Verordening tegenprestatie Participatiewet Wormerland 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening tegenprestatie Participatiewet Wormerland 2015”

De raad van de gemeente Wormerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2014.;

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet;

overwegende dat de gemeenteraad op grond van artikel 8a, lid 1 onderdeel b van de Participatiewet bij verordening regels stelt met betrekking tot het opdragen van een tegenprestatie als bedoeld in artikel 9, lid1, onderdeel c van de Participatiewet;

BESLUIT

vast te stellen de hierna volgende “Verordening tegenprestatie Participatiewet Wormerland 2015”

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gr o te a f s t a n d tot d e a r b e i d s m a rk t: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

  • b.

    k o rte a f s t an d t o t de a r b e i d s m a rk t: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

  • c.

    m an tel z o rg:langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

Hoofdstuk 2 De tegenprestatie naar vermogen

Artikel 2. Inhoud van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:

    • a.

      naar zijn aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

    • b.

      niet zijn bedoeld als re-integratie-instrument;

    • c.

      worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht; en

    • d.

      niet leiden tot verdringing.

  • 2. Het college kan ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels vaststellen waarin wordt vastgelegd welke aanvullende werkzaamheden het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

Artikel 3. Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan een uitkeringsgerechtigde met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een tegenprestatie opdragen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid draagt het college geen tegenprestatie op aan:

    • a.

      De belanghebbende die aantoonbaar vrijwilligerswerk verricht dat naar aard en omvang vergelijkbaar is met een tegenprestatie als bedoeld in deze verordening

    • b.

      De belanghebbende die mantelzorg verricht voor zover het verrichten van die mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is

    • c.

      De belanghebbende een re-integratietraject, opleiding/cursus volgt en aantoonbaar minimaal 16 uren per week bezigheden uitvoert die verband houdt met dit traject of opleiding/cursus en naar het oordeel van het college het verrichten van een tegenprestatie het door het college ingezette traject/instrument of opleiding/cursus verstoort

  • 3. Het college kan een belanghebbende met een korte afstand tot de arbeidsmarkt uitsluitend een tegenprestatie opdragen indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen.

  • 4. Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    • a.

      de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;

    • b.

      de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende moeten in aanmerking worden genomen;

    • c.

      de persoonlijke wensen en kwaliteiten van een belanghebbende moeten in overweging worden genomen;

    • d.

      als een belanghebbende al maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk verricht, moet daarmee rekening worden gehouden;

Artikel 4. Duur en omvang van een tegenprestatie

  • 1. De tegenprestatie wordt opgedragen voor de maximale duur van 13 weken.

  • 2. De tegenprestatie wordt opgedragen voor minimaal 4 uren per week.

  • 3. De tegenprestatie kan binnen een periode van 12 maanden slechts eenmaal worden opgedragen en omvat in die periode ten hoogste 13 weken.

Artikel 5. Geen werkzaamheden voorhanden

  • 1. Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

  • 2. Indien het college geen tegenprestatie opdraagt omdat geen werkzaamheden voorhanden zijn, beoordeelt het college binnen 3 maanden of op dat moment wel werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegenprestatie Wormerland 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2014.
De griffier, De voorzitter,

Toelichting

Toelichting