Verordening op de heffing en de invordering van rioolaansluitrecht

Geldend van 01-07-1997 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolaansluitrecht

De raad van de gemeente Wormerland

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 december 1996

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet

besluit

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van rioolaansluitrecht

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a.

    onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen.

  • b.

    onder eigendom verstaan: een roerende of onroerende zaak.

  • c.

    onder aansluiting verstaan: het aanleggen van de aansluitbuis tussen de gemeentelijke riolering en de grens van de openbare weg en de grens van het aan te sluiten eigendom. Indien er gebruik gemaakt wordt van perssystemen, dan bestaat de aansluiting uit het aanleggen van de aansluitbuis tussen het punt waar de aansluitbuis het eigendom verlaat en het gemeentelijke systeemontvangstpunt.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht.

  • 1. Onder de naam "rioolaansluitrecht" worden rechten geheven terzake voor het aansluiten van een eigendom op de gemeentelijke riolering.

  • 2. Het recht wordt geheven van diegene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de aansluiting als bedoeld in artikel 1, lid c, tot stand wordt gebracht.

Artikel 3 Vrijstelling

Het recht als bedoeld in artikel 2, lid 1 wordt niet geheven, indien voor de geleverde dienst een privaatrechtelijke overeenkomst werd afgesloten.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven per aan te sluiten eigendom.

  • 2. Indien gedeelten van een eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt het recht geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte met dien verstande, dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt per aan te sluiten eigendom ƒ 800,00.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van het rioolaansluitrecht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht is verschuldigd bij de aanvang van de verleende dienst.

Artikel 9 Termijnen betalen

De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

Artikel 10 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en invordering van het rioolaansluitrecht.

Artikel 11 Verzending van aanslagen

Het college burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid van de Invorderingswet 1990BWBR0004770 (Stb. 221) voor de betrokken in artikel 212, tweede lid , van de Gemeentewet 1.0:v:BWBR0005416&artikel=212(Stb 1994, 762) bedoelde gemeenteambtenaar een andere gemeenteambtenaar in de plaats treedt.

Artikel 12 Nakoming van verplichtingen

De verplichtingen bedoeld in artikelen 47 1.0:v:BWBR0002320&artikel=47, 49 1.0:v:BWBR0002320&artikel=49en 50 1.0:v:BWBR0002320&artikel=50van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikel 58 1.0:v:BWBR0004770&artikel=58 en 60 1.0:v:BWBR0004770&artikel=60 van de Invorderingswet 1990 dan wel bedoel of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de gemeentewet 1.0:v:BWBR0005416&artikel=246a, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 13 Toepasselijkverklaring renteregels Invorderingswet 1990

  • 1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van het rioolaansluitrecht.

  • 2. De ministeriële regeling als bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.

  • 3. In afwijking van de in het tweede lid genoemde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht, indien deze in totaal een bedrag van ƒ 50,00 niet te boven gaat.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 1997.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Rioolaansluitrechtverordening 1997"

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der gemeente Wormerland, gehouden op 17 december 1996
de secretaris, de voorzitter