Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR610391
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR610391/1
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland houdende regels omtrent kinderopvang Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Wormerland 2018
Geldend van 01-06-2018 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland houdende regels omtrent kinderopvang Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Wormerland 2018Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Wormerland 2018
Burgemeester en wethouders van gemeente Wormerland,
Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;
besluiten:
de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Wormerland 2018 vast te stellen.
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1 Toepassing
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van een overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang gestelde regelgeving.
Artikel 2 Vormen van handhaving
Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de volgende mogelijkheden:
- 1.
informeel middel zoals een waarschuwing;
- 2.
op herstel gericht handhavingsmiddel zoals een herstelsanctie;
Artikel 3 Kwaliteitseisen
-
1. De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en alle onderliggende regelgeving.
-
2. De toezichthouder kinderopvang onderzoekt de naleving van deze kwaliteitseisen en legt de bevindingen vast in een inspectierapport.
-
3. In de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Wormerland 2018 wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen.
-
4. In het afwegingsoverzicht worden per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven en voorzien van een prioritering. Het afwegingsoverzicht is als bijlage aan deze beleidsregels toegevoegd.
Hoofdstuk 2 Herstellend traject
Artikel 4 Herstelmaatregel
-
1. Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en alle onderliggende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend handhavingstraject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en) en op voorkoming van herhaling van de overtreding(-en)
-
2. Bij het uitvoeren van een herstellend handhavingstraject hanteert het college de volgende stappen:
- a.
stap 1: vooraanschrijving;
- b.
stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang;
- c.
stap 3: exploitatieverbod;
- d.
stap 4: intrekken van de toestemming tot exploitatie en verwijdering van de registratie uit het landelijk register kinderopvang.
- a.
-
3. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen in het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.
-
4. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen. Het college is bevoegd om hier vanaf te wijken. Dit kan zich onder meer voor doen indien er meerdere overtredingen zijn waarvoor verschillende hersteltermijnen gelden.
-
5. Bij het opleggen van een vooraanschrijving gelden de volgende hersteltermijnen:
- a.
prioriteit hoog: maximaal 2 weken;
- b.
prioriteit gemiddeld: maximaal 2 maanden;
- c.
prioriteit laag: maximaal 6 maanden.
Deze termijnen worden eveneens gehanteerd als begunstigingstermijn indien ervoor gekozen is om een last onder dwangsom / last onder bestuursdwang in te zetten.
- a.
Artikel 5
Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang voor wat betreft de geregistreerde voorziening (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang) wordt de gegeven toestemming tot exploitatie ingetrokken door middel van een beschikking overeenkomstig artikel 1.46 lid 5 en 6 Wet kinderopvang. Aansluitend wordt de registratie verwijderd uit het landelijk register kinderopvang.
Artikel 6 Herhaalde overtreding
Indien herhaling van een overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden kan opgetreden worden met een zwaardere sanctie.
Artikel 7 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Wormerland 2018’.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Dit handhavingsbeleid treedt in werking op 1 juni 2018. Het ‘Beleid handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Wormerland 2015’, dat is vastgesteld op 16 december 2014 komt hiermee te vervallen.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van gemeente Wormerland op 22 mei 2018.
de loco-secretaris,
E. van Wattingen
de burgemeester,
P.C. Tange
Bijlage 1
Afwegingsoverzicht dagopvang / buitenschoolse opvang / gastouderopvang / gastouderbureau
Domein Kinderopvang, Gastouderopvang, Gastouderbureau Registratie – wijziging - naleving |
Prioriteit |
Exploitatie zonder toestemming college van B en W |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.
bso, kdv artikel 1.1 lid 1 jo 1.49 Wko
|
Hoog
|
GASTOUDERBUREAU |
|
Een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt. artikel 1.1 lid 1 jo 1.49 Wko |
|
GASTOUDEROPVANG |
|
Kinderopvang door tussenkomst geregistreerd gastouderbureau; in gezinssituatie; op woonadres gastouder of vraagouder. artikel 1.1 lid 1 jo 1.49 Wko |
|
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|
Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de GGD heeft plaatsgevonden en uit dit onderzoek blijkt dat de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de bij of krachtens de artikelen 1.48d tweede en derde lid en 1.49 tot en met 1.59 gestelde regels uit de Wet kinderopvang. artikel 1.45 lid 3 Wko |
Onverwijld melden wijziging aan het college |
|
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|
De houder van een buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf of gastouderbureau meldt een wijziging in de gegevens aan het college met het verzoek de gegevens te wijzigen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de te melden gegevens aangewezen.
artikel 1.47 lid 1 en 6 Wko; artikel 7 lid 2, 3 en 4 Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang
|
Hoog
|
Inrichting administratie |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG, KINDERDAGVERBLIJF en GASTOUDERBUREAU |
|
Eisen gesteld aan de inrichting van de administratie van een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderbureau opdat de toezichthouder een onderzoek kan uitvoeren op de naleving van de bij of krachtens wet gegeven voorschriften.
bso, kdv artikel 1.53 Wko, artikel 11 lid 1 en 2 Regeling wet kinderopvang bso, gob, kdv artikel 11 lid 1 Regeling Wet kinderopvang bso, kdv artikel 11 lid 2 Regeling Wet kinderopvang gob artikel 1.56 lid 6 Wet kinderopvang, , artikel 11 lid 1 en 3 Regeling Wet kinderopvang
|
Gemiddeld
|
Een schriftelijke overeenkomst per (vraag)ouder kdv en bso artikel 1.52 lid 1, gob artikel 1.52 lid 1 en 1.56 lid 4 Wko |
|
GASTOUDERBUREAU |
|
Inzichtelijke betalingen van vraagouders aan gastouderbureau en doorbetaling van gastouderbureau aan gastouders
artikel 1.49 lid 4b en 1.56 Wko; artikel 11 lid 1 en 3 Regeling Wet kinderopvang
|
Hoog
|
Een ondertekend origineel van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid.
artikel 1.56 Wko ; artikel 7 lid 4 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Gemiddeld
|
Naleving kadervoorschriften |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
Houder biedt verantwoorde kinderopvang, waaronder wordt verstaan het in een veilige en gezonde omgeving bieden van emotionele veiligheid aan kinderen, het bevorderen van de persoonlijke en sociale competentie van kinderen en de socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde waarden en normen.
artikelen 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wko; dagopvang: artikel 2 besluit kwaliteit kinderopvang of BSO artikel 11 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Prioritering is aangegeven bij de inhoudelijke overtredingen, die de overtreding van verantwoorde kinderopvang veroorzaken.
|
GASTOUDERBUREAU |
|
Houder draagt zorg voor een verantwoorde uitvoering van de werkzaamheden van het bureau, waaronder wordt verstaan:
artikelen 1.49 lid 4 en 1.56 lid 1 Wko |
|
GASTOUDEROPVANG |
|
Houder biedt verantwoorde gastouderopvang aan waaronder wordt verstaan opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. artikelen 1.49 lid 3 en 1.56b lid 1 Wko |
Domein Pedagogisch Klimaat |
Prioriteit |
Pedagogisch beleidsplan |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
Elke buitenschoolse opvang en kinderdagverblijf beschikt over een pedagogisch beleidsplan 1 .
bso en kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Hoog |
GASTOUDERBUREAU |
|
Houder stelt een pedagogisch beleidsplan vast, waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. artikelen 1.49 lid 4, en 1.56 lid 1 en 2 Wko; artikel 11 lid 1 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang; artikel 12a lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang |
Inhoud pedagogisch beleidsplan |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan aspecten van verantwoorde dagopvang, bedoeld in artikel 2 van het Besluit kwaliteit kinderopvang..
bso en kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikelen 11 en 12 lid 2a Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikelen 2 en 3 lid 2a Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Gemiddeld |
Het pedagogisch beleidsplan bevat een concrete beschrijving van de overige daaraan gestelde kwaliteitseisen.
bso en kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 12 lid 2, 3 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 3 lid 2, 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
GASTOUDERBUREAU |
|
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen ten minste een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen om en sociale competenties te ontwikkelen en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. artikelen 1.49 lid 4, en 1.56 lid 1 en 2 Wko; artikel 11 lid 1 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang artikel 12a lid 1 onder a Regeling kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang
|
Gemiddeld
|
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van het aantal kinderen dat door de gastouder wordt opgevangen en de leeftijden van die kinderen. En het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de eisen die aan de voorzieningen voor gastouderopvang worden gesteld. artikelen 1.49 lid 4, en 1.56 lid 1 en 2 Wko; artikel 11 lid 1 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang artikel 12a lid 1 onder b en c Regeling kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang |
Pedagogische praktijk |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
Houder draagt er zorg voor dat er conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld.
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Gemiddeld
|
GASTOUDERBUREAU |
|
Houder voert een zodanig beleid dat de gastouder de kwaliteitseisen kan naleven en stelt hiertoe het pedagogisch beleidsplan ter beschikking aan de gastouder. De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren. Het pedagogisch beleid is door het gastouderbureau aan de gastouders verstrekt. artikelen 1.49 lid 4 sub a en 1.56 lid 1, artikel 11 en 16 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang
|
Gemiddeld |
GASTOUDEROPVANG |
|
De gastouder handelt overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan dat door het gastouderbureau is opgesteld en ter beschikking is gesteld.
artikel 1.56b lid 1 en 2 Wko; artikel 16 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang
|
Gemiddeld |
Kinderdagverblijf / Voorschoolse educatie 2 |
|
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van ontwikkelingsdomeinen.
artikel 1.50b Wko; artikelen 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie
|
Hoog
|
Per acht feitelijk aanwezige kinderen in de groep is ten minste één beroepskracht aanwezig.
artikel 1.50b Wko ; artikel 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
|
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
artikel 1.50b Wko ; artikel 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
|
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift of een erkende beroepskwalificatie.
artikel 1.50b Wko ; artikel 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie; artikel 10c Regeling Wet kinderopvang
|
Gemiddeld |
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
artikel 1.50b Wko ; artikel 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie
|
Gemiddeld |
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
artikel 1.50b Wko ; artikel 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie
|
Gemiddeld |
Inrichting administratie voorschoolse educatie |
|
Een overzicht van alle bij het kinderdagverblijf werkzame beroepskrachten in relatie tot de behaalde diploma’s en getuigschriften.
Artikel 1.53 Wko; artikel 11 lid 2a Regeling Wet kinderopvang
|
Gemiddeld |
Domein Personeel en Groepen |
Prioriteit |
Verklaring omtrent het gedrag / personenregister |
|
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|
kdv en bso artikel 1.48d en 1.50 lid 3 tot en met 8Wko gob artikel 1.48d en 1.56 lid 3 Wko gastouder artikel 1.48d en 1.56b lid 3 Wko
|
Hoog |
Kdv en bso artikel 1.50 lid 4 Wko Gob artikel 1.56 lid 3 Wko
|
Hoog |
artikel 1.57 lid 1 tot en met 6 Wko |
Passende beroepskwalificatie of deskundigheidseisen / Algemeen |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2; 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 4; 15 lid 1 en 2 en 16 lid 1,2, 7 en 8 Besluit kwaliteit kinderopvang; artikel 9a lid 1 en 2; artikel 9b en 9c Regeling Wet kinderopvang kdv artikel 4 lid 5; 6 lid 1 en 2; 7 lid 1,2,7,8 en 9 Besluit kwaliteit kinderopvang; artikel 7 lid 1, artikel 8 en 9 Regeling Wet kinderopvang
|
Hoog |
GASTOUDEROPVANG |
|
artikel 1.56b 1 en 2 Wko artikel 13 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang artikelen 10, 10a, 10b en 10d Regeling Wet kinderopvang
|
Hoog |
Passende beroepskwalificatie / Meertalige opvang |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG |
|
Beroepskrachten meertalige buitenschoolse opvang beschikken over een voor de werkzaamheden passende certificaat of diploma
art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; artikel 15 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Hoog |
Personeelsformatie per gastouder / door gastouderbureau |
|
Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.
artikel 1.56 lid 7 Wko; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Gemiddeld |
Beroepskracht-kindratio |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
Het aantal minimaal in te zetten beroepskrachten is afgestemd op het aantal aanwezige kinderen in een
Daarbij is rekening gehouden met de leeftijd en het aantal aanwezige kinderen
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 16 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 7 lid 1, 2 en 7 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Hoog
|
Indien kinderen bij een activiteit hun stamgroep (dagopvang) of hun basisgroep (buitenschoolse opvang) verlaten leidt dit niet tot een verlaging van de minimaal in te zetten beroepskrachten.
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 16 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 7 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Hoog |
Minder beroepskrachten inzetten
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 3f; 16 lid 4, 5 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 4 lid 3f; 7 lid 4, 5 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Hoog |
Opvang in groepen / Stabiliteitseisen |
||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
||
De opvang vindt plaats in stamgroepen (dagopvang) of basisgroepen (buitenschoolse opvang).
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso; artikel18 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 9 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog
|
|
Eisen aan de maximale omvang van de stamgroep (dagopvang) of van de basisgroep (buitenschoolse opvang). Eisen aan de maximale omvang van een gecombineerde groep, indien een stamgroep (dagopvang) en een basisgroep (buitenschoolse opvang) gecombineerd worden 3 . bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 18 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 9 lid 2 en 10 Besluit kwaliteit kinderopvang |
||
Met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders kan een kind gedurende een vooraf schriftelijk met de ouders overeengekomen periode worden opgevangen in één andere stamgroep (dagopvang) of basisgroep (buitenschoolse opvang). bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 18 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 9 lid 9 Besluit kwaliteit kinderopvang |
||
Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen.
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 18 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 9 lid 11 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
|
KINDERDAGVERBLIJF |
||
Houder deelt ouders en kind mee tot welke stamgroep het kind behoort en welke beroepskracht(en) op welke dag aan de desbetreffende stamgroep zijn toegewezen artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 en 1.54 lid 1 Wko; artikel 9 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
|
artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 9 lid 4 en 5 Besluit kwaliteit kinderopvang |
||
Een kind maakt gedurende de week gebruik van ten hoogste twee verschillende stamgroepruimtes artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 9 lid 6 Besluit kwaliteit kinderopvang |
||
GASTOUDEROPVANG |
||
De maximale groepsgrootte per gastouder wordt afgestemd op de leeftijd van de op te vangen kinderen (0 tot 13 jaar). De eigen kinderen in de leeftijd tot 10 jaar worden meegerekend. artikel 1.49 lid 3, 1.56 b lid 1 en 2 Wko; artikel 14 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 13 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Hoog |
Gebruik voorgeschreven voertaal |
|
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|
De Nederlandse voertaal wordt gebruikt of er wordt meertalige buitenschoolse opvang verzorgd. Waar naast de Nederlandse taal de Friese taal of spreektaal in levend gebruik is mag ook die taal als voertaal worden gebruikt OF Er wordt naast de Nederlandse voertaal mede een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode
Kdv, bso en go artikel 1.55 Wko
|
Gemiddeld |
Domein Veiligheid en gezondheid |
Prioriteit |
Veiligheids- en gezondheidsbeleid |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wko; bso artikel 13 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 4 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Hoog |
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 4 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang |
|
Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat in ieder geval de volgende elementen:
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 4 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
|
De houder beschrijft bij de maatregelen die gericht zijn op het inperken van het risico op grensoverschrijdend gedrag, in ieder geval de wijze waarop hij de dagopvang zodanig organiseert dat een beroepskracht, beroepskracht in opleiding of stagiair de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Kdv artikel 1.49 lid 1 en 2; 1.50 lid 1 en 2 Wko, artikel 4 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
Gedurende de opvang is er tenminste één volwassene aanwezig die gekwalificeerd is voor eerste hulp aan kinderen.
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang; artikel 9b Regeling Wet kinderopvang kdv artikel 4 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang; artikel 8 Regeling Wet kinderopvang
|
Hoog
|
Inventarisatie veiligheids- en gezondheidsrisico’s |
|
GASTOUDERBUREAU |
|
artikel 1.49 lid 4 sub a, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 1 en 2 Wko; artikel 7 lid 1, 2, 3 en 5 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 11 lid 3 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Hoog
|
GASTOUDEROPVANG |
|
artikel 1.49 lid 3; 1.56b lid 1 en 2 Wko, artikel 12 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, artikel 11 lid 1, 2 en 4 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Hoog |
Bereikbaarheid en achterwacht |
|
artikelen 1.49 lid 3 en 1.56b lid 1 en 2 Wko artikel 12 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, artikel 12 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Hoog |
Meldcode kindermishandeling |
|
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die ten minste de volgende elementen bevat: stappenplan; toebedeling van verantwoordelijkheden; aandacht voor bijzondere vormen van geweld; omgaan met vertrouwelijke gegevens.
kdv artikel 1.49 lid 1 en 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wko; 5 besluit kwaliteit kinderopvang bso 1.49 lid 1 en 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wko; artikel 14 Besluit kwaliteit kinderopvang gob artikel 1.49 lid 4a; 1.51a lid 1,2,3 en 5 Wko; artikel 8 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Hoog |
bso, kdv artikelen1.49 lid 1; 1.51a lid 4, 1.51b en 1.51c Wko gob artikelen 14.49 lid 4a; 1.51a lid 4, 1.51b en 1.51c Wko |
Domein Accommodatie en inrichting |
Prioriteit
|
Binnen- en buitenruimte |
|
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|
De binnen- en buitenruimtes waar kinderen verblijven gedurende de tijd dat zij worden opgevangen, zijn
bso, kdv artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko; bso artikel 19 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 10 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Gemiddeld |
BUITENSCHOOLSE OPVANG |
|
Per aanwezig kind is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar.
artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 19 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Gemiddeld
|
artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 19 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
|
KINDERDAGVERBLIJF |
|
artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 10 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Gemiddeld
|
Voor aanwezige kinderen tot de leeftijd van anderhalf jaar is in ieder geval een afzonderlijke slaapruimte aanwezig. artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 10 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang |
|
artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 10 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Gemiddeld
|
Woning |
|
GASTOUDEROPVANG |
|
artikelen 1.49 lid 3 en 1.56b lid 1 en 2 Wko; artikel 15 lid 1 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 14 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Gemiddeld
|
De woning waar gastouderopvang plaatsvindt is te allen tijde rookvrij. De woning waar gastouderopvang plaats vindt is voorzien van voldoende en goed functionerende rookmelders
artikelen 1.49 lid 3 en 1.56b lid 1 en 2 Wko; ; artikel 15Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang artikel 14 lid 1 onder c en d Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Hoog |
Domein Ouderrecht |
Prioriteit |
Informatie |
|
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|
De houder informeert de ouders nadrukkelijk over de tijden dat er minder beroepskrachten ingezet worden dan vereist.
bso artikel 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 12 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang Kdv artikel 1.50 lid 1 en 2 Wko; artikel 3 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang
|
Gemiddeld |
De houder informeert (vraag)ouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid.
bso, kdv artikel 1.54 lid 1 Wko gob artikel 1.54a |
|
bso, kdv artikel 1.54 lid 2 en 3 Wko gob artikel 1.54a lid 2, 3 Wko |
|
GASTOUDERBUREAU |
|
artikelen, 1.49 lid 4 sub a, 1.56 lid 1, 2, 4 en 6 en 1.56b lid 1 en 2 Wko; artikel 7 lid 3 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 12a lid 2 Regeling kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang; artikel 11b Regeling Wet kinderopvang |
Gemiddeld |
Oudercommissie |
|
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|
bso, gob, kdv artikel 1.58 lid 1 en 2 Wko
|
Gemiddeld |
Binnen 6 maanden na de registratie in het LRK heeft de houder het reglement oudercommissie vastgesteld, tenzij er op grond van artikel 1.58 lid 2 geen oudercommissie is ingesteld. bso, gob, kdv artikelen 1.58 lid 3 en 1.59 lid 1 Wko |
|
Samenstelling oudercommissie
bso, gob, kdv artikel 1.58 lid 4, 5 en 6 Wko |
Laag |
Inhoud van reglement oudercommissie bso, gob, kdv artikel 1.59 Wko |
Klachten en geschillen |
|
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|
bso, kdv, gob artikel 1.57c lid 1 en 2 Wko; artikel 5 Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang |
Laag |
Schriftelijk vastgelegde klachtenregeling ouders voldoet aan de gestelde eisen. bso, kdv, gob artikel 1.57b lid 1 en 2 Wko |
|
Openbaar Jaarverslag klachten bso, kdv, gob artikel 1.57b lid 4, 5, 6, 7, 8 en 9 Wko; artikel 11h Regeling Wet kinderopvang |
|
Houder handelt overeenkomstig de klachtenregeling. De klachtenregeling wordt op passende wijze onder de aandacht van ouders gebracht
bso, kdv, gob artikel 1.57b lid 3 Wko
|
Laag |
Domein Kwaliteit gastouderbureau |
Prioriteit |
Kwaliteit gastouderbureau |
|
De houder draagt er zorg voor dat per voorziening voor gastouderopvang beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd opgevangen kunnen worden.
artikelen 1.49 lid 4aen 1.56 lid 1 en 2 Wko; artikel 14 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 11b lid 1 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Hoog
|
Overige kwaliteitscriteria gastouderbureau, de houder draagt er zorg voor:
artikelen 1.49 lid 4a; 1.55; en 1.56 lid 1 en 2 Wko; artikel 9 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 11a Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Gemiddeld |
Zorgplicht gastouderbureau |
|
Gastouderbureau is goed bereikbaar voor vraagouder en gastouder.
artikelen 1.49 lid 4 onder a en 1.56 lid 1 en 2 Wko; artikel 9 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; Artikel 11b lid 3 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Hoog |
Overige voorschriften welke niet nageleefd worden |
|
Schenden medewerkingsplicht
artikel 5:20 Awb; artikel 1.72 Wko
|
Hoog
|
Niet opvolgen aanwijzing / bevel artikel 1.72 lid 1 Wko |
|
Niet opvolgen exploitatieverbod / exploiteren zonder toestemming (art. 1.45 lid 3 of 1.66 lid 1 Wko) artikel 1.72 lid 1 Wko |
|
Niet nakomen afspraak als bedoeld in artikel 167 Wet op primair onderwijs artikel 1.72 lid 1 Wko |
Algemene toelichting
Hoofdstuk 2 Herstellend traject
In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden.
Stap 1: vooraanschrijving
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin zich een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau bevindt dat de bij of krachtens de artikelen 1.47 lid 1 en 1.48d tot en met 1.59 gegeven voorschriften (de ‘kwaliteitseisen’) niet of in onvoldoende mate naleeft, geeft de houder een vooraanschrijving.
- 1.
In een vooraanschrijving wordt met redenen omkleed aangegeven op welke punten de bedoelde voorschriften niet of in onvoldoende mate worden nageleefd. Ook wordt aangegeven welke maatregelen door de houder binnen de gestelde termijn genomen dienen te worden. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.
- 2.
In geval van een overtreding met de prioriteit hoog, bedraagt de hersteltermijn maximaal 14 dagen. Is er sprake van een overtreding met een gemiddelde of lage prioriteit dan bedraagt de hersteltermijn maximaal respectievelijk 2 of 6 maanden.
- 3.
Na het verstrijken van de hersteltermijn dient de overtreding duurzaam beëindigd te zijn. Ter controle hiervan kan de handhaver schriftelijke bewijsstukken opvragen dan wel aan de GGD opdracht geven voor een herinspectie. Is de overtreding niet beëindigd, dan wordt een volgende stap ingezet.
- 4.
Tegen de vooraanschrijving kan door de houder een zienswijze worden ingediend.
Stap 2: last onder dwangsom of last onder bestuursdwang, artikel 125 lid 2 Gemeentewet en artikel 5:32 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)
De algemene bestuursdwangbevoegdheid is neergelegd in artikel 125 van de Gemeentewet. In gevallen waarin het bestuursorgaan de mogelijkheid heeft om zelf de overtreding te beëindigen (op kosten van de overtreder) kan een last onder bestuursdwang opgelegd worden. De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom is een van de bestuursdwangbevoegdheid afgeleide bevoegdheid; neergelegd in artikel 5:32 Awb.
- 1.
Een last onder dwangsom wordt opgelegd met als doel herstel van de overtreding en/of voorkoming van herhaling van de overtreding.
- 2.
De stap last onder dwangsom kan meerdere keren worden genomen voor een geconstateerde overtreding. Indien een eerste last onder dwangsom geen resultaat heeft gehad, kan worden overwogen een nieuwe, hogere last onder dwangsom op te leggen. Dit vereist dan wel een nieuw besluit. Ook kan besloten worden tot een volgende stap in het herstellend handhavingstraject.
- 3.
De last onder dwangsom kan ook preventief worden opgelegd. Van een preventieve last is sprake als de last wordt opgelegd voordat enige overtreding heeft plaatsgevonden. Hiervoor geldt dat het gevaar van de overtreding klaarblijkelijk dreigt: dat wil zeggen dat de overtreding zich met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal voordoen.
Stap 3: exploitatieverbod, artikel 1.66 Wet kinderopvang
Het college kan de houder verbieden een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau in exploitatie te nemen dan wel de exploitatie voort te zetten. Dit kan het college onder andere in de volgende gevallen:
- 1.
Zolang de houder een bevel of aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is (lid 1).
- 2.
Als een kindercentrum, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang niet of niet langer aan de kwaliteitseisen voldoet (lid 2).
Stap 4: het intrekken van de beschikking met toestemming tot exploitatie en het verwijdering van de registratie uit het landelijk register kinderopvang, artikel 1.46 lid 5 en 6 Wet kinderopvang, artikel 1.47a lid 2 Wet kinderopvang en artikel 8 lid 1 Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang .
Er zijn verschillende gronden waarop het college, in het kader van handhaving, de toestemming tot exploitatie kan intrekken en de registratie van deze voorziening verwijdert uit het register:
- 1.
Indien is gebleken dat de houder niet langer de kinderopvangvoorziening exploiteert.
- 2.
Indien uit een GGD-onderzoek of anderszins is gebleken dat de houder naar verwachting niet dan wel niet langer voldoet aan de bij of krachtens hoofdstuk 1 afdeling 3, paragrafen 2 en 3 gegeven voorschriften.
- 3.
Indien drie maanden na de registratie de exploitatie van de kinderopvangvoorziening niet daadwerkelijk is aangevangen.
Vanaf het moment dat voor een voorziening voor kinderopvang de toestemming tot exploitatie is ingetrokken en de registratie van deze voorziening verwijderd is uit het landelijk register kinderopvang, is er geen sprake meer van kinderopvang in de zin van de wet. Voortzetten van de exploitatie leidt tot niet geregistreerde kinderopvang (illegale kinderopvang) en kan leiden tot vervolging door het Openbaar Ministerie op basis van overtreding van de Wet Economische Delicten.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle instellingen uit de wet Kinderopvang in de gemeente Wormerland. Hieronder vallen kindercentra (zoals dagopvang, buitenschoolse opvang e.d.), gastouders en gastouderbureaus.
Artikel 2
In dit artikel worden de vormen van handhaving benoemd. Een herstelmaatregel is gericht op herstel van een overtreding en/of voorkoming van herhaling.
Artikel 3
De kwaliteitseisen waaraan bij of krachtens de Wet kinderopvang voldaan moet worden staan in de wet- en regelgeving. Een volledige opsomming is ook terug te vinden in de door de toezichthouder kinderopvang opgemaakte inspectierapport per locatie..
Artikel 4
Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar Algemene toelichting, hoofdstuk 2.
Artikel 5
Indien een geregistreerde voorziening, te weten dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang niet meer voldoet aan de definitie hiervan in de Wet kinderopvang wordt de gegeven toestemming tot exploitatie door middel van een beschikking ingetrokken en wordt de registratie uit het landelijk register kinderopvang verwijderd. Dit, omdat uitsluitend kinderopvangvoorzieningen die aan de definitie voldoen worden geregistreerd en geëxploiteerd mogen worden. Er zal in dit geval geen herstellend handhavingstraject worden ingezet.
Artikel 6
Er kunnen zich situaties voordoen waardoor de stappen uit artikel 4 naar het oordeel van het college niet gerechtvaardigd zijn, bijvoorbeeld gezien herhaling van de overtreding binnen twee jaar na een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm. Het college kan dan besluiten een zwaardere sanctie op te leggen.
Artikel 7
Dit artikel heeft geen toelichting nodig.
Artikel 8
Dit artikel heeft geen toelichting nodig.
Noot
1In dit voorschrift staan twee kwaliteitseisen: beschikken over een pedagogisch beleidsplan en in de praktijk ernaar handelen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl