Regeling vervallen per 01-01-2010

Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven

Geldend van 18-04-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven

Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

(bewoners)initiatief: een plan van één of meer bewoners van de gemeente Zaanstad om de leefbaarheid in de eigen wijk, buurt of straat te verbeteren en/of de sociale cohesie te versterken;

college: het college van burgemeester en wethouders;

initiatiefnemer: een individuele bewoner of een contactpersoon namens een groep georganiseerde bewoners, die een subsidieaanvraag heeft ingediendvoor het uitvoeren van een initiatief;

integratie-uitkering: een uitkering in het Gemeentefonds bestemd voor het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken van de gemeente Zaanstad door bewoners;

kasbeheerder: een natuurlijk persoon die door het college is aangewezen om debetalingen uit de integratie-uitkering te beheren;

leefbaarheid: de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

sociale cohesie: sociale samenhang binnen een wijk en tussen bewoners;

subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht;

subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaaris voor het toekennen van subsidie krachtens deze verordening;

wijkorganisatie: een bewonersorganisatie in een wijk van de gemeente Zaanstad bestaande uit een afvaardiging van voor de wijk relevante groepen.

wijkraadpleging: een bijeenkomst in de wijk, een digitale of schriftelijke raadpleging vanbewoners van een wijk of een andere vorm van raadpleging, waarbij een of meerdere bewonersinitiatieven waarvoor subsidie is aangevraagd worden voorgelegd.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op het toekennen van subsidies voor het uitvoeren van bewonersinitiatieven die gefinancierd worden uit de integratie-uitkering in het Gemeentefonds.

  • 2.

    De Algemene Subsidieverordening van de gemeente Zaanstad is niet van toepassing.

Artikel 3 Bevoegdheden van het college

  • 1.

    Het college mandateert de wijkorganisaties tot het nemen van een besluit over het toekennen van subsidies ten behoeve van het uitvoeren van bewonersinitiatieven die gefinancierd wordenuit de integratie-uitkering in het Gemeentefonds.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor subsidies die op grond van deze verordening worden toegekend.

  • 3.

    Het college wijst een of meer wijken in de gemeente Zaanstad aan ten behoeve waarvan subsidie voor het uitvoeren van bewonersinitiatieven aangevraagd kan worden.

  • 4.

    Het college bepaalt jaarlijks de verdeling van de integratie-uitkering in het Gemeentefonds over de wijken die krachtens lid 3 zijn aangewezen.

  • 5.

    Het college kan maximaal tien procent van de integratie-uitkering in het Gemeentefondsreserveren ten behoeve van de kosten die de gemeente Zaanstad maakt voor de uitvoering vandeze verordening.

  • 6.

    Het college publiceert na iedere wijkraadpleging als bedoeld in artikel 5, lid 2 van dezeverordening een overzicht van de bewonersinitiatieven waarvoor subsidie is toegekend.

  • 7.

    Het college wijst een kasbeheerder aan die de betalingen uit de integratie-uitkering beheert.

Artikel 4 Aanvraag subsidie bewonersinitiatieven

  • 1.

    Door een initiatiefnemer kan een subsidie aangevraagd worden ten behoeve van het uitvoeren van een initiatief dat de leefbaarheid in de wijk, buurt of straat verbeterd en/of de sociale cohesie versterkt.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie ten behoeve van de uitvoering van een bewonersinitiatief dient tenminste zes weken voor het begin van het initiatief te worden ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag voor een subsidie ten behoeve van de uitvoering van een bewonersinitiatief wordt schriftelijk ingediend en omvat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, contactadres, telefoonnummer en handtekening van de initiatiefnemer;

    • b.

      een beschrijving van de inhoud, uitvoering en planning van het initiatief. Hierbij wordt aangegeven op welke wijze het initiatief bijdraagt aan de verbetering van de leefbaarheid in de wijk, buurt of straat;

    • c.

      een kostenraming en het gewenste subsidiebedrag voor de uitvoering van het initiatief

    • en

    • d.

      indien voor de uitvoering van hetzelfde initiatief bij (een) andere organisatie(s) eensubsidie is aangevraagd, een korte vermelding van de stand van zaken hieromtrent.

  • 4.

    Het college kan bepalen dat voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag tevensandere dan de in lid 3 genoemde gegevens benodigd zijn.

  • 5.

    De subsidieaanvragen worden behandeld in de volgorde van binnenkomst.

Artikel 5 Toekenning subsidie

  • 1.

    Het college besluit op een aanvraag voor subsidie tot een bedrag van €10.000 binnen vierweken na ontvangst van de subsidieaanvraag.

  • 2.

    Indien een subsidie van €10.000 of meer wordt aangevraagd en het bewonersinitiatief op grond van deze verordening voor een subsidie in aanmerking komt, wordt een wijkraadpleging met betrekking tot de subsidieaanvraag georganiseerd. Het college informeert de initiatiefnemer hierover binnen vier weken na ontvangst van de subsidieaanvraag.

  • 3.

    Het college besluit op een aanvraag voor subsidie van €10.000 of meer binnen vier weken nadat de in lid 2 genoemde raadpleging heeft plaatsgevonden. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien uit de wijkraadpleging blijkt dat minder dan 50% van de deelnemers aan de wijkraadpleging kunnen instemmen met de uitvoering van het initiatief.

  • 4.

    Het college kan de in lid 1 en 3 genoemde termijn met maximaal vier weken verlengen. Zij doet hiervan voor afloop van de in lid 1 en 3 vermelde termijn mededeling aan de initiatiefnemer.

  • 5.

    Het college besluit over voorschriften en voorwaarden die aan de toekenning van de subsidie verbonden kunnen worden.

Artikel 6 Wijze van betaling van de subsidie

  • 1.

    De kasbeheerder draagt zorg voor de betaling van de toegekende subsidie voor het uitvoeren van een bewonersinitiatief door:

    • a.

      ingekochte diensten en producten rechtstreeks aan de leverancier te betalen, of

    • b.

      een contante betaling voor gemaakte onkosten aan de initiatiefnemer te verrichten, tot maximaal € 500 per keer.

  • 2.

    De kasbeheerder kan de betaling van een toegekende subsidie weigeren indien hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat deze betaling niet wordt aangewend voor het uitvoeren van het initiatief.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidietoekenning kan, naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrechtgenoemde gevallen, geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan om aan te nemendat:

    • a.

      de subsidie niet of in onvoldoende mate aangewend zal worden voor het uitvoeren vanhet bewonersinitiatief en/of het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      de initiatiefnemer doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn metde wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • c.

      het uitvoeren van het bewonersinitiatief discriminatie oplevert wegens godsdienst,levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, leeftijd of op welke grond dan ook;

    • d.

      het bewonersinitiatief niet haalbaar of uitvoerbaar is binnen de in de aanvraag vermeldeplanning;

    • e.

      het bewonersinitiatief voornamelijk betrekking heeft op prive-belangen van deinitiatiefnemer; of

    • f.

      het beheer en onderhoud van de voorgestelde fysieke verbeteringen van de leefomgeving niet kunnen worden gewaarborgd.

  • 2.

    Het college kan nadere weigeringsgronden vaststellen.

Artikel 8 Verplichtingen van de initiatiefnemer

  • 1.

    De initiatiefnemer dient de subsidie te besteden aan de uitvoering van het initiatief en deuitgaven zorgvuldig te administreren.

  • 2.

    De initiatiefnemer dient, indien het college uitdrukkelijk hierom verzoekt, over het resultaat en de administratie van het initiatief te rapporteren.

  • 3.

    De initiatiefnemer dient zo spoedig mogelijk een mededeling aan het college te doen vanveranderde omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van het initiatief.

  • 4.

    De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het creeren van draagvlak onder de bewoners als de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking in het gemeenteblad en is vanaf dat moment ook van toepassing op de reeds toegekende subsidies voor het uitvoerenvan bewonersinitiatieven en de in behandeling zijnde aanvragen voor subsidie ten behoeve vanhet uitvoeren van bewonersinitiatieven.

  • 2.

    Deze verordening geldt tot en met 31 december 2011.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven.