Regeling vervallen per 15-01-2019

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Woudrichem

Geldend van 30-06-2017 t/m 14-01-2019

Intitulé

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Woudrichem

De raad van de gemeente Woudrichem, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 9 mei 2017, aangaande de Afvalstoffenverordening 2017; gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 30 mei 2017; b e s l u i t : vast te stellen: Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Woudrichem

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • c.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen be­stemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • i.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • j.

    weg: één van de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • k.

    perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

Paragraaf 2 Huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Naast de inzameldienst kunnen burgemeester en wethouders andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het inzamelen van bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Aan de in het eerste en tweede lid bedoelde aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 4 Afvalscheiding

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst of andere inzamelaars worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling.

  • 2. In ieder geval de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld:

    a.groente-, fruit- en tuinafval; b.papier en karton; c.glas; d.textiel; e.kunststof verpakkingsmateriaal; f.drankenkartons; g. elektrische en elektronische apparatuur; h. bouw- en sloopafval; i.asbest en asbesthoudend afval; j.grof huishoudelijk afval; k.huishoudelijk restafval; l.metalen; m.autobanden; n.luiers;

Artikel 5 Gescheiden aanbieding

  • 1. Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 4, anders dan afzonderlijk:

    a. ter inzameling aan te bieden

    b. achter te laten op een brengdepot, als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder d.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen die voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling kunnen inhouden van het in het eerste lid opgenomen verbod.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars met betrekking tot de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen waarvoor zij zijn aangewezen;

  • 3. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 3, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2. Het is verboden andere bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan het bestanddeel waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 3, tweede lid is bestemd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstekt inzamelmiddel.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 10 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de dagen en tijden vast waarop bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 11 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kunnen burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Paragraaf 3 Bedrijfsafvalstoffen

Artikel 12 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 12 aangewezen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de meest recente 'verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen' zoals deze jaarlijks wordt vastgesteld door de gemeenteraad van Woudrichem.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 12 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 12 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 14 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Paragraaf 4 Zwerfafval

Artikel 15 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval op het perceel waar dien ontstaan is;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 16 Achterlaten van straatafval

  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 17 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 18 Zwerfafval rondom inrichtingen

  • 1. Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

  • 2. Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

  • 3. De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Artikel 19 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Paragraaf 5 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 21 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 22 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

 

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 23 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel Onderwerp

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijk afval behoudens aanwijzing;

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen;

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen;

Artikel 9 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen;

Artikel 10 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden;

Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst;

Artikel 14 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst;

Artikel 15 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging;

Artikel 16 Achterlaten van straatafval;

Artikel 17 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen;

Artikel 18 Zwerfafval rondom inrichtingen;

Artikel 19 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal;

Artikel 20 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden;

Artikel 21 Verbod opslag van afvalstoffen;

Artikel 22 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.

Artikel 24 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

  • a.

    de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren;

  • b.

    de als buitengewoon opsporingsambtenaar beëdigde ambtenaren zoals bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 25 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op dat tijdstip wordt de Afvalstoffenverordening 2010 voor de gemeente Woudrichem, vastgesteld bij de raad van 25 oktober 2010, ingetrokken.

Artikel 26 Overgangsbepaling

  • 1. Aanwijzingen krachtens de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, blijven -voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2. Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, blijven -voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.

  • 3. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, blijven -indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- van kracht.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een verzoek om aanwijzing op grond van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op dat verzoek is beslist, wordt dit verzoek beschouwd als een verzoek tot aanwijzing, op grond van deze verordening.

  • 5. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.

  • 6. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een besluit dat is gebaseerd op de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, en is ingekomen binnen de daarvoor geldende termijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid.

  • 7. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening vastgestelde nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop deze zijn gebaseerd ook vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 28 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Woudrichem.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 20 juni 2017,
de voorzitter, A. Noordergraaf ,
de griffier, P.A. Paulides-Ruitenberg