Regeling vervallen per 05-01-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg houdende regels omtrent financiën maatschappelijke ondersteuning Financieel besluit Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp 2018 gemeente Woudenberg

Geldend van 01-01-2018 t/m 04-01-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg houdende regels omtrent financiën maatschappelijke ondersteuning Financieel besluit Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp 2018 gemeente Woudenberg

Burgemeester en wethouders van Woudenberg, gelet op de:

  • Integrale verordening Sociaal Domein gemeente Woudenberg 2017

  • Nadere regels Sociaal Domein 2016

 

BESLUIT:

 

het volgende financiële besluit vast te stellen:

 

Financieel besluit Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp 2018

1. ALGEMENE BEPALINGEN

In dit hoofdstuk van het Financieel besluit zijn twee definities opgenomen die van belang zijn bij het hanteren van de gedifferentieerde tarieven voor diensten (90%, 75% en 50%) zoals is bepaald in artikel 10 van de integrale verordening Sociaal Domein 2017.

Wmo 2015

  • a.

    Professionele instelling: een organisatie, die is ingeschreven in het handelsregister en/of KvK als zijnde verlener van maatschappelijke ondersteuning en die voldoet aan door het college vast te stellen kwaliteitseisen voor onder meer de medewerkers die bij de instelling in dienst zijn;

  • b.

    Zelfstandig werkend ondernemer: een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, waarbij voor de vaststelling of er sprake is van een ondernemer in ieder geval de volgende criteria gelden:

    • zelfstandigheid bij de inrichting van de eigen werkzaamheden en het uitvoeren daarvan;

    • het voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden.

 

Jeugdhulp

  • a.

    professionele instelling: een organisatie, die is ingeschreven in het handelsregister en/of KvK als zijnde verlener van jeugdhulp en die voldoet aan door het college vast te stellen kwaliteitseisen voor onder meer de medewerkers die bij de instelling in dienst zijn;

  • b.

    Zelfstandig werkend ondernemer: een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, waarbij voor de vaststelling of er sprake is van een ondernemer in ieder geval de volgende criteria gelden:

    • zelfstandigheid bij de inrichting van de eigen werkzaamheden en het uitvoeren daarvan;

    • het voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden.

 

Jeugd GGZ

  • a.

    om als instelling te worden gekenmerkt door Gemeenten heeft de jeugd ggz aanbieder aantoonbaar per 1-1-2018 minimaal 10 regiebehandelaren in dienst.

  • b.

    Een niet als instelling gekenmerkte organisatie heeft minder dan 10 regiebehandelaren in dienst.

 

Begrippen algemeen

Verder geldt (vanzelfsprekend) dat alle begrippen die in dit Financieel besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015 (de wet), de Jeugdwet (de wet) en op die wetten gebaseerde lagere regelgeving, de verordeningen en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).

2. HULP BIJ HET HUISHOUDEN

Vaststelling PGB voor overgangscliënten

Het persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp in de huishouding is als volgt samengesteld:

  • -

    Er wordt een bruto bedrag per uur beschikbaar gesteld van € 16,75 welk bedrag 75% is van het bedrag zoals de kosten van hulp bij de huishouding in natura bedragen daar waar het alleen schoonmaakwerkzaamheden betreft.

 

  • -

    Er wordt een bruto bedrag per uur beschikbaar gesteld van € 18,65 welk bedrag 75% is van het bedrag zoals de kosten van hulp bij de huishouding in natura bedragen daar waar het schoonmaakwerkzaamheden met lichte ondersteuning in de huishouding betreft.

 

Vaststelling PGB voor nieuwe en geherindiceerde cliënten

Het persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp in de huishouding is voor deze categorieën, per uur en inclusief v.t., als volgt vastgesteld:

 

Invulling dienstverlening

HH1

HH2

Door professionals in dienst van een instelling (90%)

€ 20,52

€ 23,72

Door professionals werk-zaam als zelfstandige (75%)

€ 17,10

€ 19,35

Door niet professionals (50%)

€ 11,40

€ 12,90

3. TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN

In dit hoofdstuk van het Financieel besluit zijn de bedragen opgenomen van de tegemoetkomingen meerkosten zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van de integrale verordening Sociaal Domein.

Verhuis- en inrichtingskosten

De maximale vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten op declaratiebasis bedraagt: € 3.427,00.

Huurderving

Huurderving op basis van de werkelijke kosten, gedurende maximaal 6 maanden, met een maximum van 100% van de maximale huur, waarbij Huurtoeslag wordt verstrekt.

Woningsanering

Voor vervanging vloerbedekking en raambedekking (alles niet ouder dan 7 jaar) bedraagt de vergoeding maximaal (inclusief arbeid, noodzakelijke materialen en BTW):

  • a.

    Vinyl (PVC) vloerbedekking (rolstoelgeschikt) per strekkende meter van 4 meter breed € 72,50;

  • b.

    Gordijnen per m2 raamoppervlak € 22,00. Het is een eigen keuze of gebruikt wordt gemaakt van rolgordijnen of lamellen in plaats van gordijnen.

Sportvoorzieningen

Sportvoorzieningen worden uitsluitend verstrekt als meerkostenregeling en bedraagt maximaal € 3.392,00 welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf (maximaal € 2.707,00) en onderhoud (€ 685,00) voor een periode van ten minste 3 jaar.

Kilometervergoeding (eigen auto/bruikleenauto)

Op basis van 2000 km op jaarbasis kunnen reizen á € 0,34 per km worden volgende bedragen per jaar gehanteerd:

  • 1.

    75% voor 4-12 jarigen: € 512,00;

  • 2.

    100% voor 12 jaar en ouder: € 683,00;

  • 3.

    75% voor gehuwden (of daarmee gelijkgestelden) indien beide geïndiceerd: € 1.024,00;

  • 4.

    50% voor bewoners van Wlz instellingen: € 341,00.

 

Op deze bedragen kan een korting worden toegepasd indien sprake is van:

  • 1.

    verblijf in een instelling op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz);

  • 2.

    een samenvallende vervoersbehoefte ingeval van gehuwden (of daarmee gelijkgestelden);

  • 3.

    een beperkte vervoersbehoefte; of

  • 4.

    andere aanwezige vervoersvoorzieningen.

4. HULPMIDDELEN EN WONINGAANPASSING

In dit hoofdstuk van het Financieel Besluit zijn de regels en bedragen opgenomen van de hulpmiddelen als bedoeld in de wet (woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen).

4.1 Woonvoorzieningen

Persoonsgebonden budget

De hoogte van het PGB voor een losse woonvoorziening is gelijk aan de door het college goedgekeurde offerte, eventueel verhoogd met instandhoudingkosten bedoeld voor reparatie en onderhoud van de desbetreffende voorziening.

Indien de gemeente een onderhoudscontract met een voorkeursleverancier heeft afgesloten voor de levering van onderhoud en reparatie gelden de prijzen uit het desbetreffende onderhoudscontract - exclusies eventueel bedongen korting - als uitgangpunt.

Natura verstrekking

Indien een maatwerkvoorziening in bruikleen wordt verstrekt zal betaling rechtstreeks worden gedaan aan de desbetreffende leverancier.

Bouwkundige of woontechnische voorzieningen

De kosten voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen worden uitbetaald op basis van trekkingsrecht tot maximaal 100% van de goedgekeurde offertekosten.

Indien de geschatte aanpaskosten het bedrag van € 6.807,00 passeert dienen minimaal drie offertes (gesplitst in kosten van volume/onderdelen, gebruikte materialen en arbeid) te worden aangevraagd. Daarbij gelden voor bouwkundige of woontechnische voorzieningen de volgende maxima:

  • -

    € 949,00 in een woonwagen die binnen vijf jaar is afgeschreven of waarvan de standplaats binnen vijf jaar wordt opgeheven.

  • -

    € 949,00 in een woonschip dat binnen vijf jaar is afgeschreven of waarvan binnen vijf jaar de ligplaats weg moet.

  • -

    € 6.807,00 voor het bezoekbaar maken van een woning.

 

Onderhoud en reparatie van woonvoorzieningen

De vergoeding bedraagt 100% van de werkelijke kosten en wordt uitsluitend verstrekt voor de onderstaande maatwerkvoorzieningen voor zover binnen deze regeling verstrekt en (nog) noodzakelijk geacht:

  • -

    alle vormen van hef- en trapliften;

  • -

    patiënten tilliften;

  • -

    mechanisme voor een hoog / laag verstelbaar keukenblok;

  • -

    elektromechanische openings- en sluitingsmechanisme van deuren;

  • -

    intercom met elektrische slotplaat;

  • -

    onderspoeling- en föhninrichting.

 

Indien de gemeente een onderhoudscontract met een voorkeursleverancier heeft afgesloten voor de levering van onderhoud en reparatie gelden de prijzen uit het desbetreffende onderhoudscontract - exclusief eventueel bedongen korting - als uitgangpunt.

 

Woningaanpassing

De aanneemsom voor een woningaanpassing wordt berekend op basis van een calculatieprogramma waarna een aannemer wordt uitgenodigd de woningaanpassing uit te voeren. Daaruit volgt ook een programma van eisen. De uitbetaling wordt altijd aan de uitvoerende aannemer gedaan en nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd.

De cliënt betaalt de maximale periodebijdrage totdat de kostprijs is voldaan. De kostprijs is het door de uitvoerder gefactureerde bedrag.

 

Meerwaarde bij verkoop

Indien een woonvoorziening tot meerwaarde van de woning heeft geleid, en deze aangepaste woning wordt binnen 6 jaar verkocht, dan geldt onderstaand terugstort schema:

  • 1.

    Voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde;

  • 2.

    Voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde;

  • 3.

    Voor het derde jaar 70% van de meerwaarde;

  • 4.

    Voor het vierde jaar 60% van de meerwaarde;

  • 5.

    Voor het vijfde jaar 40% van de meerwaarde;

  • 6.

    Voor het zesde jaar 20% van de meerwaarde.

4.2. Vervoer (deelname maatschappelijk verkeer)

Persoonsgebonden budget

Voor gebruik van (individueel) taxi en rolstoeltaxi zijn normbedragen op jaarbasis vastgesteld. De betaling vindt plaats op declaratiebasis met een maximum van 20 km per enkele rit. Op de norm wordt een korting toegepast op grond van:

  • leeftijd en de daarbij horende beperkte vervoersbehoefte);

  • verblijf in een instelling op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz);

  • een samenvallende vervoersbehoefte ingeval van gehuwden (of daarmee gelijkgestelden);

  • een beperkte vervoersbehoefte; of

  • andere aanwezige vervoersvoorzieningen.

 

100% voor 12-jarigen en ouder:

  • a.

    Individueel taxivervoer (2000 km x € 1,72) per jaar € 3.483,00.

  • b.

    Individueel rolstoeltaxivervoer (2000 km x € 1,97) per jaar € 4.001,00.

 

75% voor 4 tot 12-jarigen

  • a.

    Individueel taxivervoer per jaar € 2,613,00.

  • b.

    Individueel rolstoeltaxivervoer per jaar € 3.001,00.

 

75% p.p. voor echtparen die beiden zijn geïndiceerd

  • a.

    Individueel taxivervoer per jaar € 5.226,00.

  • b.

    Individueel rolstoeltaxivervoer per jaar € 6.002,00.

 

25% aanvullend op collectief vervoer

  • a.

    Individueel taxivervoer per jaar € 871,00.

  • b.

    Individueel rolstoeltaxivervoer per jaar €1.000,00.

 

50% voor bewoners van Wlz-instellingen

  • a.

    Individueel taxivervoer per jaar € 1.742,00.

  • b.

    Individueel rolstoeltaxivervoer per jaar € 2.001,00.

4.3. Rolstoelen

Persoonsgebonden budget

De hoogte van het PGB voor de aanschaf van een rolstoel is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst passende rolstoel, zoals deze door de gemeente kan worden aangeschaft bij de gecontracteerde aanbieder, zonodig verhoogd met kosten van individuele aanpassingen en een bedrag voor instandhoudingskosten per jaar zolang de technische levensduur van de maatwerkvoorziening niet is verstreken en de kosten niet vallen onder garantiebepalingen van de leverancier. Het PGB wordt uitbetaald op basis van trekkingsrecht.

 

Naturaverstrekking

Indien een maatwerkvoorziening in bruikleen wordt verstrekt, zal betaling rechtstreeks worden gedaan aan de desbetreffende leverancier.

4.4. Hulpmiddelen

Indien de maatwerkvoorziening bestaat uit een hulpmiddel dat door de gemeente is gekocht bij één van de twee leverancier, waarmee zij een contract heeft afgesloten, betaalt de cliënt een eigen bijdrage zolang men het hulpmiddel in bruikleen heeft. De eigen bijdrage wordt berekend op grond van de laagst geldende prijs voor dat betreffende hulpmiddel.

 

Indien de maatwerkvoorziening bestaat uit een hulpmiddel voor douche of toiletgebruik, betaalt de cliënt de maximale periodebijdrage per vier weken totdat de totale kostprijs is voldaan. De kostprijs is het door de aanbieder gefactureerde bedrag en is als volgt met de twee leveranciers afgesproken:

Cat.

Merk

Type

Omschrijving

Netto excl. btw

Netto incl. btw

17A

Etac

Swift

Douche stoel

99,00

104,94

17B

Aquatec

Omega H440 lavendel

Toiletstoel in hoogte verstelbaar

128,79

136,52

17C

Etac

Etac Swift Commode

Douche/toiletstoel in hoogte verstelbaar, incl. ondersteek en deksel

104,40

110,66

17D

Etac

Etac Clean

Douche en toiletstoel, 4 wielen, incl. ondersteek en deksel

334,20

354,25

17E

Etac

Etac Clean 24

Douche en toiletstoel, zelfrijder, incl. ondersteek en deksel

583,20

618,19

17F

Etac

Fresh

Badplank

51,00

54,06

17G

Etac

Hi-Loo toiletverhoger

Hi-Loo toiletverhoger 6 of 10 cm

45,15

47,86

17H

Etac

Hi-Loo II toiletverhoger

Hi-Loo II toiletverhoger 6 of 10 cm vv.v armsteunen

165,38

175,30

5. BESCHERMD WONEN

In dit hoofdstuk van het Financieel Besluit zijn de bedragen opgenomen die van toepassing zijn voor Beschermd wonen.

5.1 Maximum PGB tarieven Beschermd Wonen

Conform artikel 22 van de Nadere regels Wmo 2016 kwalificeert ondersteuning door personen uit het sociaal netwerk, zoals wonen bij ouders of wettelijke vertegenwoordigers zich niet voor een PGB Beschermd wonen.

Producten en tarieven 2018

afbeelding binnen de regeling

5.2. Woontoeslag voor wonen met een PGB ZZP-C, ZZP LVG of ZZP VG

De wooninitiatieventoeslag is bestemd voor kosten gemaakt voor het organiseren van de zorg van pgb-houders en infrastructuur in het kader van doelmatige zorgverlening en voor zover het niet mogelijk is deze te financieren uit voorliggende voorzieningen, waaronder het PGB beschermd wonen. Deze toeslag was eerder tijdelijk afgekondigd en jaarlijks verlengd, ook voor 2018 kan de toeslag worden verleend. De hoogte van de wooninitiatieventoeslag bedraagt maximaal €4.000 per cliënt.

6. MAXIMUM PGB-TARIEVEN VOOR WMO

De PGB-tarieven zijn berekend op basis van 90%, 75% en 50% van de tarieven voor ingekochte Zorg In Nature (ZIN). In hoofdstuk 1 van dit Financieel Besluit zijn de definities opgenomen van een professionele instelling (90%) en een zelfstandig werkend ondernemer (75%). Voor personen uit het sociaal netwerk als bedoeld in wet geldt een tarief van 50%.

afbeelding binnen de regeling

7. JEUGDHULP

In dit hoofdstuk van het Financieel Besluit zijn de bedragen opgenomen van de geïndiceerde jeugdhulp.

7.1. Maximum PGB-tarieven voor jeugdhulp

De PGB-tarieven zijn berekend op basis van 90%, 75% en 50% van de tarieven voor de ingekochte Zorg in Natura (ZIN). In hoofdstuk 1 van dit Financieel Besluit zijn de definities opgenomen van een professionele instelling (90%) en een zelfstandig werkend ondernemer (75%). Voor personen uit het sociaal netwerk als bedoeld in de Wmo 2015 geldt een tarief van 50%.

afbeelding binnen de regeling

7.2. Maximum PGB-tarieven voor ambulante Jeugd-GGZ

Voor de bekostiging voor ambulante Jeugd-GGZ gelden uurtarieven (PxQ), omdat de DBC’s per 1 januari 2018 niet meer gebruikt mogen worden. Voor zorg in natura wordt een onderscheid gemaakt tussen de tarieven voor instellingen en de tarieven voor zelfstandigen. De PGB-tarieven zijn 90% van de tarieven voor zorg in natura.

Interventieniveau

Een interventieniveau bepaalt de maximale tijd in uren/minuten dat geleverd mag worden. Bij te verwachten overschrijding van de maximale uren/minuten neemt de jeugdhulpaanbieder contact op met verwijzer (zie punt 3).

  • 2.

    Het interventieniveau wordt vertaald naar een maximaal aantal minuten jeugdhulp per jeugdige dat gedeclareerd mag worden;

    • a.

      De jeugdhulpaanbieder vraagt in het verzoek om toewijzing het aantal minuten dat gekoppeld is aan interventieniveau 1, 2, 3:

    • b.

      Het aantal uur vertaald naar minuten per interventieniveau is gebaseerd op het WO-tarief.

    • c.

      Het maximale aantal minuten binnen de interventieniveaus zijn:

Interventieniveau

Aantal minuten zelfstandigen

1.

0-2.000 euro

Maximaal 1.538 minuten

2.

2.000-7.500 euro

Maximaal 5.769 minuten

3.

7.500-20.000 euro

Maximaal 15.384 minuten

Interventieniveau

Aantal minuten instellingen

1.

0-2.000 euro

Maximaal 1.282 minuten

2.

2.000-7.500 euro

Maximaal 4.807 minuten

3.

7.500-20.000 euro

 

Maximaal 12.820 minuten

Ambulante Jeugd-GGZ

Code

Eenheid

Instellingen

Zelfstandigen

MBO

54X01

Minuut

€ 1,20

€ 0,96

 

54X01

Uur

€ 71,82

€ 57,24

HBO

54X02

Minuut

€ 1,34

€ 1,11

 

54X02

Uur

€ 80,46

€ 66,42

WO

54X03

Minuut

€ 1,40

€ 1,17

 

54X03

Uur

€ 83,70

€ 69,66

WO+

54X04

Minuut

€ 1,76

€ 1,52

 

54X04

Uur

€ 105,30

€ 91,26

WO++

54X05

Minuut

€ 2,40

€ 2,17

 

54X05

Uur

€ 143,64

€ 129,60

7.3. Maximum PGB-tarieven voor dyslexie

Voor de bekostiging voor ambulante Jeugd-GGZ gelden uurtarieven (PxQ), omdat de DBC’s per 1 januari 2018 niet meer gebruikt mogen worden. Voor Dyslexie gelden volgende maximale tarieven die als volgt worden bepaald:

  • De aanbieder stelt naar aanleiding van de diagnose een behandelplan op;

  • Indien de diagnose EED luidt wordt er een behandelplan opgesteld met een advies over het aantal behandelingen die noodzakelijk zijn om de dyslexiedoelen te behalen;

  • De diagnose is maximaal 12 uur;

  • In een behandelplan wordt maximaal 50 uur gegeven;

  • Indien de aanbieder inschat dat het maximaal aantal behandelingen per jeugdige wordt overschreden neemt de aanbieder contact op met de verwijzer/poortwachter. Deze beoordeelt in overleg met de school en de aanbieder of een nieuwe verwijzing nodig is om het gewenste resultaat te behalen.

  • De maximum PGB-tarieven bedragen 90% voor een professionele instelling en 75% voor een zelfstandig werkend ondernemer

afbeelding binnen de regeling

8. SLOTBEPALINGEN

8.1 Hardheidsclausule

Indien een PGB wordt aangevraagd voor een maatwerkvoorziening of jeugdhulp met een functiecode waarvoor geen tarief is vastgesteld, heeft het college de bevoegdheid alsnog een tarief vast te stellen.

8.2 Inwerkingtreding

Dit Financieel besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 onder gelijktijdige intrekking van het Financieel besluit Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp 2017 gemeente Woudenberg.

8.3 Citeertitel

Dit Financieel besluit wordt aangehaald als Financieel besluit Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp 2018 gemeente Woudenberg.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 19 december 2017

De secretaris

S.M.T. van der Marck-Verschoor

De burgemeester

T. Cnossen