Privacyverordening GBA

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Woudrichem 2004 verstaat onder:

• a.

  de Wet GBA: de Wet Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

• b.

  GBA: Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

• c.

  Privacyverordening GBA Woudrichem: de Privacyverordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Hilversum 2002;

• d.

  houder: het college van burgemeester en wethouders;

• e.

  beheerder: degene die onder verantwoordelijkheid van de houder is belast met de dagelijkse zorg voor de GBA;

• f.

  ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de wet, in de GBA van de gemeente is opgenomen;

• g.

  afnemer: afnemer als bedoeld in artikel 1 van de wet;

• h.

  binnengemeentelijke afnemer: de binnengemeentelijke afnemer als bedoeld in artikel 1 van de Wet GBA;

• i.

  derde: elke andere persoon of instelling dan een afnemer en de ingeschrevene en de geregistreerde.

Artikel 2 Beheer van de GBA

Beheerder van de GBA is een door het college van burgemeester en wethouders benoemde persoon.

Artikel 3 Verbanden met andere gemeentelijke persoonsregistraties

Op grond van artikel 96 van de Wet GBA worden met het oog op het met elkaar in verband brengen van persoonsgegevens tussen de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en andere gemeentelijke registraties de gegevens in de door de houder vast te stellen bijlage I verstrekt aan met name genoemde afdeling, onder vermelding door wie de registratie wordt beheerd en voor welk doel de gegevensverstrekking plaatsvindt. Door de beheerders van de andere gemeentelijke registraties als genoemd in bijlage I worden:

• a.

  gegevens opgehaald vanuit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en opgenomen in de desbetreffende registratie, waarbij een binnengemeentelijke afnemersindicatie kan worden geplaatst op de persoonslijst van betrokkene;

• b.

  mutaties ontvangen van op de persoonslijst van ingeschrevene aangebrachte actualiseringen waar een binnengemeentelijke afnemersindicatie voorkomt op de persoonslijst;

• c.

  opgave gedaan van eerste inschrijvingen op grond van geboorte en vestiging in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 4 Rechtstreekse toegang tot de GBA

Rechtstreekse toegang tot de GBA hebben:

• a.

  de beheerder;

• b.

  de door de beheerder aangewezen functionarissen werkzaam binnen de gemeentelijke organisatie

• c.

  met inachtneming van de artikelen 88 en 89 van de Wet GBA, de binnengemeentelijke afnemers, welke staan vermeld in door de houder vast te stellen Bijlage II en voor wat betreft de in deze bijlage genoemde gegevens en onder vermelding van welk doel waarvoor de gegevensverstrekking plaatsvindt.

Artikel 5 Gegevensverstrekking aan binnengemeentelijke afnemers welke geen rechtstreekse toegang hebben en de te verstrekken gegevens

Met inachtneming van de artikelen 88 en 89 van de Wet GBA worden gegevens verstrekt aan binnengemeentelijke afnemers. In de door de houder vast te stellen bijlage III van deze verordening is aangegeven welke binnengemeentelijke afnemers welke gegevens ontvangen, alsmede ten behoeve van welk doel.

Artikel 6 Overige verstrekkingen en de gegevens die kunnen worden verstrekt

Met inachtneming van artikel 100, tweede lid van de Wet GBA kunnen, in andere gevallen dan bedoeld in de artikelen 98 en 99 van de Wet GBA, aan de in de door de houder vast te stellen bijlage IV vermelde instanties op verzoek gegevens worden verstrekt, voor zover de persoonlijke levenssfeer daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

Artikel 7 Beveiliging

De beheerder treft ten behoeve van de technische en organisatorische beveiliging de noodzakelijke maatregelen, als vermeld in het nog nader vast te stellen beveiligingsplan. Genoemd beveiligingsplan zal onderdeel uitmaken van de "Beheerregeling voor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens ".

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.