Regeling vervallen per 01-01-2012

Subsidieregeling funderingsonderzoek Zaanstad 2010-2011

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Subsidieregeling funderingsonderzoek Zaanstad 2010-2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad.

Overwegende:

Dat de gemeente Zaanstad grote waarde hecht aan een veilige en leefbare woonomgeving. Dat de gemeente daarom wil dat woningeigenaren zorg dragen voor een deugdelijke fundering van hun woning. Het gevaar bestaat van bacteriële aantasting van de houten fundering waardoor de bouwconstructie niet meer voldoet. Daarom wil de gemeente stimuleren dat eigenaren dit probleem onderkennen en verleent aan eigenaren van particuliere woningen subsidie als tegemoetkoming in de kosten van het onderzoek van de houten fundering.

Gelet op:

De Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Zaanstad.

Besluit:

Vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Bouwkundige eenheid: de woningen in een bouwblok, die constructief onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn en / of een gezamenlijke fundering hebben.

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad.

  • c.

    Commerciële verhuurder: een eigenaar die niet de bewoner is van de woning, niet ingeschreven is in de gemeentelijke basisadministratie op dit adres of een deel van de bouwkundige eenheid en meer dan één woning verhuurt.

  • d.

    Eigenaar: in deze regeling wordt, naast degene met het meest omvattende zakelijk recht op een particuliere woning, mede verstaan:

    • -

      degene die het recht van erfpacht heeft.

    • -

      de houder van het recht van opstal

  • e.

    Funderingsherstel: het geheel van maatregelen dat leidt tot het volledig opheffen van bouwtechnische gebreken aan de fundering van een woning en de gevolgschade aan de woning die hiermee direct samenhangt.

  • f.

    Funderingsonderzoek: een onderzoek naar de staat van de fundering van de woning, welke is uitgevoerd conform het onderzoeksprotocol en een inspectie van de woning op gevolgschade.

  • g.

    Gemeente: de gemeente Zaanstad

  • h.

    Inspectieput: een gat gegraven bij de fundering van de woning waardoor minimaal drie funderingspalen zichtbaar worden gemaakt voor inspectie en voor het nemen van houtmonsters. Voor woningen in een bouwblok zijn vaak 1 of 2 inspectieputten voldoende om conclusies te kunnen trekken.

  • i.

    Onderzoeksprotocol: het protocol inspectie houten paalfunderingen vastgesteld door het ministerie VROM op 23 juni 2003. Zie website van de gemeente Zaanstad.

  • j.

    Onderzoeksrapport: het rapport met bevindingen en conclusies van het funderingsonderzoek. Het college heeft dwingende richtlijnen vastgesteld waaraan het rapport dient te voldoen.

  • k.

    Particuliere Woning: een woning die in eigendom is van de bewoner, of van een bewoner van een deel van de bouwkundige eenheid en die in hoofdzaak bestemd en in gebruik is voor zelfstandige permanente bewoning.

  • l.

    Regeling: deze subsidieregeling funderingsonderzoek 2010-2011.

  • m.

    Subsidie: financiële steun in de vorm van een bijdrage in de kosten van funderingsonderzoek.

  • n.

    Subsidieplafond: het budget dat door de gemeente Zaanstad is vastgesteld en ten hoogste beschikbaar wordt gesteld voor het project funderingsherstel. Wanneer dit budget is uitgeput worden geen subsidies meer verstrekt.

  • o.

    Verordening: de Algemene Subsidieverordening Zaanstad.

Artikel 2 Reikwijdte van de regeling

De regeling is van toepassing op de door het college te verstrekken incidentele subsidies voor onderzoek van de houten fundering, aan de eigenaar van een particuliere woning, gebouwd voor 1970 en gelegen binnen de grenzen van de gemeente.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor het funderingsonderzoek.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Het project funderingsherstel kent een subsidieplafond.

  • 2. Er kunnen nooit meer subsidies worden toegekend dan dat er middelen aanwezig zijn.

  • 3. Bij dreigende overschrijding van het beschikbare subsidiebudget zal toekenning plaatsvinden in volgorde van ontvangst van de subsidieaanvraag.

  • 4. Het college kan nadere voorwaarden en beperkingen stellen om te bereiken dat het budget gedurende de looptijd van de regeling op een afgewogen wijze ingezet wordt.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1. De subsidieaanvraag wordt voorafgaand aan de beoogde subsidiabele activiteit schriftelijk ingediend met het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier en de voor de beoordeling van de aanvraag relevante bijlagen.

  • 2. De aanvraag wordt door of namens de eigenaar van de particuliere woning dan wel door of namens de gezamenlijke eigenaren van de bouwkundige eenheid ingediend.

  • 3. Het college kan van de aanvrager nadere gegevens verlangen, wanneer dat ter beoordeling van de aanvraag nodig is.

  • 4. De aanvragen worden in volgorde van ontvangst van de subsidieaanvraag in behandeling genomen.

  • 5. Alleen volledige subsidieaanvragen die ontvangen zijn voor 31 december 2011 worden in behandeling genomen.

Artikel 6 Beslistermijn

  • 1. Het college neemt binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing.

  • 2. Het college kan beslissen de termijn eenmaal met ten hoogste 8 weken te verlengen.

Hoofdstuk 2 Subsidie voor funderingsonderzoek

Artikel 7 Subsidie funderingsonderzoek

  • 1. Het college kan aan de eigenaar van de particuliere woning subsidie voor het funderingsonderzoek verlenen.

  • 2. Het onderzoek omvat onderzoek van de fundering en inspectie van de woning op gevolgschade door verzakking.

  • 3. Het subsidiebedrag bedraagt € 1.500 per benodigde inspectieput.

  • 4. Het subsidiebedrag bedraagt € 2.000 per benodigde inspectieput indien meerdere woningen in één bouwkundige eenheid gezamenlijk onderzoek laten uitvoeren.

  • 5. Het college bepaalt het aantal benodigde inspectieputten.

Artikel 8 Subsidievoorwaarden

De subsidie wordt verleend onder de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Het funderingsonderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van het onderzoeksprotocol.

  • 2.

    De woning wordt geïnspecteerd op eventuele gevolgschade.

  • 3.

    Binnen 6 maanden na het besluit tot het verlenen van de subsidie moet het onderzoek zijn afgerond. Er dient verantwoording aan het college te worden afgelegd over de besteding van de subsidie en de resultaten van het onderzoek.

  • 4.

    Het onderzoeksrapport dient te voldoen aan de richtlijnen van het college.

  • 5.

    Aan de met controle belaste ambtenaren dient, op door die ambtenaren te bepalen tijdstippen, toegang te worden verleend tot de plaats van het onderzoek.

  • 6.

    De subsidieontvanger geeft toestemming voor het plaatsen van uitkomst van het funderingsonderzoek van de woning op de website van de gemeente.

Artikel 9 Weigeringsgronden

In aanvulling op het bepaalde in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt subsidie geweigerd indien:

  • 1.

    Niet voldaan is aan het bepaalde in deze regeling.

  • 2.

    Het subsidieplafond bereikt is of met voorliggende subsidieaanvragen bereikt zal worden.

  • 3.

    De woning naar verwachting van het college binnen een periode van tien jaar zal worden afgebroken.

  • 4.

    De woning in eigendom is van een woningcorporatie of een commerciële verhuurder.

  • 5.

    Met het funderingsonderzoek is begonnen voordat een beslissing op de subsidieaanvraag is genomen.

  • 6.

    Voor het funderingsonderzoek van de woning al subsidie is verstrekt door het college.

  • 7.

    De woning gelegen is in een gebied waar de gemeente funderingsonderzoek heeft laten uitvoeren.

  • 8.

    De woning onderdeel uit maakt van een bouwkundige eenheid waarvoor voldoende funderingsgegevens beschikbaar zijn.

  • 9.

    Naar het oordeel van het college funderingsonderzoek overbodig is, omdat het door de gevolgschade aan de woning duidelijk is dat de fundering niet deugdelijk is.

  • 10.

    Het college kan op verzoek in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in lid 6 indien het onderzoek voldoet aan de voorwaarden opgenomen in deze regeling.

Artikel 10 Verantwoording

De subsidieontvanger verzoekt binnen 6 maanden na subsidieverlening aan het college om subsidievaststelling en dient hiertoe de volgende stukken bij het college in:

  • 1.

    Een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier.

  • 2.

    Het onderzoeksrapport met de bevindingen en conclusies van het funderingsonderzoek.

  • 3.

    Alle rekeningen met betrekking tot het funderingsonderzoek.

Artikel 11 Richtlijnen Onderzoeksrapport

Om in aanmerking te komen voor de subsidie voor de kosten voor het funderingsonderzoek, dient het onderzoeksrapport minimaal te bevatten de volgende onderdelen:

• Objectbeschrijving van de woning.

• Beoordeling op basis van de gevelinspecties.

• Beoordeling lintvoegwaterpassing.

• Beoordeling vloerveldwaterpassing.

• Beoordelinginpandige inspectie.

• Omschrijving van symptomen en schade aan de woning.

• Op schaal 1:20 uitgetekend funderingsdetail.

• Overzicht van de meetresultaten van de funderingsinspectie.

• Foto’s van het funderingsdetail.

• Laboratoriumresultaten houtonderzoek.

• Beoordeling aantastinggraad en kwalificatie toestand onderzochte palen.

• Draagkrachtanalyse van de fundering.

• Beoordeling van de funderingskwaliteit.

• Kopie van relevante archieftekeningen.

• Onderbouwing van het onderzoek.

Artikel 12 Vaststelling en uitbetaling subsidie

  • 1. Het college beslist over de vaststelling van de subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de in artikel 10 bedoelde gegevens.

  • 2. Het college kan de beslissingtermijn eenmaal met ten hoogste 8 weken verlengen.

  • 3. De subsidie wordt uitbetaald binnen 8 weken na vaststelling.

Hoofdstuk 3 Slot en overgangsbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de subsidieaanvrager.

Artikel 14 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als 'Subsidieregeling funderingsonderzoek Zaanstad 2010-2011'.

Artikel 16 Inwerkingtreding en looptijd

  • 1.

    De regeling treedt op 1 januari 2010 in werking.

  • 2.

    De regeling is van kracht tot 31 december 2011.

  • 3.

    Hoofdstuk 4 van de subsidieverordening Stadsvernieuwing 1994 vastgesteld door de raad op 21 september 2000 is gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 november 2009.

Bekendgemaakt op 30 december 2009door plaatsen van de subsidieregeling in het Gemeenteblad nr. 110.

Het College van burgemeester en wethouders van Zaanstad

Mr. G.H. Faber, burgemeester

Drs. A.J. van den Berg, gemeentesecretaris

Toelichting op de subsidieregeling funderingsonderzoek Zaanstad 2010-2011

Deze toelichting maakt geen onderdeel uit van de regeling.

Overwegende:

In deze overweging wordt de aanleiding en het doel van de beleidsregeling uitgelegd.

In artikel 160 van de Gemeentewet wordt aan het college bevoegdheden toegekend.

De Algemene wet bestuursrecht bevat in titel 4.2 algemene wettelijke bepalingen over subsidies.

De Algemene wet bestuursrecht bevat in titel 4.3 algemene wettelijke bepalingen over beleidsregels.

De Algemene subsidieverordening Zaanstad bevat algemene regels over subsidieverstrekking in de Gemeente. U kunt de verordening nalezen en downloaden via de website van de Gemeente.

Artikel 1

In dit artikel worden specifieke begrippen van deze regeling gedefinieerd. In sub o van dit artikel wordt u verwezen naar de Algemene subsidieverordening Zaanstad. Deze verordening bevat algemene regels over subsidieverlening in Zaanstad. U kunt de verordening nalezen en downloaden via de website van de gemeente.

Artikel 2

In dit artikel is het toepassingsbereik van de regeling vastgelegd.

De gemeente subsidieert alleen de eigenaar, die tevens bewoner is van de particuliere woning, of van een deel van de bouwkundige eenheid, omdat de woning dan in de primaire levensbehoefte ‘wonen’ voorziet. De gemeente subsidieert niet wanneer het eigendom een economisch doel heeft, zoals bij commerciële verhuur.

Artikel 3

De subsidie bestaat uit een geldelijke bijdrage in de kosten van het funderingsonderzoek. De werkelijke kosten van het funderingsonderzoek zijn hoger.

Artikel 4

Voor subsidieregeling is een subsidiebudget vastgesteld. Als het beschikbare subsidiebudget is uitgeput dan wordt de subsidie geweigerd (zie artikel 9 lid 2).

Artikel 5

De subsidie dient schriftelijk te worden aangevraagd. Hiervoor is een aanvraagformulier vastgesteld. De informatie is nodig om de aanvraag te kunnen beoordelen. De aanvraag wordt ingediend voordat wordt overgegaan tot de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden waarvoor een geldelijke bijdrage wordt gevraagd. Het aanvraagformulier kunt u downloaden van de website van de Gemeente of bij het Gemeentelijke Adviesbureau Funderingsherstel.

Artikel 6

In dit artikel is de termijn bepaald waarbinnen het college een besluit neemt.

Artikel 7

In dit artikel worden de grondslag voor de subsidie en de subsidiebedragen vermeld.

Het onderzoek dient op deugdelijke wijze te worden uitgevoerd en over de conclusies en bevindingen wordt een rapport opgesteld.

Lid 2

Voor funderingsonderzoek is een breed palet aan onderzoeksmethoden beschikbaar, variërend van alleen een gevelschouw tot funderingsopgravingen met proefbelastingen. De Gemeente wil dat het onderzoek gedaan wordt aan de hand van het protocol vastgesteld door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Dit onderzoeksprotocol beschrijft hoe de inspectie van houten paalfunderingen dient te worden uitgevoerd. Tevens geeft het onderzoeksprotocol de richtlijnen wanneer en hoe ondersteunend laboratoriumonderzoek aan houtmonsters uitgevoerd moet worden.

Lid 4

Deze bepaling is opgenomen om te stimuleren dat eigenaren van één blok woningen gezamenlijk onderzoek laten verrichten, omdat bij de aanpak van de funderingsproblematiek een gezamenlijke aanpak noodzakelijk is.

Artikel 8

In dit artikel staan verdere criteria voor subsidieverlening genoemd. Indien daaraan niet wordt voldaan volgt afwijzing van de aanvraag.

Lid 6

Informatie over de fundering van de woning wordt geplaatst op de website van de gemeente, omdat deze informatie ook voor andere burgers en instellingen van belang kan zijn.

Artikel 9

Dit artikel noemt de weigeringsgronden. Indien een weigeringsgrond van toepassing is dan wordt de subsidieaanvraag afgewezen.

Lid 4

Een eigenaar wordt aangemerkt als commerciële verhuurder indien hij niet de bewoner is van de woning, niet ingeschreven is op dit adres in de gemeentelijke basisadministratie, of een deel van de bouwkundige eenheid, en meer dan 1 woning verhuurd.

Lid 6

Het Gemeentelijke Adviesbureau Funderingsherstel kan u hier informatie over verstrekken.

Lid 7 en 8

De website van de gemeente en het gemeentelijke Adviesbureau funderingsherstel kunnen u hier informatie over verstrekken.

Artikel 10

Nadat een subsidie is verleend en de activiteiten zijn afgerond, volgt de verantwoording van de subsidie. De subsidieontvanger moet daartoe een gereedmeldingsformulier indienen, met daarbij gevoegd het rapport met de bevindingen en conclusies van het funderingsonderzoek en de rekeningen.

Het gereedmeldingsformulier kunt u downloaden via de website www.zaanstad.nl/funderingsherstel

Artikel 11

In dit artikel treft u aan de dwingende richtlijnen waaraan het rapport met bevindingen en conclusies van het funderingsonderzoek dient te voldoen.

Artikel 12

Op basis van de verantwoording genoemd in artikel 10, stelt het college de definitieve subsidie vast. Het vastgestelde bedrag wordt daarna binnen acht weken betaald.

Artikel 13

Het is denkbaar dat in uitzonderlijke situaties de toepassing van de regeling tot onbillijke situaties leidt. In dergelijke gevallen kan het college afwijken van de regeling.

Artikel 14

Indien er zich situaties voordoen waarin deze regeling niet voorziet dan wordt de situatie door de ambtelijke organisatie voorgelegd aan het college ter besluitvorming.

Artikel 15

Dit is de officiële naam van deze regeling.

Artikel 16

Lid 1

De regeling treedt in werking op 1 januari 2010. Aanvragen ontvangen voor 1 januari 2010 worden afgehandeld op basis van de Verordening Financiële stimulering Funderingsherstel.

Lid 2

De aanvragen dienen voor 31 december 2011 ontvangen te zijn. De uitvoering van de regeling heeft een doorlooptijd van een jaar.

Lid 3

De vorige regeling is bij de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

Algemene opmerking

In deze regeling wordt gebruik gemaakt van “kan”- bepalingen om adequaat op onvoorzienbare omstandigheden in te kunnen spelen.