Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Woudrichem 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Woudrichem 2010

De raad van de gemeente Woudrichem;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2009;gezien het advies van de cliëntenraad sociale zekerheid van 25 november 2009;gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 1 december 2009;gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 12, lid 1, sub a van de Wet investeren in jongeren;b e s l u i t :vast te stellen deVerordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Woudrichem 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet investeren in jongeren (WIJ);

  • b.

    algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;

  • c.

    startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, lid 1, sub b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem;

  • e.

    werkleeraanbod: het aanbieden van algemeen geaccepteerde arbeid, een voorziening gericht op arbeidsinschakeling waaronder begrepen scholing, opleiding of sociale activering alsmede ondersteuning bij arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 5, lid 1 van de wet.

Hoofdstuk 2 Beleid

Artikel 2 Opdracht college

  • 1. Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, biedt het college algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan.

  • 2. Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel één of meerdere voorzieningen.

  • 3. In afwijking van lid 2 kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingsperiode op een zelfstandig beroep of bedrijf als bedoeld in artikel 17, lid 6 van de wet.

  • 4. Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere, wiens recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invulling van het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invulling van het werkleeraanbod kunnen worden betrokken.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

  • 1. Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en voor naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2. Het college doet een werkleeraanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening.

Artikel 4 Arbeidsinschakeling

Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod en naar het oordeel van het college direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt in beginsel algemeen geaccepteerde arbeid of ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan.

Artikel 5 De voorzieningen

Onverminderd artikel 4, kan het college jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, één of meer van de volgende voorzieningen aanbieden:

  • a.

    ondersteuning bij een beroep op maatschappelijke opvang of medische zorg;

  • b.

    ondersteuning bij maatschappelijke participatie;

  • c.

    arbeidsactivering en arbeidstoeleiding;

  • d.

    sociale activering;

  • e.

    stages bij bedrijven of instellingen;

  • f.

    opleidingen die de toegang tot de arbeidsmarkt bevorderen;

  • g.

    gesubsidieerd werk;

  • h.

    nazorg bij arbeidsinschakeling;

  • i.

    voorbereidingstrajecten op een eigen bedrijf of zelfstandig beroep;

  • j.

    diagnose-instrumenten;

  • k.

    ondersteunende instrumenten, waaronder kinderopvang, schuldhulpverlening, onderzoeken door ter zake deskundigen, taalcursussen en beroepsgerichte scholing en/of training.

Artikel 6 Inzet van de voorzieningen

  • 1. Bij de inzet van voorzieningen kiest het college voor voorzieningen die beschikbaar, adequaat en toereikend zijn voor het doel dat wordt beoogd.

  • 2. Het doel van de inzet van voorzieningen is het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie van jongeren door het opdoen van werkervaring, het aanleren van vaardigheden en kennis, het opdoen van werkritme, maatschappelijke participatie dan wel op andere wijze vergroten van persoonlijke en maatschappelijke zelfredzaamheid.

  • 3. Het college vult de voorziening bedoeld in lid 1 voor de jongere die niet beschikt over een startkwalificatie in met scholing of opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert, tenzij naar het oordeel van het college een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de jongere te boven gaat of onvoldoende bijdraagt aan vergroting van de kans op arbeidsinschakeling van de jongere.

Artikel 7 Combinatie arbeid en zorg

Bij de invulling van het werkleeraanbod betrekt het college, onverminderd artikel 17, lid 4 van de wet, de beschikbaarheid van passende kinderopvang, het belang van voldoende scholing en de belastbaarheid van de jongere.

Artikel 8 Gehandicapten

Onverminderd artikel 17, lid 2 van de wet, stemt het college het werkleeraanbod af op de medische beperkingen van de jongere en draagt zorg voor passende voorzieningen ter ondersteuning bij de arbeidsinschakeling.

Artikel 9 Uitvoering door derden

Het college kan in verband met de invulling en uitvoering van het werkleeraanbod afspraken maken met derden, waaronder werkgevers en re-integratiebedrijven.

Artikel 10 Verplichtingen van de jongere

Een jongere die gebruik maakt van een voorziening is gehouden te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, deze verordening alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

Artikel 11 Intrekking werkleeraanbod

Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandigheden, krachten of bekwaamheden van de jongere dan wel indien de jongere niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet en hem dit te verwijten valt.

Artikel 12 Budgetplafond

  • 1. Het college kan een of meer budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen.

  • 2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

Hoofdstuk 3 Subsidies en vergoedingen

Artikel 13 Subsidie

  • 1. Het college kan subsidie verlenen aan een werkgever die met een jongere een arbeidsovereenkomst sluit, als tegemoetkoming in de loonkosten en/of scholingskosten alsmede in de kosten van voorbereiding op een beoogd dienstverband met de jongere.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over de duur van de subsidie, de hoogte en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

  • 3. Het college kan een subsidieplafond vaststellen.

Artikel 14 Vergoedingen

Het college kan aan een jongere die ten behoeve van de uitvoering van een werkleeraanbod noodzakelijke kosten maakt, een vergoeding voor die kosten verstrekken. Zo nodig stelt het college hiervoor beleidsregels vast.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Door of namens het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jongere worden afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Evaluatie

Het college rapporteert via het jaarverslag over de wijze waarop deze verordening is toegepast.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ”Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Woudrichem 2010”.

Artikel 19 Ingangsdatum

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 15 december 2009.de voorzitter,                de raadsgriffier,dr. F.A. Petter             M. Groenenberg - Bouman