 Brandbeveiligingsverordening

1. Preventiespecialist

a. Het verlenen een vergunning brandveilig gebruik (artikel 2.1.1. van de Brandbeveiligingsverordening);

b. Het weigeren van een vergunning brandveilig gebruik (artikel 2.1.2. van de Brandbeveiligingsverordening);

c. Het intrekken van een vergunning brandveilig gebruik (artikel 2.1.3. van de Brandbeveiligingsverordening).

Artikel 5 Wet BAG

1. Alle medewerkers

Het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument.

H9. Ondermandaten Burgerzaken

Artikel 1 Algemeen

1. Afdelingshoofd

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges als genoemd in de tarieventabel behorende bij de legesverordening (van Heffingsambtenaar).

- Het aanwijzen van ambtenaren als bedoeld in artikel 36, lid 2 onder e, van de wet op de Gemeentelijke Basis Administratie.

- Melden van persoonsgegevensverwerkingen in het kader van de uitvoering van de Wbp (Wet Bescherming Persoonsgegevens).

- Toewijzen van taken/bevoegdheden aan medewerkers van de afdeling burgerzaken, tevens ambtenaren van de burgerlijke stand, binnen het deelgebied burgerlijke stand (Besluit Burgerlijke Stand, artikel 2).

- Het indienen van een verzoek voor het verstrekken van subsidies of tegemoetkomingen.

2. Aangewezen allround medewerkers back-office afdeling burgerzaken

- De behandeling van aanvragen om afgifte van de verklaring omtrent het gedrag zoals bedoeld in afdeling 5 van de Wet justitiële gegevens.

3. Alle ambtenaren werkzaam bij de afdeling burgerzaken

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges genoemd in de tarieventabel behorende bij de legesverordening.

- Het optreden als ambtenaren jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de hoofdstukken 1, 3 en 11 van de tarieventabel behorende bij de gemeentelijke legesverordening.

- Namens hem op te treden als invorderinsgambtenaar.

- Het legaliseren van handtekeningen

- Het verlenen van reisdocumenten.

- Het verlenen van rijbewijzen.

- Afhandeling van alle voortgangscorrespondentie.

4. Front office medewerkers

- In ontvangst nemen van dagvaardigingen.

Artikel 2 Gemeentelijke Basisadministratie, rijbewijzen en reisdocumenten

1. Senior medewerker burgerzaken

- aanwijzen van instellingen als bedoeld in artikel 67, lid 4 van de GBA-wet;

- de uitvoering van artikel 75 van de GBA-wet.

- Beschikkingen (ambtshalve of op verzoek) met betrekking tot het aanbrengen van wijzigingen in de basisadministratie persoonsgegevens, anders dan op grond van aangifte door de burger (GBA-wet).

- Beschikkingen met betrekking tot selecties uit de basisadministratie persoonsgegevens (GBA-wet).

- Beschikkingen tot het verstrekken en respectievelijk weigeren van inlichtingen uit de basisadministratie persoonsgegevens (GBA-wet).

- Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van reisdocumenten.

- Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van rijbewijzen.

2. Aangewezen allround medewerkers back-office afdeling burgerzaken

- Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van reisdocumenten.

- Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van rijbewijzen.

3. Alle ambtenaren werkzaam bij de afdeling burgerzaken

- Het verlenen van reisdocumenten.

- Het verlenen van rijbewijzen.

- De uitvoering van afdeling 4 van hoofdstuk 2 en afdeling 3 van hoofdstuk 3 van de GBA-wet inzake de rechten van de burger.

- Het in- respectievelijk uitschrijven van personen uit de basisadministratie persoonsgegevens (GBA-wet).

- Correspondentie met betrekking tot de naleving van de GBA-wet.

- Het ondertekenen van gewaarmerkte afschriften en verklaringen op grond van de GBA-wet.

Artikel 3 Kieswet

1. Senior medewerker burgerzaken

- Benoeming van stembureauleden (Kieswet).

- Het aanwijzen van stemlokaliteiten.

2. Alle ambtenaren werkzaam bij de afdeling burgerzaken

- Afgifte van kiezerspassen en volmachtsbewijzen om aan verkiezingen deel te kunnen nemen.

Artikel 4 Rijkswet op het Nederlanderschap

1. Aangewezen allround medewerkers back-office burgerzaken

- Alle verrichtingen die verband houden met de uitvoering van Hoofdstuk 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap inzake het verkrijgen van het Nederlanderschap door middel van een optie.

- Adviezen aan de minister van Justitie met betrekking tot naturalisatie en naamsveranderingen (Rijkswet op het Nederlanderschap).

Artikel 5 Wet op de lijkbezorging

1. Senior medewerker burgerzaken en aangewezen allround medewerkers back-office afdeling burgerzaken

- Beschikkingen met betrekking tot uitstel lijkbezorging (Wet op de lijkbezorging).

- Afgifte van laisser-passer voor het vervoer van een overledene naar het buitenland (Wet op de lijkbezorging).

- Verlof verlenen tot het ontleden en begraven of cremeren van een stoffelijk overschot (Wet op de lijkbezorging).

- besluiten met betrekking tot de verlenging huurtermijnen (grafrechten, artikel 7 tweede lid);

- besluiten met betrekking tot het toewijzen van grafrechten (artikel 6 en 7);

- besluiten met betrekking tot het overschrijven van grafrechten (artikel 9);

- besluiten met betrekking tot het ruimen van graven (artikel 14);

- besluiten met betrekking tot het overbrengen van stoffelijke overschotten (artikel 15).

- (Beheersverordening begraafplaatsen)

- Besluiten met betrekking tot het afkopen van de kosten van onderhoud (artikel 11, tweede lid Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten).

2. Alle ambtenaren werkzaam bij de afdeling burgerzaken

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake begraaf- en lijkbezorgingsrechten genoemd in de geldende begraaf- en/of lijkbezorgingrechtenverordening met bijbehorende tarieventabel.

H10. Ondermandaten Financiën

Artikel 1 Wet BAG

1. Coördinator WOZ/Belastingen

Het vervangen van de beheerder in de tijdelijke beheerorganisatie BAG bij diens afwezigheid.

2. De beleidsmedewerker WOZ/Belastingen welke is aangewezen als beheerder in de tijdelijke beheerorganisatie BAG en de coördinator WOZ/Belastingen

a. Het opstellen van de ‘ambtelijke verklaringen’ behalve die bedoeld in lid 3

b. Het toetsen van brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving (art.11 Wet BAG)

c. Het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers

d. Het inschrijven van de in artikel 10 eerste lid van de Wet BAG aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister (art.10 lid 2 Wet BAG)

e. Het op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften (art.14A en 15 Wet BAG)

f. Het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen c.q. verzoeken, inclusief de verwerking daarvan (art.37, 38, 39, 40, 41 en art.31 Wet BAG)

g. Het op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens (art.32, eerste lid onder a Wet BAG), waarbij artikel 10 lid 1 en 2 van de Wet Openbaarheid van Bestuur van toepassing zijn.

3. Medewerker WOZ/Belastingen

Het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument.

4. Beleidsmedewerker WOZ/Belastingen en medewerker WOZ

Het bepalen van de oppervlakte van een verblijfsobject op basis van de (aanvraag) bouwvergunning.

5. Beleidsmedewerker/Belastingen

Het opmaken van processen-verbaal van constatering zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet BAG.

H11. Ondermandaten Interne Zaken

H11A Ondermandaten tijdelijke afdeling Informatievoorziening

Artikel 1 Algemeen

1. Coördinator ICT

Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen van de afdeling, niet zijnde personele aangelegenheden..

2. Alle medewerkers

Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij een aan hun verleend mandaat.

Artikel 2 Wet kenbaarheid Publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB)

1. Beleidsmedewerker authentieke registraties

a. Het toetsen van de brondocumenten aan vereisten voor inschrijving (artikel 7 WKPB)

b. Het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers (artikel 5 WKPB)

c. Het inschrijven van documenten in het register en het opnemen van gegevens daarover in de registratie (artikel 5, 6 en 8 WKPB)

d. Het plaatsen van aantekeningen op het brondocument (artikel 7 WKPB)

e. Het verwerken van kadastrale mutaties in de administratie (artikel 8 WKPB)

f. Het verstrekken van een bewijs van inschrijving (artikel 9 WKPB)

g. Het waarmerken van afschriften van brondocumenten, waarbij publiekrechtelijke beperkingen zijn opgelegd (artikel 3 WKPB)

h. Het op verzoek verstrekken van afschriften of uittreksels uit het register en registratie (artikel 9 WKPB)

i. Het verstrekken van verklaringen, dat uit het register blijkt, dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperking van toepassing zijn (artikel 9 WKPB)

j. Het herstellen van fouten en doorvoeren van correcties (artikel 8 en 11 WKPB)

k. Het (doen) verstrekken van berichten aan de landelijke voorziening (artikel 10 WKPB).

2. GIS/landmeetkundig medewerker

a. Het toetsen van de brondocumenten aan vereisten voor inschrijving (artikel 7 WKPB)

b. Het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers (artikel 5 WKPB)

c. Het inschrijven van documenten in het register en het opnemen van gegevens daarover in de registratie (artikel 5, 6 en 8 WKPB)

d. Het plaatsen van aantekeningen op het brondocument (artikel 7 WKPB)

e. Het verwerken van kadastrale mutaties in de administratie (artikel 8 WKPB)

f. Het verstrekken van een bewijs van inschrijving (artikel 9 WKPB)

g. Het waarmerken van afschriften van brondocumenten, waarbij publiekrechtelijke beperkingen zijn opgelegd (artikel 3 WKPB)

h. Het op verzoek verstrekken van afschriften of uittreksels uit het register en registratie (artikel 9 WKPB)

i. Het verstrekken van verklaringen, dat uit het register blijkt, dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperking van toepassing zijn (artikel 9 WKPB)

j. Het herstellen van fouten en doorvoeren van correcties (artikel 8 en 11 WKPB)

k. Het (doen) verstrekken van berichten aan de landelijke voorziening (artikel 10 WKPB)

Artikel 3 Wet BAG

1. De senior medewerker geo-informatievoorziening, landmeetkundig medewerker/GIS en de GIS-specialist

Het vaststellen van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet BAG

2. De landmeetkundig medewerker

a. Het opmaken van processen-verbaal van constatering, zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet BAG

b. opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument

3. De coördinator ICT

a. Het onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistraties adressen en gebouwen (art. 31 Wet BAG)

b. Het zorg dragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie (art. 14 Wet BAG)

4. De coördinator DIV

Het verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is (art. 9 Wet BAG

H12. Ondermandaten Onderwijs & Welzijn

-

H13. Ondermandaten Personeel, Organisatie & Informatie

Artikel 1 Algemeen

1. Coördinator P&O

a. Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van de afdeling vallen, niet zijnde personele aangelegenheden.

b. Het ondertekenen van de besluiten, die genomen zijn op basis van H4 (Personeelsbevoegdheden).

2. Alle medewerkers

Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij een aan hun verleend mandaat.

Artikel 2 CAR/UWO

1. Afdelingshoofd

Toepassing korting bezoldiging bij (langdurige) ziekte (art. 7:3 CAR).

2. Coördinator P&O

a. Toekennen (betaald) ouderschapsverlof (art. 6:5 t/m 6:5a CAR)

b. Toekennen zwangerschaps- en bevallingsverlof (art. 6:7 CAR)

c. Toekennen adoptie- en pleegzorgverlof (art. 6:8 CAR)

d. Toekennen tegemoetkoming in de verhuiskosten (art. 18:1:2 en art. 18:1:3 UWO, vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer)

e. Verlening van tegemoetkoming in pensionkosten (art. 18:1:9 UWO).

3. Allround beleidsmedewerker P&O

a. Toekennen (betaald) ouderschapsverlof (art. 6:5 t/m 6:5a CAR)

b. Toekennen zwangerschaps- en bevallingsverlof (art. 6:7 CAR)

c. Toekennen adoptie- en pleegzorgverlof (art. 6:8 CAR)

d. Toekennen tegemoetkoming in de verhuiskosten (art. 18:1:2 en art. 18:1:3 UWO, vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer)

e. Verlening van tegemoetkoming in pensionkosten (art. 18:1:9 UWO).

4. Beleidsmedewerker P&O

a. Toekennen (betaald) ouderschapsverlof (art. 6:5 t/m 6:5a CAR)

b. Toekennen zwangerschaps- en bevallingsverlof (art. 6:7 CAR)

c. Toekennen adoptie- en pleegzorgverlof (art. 6:8 CAR)

d. Toekennen tegemoetkoming in de verhuiskosten (art. 18:1:2 en art. 18:1:3 UWO, vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer)

e. Verlening van tegemoetkoming in pensionkosten (art. 18:1:9 UWO).

5. Medewerker P&O

Afsluiten van stage- en werkervaringsovereenkomsten.

6. Salarisadministrateur

a. Toekennen gratificatie ambtsjubileum (art. 3:5 CAR)

b. Afgeven werkgeversverklaring voor diverse doeleinden (studieaanvragen, hypothecaire leningen, aanvragen huurwoning, gegevens diensttijd, etc.).

c. Vaststellen verlofaanspraken en ADV-rechten (Verlofregeling 2001)

d. Bepalen verlofaanspraak na ziekte (art. 6:2:3 lid 3 UWO)

e. Verrekenen verlof bij ontslag (art. 6:2:3 lid 5 UWO)

f. uitvoering gemeentelijke levensloopregeling (hoofdstuk 6a CAR) voor wat betreft de uitbetalingen en declaraties.

7. medewerker PSA

a. Toekennen gratificatie ambtsjubileum (art. 3:5 CAR)

b. Afgeven werkgeversverklaring voor diverse doeleinden (studieaanvragen, hypothecaire leningen, aanvragen huurwoning, gegevens diensttijd, etc.)

c. Vaststellen verlofaanspraken en ADV-rechten (Verlofregeling 2001)

d. Bepalen verlofaanspraak na ziekte (art. 6:2:3 lid 3 UWO)

e. uitvoering gemeentelijke levensloopregeling (hoofdstuk 6a CAR) voor wat betreft de uitbetalingen en declaraties.

8. Administratief medewerker

Verlening van tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer (art. 18:1:6 UWO).

Artikel 3 Overige zaken & lokale regelgeving

1. Coördinator P&O

Afsluiten collectieve verzekeringen ten behoeve van personeel, in overleg met administratief medewerker Financiën.

2. Allround beleidsmedewerker P&O

Afsluiten collectieve verzekeringen ten behoeve van personeel, in overleg met administratief medewerker Financiën.

3. Beleidsmedewerker P&O

Afsluiten collectieve verzekeringen ten behoeve van personeel, in overleg met administratief medewerker Financiën.

4. Salarisadministrateur

Betaalbaar stellen van de salarissen en afdrachten sociale premies, belastingen en verzekeringen.

5. Medewerker PSA

Betaalbaar stellen van de salarissen en afdrachten sociale premies, belastingen en verzekeringen.

H14. Ondermandaten Projecten

Artikel 1 Algemeen

1. Allround projectleider

Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van de afdeling vallen, niet zijnde personele aangelegenheden.

2. Coördinator Binnenstad

Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren binnen het taakveld.

Artikel 2 Projecten

1. Projectleider en allround projectleider

a. Het, binnen de grenzen van een goedgekeurd projectplan en conform het Richtsnoer Projectmatig Werken, nemen van besluiten en ondertekenen daarvan, indien die besluiten binnen de grenzen van dat project vallen en indien de bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever daarmee ingestemd hebben.

b. Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij het project waarvan hij of zij projectleider is.

2. Projectsecretaris

Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij het project waarvan hij of zij projectsecretaris is.

Budgethouders

Fcl Naam budget Budgethouder Naam

53260101 Productiecentrum Projecten Afdelingshoofd

72100209 Verbinding westelijke randwg H aansl.A12 W-Oost 6a Hove, S.ten

72100215 Aanleg westelijke randweg Harmelen Project 6b Hove, S.ten

72100241 Bravo Project 3 aansl. A12 Waarder Hove, S.ten

72100243 Begeleiding reconstructie A12 bestaand Project 5 Hove, S.ten

72100244 Begeleiding Project 7 BRAVO Hove, S.ten

72100265 Project Bravo 8 Hove, S.ten

72100275 Begeleiding Project 9 BRAVO Hove, S.ten

72100276 Project 4 BRAVO Hove, S.ten

74800211 Brede School Waterrijk (S&P) Broekmeulen, R.

80010102 Ophogen fase II Broekmeulen, R.

80010108 Snellerpoort Broekmeulen, R.

80010113 Flexplek Broekmeulen, R.

80010114 Algemeen Snel & Polanen Broekmeulen, R

80010115 Waterrijk Algemeen Broekmeulen, R.

80010116 Waterrijk Eiland I Broekmeulen, R.

80010117 Waterrijk Eiland II Broekmeulen, R.

80010119 Reconstructie Steinhagenseweg Broekmeulen, R.

80010123 Villapark Waterrijk Broekmeulen, R.

80010124 Waterrijk Eiland III Broekmeulen, R.

80010125 Geluidwerende voorzieningen spoor en A-12 Broekmeulen, R.

80010126 Waterrijk Eiland IV Broekmeulen, R.

80010140 Recreatieplas Cattenbroek Broekmeulen, R.

80020101 Binnenstad, binnen Kerkplein Dam, C. van

80020102 Binnenstad, buiten Kerkplein Dam, C. van

80020105 Defensie-eiland, Binnenstad Liang, K.M.

80020111 Project 1, Nieuwe Markt, v.Oudheusdenstr, Emmakade Dam, C. van

80020112 Project 2, Molenstr, HogeWoerd 1, deel Kazernestr. Dam, C. van

80020113 Project 3, speelplaats Kazernestraat Dam, C. van

80020114 Project 4,Nw Kerkplein,Groenendaal,deel Kazernestr Dam, C. van

80020115 Project 5, Kerkplein, deeltje Groenendaal Dam, C. van

80020116 Project 6, Kaasmarkt Dam, C. van

H15. Ondermandaten Realisatie & Beheer

Artikel 1 Algemeen

1. Afdelingshoofd:

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges genoemd in de tarieventabel behorende bij de legesverordening (van Heffingsambtenaar).

- Het behandelen van een klacht gericht tegen een medewerker.

- Het tekenen van stukken met betrekking tot bezwaar- en (hoger)beroepprocedures waarbij de burgemeester en het college van de gemeente Woerden zijn opgeroepen als verweerder vanwege door hen genomen besluiten als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

2. Teamchefs:

- Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van het betreffende team en de afdeling vallen, niet zijnde personele aangelegenheden.

- Toestemming geven aan de medewerkers van het betreffende team voor het gebruik eigen motorrijtuig t.b.v. de dienst (UWO art. 15:1:24).

- Toekennen vakantieverlof aan de medewerkers van het betreffende team (UWO art. 6:2:1, Verlofregeling 2001).

3. Juridisch Beleidsmedewerker:

- Het vertegenwoordigen van het college en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

- De gemeente in en buiten rechte vertegenwoordigen ter uitvoering van beslissingen die zijn genomen in de uitoefening van de bevoegdheden omschreven in dit mandaatbesluit en/of beslissingen genomen door de raad of door of namens het college van burgemeester en wethouders, als bedoeld in artikel 171 van de Gemeentewet.

- Correspondentie voeren over gemeentelijke aangelegenheden, zoals ontvangstbevestigingen, behandelings- en tussenberichten, uitnodigingen voor bijeenkomsten en hoorzittingen, besluiten van bestuursorganen mededelen, opdrachten verstrekken tot uitvoering van een besluit van een bestuursorgaan, behandelen verzoeken om informatie, deelneming aan enquêtes, dit alles voor zover de brief geen beschikking is.

- Belanghebbenden in de gelegenheid stellen mondeling of schriftelijk zienswijzen naar voren te brengen als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

- Ter inzage leggen en het verstrekken van (kopieën) van (ontwerp)besluiten, verzoeken om vergunning of ontheffing, verslagen, nota’s en andere stukken.

- Vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens, als bedoeld in artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

- Gelegenheid stellen tot het aanvullen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht en besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

- Horen van een aanvrager, als bedoeld in de artikelen 4:7 tot en met 4:10 van de Algemene wet bestuursrecht.

- Stukken doorzenden die verkeerd geadresseerd zijn of tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is, als onder meer bedoeld in artikelen 2:3 en 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

4. Alle medewerkers:

- Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij een aan hun verleend mandaat.

Artikel 2 Openbare ruimte

1. Afdelingshoofd:

- Het aanwijzen van personen die in de gemeente Woerden van zonsopgang tot zonsondergang op grond van artikel 5:11 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht toegang hebben tot alle terreinen voorzover dat redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van wet- en regelgeving op het gebied van onder andere de APV, de vigerende bomenverordening, beleid op het gebied van groen en landschap, openbare ruimte, water en riolering, verharding van wegen, afval en reiniging.

- Het voeren van correspondentie naar aanleiding van controles door toezichthouders, zoals het opstellen en verzenden van waarschuwingen in het voortraject van handhaving van wet- en regelgeving alsook toepassing van sanctiemiddelen in het kader van bestuurlijke handhaving als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht inzake wetgeving waarvoor het college van B&W of de burgemeester, het bevoegd gezag is, zoals onder meer bij de APV, de Wegenverkeerswet 1994 en de vigerende bomenverordening.

- Het gunnen van werk aan partijen als er een aanbestedingsprocedure is gevolgd volgens alle daarvoor geldende interne en externe regels.

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake het ophalen van grof vuil als bedoeld in de vigerende Verordening Reinigingsheffingen.

2. Teamchef afval en reiniging:

- Een vergoeding betalen aan scholen en verenigingen voor ingezameld oud papier conform de subsidieverordening oud papier.

- Het voeren van correspondentie met betrekking tot het taakveld afvalstoffen en reiniging; afhandelen van klachten en praktische uitvoeringsaangelegenheden.

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake het ophalen van grof vuil als bedoeld in de vigerende Verordening Reinigingsheffingen.

- De uitvoering van wet- en regelgeving en het vigerende beleid en het voeren van correspondentie inzake de illegale storting en inzameling van afval, inclusief het in rekening brengen van daaraan verbonden kosten, zoals onder andere bedoeld in het uitvoeringsbesluit ‘Afvalstoffen’ en de APV.

- Het maken van nadere afspraken met de op grond van artikel 1, uitvoeringsbesluit “afvalstoffen” aangewezen inzamelaars.

- Het wijzigen van de inzamelaarslijst (artikel 2 van het uitvoeringsbesluit “afvalstoffen”).

- Wijzigen van de lijst verzamelcontainers (artikel 6 onder d van het uitvoeringsbesluit “afvalstoffen”).

- Uit het oogpunt van verkeersveiligheid en van een doelmatige inzameling en arbeidsbelasting vaststellen van een “lijst” verzamelplaatsen minicontainers (artikel 6 onder d van het uitvoeringsbesluit “afvalstoffen’).

- Stellen van nadere regels omtrent wijze van aanbieden bedrijfsafvalstoffen.

3. Beheerder afvalbrengstation en medewerkers afval en reiniging

- Het geven van mondelinge en schriftelijke aanwijzingen strekkend tot een doelmatige verwijdering van afvalstoffen, die worden aangeboden bij het afvalbrengstation.

4. Teamchef stadsonderhoud:

- Het nemen van een besluit over aanvragen om vergunningen tot aansluiting op het gemeenteriool.

- Besluiten nemen en handelingen verrichten op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen van de gemeente Woerden.

- Verhuur buitensportvelden.

- Het nemen van besluiten op grond van het Vaartuigenreglement.

5. Teamchef werken en renovaties:

- Het verlenen en weigeren van een instellingsbesluit op grond van, alsmede het verrichten van alle overige handelingen, zoals bedoeld in de Telecommunicatiewet en aanverwante wet- en regelgeving, waaronder het doen van aangifte met betrekking tot heffingen.

- Het nemen van een besluit over toestemming voor het leggen van kabels en leidingen in gemeentegrond ten behoeve van rechtstreekse aansluitingen van bedrijven of woningen.

- Het garantstellen voor beschadiging van leidingen van nutsbedrijven tijdens de bouwfase van nieuwbouwprojecten.

- De bevoegdheid om aanvragen in te dienen voor bouwvergunningen en vrijstellingen respectievelijk projectbesluiten op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Wet ruimtelijke ordening voor de realisering van (bouw)werken of de uitvoering van werkzaamheden door (of in opdracht) van de gemeente.

6. Technisch medewerker kabels en leidingen:

- Het verlenen en weigeren van een instellingsbesluit op grond van, alsmede het verrichten van alle overige handelingen, zoals bedoeld in de Telecommunicatiewet en aanverwante wet- en regelgeving, waaronder het doen van aangifte met betrekking tot heffingen.

- Het nemen van een besluit over toestemming voor het leggen van kabels en leidingen in gemeentegrond ten behoeve van rechtstreekse aansluitingen van bedrijven of woningen.

7. Teamchef wijkonderhoud

- Het beslissen op een aanvraag om een vergunning voor het vellen van houtopstanden op grond van de vigerende bomenverordening van de gemeente Woerden.

- In gebruik geven van stukjes openbaar plantsoen onder door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden.

- Aanschrijvingen doen voor het (op)snoeien van heggen inzake verkeersaspecten(artikel 2.1.6.3. APV Woerden 2007).

- Verhuur van alle speelvelden zoals te Woerden Wijkpark Molenvliet, Speelveld bij de Essenlaan, Speelveld bij de Hoge Rijndijk (“De Badkuip”), Speelveld bij het Exercitieveld, Speelveld bij het Grechtterrein, Speelveld bij de Brediuspark, Speelveld bij de Talmalanen, Speelveld bij de Boekentuin, speelvelden te Harmelen zoals Speelveld Groenedaal, Speelveld bij Paltrokmolen, speelveld te Zegveld bij de Molenweg speelvelden te Kamerik zoals Speelveld bij het park Mijzijde en Speelveld bij de Waterstoep en tot slot te Kanis het Speelveld bij de Reigerstraat.

8. Juridisch Beleidsmedewerker:

- Verkeersbesluiten nemen over verkeerstekens en onderborden, de inrichting van de weg, voorzieningen ter regeling van het verkeer en ontheffing verlenen, als bedoeld in de artikelen 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en de artikelen 15, 16 en 18, 148 eerste lid, aanhef en sub b en artikel 149, eerste lid, aanhef en sub d van de wegenverkeerswet 1994. Dit omvat mede het nemen van besluiten inzake aanvragen om gehandicaptenparkeerplaatsen.

- Het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen in het kader van het aanleggen en onderhouden van wegen als bedoeld in artikel 34 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

- Het nemen van een besluit tot het aanstellen van verkeersregelaars en verkeersbrigadiers, zoals bedoeld in artikel 56, lid 1 sub b en lid 2 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

- Het nemen van een besluit over ontheffingen van de verboden, als bedoeld in het deel van de vigerende Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van Woerden dat betrekking heeft op de Algemene Bepalingen als bedoeld in hoofdstuk 1 van genoemde APV en/of op Orde en Veiligheid op de weg zoals bedoeld in afdeling 1 van hoofdstuk 2 van genoemde APV en/of op parkeerexcessen als bedoeld in afdeling 1 van hoofdstuk 5 van genoemde APV en/of op openbaar water als bedoeld in afdeling 3 van hoofdstuk 5 van genoemde APV.

- Verlenen ontheffingen geluidshinder (artikel 4.1.7, tweede lid APV).

- Het aansprakelijk stellen van derden voor schade die zij aan het openbaar gebied hebben toegebracht.

- Het nemen van een besluit tot het verlenen respectievelijk weigeren van toestemming voor het laden en lossen van vuurwerk op voor publiek toegankelijke plaatsen binnen de bebouwde kom van de gemeente Woerden, zoals bedoeld in hoofdstuk 8.5, aanvullende voorschriften S.1 (4) ADR- Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg.

- Het voeren van correspondentie naar aanleiding van controles door toezichthouders, zoals het opstellen en verzenden van waarschuwingen in het voortraject van handhaving van wet- en regelgeving.

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges genoemd in hoofdstuk 11 van de tarieventabel behorende bij de legesverordening (van Heffingsambtenaar).

9. Administratief juridisch medewerker:

- Het aansprakelijk stellen van derden voor schade die zij aan het openbaar gebied hebben toegebracht.

- Het voeren van correspondentie naar aanleiding van controles door toezichthouders, zoals het opstellen en verzenden van waarschuwingen in het voortraject van handhaving van wet- en regelgeving.

- Namens de gemeente of bestuursorganen bij de politie aangifte doen van strafbare feiten.

H16. Ondermandaten Ruimtelijke Ontwikkeling

Artikel 1 Algemeen

1. (vervallen)

2. Coördinator Ruimtelijke Ordening

a. Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van de vakgroep Ruimtelijke Ordening vallen, niet zijnde personele aangelegenheden;

b. Het toekennen van vakantieverlof aan de medewerkers van zijn vakgroep;

c. Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

3. Senior beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer

a. Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van de vakgroep Verkeer en Vervoer vallen, niet zijnde personele aangelegenheden;

b. Het toekennen van vakantieverlof aan de medewerkers van zijn vakgroep;

c. Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

4. Senior beleidsmedewerker Stedenbouwkunde

a. Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van de vakgroep Stedenbouw & Volkshuisvesting vallen, niet zijnde personele aangelegenheden;

b. Het toekennen van vakantieverlof aan de medewerkers van zijn vakgroep.

5. Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratief rechterlijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

a. Senior beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening

b. Allround beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening

c. Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening

d. Allround beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer

e. Medewerker Verkeer en Vervoer

f. beleidsmedewerker strategische ruimtelijke ontwikkelingen

6. Alle medewerkers

Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij een aan hun verleend mandaat, of gaan over onderwerpen die binnen hun vakgroep worden afgehandeld.

7. Medewerkers van de Vakgroep Ruimtelijke ordening

Het publiceren, beschikkbaar stellen en digitaal waarmerken van ruimtelijke instrumenten conform Bro artikel 1.2.1 lid 1, Bro artikel 1.2.2 lid 2 en de Regeling standaarden ruimtelijke ondening 2008. Daarbij geldt dat het PKI-certificaat en bijbehorend wachtwoord niet ter beschikking mogen worden gesteld aan derden.

Artikel 2 Transacties / privaatrecht (vervallen)

Artikel 3 Tijdelijk beheer herontwikkelingsobjecten (vervallen)

Artikel 4 Vastgoedbeheer (vervallen)

Artikel 5 Volkshuisvesting

1. afdelingshoofd

a. Het vaststellen van de woningbouwprogramma’s;

b. Het jaarlijks vaststellen van de meerjarenplanning en programmering woningbouwlocaties voor de provincie;

c. Het jaarlijks vaststellen van de woningbouwmonitor.

vertegenwoordiging in Stichting Urgentieverlening West Utrecht (SUWU)

1. afdelingshoofd

Het verstrekken van de kascontroleverklaring over de jaarrekening.

H16A. Ondermandaten tijdelijke afdeling Vastgoed

Artikel 1 Algemeen

Alle medewerkers

Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij een aan hun verleend mandaat of gaan over onderwerpen die binnen hun cluster worden afgehandeld.

Artikel 2 Bouwkunde

(Beleids)medewerker bouwkunde

a. Het indienen van subsidieaanvragen voor gemeentelijke projecten

b. Beslissen op een aanvraag voor het plaatsen van bouwhekken en containers e.d. inclusief het gebruik van de openbare weg.

Artikel 3 Tijdelijk beheer herontwikkelingsobjecten

Alle medewerkers van het cluster Grondzaken

Operationeel en technisch beheer van grond en opstallen in het kader van tijdelijk beheer, waaronder opdrachtverlening voor nutsvoorzieningen en tot maximaal € 12.500,- exclusief BTW voor overige onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden.

Artikel 4 Vastgoedbeheer

Alle medewerkers van het cluster Grondzaken

Operationeel en technisch beheer van grond en opstallen zoals vermeld in het afdelingsplan, waaronder opdrachtverlening voor nutsvoorzieningen en tot maximaal € 12.500,- exclusief BTW voor overige onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden

H17. Ondermandaten Sociale Zaken

Artikel 1. Algemeen

1. Teamleiders:

- Het vervangen van het afdelingshoofd bij diens afwezigheid voor onderwerpen die binnen het taakveld van het desbetreffende team en de afdeling vallen, niet zijnde personele aangelegenheden;

- Het indienen van verzoeken voor het verstrekken van subsidies of tegemoetkomingen, voor onderwerpen die binnen het taakveld van het desbetreffende team vallen;

- Het vaststellen en verzenden van aanslagen inzake leges genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel behorende bij de legesverordening;

- Toekennen vakantieverlof aan de medewerkers van het desbetreffende team (UWO art. 6:2:1, Verlofregeling 2001);

- Toekennen reis- en verblijfkosten (art. 15:1:22 UWO) aan medewerkers van het eigen team

- Het vertegenwoordigen van het college en de burgemeester bij administratiefrechtelijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

2. Projectleider Reïntegratie:

- Het binnen de grenzen van een goedgekeurd projectplan en conform het Richtsnoer Projectmatig Werken nemen van besluiten en ondertekenen daarvan, indien die besluiten binnen de grenzen van dat project vallen en indien de bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever daarmee hebben ingestemd.

3. Alle beleidsmedewerkers:

- Het vertegenwoordigen van het college en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratiefrechtelijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

4. Kwaliteitsmedewerkers:

- Het vertegenwoordigen van het college en de burgemeester van de gemeente Woerden bij administratiefrechtelijke procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

5. Alle medewerkers:

- Het afhandelen van voortgangscorrespondentie over onderwerpen die behoren bij een aan hun verleend ondermandaat.

Artikel 2. Wet werk en bijstand

1. Teamleider Werk en Inkomen en teamleider Bijzondere Ondersteuning

- Alle bevoegdheden die zijn genoemd in dit artikel.

2. Kwaliteitsmedewerker belast met de WWB c.a.:

- Alle bevoegdheden op grond van de WWB, de wet IOAW en de wet IOAZ met daaraan gekoppelde verordeningen, reglementen en uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de beslissingsbevoegdheid op bezwaar en beroep.

- Beslissen op aanvragen en terugvorderingen in het kader van de Verordening Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2008 gemeente Woerden

- het uitoefenen van alle bevoegdheden op grond van van de wet WIJ en daaraan gekoppelde verordeningen, reglementen en uitvoeringsbesluiten

Artikel 3. Wet maatschappelijke ondersteuning

1. Teamleider WMO:

- Alle bevoegdheden die zijn genoemd in dit artikel.

2. Kwaliteitsmedewerker belast met de WMO:

- Alle bevoegdheden op grond van de WMO met daaraan gekoppelde verordeningen, reglementen en uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de beslissingsbevoegdheid op bezwaar en beroep.

Artikel 4. Wet Inburgering

1. Teamleider Bijzondere Ondersteuning

- Alle bevoegdheden in dit artikel;

- Openen van een rekening ten behoeve van inkomensbeheer.

2. Beleidsmedewerker en kwaliteitsmedewerker belast met inburgering:

- Alle bevoegdheden van het college op grond van de Wet Inburgering ten aanzien van het opleggen c.q. vrijstellen van de inburgeringsverplichting, de toekenning van reis- en overige kosten en het opleggen van boetes

Fcl Naam budget Budgethouder Naam

5.315.01.02 Productiecentrum SoZa region Afdelingshoofd K. Coesmans

5.315.01.03 Productiecentrum SoZa algemeen Afdelingshoofd K. Coesmans

5.315.01.04 Productiecentrum SoZa WMO Teamleider WMO E. van den Elshout

5.315.01.05 Productiecentrum SoZa schuldhulpverlening Teamleider Bijzondere Ondersteuning Y. van den Blink

6.610.02.01 Algemeen beleid Afdelingshoofd K. Coesmans

6.610.02.02 Algemene bijstandswet Teamleider Werk & Inkomen J. van Velzen

6.610.02.04 Bijzondere Bijstand Teamleider Bijzondere Ondersteuning Y. van den Blink

6.610.02.05 BBZ Teamleider Werk & Inkomen J. van Velzen

6.611.01.01 Sociale werkvoorziening Teamleider Werk & Inkomen J. van Velzen

6.611.01.02 Werkgelegenheidsbeleid Teamleider Werk & Inkomen J. van Velzen

6.611.01.03 Trajectbegeleiding Teamleider Werk & Inkomen J. van Velzen

6.612.01.01 Inkomensvoorzieningen (IOAW/IAOZ) Teamleider Werk & Inkomen J. van Velzen

6.614.01.01 Minima-armoedebeleid Teamleider Bijzondere Ondersteuning Y. van den Blink

6.614.02.01 Kwijtschelding Afdelingshoofd Financiën G. van Viegen

6.621.01.01 Opvang vluchtelingen Teamleider Bijzondere Ondersteuning Y. van den Blink

6.622.01.01 Persoonsgebonden budget Teamleider WMO E. van den Elshout

6.622.02.01 Levering in natura door thuiszorg Teamleider WMO E. van den Elshout

6.622.03.01 Uitvoeringskosten WMO Teamleider WMO E. van den Elshout

6.652.01.01 Algemeen beleid gehandicapten Teamleider WMO E. van den Elshout

6.652.01.02 Voorzieningen gehandicapten Teamleider WMO E. van den Elshout

6.652.01.03 Invalidenparkeerkaarten Teamleider WMO E. van den Elshout

6.822.06.01 Huursubsidies/vangnetregeling Teamleider Werk & Inkomen J. van Velzen

H18. Ondertekeningsmandaat hulpofficier van justitie

Artikel 1 Algemeen

1. de hulpofficier van justitie belast met de uitvoering van het huisverbod:

- ondertekeningsmandaat (namens de burgemeester) voor het opleggen van een huisverbod als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Wet tijdelijk huisverbod

- aan dit ondertekeningsmandaat zijn de volgende voorschriften verbonden:

1. mandatering aan andere functionarissen of verdere ondermandatering is niet toegestaan en dient dan ook uitdrukkelijk te worden uitgesloten;

2. van het mandaat mag slechts gebruik gemaakt worden nadat de burgemeester hierover vooraf is geïnformeerd door de hulpofficier van justitie;

3. dit mandaat geldt uitsluitend voor huisverboden geredigeerd conform een door de burgemeester op 16 juni 2009 vastgesteld standaard concept beschikking;

4. een ter uitvoering van dit mandaat opgemaakt stuk wordt in de enkelvoudvorm geredigeerd en als volgt ondertekend:

De burgemeester van Woerden

namens deze

(functie)

(handtekening)

(naam)

5. de ondertekening geschiedt door de functionaris die het mandaat heeft, ondertekening per order of bij afwezigheid is daarom niet toegestaan;

6. de ondertekening van een ter uitvoering van dit mandaat opgemaakt stuk geschiedt schriftelijk en niet door het plaatsen van een handtekeningstempel of elektronische handtekening;

2. de hulpofficier van justitie, belast met de uitvoering van het huisverbod:

- machtiging om de volgende handelingen namens de burgemeester te verrichten:

1. ingeval van kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan, alvorens wordt besloten over het opleggen van een tijdelijk huisverbod, overleg te plegen met Bureau Jeugdzorg;

2. in een dermate spoedeisende situatie dat het huisverbod niet tevoren op schrift kan worden gesteld, het huisverbod – met inachtneming van het hierboven in artikel II lid 2 bepaalde – mondeling aan te zeggen aan de uit huis te plaatsen persoon;

3. het mededelen van het huisverbod en de consequenties van het niet-naleven aan de huisgenoten van de uithuisgeplaatste, de aangewezen instantie voor advies of hulpverlening en, ingeval van kindermishandeling of een vermoeden daarvan, aan bureau Jeugdzorg

4. het binnen 24 uur regelen van juridische bijstand voor de uithuisgeplaatste nadat deze hiertoe de wens te kennen heeft gegeven.

Toelichting

§1 Mandaat in de Algemene wet bestuursrecht

1.1 Inleiding

Het kenmerkende verschil tussen een burger en de overheid is dat een burger in principe alles mag, tenzij het verboden is en dat de overheid eigenlijk niets mag, tenzij het uitdrukkelijk is toegestaan. Dit volgt uit het legaliteitsbeginsel.

Gelukkig wordt niet iedere handeling geraakt door dit legaliteitsbeginsel. Alleen handelingen die gericht zijn op een rechtsgevolg moeten berusten op een wettelijke bevoegdheid. Veel van de werkzaamheden die de collega’s in ons stadhuis verrichten zijn van feitelijke aard. Het voorbereiden en uitvoeren van besluitvorming, het voorlichten van burgers, het bijhouden van de administratie of zelfs het blussen van branden zijn geen handelingen die gericht zijn op een rechtsgevolg. Voor die handelingen hoeft geen mandaat gegeven te worden en die handelingen staan daarom in het algemeen niet in het Mandaatregister. Zoals hierboven aangegeven volgt uit het legaliteitsbeginsel dat rechtshandelingen altijd gebaseerd moeten zijn op een wettelijke bevoegdheid. Binnen de gemeente zijn deze bevoegdheden toegewezen aan drie bestuursorganen: het college, de burgemeester en de raad. Het is ondoenlijk om alle besluiten die genomen moeten worden, alleen door deze drie organen te laten nemen, daarom zijn in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mandaat en delegatie opgenomen. Beide rechtsfiguren zorgen ervoor dat de last van besluitvorming verdeeld kan worden over de ambtelijke organisatie.

1.2 Het begrip Mandaat en Delegatie

In afdeling 10.1.1 van de Awb staan de wettelijke voorschriften die gelden voor mandaat. Artikel 10:1 Awb definieert het begrip mandaat als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

Voorbeeld:

Het college van burgemeester en wethouders zijn het bevoegde orgaan met betrekking tot het verlenen van bouwvergunningen. Als het college aan het hoofd van de afdeling Bouwzaken de bevoegdheid tot het verlenen van deze vergunningen mandateert, houdt dat in dat het afdelingshoofd Bouwzaken namens het college een bouwvergunning kan verlenen. Het college blijft echter ten volle verantwoordelijk voor de wijze van uitoefening van deze bevoegdheid. Juridisch gezien zijn de besluiten, die door het afdelingshoofd van Bouwzaken zijn genomen, besluiten van het college. Dit blijkt uit de ondertekening van de bouwvergunning, waarin staat dat het afdelingshoofd namens het college van burgemeester en wethouders van Woerden tekent.

Het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke bevoegdheid heeft en dat het mandaat heeft verleend, wordt mandaatgever genoemd. Degene aan wie het mandaat verleend wordt noemt men de gemandateerde. In het gekozen voorbeeld is de mandaatgever het college van burgemeester en wethouders, en de gemandateerde het afdelingshoofd van Bouwzaken. De mandaatgever kan voorschriften aan een mandaat verbinden en bovendien kan hij te allen tijde besluiten de bevoegdheid weer zelf uit te oefenen.

In het bovengenoemde voorbeeld is sprake van een beslissingsmandaat: de beslissing om de bouwvergunning te verlenen wordt genomen door het hoofd van de afdeling Bouwzaken. Een mandaat kan zich echter ook beperken tot alleen ondertekening. In dit voorbeeld zou dan het college zelf het besluit nemen, maar ondertekent het hoofd van de afdeling bouwzaken. In de ondertekening zou dan staan ‘overeenkomstig het door het college van de gemeente Woerden genomen besluit’.

Een mandaat mag altijd verleend worden, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. Artikel 10.3 Awb noemt een aantal gevallen waarin mandaatverlening in ieder geval is uitgesloten.

De mandaatgever blijft juridisch gezien verantwoordelijk voor de bevoegdheid die hij heeft gemandateerd. Bij delegatie is dat juist niet het geval. Van delegatie is namelijk sprake als een bestuursorgaan een bevoegdheid overdraagt aan een ander orgaan. Met deze overdracht gaat ook de verantwoordelijkheid over. Na de overdracht van de bevoegdheid kan het oorspronkelijk bevoegde orgaan de overgedragen bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen. De delegaatgever is niet meer juridisch verantwoordelijk voor de beslissingen van degene die het delegaat uitoefent.

In de gemeentelijke praktijk worden met name de bevoegdheden van de raad gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. Dat is niet vreemd, omdat bevoegdheden niet gedelegeerd mogen worden aan ondergeschikten. Daarvoor is het mandaat bedoeld. Het college kan bevoegdheden die het zelf gedelegeerd heeft gekregen wel doormandateren aan de ambtelijke organisatie. Een ander belangrijk verschil tussen delegatie en mandaat is dat delegatie alleen is toegestaan als de wet dat toelaat.

1.3 Mandaat en ondermandaat

Een gemandateerde kan de aan hem gegeven bevoegdheid doorgeven aan een aan hem ondergeschikte ambtenaar. Er is dan sprake van ondermandaat. Ondermandaat wordt geregeld in artikel 10:9 Awb. De voorschriften die voor het mandaat gelden, zijn ook van toepassing op het ondermandaat.

Voorbeeld:

Het afdelingshoofd Bouwzaken mandateert de bevoegdheid tot het verlenen van bouwvergunningen, die hij krachtens mandaat heeft, vervolgens aan de senior beleidsmedewerker bouw- en woningtoezicht. In een dergelijk geval spreken we van ondermandaat. Het college van burgemeester en wethouders blijft het bevoegde orgaan. Het college is derhalve ten volle verantwoordelijk voor de besluiten van de senior beleidsmedewerker bouw- en woningtoezicht. Juridisch gesproken zijn de besluiten van de senior beleidsmedewerker bouw- en woningtoezicht besluiten van het college.

De mandaatgever blijft verantwoordelijk voor de besluiten van degene aan wie de bevoegdheid in ondermandaat is gegeven. De mandaatgever zal daarom toestemming moeten geven voor ondermandaat. Uit de voorschriften van het mandaatbesluit blijkt of de mandaatgever ondermandaat heeft toegestaan.

1.4 Mandaat aan niet-ondergeschikten

Mandaatverlening is in de eerste plaats bedoeld voor ondergeschikte ambtenaren, maar er is ook een mogelijkheid in de Awb opgenomen om het verlenen van mandaat aan niet-ondergeschikten mogelijk te maken. Artikel 10:4 Awb regelt deze figuur.

Voorbeeld:

Het college van burgemeester en wethouders mandateert de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffingen van het Wegenverkeersreglement voor uitzonderlijk vervoer aan de chef uitvoerende dienst van Politiedistrict Rijn en Venen. De chef uitvoerende dienst mag dus zelf besluiten tot het verlenen van die ontheffing. Het college blijft echter juridisch verantwoordelijk voor de besluiten die de chef uitvoerende dienst neemt.

Als een bevoegdheid wordt gemandateerd aan een niet-ondergeschikte, dan is mandaatverlening slechts mogelijk na instemming van degene die het mandaat krijgt en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt. Met het geven van de instemming verplicht de gemandateerde zich volgens de aanwijzingen van de mandaatgever te handelen. Ook kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van een onjuiste uitoefening van het mandaat. Op deze manier wordt het ontbreken van een hiërarchische relatie gecompenseerd.

1.5 Vertegenwoordiging en machtiging

De bevoegdheid om namens een gemeentelijk orgaan besluiten te nemen, moet worden onderscheiden van de bevoegdheid om dit orgaan te vertegenwoordigen.

Voorbeeld:

De gemeente wil nieuwe strooiwagens kopen. De bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals het sluiten van een overeenkomst om strooiwagens te kopen, berust ingevolge artikel 160, eerste lid onder e, van de Gemeentewet bij het college. Het college besluit dus de overeenkomst aan te gaan. Als het contract ter ondertekening wordt voorgelegd, mag het college echter niet tekenen. De bevoegdheid om de rechtspersoon gemeente te vertegenwoordigen is namelijk in artikel 171 van de Gemeentewet aan de burgemeester gegeven. Die zal daarom het contract moeten ondertekenen.

Als in het bovengenoemde voorbeeld het wenselijk zou zijn dat het hoofd van de afdeling Beheer & Onderhoud de strooiwagens kon kopen, dan moeten er dus twee bevoegdheden worden doorgegeven. Enerzijds is er een mandaat van het college nodig om het besluit tot het aangaan van de overeenkomst te mogen nemen, anderzijds is er een machtiging van de burgemeester nodig om het contract te mogen tekenen. Het is daarom verstandig bij het verlenen van het bovengenoemde mandaat ook te regelen dat dezelfde persoon een machtiging heeft.

Net zoals bij het aangaan van contracten een onderscheid moet worden gemaakt tussen het besluit tot het aangaan van het contract en de ondertekening daarvan, moet bij het voeren van rechtsgedingen onderscheid worden gemaakt tussen het besluit in rechte op te treden en de daadwerkelijke vertegenwoordiging bij de rechter. Dit is lastige materie, vooral omdat het verschil uitmaakt of er sprake is van een bestuursrechtelijk geschil of een privaatrechtelijk geschil. Er zal dan ook een aparte Richtlijn opgesteld worden voor het voeren van rechtsgedingen waarin uitgebreid zal worden aangegeven welke besluiten nodig zijn van welke organen.

§2 Uitgangspunten Mandaatregister

Op 10 december 2002 is het huidige Mandaatregister vastgesteld, dat op 1 januari 2003 in werking trad. Op 4 april 2006 is een aanvang gemaakt voor het actualiseren van dit mandaatregister. Het college heeft op die datum de beleidsnotitie Mandaatregister vastgesteld waarin een aantal uitgangspunten zijn aangegeven voor dat nieuwe register:

- Bevoegdheid tot besluitvorming, ondertekening en/of vertegenwoordiging zoveel mogelijk in één hand onderbrengen

- Mandaatregister en budgethoudersregeling gelijktrekken

- Mandaatregister en organisatieverordening gelijktrekken

- Horizontale plaatsvervanging van afdelingshoofden

Door het programma Open Vensters werden nieuwe eisen aan het mandaatregister gesteld. Het ART-team Besluitvorming constateerde dat meer dan 70% van de collegevoorstellen via parafering wordt afgedaan. Om snellere besluitvorming te bevorderen heeft het ART-team daarom voorgesteld veel meer bevoegdheden lager in de organisatie te leggen. Om dat te bereiken worden aan de afdelingshoofden alle bevoegdheden gemandateerd die behoren bij het taakveld van hun afdeling. In plaats van het specifiek benoemen welke bevoegdheden wel of niet doorgegeven worden, gaat deze systematiek er vanuit dat alle bevoegdheden zijn gemandateerd, behalve wanneer ze uitdrukkelijk zijn uitgesloten. Het afdelingshoofd mag vervolgens de afdelingsspecifieke mandaten doorgeven aan medewerkers van zijn afdeling. Een medewerker mag op zijn beurt niet verder doormandateren. andere bevoegdheden dan die binnen het taakveld van de afdeling vallen, mogen evenmin worden doorgemandateerd. Wat het taakveld van een afdeling is, wordt bepaald in de Organisatieregeling. In het algemene deel van het mandaatregister zijn bevoegdheden opgenomen die niet geacht worden binnen het taakveld van een afdeling te vallen en dus niet gemandateerd worden aan een afdelingshoofd. Daarnaast staan er bevoegdheden opgesomd die een afdelingshoofd wel heeft, maar die hij niet mag doorgeven aan een ondergeschikte. Tenslotte bevat het algemeen deel een aantal voorschriften waaraan ieder mandaat moet voldoen.

§3 Voorschriften bij mandaat

3.1 Beperkingen aan het mandaat

Het krijgen van een mandaat brengt een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee en daarom is het belangrijk te weten wat een gemandateerde wel mag en vooral wat hij niet mag.

In de eerste plaats bepaalt de tekst van het mandaat zelf welke beperkingen er zijn. De letterlijke tekst van het mandaat bepaalt welke bevoegdheden zijn doorgegeven en welke niet. Als de tekst van het mandaat ruimte laat voor twijfel, moet de gemandateerde er vanuit gaan dat de bevoegdheid waar twijfel over bestaat niet is doorgegeven.

Daarnaast kunnen in het Mandaatregister specifieke beperkingen zijn opgenomen die bij dat bepaalde mandaat horen. Zo mag een afdelingshoofd buitengewoon verlof toekennen aan zijn medewerkers, maar hij mag dat alleen in overleg met de personeelsconsulent. Zou het afdelingshoofd de personeelsconsulent buiten schot laten, dan overtreedt hij dus de grenzen van zijn mandaat.

Naast deze specifieke beperkingen, zijn er ook algemene beperkingen die voor alle mandaatbesluiten gelden. Zo wordt ieder mandaatbesluit begrenst door de voorschriften die in hoofdstuk 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht staan over mandaten. Hieruit volgt bijvoorbeeld dat mandaat niet strekt tot de afdoening van bezwaarschriften tegen een eerder krachtens mandaat genomen beslissing. Ook geldende wet- en regelgeving die specifiek betrekking hebben op de bevoegdheid die is gemandateerd kunnen een mandaat beperken. Het mandaat is immers geen excuus om de wet te overtreden. Daarnaast geldt dat een mandaat niet mag worden uitgeoefend als het te nemen besluit ingrijpende politieke of maatschappelijke gevolgen heeft. Dan moet het besluit worden genomen door het orgaan dat het mandaat heeft verleend. Een besluit zou gevoelig kunnen zijn als er uitgebreide aandacht in de media voor is, of als verschillende belangengroepen die zich actief met het onderwerp bezighouden. Het is de verantwoordelijkheid van de gemandateerde de gevolgen van een te nemen besluit te overzien en zich af te vragen of hij er, gezien de omstandigheden, verstandig aan doet dit besluit in mandaat te nemen. Tenslotte is de gemandateerde gebonden aan de bestaande financiële ruimte, met andere woorden een ter uitvoering van het mandaat genomen beslissing mag niet leiden tot overschrijding van het budget. Deze beperkingen zijn opgenomen in het algemene deel van het Mandaatregister.

3.2 Overige voorschriften bij een mandaatbesluit

Het mandaatbesluit dient te verwijzen naar het toepasselijke voorschrift (bijvoorbeeld een wet of een verordening). Uit het mandaatbesluit moet ook duidelijk blijken welke bevoegdheden zijn gemandateerd, zodat de reikwijdte van het mandaat voor buitenstaanders, zoals de burger maar ook de rechter duidelijk is. Het mandaat kan hiervoor verwijzen naar de artikelen van de regeling waarin de gemandateerde bevoegdheid is opgenomen, of er kan een zo exact mogelijke omschrijving van deze bevoegdheden in het mandaatbesluit worden opgenomen. Het mandaat wordt verleend aan een functionaris en niet aan een persoon. Dit heeft als voordeel dat bij vertrek van de betreffende persoon het mandaat niet behoeft te worden gewijzigd.

Voorbeeld:

De heer Jansen is het hoofd van de Afdeling Interne Zaken. Het mandaat dient in dit geval aan het hoofd van de Afdeling Interne Zaken te worden verleend, en niet aan de heer Jansen.

Alleen het afdelingshoofd mag ondermandaat verlenen. Iemand die een ondermandaat heeft gegeven, mag dat niet zelf verder doorgeven. Bovendien geldt een ondermandaat alleen als het is opgenomen in het centrale Mandaatregister. Deze voorschriften staan in artikel 4 en zijn bedoeld om zich te houden op de ondermandatering. Een afdelingshoofd die ondermandaat wil verlenen dient daarom eerst contact op te nemen met zijn of haar juridisch consulent.

Als een nieuw mandaatbesluit is genomen, moet het worden bekend gemaakt. Dat gebeurt door publicatie in de gemeentelijke informatiepagina van de Woerdense Courant. Om te garanderen dat alle mandaatbesluiten gepubliceerd worden, moet een afschrift van ieder mandaatbesluit aan de afdeling Bestuur- en managementondersteuning gestuurd worden. Deze afdeling zorgt dan voor publicatie en ook voor het opnemen van het mandaatbesluit in het Mandaatregister. Op deze manier blijft het Mandaatregister actueel.

3.3. Modellen

Voor het verlenen van een ondermandaat dient het onderstaande model te worden gebruikt.

ONDERMANDAAT

Het hoofd van de afdeling (afdelingsnaam);

gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en met in achtneming van het bepaalde in de algemene voorschriften van hoofdstuk 1 van het Mandaatregister gemeente Woerden 2008;

besluit;

I. ………………. (functionaris) mandaat te verlenen tot het namens hem nemen van besluiten ter zake van ……….. ………………….(omschrijving te mandateren bevoegdheid)

II. het ondermandaat op te nemen in het Mandaatregister in Hoofdstuk……. (nr. Hoofdstuk)………… (naam hoofdstuk) in artikel …….. (nr. artikel), lid …(nr.)

III. aan de verlening van dit mandaat de volgende voorschriften te verbinden:

a. een verder ondermandaat is niet toegestaan;

b. brieven en besluiten ter uitvoering van een door het college verleend mandaat worden in de meervoudsvorm geredigeerd;

c. Een ter uitvoering van het mandaat opgemaakt stuk wordt als volgt ondertekend:

Met vriendelijke groet,

namens burgemeester en wethouders van Woerden,

(handtekening)

(naam)

(functie)

IV. Dit besluit bekend te maken op de gebruikelijke wijze.

Aldus besloten, d.d. ………..(datum)

………….. (naam)

Afdelingshoofd (afdeling)