Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening Wet inburgering gemeente Woudrichem

Geldend van 02-07-2009 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Verordening Wet inburgering gemeente Woudrichem

De raad van de gemeente Woudrichem;gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 31 maart 2009, nr. 10;gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 6 mei 2009;gelet op de artkelen 8,19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan inburgeringsplichtigen en de rechtenen plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, aIsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschiIende overtedingen kan worden opgeIegd;besluit:Vast te stellen de Verordening Wet inburgering gemeente Woudrichem 2009.Verordening Wet inburgering gemeente Woudrichem 2009

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen of taalkennisvoorziening.

  • 2. Het college beoordeelt tenminste eens in de 4 jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

Op grond van artikel 19, eerste lid onder a en b, van de wet kan het college een inburgeringsvoorziening aanbieden aan inburgeringsplichtigen, mits deze personen uitkeringsgerechtigde dan wel oudkomer zonder inkomsten uit werk of uitkering zijn. Het college legt prioriteit bij:

  • a.

    nieuwkomers met een uitkering

  • b.

    oudkomers met een uitkering

  • c.

    oudkomers zonder inkomsten met kinderen tot 18 jaar

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

  • 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, of de taalkennisvoorziening af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 3. Een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      maatschappelijke begeleiding;

    • b.

      trajectbegeleiding;

    • c.

      onafhankelijke diagnosestelling.

  • 4. Een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening kan, naast hetgeen in de wet en deze verordening is geregeld, één of meer bijkomende onderdelen bevatten die specifiek gericht zijn op de behoefte van de betreffende inburgeringsplichtige.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 10 termijnen betaald aan de gemeente.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

  • 3. Indien er sprake is van een gecombineerd dan wel volgtijdelijk reïntegratietraject waarop de bepalingen van de reïntegratieverordening van toepassing zijn, kan het college aan de inburgeringsplichtige een premie ter hoogte van de eigen bijdrage verstrekken. 

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

  • 1. Het college zal een inburgeringsplichtige, nadat deze een inburgeringsaanbod heeft geaccepteerd, conform het aanbod bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen tot:

    • a.

      het deelnemen aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

    • b.

      het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

    • c.

      het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

    • d.

      voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

    • e.

      het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

    • f.

      het deelnemen aan een onafhankelijke diagnosestelling.

  • 2. In aansluiting op het bepaalde in artikel 4. lid 4 en artikel 6 lid 1 sub f van deze verordening kan het college nader te bepalen verplichtingen opleggen die nodig worden geacht met betrekking tot het volgen van de op de inburgeringsplichtige afgestemde inburgerings- of taalkennisvoor-ziening.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19 lid 1 van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan die voorziening worden verbonden.

  • 3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 2 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 6 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling; en

  • e.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 250 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11 Gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 12 Inwerktreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009.

Artikel 13 Intrekken Verordening Wet inburgering gemeente Woudrichem 2007

De Verordening Wet inburgering gemeente Woudrichem 2007 wordt ingetrokken met ingang van het van kracht worden van de Verordening Wet inburgering gemeente Woudrichem 2009.

Artikel 14 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Woudrichem 2009.

 

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 26 mei 2009.
 
 
 
de voorzitter,                                                         de griffier,
dr. F.A. Petter                                                        drs. ing. P.A. Paulides- Ruitenberg