Regeling vervallen per 15-01-2019

Financiële verordening gemeente Woudrichem 2012

Geldend van 16-02-2012 t/m 14-01-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Financiële verordening gemeente Woudrichem 2012

De raad van de gemeente Woudrichem besluit,

gelezen het voorstel van het college van burgemeesters en wethouders d.d. 8 november 2011, aangaande de financiële verordening gemeente Woudrichem 2012

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet

gehoord het advies van de opniërende vergadering d.d. 29 november 2011

besluit:vast te stellen de Financiële verordening gemeente Woudrichem 2012. (Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Woudrichem)

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dienst/afdeling:

    iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Woudrichem en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    financiële administratie:

    het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Woudrichem, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • -

      de financieel-economische positie;

    • -

      het financiële beheer;

    • -

      de uitvoering van de begroting;

    • -

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • d.

    rechtmatigheid:

    het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

  • e.

    doelmatigheid:

    het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • f.

    doeltreffendheid:

    de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1 De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode, voorafgaand aan de begroting van het nieuwe jaar, een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

  • 2 De raad stelt op voorstel van het college de relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

  • 3 In de begroting en het jaarverslag wordt per programma relevante of gewijzigde interne regelgeving opgenomen, voorzien van de datum van vaststelling en van de datum waarop deze moet worden geactualiseerd.

Artikel 2a Planning en controlcyclus

Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de kadernota, het meerjaren perspectief grondexploitaties en de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1 Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de programmaramingen ingedeeld naar producten en bij de jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de programmarealisatie ingedeeld naar producten.

  • 2 Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende kredieten het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3 In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 3a Kaders ontwerp-begroting

  • 1 Het college biedt de raad eenmaal per jaar een kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders voor de ontwerp-programmabegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad doet bij de behandeling hiervan richtinggevende uitspraken. Dit mede door het houden van algemene beschouwingen waar wensen en bedenkingen worden gegeven.

  • 2 In de ontwerp-begroting wordt een post onvoorzien opgenomen.

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1 De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2 De raad autoriseert met het vaststellen van het meerjaren perspectief grondexploitaties de lasten en baten per project.

  • 3 Bij de begrotingsvaststelling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 4 Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt vooraf aan de raad een voorstel inclusief dekking aangeboden om de extra lasten te autoriseren. Hierbij mag het college de volgende afwijkende bepaling in acht nemen. Indien de overschrijding niet meer betreft dan 5 % van het geautoriseerd budget of investeringsbedrag, met een maximum van € 50.000, wordt door het college in het eerstvolgende rapportagemoment aan de raad een voorstel inclusief dekking ter autorisatie aangeboden.

  • 5 Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor. Dit is inclusief het dekkingsvoorstel.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage

  • 1 Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages en het meerjaren perspectief grondexploitaties over de realisatie van de begroting van de gemeente conform de afspraken vastgelegd in artikel 2a.

  • 2 De tussenrapportages en het meerjaren perspectief bevatten een uiteenzetting van de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde ramingen.

  • 3 Bij vaststelling van de rapportages en het meerjaren perspectief grondexploitaties autoriseert de raad tevens de wijzigingen van de ramingen.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 6 Waardering en afschrijving vaste activa

Het college biedt de raad, indien zij zelf daartoe aanleiding ziet en/of de gemeenteraad dit verzoekt, een nota investeren en afschrijven aan. De raad stelt de nota vast. In de nota worden bepalingen opgenomen inzake regelgeving voor waardering, activering en afschrijving van vaste activa. Hierbij komen minimaal de volgende onderwerpen terug: de standaard afschrijvingsmethodiek, de standaard afschrijvingstermijnen per activasoort, de waarderingsregels en het drempelbedrag voor te activeren investeringen.

Artikel 6a Reserves en voorzieningen

  • 1 Het beleid ten aanzien reserves en voorzieningen wordt minimaal eens per 4 jaar in een nota reserves en voorzieningen neergelegd. De raad stelt deze nota vast. In de nota worden in ieder geval bepalingen opgenomen omtrent de vorming van, de storting in en de onttrekking aan reserves en voorzieningen en het rentebeleid inzake reserves en voorzieningen.

  • 2 Afwijkingen van het door de raad vastgestelde beleid dienen vooraf ter autorisatie aan de raad te worden voorgelegd met uitzondering van uit landelijke wetgeving voortkomende gevallen. Deze worden in de eerstvolgende rapportage aan de raad ter autorisatie voorgelegd.

Artikel 7 Kostprijsberekening

  • 1 Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2 Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3 De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald op de gebruikelijk toegepaste methodiek, dan wel door het toepassen van het renteomslagpercentage.

Artikel 8 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1 Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen en heffingen.

  • 2 Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de prijzen voor verkoop van onroerende goederen en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden.

Artikel 9 Financieringsstudie

Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarde, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's worden neergelegd in het treasurystatuut. Het college biedt de raad, indien zij zelf daartoe aanleiding ziet en/of de gemeenteraad dit verzoekt, een (bijgesteld) treasurystatuut aan. De raad stelt het statuut vast.

Hoofdstuk 3A Paragrafen

Artikel 9a Lokale heffingen

In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in ieder geval de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 9b Weerstandsvermogen

In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in ieder geval de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 9c Onderhoud kapitaalgoederen

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in ieder geval de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 9d Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in ieder geval de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 9e Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in ieder geval de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 9f Verbonden partijen

In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in ieder geval verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

Artikel 9g Grondbeleid

  • 1 In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in ieder geval de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

  • 2 Het college biedt de raad, indien zij zelf daartoe aanleiding ziet en/of de gemeenteraad dit verzoekt, een (bijgestelde) nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast.

Artikel 9h Subsidies

In de paragraaf subsidies bij de begroting en de jaarstukken geeft het college in ieder geval per programma een overzicht van de te verdelen en verdeelde subsidies aan instellingen en ondernemingen, op basis van de door de raad vastgestelde subsidieverordening.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 10 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut , activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten en andere stukken die volgen uit het voeren van een gemeentelijke administratie;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 11 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voorde jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen. Deze worden ter kennis name aan de raad aangeboden.

Artikel 13 Financiële organisatie

Het college zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Artikel 13a Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten. Deze worden ter kennis name aan de raad aangeboden.

Artikel 13b Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen (algemene subsidieverordening).

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2 Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente Woudrichem’vastgesteld door de raad op 26 januari 2004.

Artikel 15 Citeerregel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Financiële verordening gemeente Woudrichem 2012".