Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening handhaving inkomens- en Re-integratievoorzieningen 2013

Geldend van 01-07-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening handhaving inkomens- en Re-integratievoorzieningen 2013

De raad van de gemeente Woudrichem;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.19 maart 2013;

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand, en artikel 35 lid 1 sub c van de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werknemers en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, inkomensvoorziening of uitkering IOAW en IOAZ alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand,  de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werknemers en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen bij verordening te regelen;

besluit:

vast te stellen: de “Verordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen 2013 Wet werk en bijstand gemeente Woudrichem”.

Hoofdstuk 1 Nieuw Hoofdstuk

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 mei 2013.

de griffier,                                                                   de voorzitter,

mw. mr. drs. P. Paulides - Ruitenberg                          dr. F.A. Petter

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werknemers en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.

     

  • 2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a.  de WWB:                              de Wet werk en bijstand;

    b. IOAW:                                    de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    c.  IOAZ:                                     de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    d. bijstand:                               algemene en bijzondere bijstand als bedoeld in de WWB;

    e. re-integratievoorziening:    re-integratievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet Participatiebudget;

    f.    uitkering:                             bijstand ingevolge de WWB, en de uitkering ingevolge de IOAW, IOAZ;

    g.   college:                               het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem.

Artikel 2 Fraudepreventie

Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van uitkering of een re-integratievoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Ter controle van het beroep op uitkering wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

Artikel 3 Controle

  • 1 Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering.

     

  • 2 Het college doet onderzoek naar de reden van de beëindiging van de uitkering en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

     

  • 3 De onderzoeken als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen ook uitgevoerd worden met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening.

     

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 5 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 6 Intrekking

De huidige verordening handhaving Wet werk en bijstand, gemeente Woudrichem, wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de verordening zoals genoemd in artikel 7.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening handhaving Wet werk en bijstand 2013, gemeente Woudrichem, treedt in werking met ingang van 1 juli 2013;

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening handhaving inkomens- en re-integratievoorzieningen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Woudrichem’.

Toelichting 1 Algemene Toelichting

In het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Wet werk en bijstand (WWB) was geen bepaling opgenomen over de plicht tot het vaststellen van een verordening gericht op fraudebestrijding. Via een amendement is hierover een bepaling opgenomen in artikel 8a WWB. In dit artikel is namelijk de verplichting opgenomen om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand. Door de invoering van de wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten (BUIG) per 1 januari 2010 is de gemeente ook verplicht bij de IOAW en de IOAZ nadere regels te stellen.

Afgezien van de korte bepaling van de artikelen 8a van de Wet werk en bijstand en 35 lid lid 1 sub c van de IOAW en de IOAZ zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld. In de Algemene bijstandswet was bepaald dat er in het jaarlijks verplicht gestelde beleidsplan aandacht besteed moest worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De WWB, de IOAW en de IOAZ kennen geen verplichting om jaarlijks een beleidsplan vast te stellen.

Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar gaat meer uit van de spontane naleving van de wet- en regelgeving.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB de IOAW en de IOAZ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de WWB, IOAW en IOAZ of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB, IOAW en IOAZ of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2     Fraudepreventie

Dit artikel geeft aan het belang dat het college hecht aan het voorkomen van misbruik van uitkering en re-integratievoorziening. Aan de gevolgen van misbruik wordt preventief in de communicatie aan de burger (via communicatie en beschikkingen) aandacht besteed. Eveneens zal door bestandsvergelijking fraude actief worden opgespoord. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de informatie die afkomstig is van het Inlichtingenbureau.

Artikel 3 Controle

In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de gemeente invulling geeft aan de controle op een goed gebruik van de voorzieningen. Dit kan aan de hand van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen. Ook zullen signalen van misbruik worden onderzocht. De controle strekt zich ook uit bij het beëindigen van een uitkering. De reden van beëindiging en de rechtmatigheid worden onderzocht, zodat tot een goede afhandeling gekomen kan worden van nog resterende wederzijdse verplichtingen. Controle zal niet alleen plaats vinden op de uitkeringsverstrekking maar ook op re-integratievoorzieningen.