Regeling vervallen per 19-01-2016

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

Geldend van 12-07-2013 t/m 18-01-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

De raad van de gemeente Woudrichem;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2006, nr. 78;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden:

 

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.  commissie: een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, met uitzondering van de Jongerenraad gemeente Woudrichem, de Verkeerscommissie en de Ondernemerscommissie;

b.  Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

c.  Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

d.  Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriele regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41, als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

e.  Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb.144;

f.   Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

g.  raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

h.  Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424;

i.   griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

j.   gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;

k.  commissielid: lid van een commissie als bedoeld in artikel 82, 83 en/of 84 van de Gemeentewet, niet zijnde een raadslid, wethouder of burgemeester.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien, voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien, voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikel 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    a.  bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    b.  bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, en artikel 5a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden ofverzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden ofverzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.

  • 2. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor:

    a.  aanschafvan een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    b.  gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • 3. Voor zover sprake is van:

    a.  een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;

    b.  een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid,

    ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanlegkosten en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur.

  • 5. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Bedrijfsfitness

  • 1 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de gemeentelijke bedrijfsfitnessregeling. In dat geval wordt de bruto vergoeding voor werkzaamheden verminderd met de kosten van het betreffende fitnessabonnement.

  • 2 Het raadslid zonder arbeidsverhouding kan deelnemen aan de gemeentelijke bedrijfsfitnessregeling. Naar keuze van het raadslid wordt de netto vergoeding voor werkzaamheden dan wel de netto onkostenvergoeding verminderd met de kosten van het betreffende fitnessabonnement.

  • 3 Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10 Vervallen

vervallen

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1 Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 13a Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

a.  de vergoedingen op grond van artikel 3, lid 1;

b.  de vergoedingen op grond van artikel 5;

c.  de vergoedingen op grond van artikel 6;

d.  de vergoedingen op grond van artikel 7;

e.  de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 8 van deze verordening en artikel 7a, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

f.  de voordelen voor de raadsleden ingevolge artikel 9, lid 1.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.

Artikel 15 Zakelijke reiskosten

  • 1. Aan de wethouder wordt vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten ten behoeve van de gemeente ter zake van andere reizen dan tussen woning en plaats van tewerkstelling (woon-werkverkeer) . De vergoeding betreft:

    a.  bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    b.  bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, en artikel 5a van de Regeling rechtspositie wethouders;

    c.  een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte kosten.

  • 2. Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.

Artikel 16 Verblijfkosten

De wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 15 volledig vergoed.

Artikel 17 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 18 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden ofverzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden ofverzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 19 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van zijn ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming verleend voor:

    a.  aanschafvan een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    b.  gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • 3. Voor zover sprake is van:

    a.  een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;

    b.  een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.

  • 4. Op aanvraag worden de wethouder de aanlegkosten en de abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur vergoed.

  • 5. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 20 Mobiele telefoon

  • 1 Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. Deze mobiele telefoon dient ten minste 10% voor zakelijke doeleinden te worden gebruikt. Het is de wethouder toegestaan de telefoon mede voor privédoeleinden te gebruiken.

  • 2 De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3 Het college stelt de bruikleenovereenkomst vast.

  • 4 Op de netto bezoldiging, dan wel de netto onkostenvergoeding van de wethouder zal een bedrag worden ingehouden dat gelijk is aan het bedrag van de loonbelasting dat op basis van de Wet op de loonbelasting 1964 over de ter beschikking gestelde mobiele telefoon verschuldigd is, indien het zakelijk gebruik van de telefoon minder bedraagt dan 10%.

  • 5 Indien ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde mobiele telefoon geen telefoonabonnement op naam van de gemeente wordt afgesloten, ontvangt de wethouder op aanvraag een vergoeding voor de gesprekskosten, op declaratiebasis, van gesprekken die aantoonbaar ten behoeve van de uitoefening van zijn ambt zijn gevoerd.

Artikel 21 Fietsregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de gemeentelijke fietsregeling. Naar keuze van de wethouder wordt de bruto bezoldiging dan wel bruto eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 22 Reis- en pensioenkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

a.  reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriele regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders;

b.  verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriele regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 23 Bedrijfsfitness

  • 1 De wethouder kan deelnemen aan de gemeentelijke bedrijfsfitnessregeling. In dat geval wordt de bruto bezoldiging verminderd met de kosten van het betreffende fitnessabonnement.

  • 2 Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 23a Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

a.  de vergoedingen op grond van artikel 14;

b.  de vergoedingen op grond van artikel 15;

c.  de vergoedingen op grond van artikel 16;

d.  de vergoedingen op grond van artikel 17;

e.  de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 18;

f.   de vergoedingen en verstrekkingen op grond van artikel 19 van deze verordening en artikel 27a van het Rechtspositiebesluit wethouders;

g.  de voordelen voor de wethouders ingevolge artikel 21;

h.  de vergoedingen op grond van artikel 22;

i.   de voordelen voor de wethouders ingevolge artikel 23.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 24 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen raadscommissies

  • 1. Het lid van een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van die commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien, voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.

  • 2. Geen vergoeding ontvangt degene die als raadslid zitting heeft in een commissie, zoals bedoeld in lid 1.

Artikel 25 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van bestuurs- en andere commissies (mede) ingesteld door de raad

Indien de raad op grond van artikel 83 of 84 van de Gemeentewet (mede) een bestuurs- of andere commissie instelt, wordt in de verordening tot instelling van de commissie de eventuele vergoeding van de leden geregeld voor het bijwonen van vergaderingen van de betreffende commissie.

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen bestuurs- en andere commissies ingesteld door het college of de burgemeester

  • 1. Het lid van een commissie als bedoeld in artikel 83 of 84 van de Gemeentewet, ingesteld door het college of de burgemeester, ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien, voor een gemeente in de klasse waartoe de gemeente Woudrichem behoort.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    a.  als raadslid, wethouder of burgemeester;

    b.  uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    c.  als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 4. Het college kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, bepalen dat een of meerdere leden een hogere vergoeding ontvangen, indien:

    a.  het commissielid is benoemd op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie, of

    b.  de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en de omvang van de door het commissielid te verrichten arbeid.

Artikel 27 Reis- en verblijfkosten

  • 1. Aan het commissielid dat geen raadslid, burgemeester ofwethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:

    a.  bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    b.  bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, en artikel 5a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door ofvanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de Gemeente worden aangeboden ofverzorgd komen voor rekening van de Gemeente.

  • 2. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden ofverzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.

Artikel 29a Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

a.  de vergoedingen op grond van artikel 27;

b.  de vergoedingen op grond van artikel 28;

c.  de vergoedingen op grond van artikel 29.

Hoofdstuk 4 De procedure van declaratie

Artikel 30 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

a.  betaling uit eigen middelen; of

b.  rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 31 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 15, 16, 17, 22 en 27 wordt gebruik gemaalct van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 32 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 15, 16, 17, 18, 22 en 29 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissieled voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. De voor akkoord ondertekende factuur wordt binnen 2 maanden ingediend bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk 5 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 33 Intrekken verordeningen

  • 1. De Verordening onkostenvergoeding wethouders gemeente Woudrichem, vastgesteld bij besluit van 25 januari 1993, wordt ingetrokken.

  • 2. De Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 1998, vastgesteld bij besluit van 31 augustus 1998, wordt ingetrokken.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 13 en 24 tot en met 29 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 14 tot en met 23 ten aanzien van de op 5 april 2006 beedigde wethouders terug tot en met de dag van hun beediging. De artikelen 30 tot en met 32 werken voor zover het betreft de leden van de raad en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006. De artikelen 30 tot en met 32 werken voor zover het de op 5 april 2006 beedigde wethouders betreft terug tot en met de dag van hun beediging.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2006.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 17 oktober 2006.
De raad voornoemd,

Belangrijkste wijzigingen 1

In onderstaand schema treft u de wijzigingen aan ten opzichte van de vigerende verordeningen: - Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden

Verordening onkostenvergoeding wethouders gemeente Woudrichem

Art nr.

Art nr.

Art nr.

 

 

 

vigerende Verordening

vigerende Verordening

bijgaande concept‑

Onderwerp

Verandering

Reden

Geldelijke voorziening raads- en commmissie- leden

Onkosten-vergoeding wethouders

Verordening

 

 

 

Artikel 1 sub b.

 

Artikel i sub a.

Definitie commissie

Uitbreiding van het begrip commissie overeen-komstig het bepaalde in artikel 96

Niet alleen de vergoeding van leden van raadscommissies, doch ook de vergoeding van leden van alle overige door het bestuur ingestelde commissies moet bij verordening door de raad zijn vastgesteld.

 

 

 

 

Gemeente- wet

 

 

 

Artikel 3

Onkosten- vergoeding raadsleden

Toegevoegd aan concept-verordening

Heeft men maximaal recht op ingevolge het Rechtspositie-besluit Raads- en commissieleden, doch moet wel berusten op basis van een gemeentelijke verordening. Dit stond abusievelijk niet in de vigerende verordening, doch werd wel uitbetaald.

 

 

Artikelen 5, 6, 7 en 9

Reis- en verblijf-kosten, opleiding en kinder-opvang

Nieuw toegevoegd

Overeenkomstig het model van de VNG opgenomen en is alleszins redelijk. Grondslag is artikel 97 van de Gemeentewet.

 

 

 

 

 

Dergelijke vergoedingen zijn van Rijkswege echter niet verplicht gesteld.

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 8

Computer en internet-verbinding

Nieuw toegevoegd

Is een verplichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 7a  van het Rechtspositie- besluit raads- en commissieleden.

 

 

Artikel 9

Kinder-opvang

Nieuw toegevoegd

Is geen verplichting, doch deze mogelijkheid loan bij verordening worden geregeld.

 

 

Artikel 10

Spaarloon/ levensloop

Nieuw toegevoegd

Conform model.

 

 

Artikel II, 12 en 13

Verlaging vergoeding bij arbeids-ongeschikt- heid

Nieuw toegevoegd

Conform model, zie artikelgewijze toelichting.

 

 

Artikel 17

Buiten- landse dienstreis wethouders

Nieuw toegevoegd

Onderscheid binnenlandse en buitenlandse reizen wordt in de vigerende verordening niet gemaakt.

 

Artikel 3

Artikel 8

Kosten cursussen etc.

Nieuw toegevoegd

Conform model. In de vigerende verordening moesten deze kosten uit de algemene onkosten-vergoeding worden betaald.

 

 

Artikel 9

Computer en internet-verbinding

Nieuw toegevoegd

Is een verplichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 a van het Rechtspositie- besluit wethouders.

 

Artikel 3

Artikel 10

Mobiele telefoon

Nieuw toegevoegd

Is een verplichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 27a van het Rechtspositie- besluit wethouders.

 

 

 

 

 

Lid 5 is toegevoegd ingevolge de lokale situatie.

 

 

Artikel 21

Spaarloon-ilevensloop

Nieuw toegevoegd

Conform model, zie artikelgewijze toelichting.

 

 

Artikel 22

Verhuis-kosten e.d.

Nieuw toegevoegd

Conform model, zie artikelgewijze toelichting.

 

 

Artikel 23

Kinder-opvang

Nieuw toegevoegd

Is geen verplichting, doch deze mogelijkheid kan bij verordening worden geregeld.

Artikel 3

 

Artikel 24

Vergoeding bijwonen vergader- ingen andere commissies

Verwijzing naar tabel II gewijzigd.

Tabel II is de verkeerde tabel. Vergoedingen voor met name genoemde commissies vastgesteld conform huidige vergoedingen.

 

 

Artikel 25

Vergoeding bjiwonen vergader- ingen andere commissies ingesteld door de raad.

Nieuw toegevoegd

Om duidelijk afbakening to regeling is bepaald dat de vergoeding van leden van (mede) door de raad ingestelde commissies bij de instelling van de commissie door de raad wordt geregeld.

 

 

Artikel 26

Vergoeding bijwonen vergader- ingen andere commissies niet ingesteld door de raad.

Nieuw toegevoegd

Conform model, alleen is geen maximum-percentage in lid 4 opgenomen. In de vigerende verordening niet geregeld.

 

 

Artikel 28

Buitenlandse reis

Nieuw toegevoegd

Onderscheid binnenlandse en buitenlandse reizen wordt in de vigerende verordening niet gemaakt.

 

 

Artikel 29

Kosten cursussen etc

Nieuw toegevoegd

Conform model. In de vigerende verordening niet geregeld.

De overige aanpassingen zijn technische en geen materiele wijzigingen. Bepalingen in de Modelverordening welke niet zijn overgenomen hebben betrekking op reiskosten woon-werkverkeer voor wethouders (die pas kan gaan gelden als er verder de afstand wonen-werken groter is dan io km), een dienstauto voor wethouders en computer en internetverbinding voor commissieleden (niet zijnde raadsleden).

Toelichting 1 Algemeen