Regeling vervallen per 01-01-2021

Marktverordening gemeente Woudrichem 2014

Geldend van 21-04-2015 t/m 31-12-2020

Intitulé

Marktverordening gemeente Woudrichem 2014

De raad van de gemeente Woudrichem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 december 2013, aangaande de Marktverordening gemeente Woudrichem 2014

gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 21 januari 2014

gelet op artikel 147, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

besluit:

vast te stellen de navolgende:

Marktverordening gemeente Woudrichem 2014

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkt te Woudrichem die op gezette tijden wordt gehouden.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1. Voor de markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en uren waarop de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

  • 2. Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste standplaatsvergunning;

    • c.

      de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede indien van toepassing, de maximum aantallen vaste standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning.

  • 3. Het inrichtingsplan is gedurende markttijd bij de markt aanwezig en in te zien.

Artikel 3. Vergunningen

  • 1. Het is verboden op de markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 5. Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 4. Afgelasting markt

Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarin de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein, waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kunnen burgemeester en wethouders besluiten:

  • a.

    de vergunninghouder te verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen;

  • b.

    de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

  • c.

    de markt niet te laten beginnen;

  • d.

    de markt onmiddellijk te laten beëindigen.

Artikel 5. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste standplaatsvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste standplaatsvergunningen

Artikel 6. Loting

  • 1. Op grond van het inrichtingsplan voor de markt wordt het lotingsstelsel gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen.

  • 2. Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 3. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving op de gemeentepagina, de gemeentelijke website en in een vakblad.

  • 4. Een vergunning wordt door loting toegewezen aan een in aanmerking komende gegadigde. Gaat het om een bepaalde branche of artikelgroep, dan wordt per branche of artikelgroep geloot. De in aanmerking komende gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn.

Artikel 7. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator devergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 10 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6. Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 8. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder;

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 7.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste twee maandengeen gebruik is gemaakt;

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 11 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk een uur na aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 9. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen

Artikel 10. Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op de markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 9

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die zich voor de aanvang van de markttijd bij de marktmeester hebben gemeld, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnd branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 11. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 12. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 13. Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 1 uur voor de aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 14. Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 15. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 16. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 17. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Marktverordening gemeente Woudrichem 2005 wordt ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de Marktverordening gemeente Woudrichem 2005 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleendkrachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening gemeente Woudrichem 2005 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 4. Degenen die daags voor het inwerking treden van deze verordening op de

    anciënniteitslijst of de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit vol de op die dag geldende regels voortvloeien gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 19. Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als:

Marktverordening gemeente Woudrichem 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem van 11 februari 2014.
de griffier, P.A. Paulides- Ruitenberg
de voorzitter, A.Noordergraaf