Regeling vervallen per 17-10-2019

Beleidsnota Dierenwelzijn

Geldend van 11-08-2009 t/m 16-10-2019

Intitulé

Beleidsnota Dierenwelzijn

Inleiding

In de gemeente Zaanstad bevinden zich veel dieren. Bewoners houden honden en katten tergezelschap, maar buiten de bebouwde kom bevinden zich ook landbouwhuisdieren, zoalskoeien en kippen. Ook bevinden zich tal van wilde dieren binnen de gemeentegrenzen vanZaanstad. Dieren horen bij de samenleving.

De mens heeft verplichtingen tegenover alle dieren. We hebben volgens de Gezondheids enWelzijn Wet voor Dieren (GWWD) een zorgplicht, omdat dieren veelal afhankelijk zijn van demens. Maar dieren hebben ook een eigenwaarde, een intrinsieke waarde die onafhankelijk isvan hun nut voor de mens. Veel besluiten en handelingen van de gemeente Zaanstad zijn

van invloed op het welzijn van de dieren. Dierenwelzijn is de geestelijke en lichamelijkegezondheid van een dier. Het betekent dat een dier zich goed moet voelen in zijnomgeving.

Kader

De laatste jaren staat het welzijn van de dieren in steeds grotere belangstelling van delandelijke en lokale politiek. De landelijke nota dierenwelzijn is begin 2008 vastgesteld. Opdit moment zijn er ongeveer 20 gemeenten in ons land die dierenwelzijn als onderdeel vanhet gemeentelijke beleid hebben gemaakt. In de regio zijn dit onder meer de gemeentenHeemskerk, Castricum, Purmerend en Amsterdam.

Dit uitvoeringsplan is bedoeld als uitwerking van de paragraaf over dierenwelzijn die in hetcollegeprogramma is opgenomen:

'Het dierenasiel en de vogelopvang zitten vaak vol, de mus en de gierzwaluw zijn vrijwelverdwenen, de overlast van ganzen groeit en werkzaamheden verstoren de rust van dieren inhet broedseizoen. We maken ons sterk voor een proactief gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid

door dit als specifiek beleidsveld aan een wethouder toe te kennen. Deze is verantwoordelijkvoor ontwikkeling en uitvoering van dit beleid. Het beleid ontwikkelen we samen met dedierenwelzijnsorganisaties. We willen onder meer bereiken de overlast van wilde dieren opeen diervriendelijke manierte voorkorhen. We willen het nestelen van mussen en

gierzwaluwen bevorderen door het gebruik van speciale dakpannen bij nieuwbouw enonderhoud te stimuleren. En we streven naar het voorkomen van dierenleed, insamenwerking met het politiekorps Zaanstreek-Waterland'.

Wat betreft de planning en financien is de beleidsnota Dierenwelzijn gebaseerd op hetvastgestelde financiele kader van de raad. In deze nota zijn geen nieuwebeleidsonderwerpen opgenomen waarvoor extra geld vrijgemaakt moet worden.

Doel

Het uitvoeringsplan bevat de uitgangspunten van het dierenwelzijnsbeleid van de gemeenteZaanstad. Ook worden maatregelen genoemd waarmee een beter dierenwelzijn bereiktmoet gaan worden. De gemeente heeft namelijk naast de morele verantwoordelijkheid ookeen juridische verantwoordelijkheid. Dieren die in de gemeente worden gevonden vallen

volgens het Burgerlijk Wetboek onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dezeopvangplicht is niet beperkt tot alleen honden en katten, maar alle gevonden dieren dievermoedelijk een eigenaar hebben (gehad). De gemeente Zaanstad gaat echter een stapjeverder en helpt ook dieren zonder kennelijke eigenaar.

Totstandkoming van dit stuk

In de gemeente Zaanstad zijn al veel particuliere initiatieven op het gebied vandierenwelzijn. Het is niet de bedoeling om dit te veranderen. Deze vrijwilligers doenbelangrijk werk. Ter voorbereiding van dit stuk zijn overleggen gevoerd bij de verschillendedierenwelzijnsorganisaties. Dit om een indruk te krijgen van wat er al uitgevoerd wordt enwelke organisaties waarmee bezig zijn. Ook is op deze manier inzicht verkregen in wat de

organisaties zelf nu nodig hebben en wat de verschillende knelpunten zijn. Dit is zoveelDierenwelzijn Beleidsnota en maatregelen mogelijk in deze beleidsnota opgenomen. Het gaat hier om een lerend netwerk en zal dus niet volledig zijn.

In dit stuk is zoveel mogelijk rekening gehouden met de adviezen van de dierenbeschermingen de samenwerkende Zaanse Natuur en Milieu Overleg (ZNMO). Ook heeft hetmilieuplatform advies gegeven.

Leeswijzer

Per onderwerp wordt eerst algemene informatie en de situatie in Zaanstad beschreven,daarna volgen eventuele maatregelen voor een beter dierenwelzijn.

Allereerst wordt in hoofdstuk 1 de belangrijkste wetgeving op het gebied van dierenwelzijnbeschreven. In de hoofdstukken 2 tot en met 7 komen de verschillende dieren aan bod en inhoofdstuk 8 wordt ingegaan op de organisatie binnen de gemeente Zaanstad en desamenwerking met de dierenwelzijnsorganisaties. Hoofdstuk 9 gaat in op de maatregelen en

financiën.

1 Belangrijkste wetgeving

Er zijn twee wetten die van grote invloed zijn op dierenwelzijn. De gezondheid enwelzijnswet voor dieren (GWWD) en de Flora- en Faunawet (FFW). De GWWD zegt iets overdieren in gevangenschap, zoals bijvoorbeeld gezelschapsdieren en veehouderijen. De FFW

gaat over in het wild levende dieren.

Beide wetten gaan uit van de intrinsieke waarde van dieren. Dieren hebben een eigenwaarde. Hun bestaan is op zichzelf waardevol.

1.1 Gezondheids en Welzijnswet voor Dieren

In de Gezondheids en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) staan regels die voor alle dierengelden. ledereen is verplicht om een hulpbehoevend dier zorg te verlenen. Het gaat hier omdieren die door mensen worden gehouden. Dit zijn gezelschapsdieren enlandbouwhuisdieren.

In de GWWD zijn een aantal belangrijke verbodsbepalingen opgenomen. Het is verbodenom:

• een dier onnodig pijn of letsel te veroorzaken, of zijn gezondheid of welzijn tebeschadigen;

• een dier de nodige verzorging te onthouden en te verwaarlozen;

• ingrepen te plegen bij dieren (tenzij anders in de wet staat). Gele oormerken bij koeienen onthoornen zijn bijvoorbeeld wel toegestaan;

• dieren te doden (tenzij anders in de wet staat);

• dieren als prijs, beloning of gift uit te reiken;

• biotechnische handelingen bij dieren te verrichten, tenzij een vergunning is verleenddoor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Gedacht moetworden aan genetische modificatie en het geven van hormonen.

Verder zijn er regels over:

• de huisvesting van dieren (voor een aantal diersoorten). Gedacht moet worden aan deruimte van een stal, hok of kooi, soort vloer, lengte voederbak, drinkwatervoorzieningenof de hoeveelheid buitenlicht in de stal (bijvoorbeeld Honden- en kattenbesluit);

• het slachten van dieren. Gedacht moet worden aan bijvoorbeeld rituele slachting;

• het vervoeren van dieren. Voor het vervoer van dieren is een vergunning nodig van hetministerie van LNV. Hierin staan eisen met betrekking tot bijvoorbeeld reisschema,voederen en tijden.

1.2 Flora- en Faunawet

In de Flora- en Faunawet (FFW) wordt de bescherming van dieren en planten geregeld. Dezorgplicht ten aanzien van dieren is hierin geregeld. Dat houdt in dat iedereen voldoendezorg in acht moet nemen voor de in het wild levende dieren en hun leefomgeving. Hetwelzijn van dieren mag niet onnodig worden aangetast en de dieren mogen niet onnodiglijden.

Verder is de FFW van toepassing op de volgende beschermde diersoorten:

• alle zoogdieren die van nature in Nederland voorkomen, met uitzondering van de bruinerat, de zwarte rat en de huismuis;

• alle soorten vogels die van nature in de Europese Unie (EU) voorkomen;

• alle amfibieën en reptielen die van nature in Nederland voorkomen;

• alle vissen die van nature in Nederland voorkomen (met uitzondering van de soorten diein de Visserijwet worden genoemd);

• alle diersoorten die in de AMvB Besluit houdende aanwijzing van dier- en

plantensoorten FFW en ministeriele regeling Regeling aanwijzing dier- en

plantensoorten FFW worden genoemd

In de FFW zijn een aantal belangrijke verbodsbepalingen opgenomen. De volgendehandelingen zijn verboden:

• het doden, verwonden, vangen, bemachtigen en met het oog daarop opsporen vanbeschermde dieren;

• het opzettelijk verontrusten van beschermde dieren;

• het rapen, uit het nest nemen, beschadigen of vernielen van eieren van beschermdedieren;

• het vernielen, uithalen, wegnemen of verstoren van nesten, holen of anderevoortplanting- of vaste rust- of verblijfsplaatsen van beschermde dieren.

De minister heeft een landelijke vrijstelling afgegeven voor soorten die veelvuldig schadeaanrichten. Het gaat om de houtduif, het konijn, de mol, de zwarte kraai en de kauw.Soms kan een ontheffing worden gegeven. Deze wordt onder strikte voorwaardenafgegeven door de provincie, zoals:

• er is geen andere bevredigende oplossing;

• de soort kan blijven voortbestaan;

• er is belangrijke schade aan gewas, vee, bedrijfsmatige visserij of aan wilde flora enfauna;

• het is in het belang van bijvoorbeeld de volksgezondheid en de luchtverkeersveiligheid.

Verder zijn er vrijstellingen voor bepaalde dier- en plantensoorten bij beheer enonderhoudswerkzaamheden van bijvoorbeeldwaterschapsbeheer, natuurbeheer, bosbouwen landbouw en bij ruimtelijke ontwikkelingen van bijvoorbeeld woningbouw enwegenaanleg. Er kunnen beschermde leefomgevingen worden aangewezen door deprovincie om bepaalde zeldzame soorten in stand te houden, zoals bijvoorbeeld eendassenburcht of een bunker met vleermuizen.

1.3 Handhaving

De Algemene Inspectiedienst (AID) en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming(LID) zijn belast met de handhaving van dierenwelzijn. De AID houdt zich bezig met deregelgeving op landbouwhuisdieren en de LID op het welzijn van gezelschapsdieren.

De LID is een landelijk opsporing- en toezichthoudende dienst op het gebied vandierenwelzijn. De dienst heeft een signalerende en facilitaire taak richting dedierenbescherming en de overheid. Om haar taken uit te voeren heeft de LID onder anderedistrictsinspecteurs en inspecteurs bijzondere opdrachten in dienst, maar ook regioinspecteursop vrijwillige basis. Behalve het afhandelen van meldingen overdierenverwaarlozing en mishandeling, voertde LID regelmatig routinecontroles enthemaonderzoeken uit om dierenleed aan het licht te brengen. Daarbij werkt zij nauw samen

met politie en de AID (Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw). Desamenwerking tussen de politie en de dierenambulance Zaanstreek is goed.

De AID bevordert door middel van de instrumenten controle, verificatie, opsporing enhandhavingcommunicatie de naleving van de regelgeving van het LNV. Voor de uitvoeringvan deze taak beschikken de ambtenaren van de AID over toezichthoudende enopsporingsbevoegdheden.

Maatregel:

• Via de gemeentelijke website voorlichting geven en vermelden telefoonnummers vanLID, AID, meldpunt dierenmishandeling (0900-2021210) en meldpunt jacht

2 Gezelschapsdieren

Gezelschapsdieren zijn huisdieren. Dit zijn bijvoorbeeld honden, katten, cavia's of konijnen.Meestal worden deze dieren goed verzorgd. Maar voor de meeste gezelschapsdieren geldtdat ze in een andere omgeving leven dan ze in de natuur gewend zijn. Deze dieren kunnenaanpassingsproblemen krijgen en daardoor welzijnsproblemen.

2.1 Opvang van gezelschapsdieren

Gezelschapsdieren, zoals honden en katten, worden opgevangen in dierenasielen. Opvangin een asiel is tijdelijk. Het dierenasiel zoekt naar de eigenaar of zoekt eventueel een nieuwebaas. Ook speelt het asiel een rol bij de preventie van zwerfdieren problematiek. Voor(exotische) dieren, zoals vogels, papegaaien, schildpadden, bestaat gespecialiseerde

opvang. Deze zijn vaak in particuliere handen. In veel gevallen is het dierenasiel toch heteerste aanspreekpunt en regelt zij samen met de dierenambulance een tijdelijke eersteopvang. In een later stadium wordt dan een erkende gespecialiseerde opvang geregeld.

Een gemeente is verplicht, volgens het Burgerlijk Wetboek, om gevonden dieren (dievermoedelijk een eigenaar hebben gehad), minimaal twee weken te bewaren en teverzorgen. In deze twee weken krijgt de eigenaar de kans het dier terug te halen. Als deeigenaar zich niet meldt binnen twee weken, is de gemeente bevoegd het dier aan eenander te verkopen of te geven. In de praktijk wordt samengewerkt met dierenasielen en

opvangcentra. De gemeente is verplicht, volgens het Burgerlijk Wetboek, een redelijkevergoeding betalen voor adequate huisvesting en verzorging van de dieren.

Het is voor een gemeente financieel gezien van belang dat de gevonden dieren zo snelmogelijk teruggaan naar de (nieuwe) eigenaar. Dit gaat sneller als het dier is voorzien vaneen identificatie (chip, tatoeage of halsband) en is geregistreerd. De gemeente Zaanstadstimuleert dit door meer voorlichting te geven hierover aan burgers.

De gemeente kan ook helpen bij de voorlichting met betrekking tot het terugvinden vanhuisdieren. In de gemeentegids en op Internet kunnen tips gegeven worden hoe tehandelen bij het weglopen van een huisdier en wordt het telefoonnummer vermeld van deplaatselijke afdeling van de Dierenbescherming of andere meldpunten voor vermistehuisdieren. In de huidige situatie is er een centraal telefoonnummer in de Zaanstreek, waar

alle vermiste huisdieren kunnen worden gemeld. Dit voorkomt dat langs elkaar heen gewerktwordt.

Maatregelen:

• Stimuleren identificatie en registratie (chippen) van honden en katten door middel vanvoorlichting

• Voorlichting in gemeentegids en de gemeentelijke website met betrekking tot hetterugvinden van huisdieren en vermelden centraal telefoonnummer

2.1.1 Stichting Dierencentrum Zaanstreek

Het dierenasiel verzorgt in de regie Zaanstad, Oostzaan en Wormerland de opvang vanhonden en katten. De organisatie bestaat uit twee delen: het dierenasiel en het pension.

Het dierenasiel is gehuisvest aan de Dr. H.G. Scholtenstraat 38 in Zaandam. Het gebouw iszeven jaar oud. Het gebouw met de dierverblijven is echter ongeveer 35 jaar oud en is nodigaan vervanging toe. De huidige verblijven voldoen namelijk niet aan het Honden- enkattenbesluit. Uiterlijk in 2012 moet worden voldaan aan de eisen die in het besluit gesteldzijn. Bovendien biedt het gebouw in het hoogseizoen niet voldoende ruimte om alle dieren

op te vangen. In 2009 zal na de nieuwbouw aan alle eisen van het Honden- en kattenbesluitworden voldaan. De huidige capaciteit van het dierenasiel is 14 honden en 30 katten. Hetpension heeft een capaciteit van 25 honden en 20 katten. Dit aantal wordt uitgebreid tijdensde nieuwbouw in 2009.

Het gebouw is dag en nacht bereikbaar en vrijwilligers zijn dag en nacht aanwezig in hetgebouw. Er is echter geen hek aanwezig om niet gewenste personen tegen te houden.Vrijwilligers voelen zich daardoor niet altijd even veilig. Een hekwerk is inmiddels geplaatsten het gebouw wordt dag en nacht bewaakt.

Het dierenasiel heeft vier vaste krachten en ongeveer twintig vrijwilligers. De vrijwilligers zijnvaak jaren lang werkzaam bij het dierenasiel. Hierdoor worden zij voor verschillende takenintern opgeleid, afhankelijk van hun interesses.

De gemeente Zaanstad heeft een uitvoeringsovereenkomst met de Stichting DierencentrumZaanstreek waarin staat dat de volgende taken uitgevoerd worden:

• het opnemen en verzorgen van zwerfhonden, zwerfkatten en andere zwerfdieren;

• het zoeken van en/of actief meewerken aan het onderbrengen van deze dieren in eennieuw tehuis;

• het geven van voorlichting over de opvang en bescherming van dieren;

• het betrekken van vrijwilligers bij de verzorging van de dieren.

De Stichting Dierencentrum Zaanstreek ontvangt jaarlijks een bijdrage van circa €50.000 vande afdeling Welzijn en Zorg (WZ), sector Maatschappelijke Ontwikkeling, dienst Wijken. Debijdrage heeft geen betrekking op de huisvesting van het asiel en is afgelopen jaren steeds

gebaseerd op het aantal inwoners van de gemeente Zaanstad.

De gemeente Zaanstad zal de bijdrage onderzoeken en per 2010 centraliseren bij deafdeling Milieu. Met ingang van 2010 wordt de subsidieovereenkomst omgezet in eenopdrachtgever/opdrachtnemer overeenkomst (zogenaamde Heemskerkse model). Bij ditmodel wordt een vastgesteld bedrag per diersoort uitgekeerd. In de huidige situatie is nog

onbekend wat de kosten per dier zijn. Uitgangspunt hierbij is dat de eigenaar in principeverantwoordelijk is voor de gemaakte kosten van een dier. Heeft het dier geen eigenaar (ofniet te achterhalen) dan zal de gemeente Zaanstad bijdragen.

Financieel houdt dit in dat de huidige bedragen van circa €50.000 (Stichting DierencentrumZaanstreek) en de €5.000 (Stichting Vogelopvang Zaanstreek) in een 'subsidiepot' komen.Vanuit deze subsidiepot, waarin dan totaal €55.000 zit, worden de kosten van beide,conform een opdrachtgever/opdrachtnemer overeenkomst, betaald.

Het dierenasiel (en een aantal kinderboerderijen) geven aan datde impulsieve aanschaf vaneen huisdier een groot probleem is. Men schaft een huisdier aan als modeartikel en denktniet goed na over de verantwoordelijkheden die je als eigenaar van een dier hebt. Men is

zich vaak niet bewust van de taak die dit met zich meebrengt en 'dumpt' het dier. Het dierkomt zo, al dan niet via de dierenambulance, terecht bij de opvangcentra ofkinderboerderijen. Dit is onnodig. Voorlichting zou hier kunnen bijdragen aan hetbewustwordingsproces bij de 'toekomstige' eigenaren om het achterlaten van dieren tevoorkomen. Hierbij zal worden samen gewerkt met het Landelijk InformatieCentrumGezelschapsdieren (LICG).

Vanaf 1 maart 2012 dienen asielen te voldoen aan het Honden- en Kattenbesluit. Tot 1 maart2012 geldt er een overgangstermijn. In deze termijn krijgen asielen de kans omaanpassingen uit te voeren zodat zij uiteindelijk aan het Honden- en Kattenbesluit kunnenvoldoen. Voor 1 maart 2012 dient dit dus in orde te zijn. Na 1 maart 2012 is de bedoeling

dat er een certificeringsregeling komt vanuit het Ministerie. Momenteel is het nogonduidelijk hoe die regeling er precies uit komt te zien. Onduidelijk is ook wat er gaatgebeuren met asielen die na 1 maart 201 2 nog niet aan het Honden- en Kattenbesluitvoldoen.

Maatregelen:

• Omzetten subsidie overeenkomst dierenasiel naar een opdrachtgever/opdrachtnemerovereenkomst

• Voorlichting in samenwerking met LICG via krant en website: waar moet je op lettenbij de aanschaf van een (exotisch) huisdier?

2.1.2 Stichting Vogelopvang Zaanstreek

De Stichting Vogelopvang Zaanstreek (SVZ) is gevestigd aan Busch 2 in Krommenie. Per jaarworden ongeveer 4000 wilde vogels opgevangen. Papegaaien gaan naar een anderegespecialiseerde opvang. De vogelopvang bestaat onderhand 45 jaar. Ook worden hieregels opgevangen.

Vogels worden om verschillende redenen binnen gebracht. Zo komen er zieke vogels binnenmet bijvoorbeeld botulisme of besmeurd met olie, teer of andere vervuiling. Verder wordenveel vogels aangereden of komen vogels binnen met vishaken. Zoveel mogelijk vogelsworden opgelapt en weer in het wild uitgezet De egels worden bij een biologische boer in

Wormer uitgezet.

Tussen de SVZ en de dierenambulances Zaanstreek en Kennemerland en dierenarts Topwordt nauw samengewerkt Omdat er sprake is van wilde dieren moet goed rekeningworden gehouden met besmettingsgevaar van ziektes en het voorkomen ervan.

De vogelopvang heeft ook een grote sociale functie. Zo werken er ongeveer honderdvrijwilligers per jaar, waarvan tien vaste vrijwilligers. Veel vrijwilligers komen via devrijwilligerscentrale, Brijderstichting, de reclassering of de kinderbescherming binnen.

Het gebouw van de SVZ is nodig toe aan een opknapbeurt. Er is achterstallig onderhoud.Alle financien gaan momenteel naar de vogels. De SVZ heeft een financieel tekort. Zonderfinanciele bijdrage zal de vogelopvang op korte termijn moeten sluiten. Sluiting van devogelopvang zal mogelijk problemen geven in de vogelopvang. De dichtstbijzijndevogelopvang is in Haarlem of Broek op Langedijk. Voor de dierenambulance leidt dat tot

langere en duurdere ritten dan in de huidige situatie.

De SVZ geeft aan dat ze het gebouw zouden willen opknappen. Ook zouden ze iemand inloondienst willen nemen om op die manier de continuïteit van de opvang te kunnengaranderen.

De gemeente Zaanstad is verantwoordelijk voor de opvang van alle gevonden dieren (ookvogels) en gaat een overeenkomst aan met de vogelopvang om ook gevonden wilde dierenop te nemen. In principe is de eigenaar van het gevonden dier financieel verantwoordelijk. Isde eigenaar niet te achterhalen (wat vaak het geval is bij vogels) dan ontvangt de

vogelopvang een bepaald bedrag per opgevangen dier.

Net zoals bij de Stichting Dierencentrum Zaanstreek wordt in 2010 de subsidie aan devogelopvang omgezet in een opdrachtgever/opdrachtnemer overeenkomst (zogenaamdeHeemskerkse model). Bij dit model wordt een vastgesteld bedrag per diersoort uitgekeerd.In de huidige situatie is nog onbekend wat de kosten per dier zijn. Uitgangspunt hierbij is dat

de eigenaar in principe verantwoordelijk is voor de gemaakte kosten van een dier. Heeft hetdier geen eigenaar (of niet te achterhalen) dan zal de gemeente Zaanstad bijdragen.Financieel houdt dit in dat de huidige bedragen van circa €50.000 (Stichting DierencentrumZaanstreek) en de €5.000 (Stichting Vogelopvang Zaanstreek) in een 'subsidiepot' komen.

Vanuit deze subsidiepot, waarin dan totaal €55.000 zit, worden de kosten van beide,conform een opdrachtgever/opdrachtnemer overeenkomst, betaald.

Maatregelen:

• Omzetten subsidie overeenkomst vogelopvang naar een Opdrachtgever/

opdrachtnemer overeenkomst

• Voorlichting hoe wilde vogels beschermen

2.1.3 Certificering Dierenasiels en pensions

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is voornemens om vrijwilligecertificering van dierenasiels en pensions in te voeren. Medio 2009 zal dit plaatsvinden. Demalafide honden- en kattenhandel en het gebrek aan kwaliteit bij sommige asiels en

pensions wekken maatschappelijke verontwaardiging. Om de kwaliteit in de helegezelschapsdierenbranche te verbeteren wil de minister van LNV in de hele sector vrijwilligecertificering invoeren. Hiermee wordt getracht het welzijn van de dieren te verbeteren. Denieuwe vorm van vrijwillige certificering zal in een Algemene Maatregel van Bestuur wordenvastgelegd. De gemeente Zaanstad moedigt deze certificering aan. Het dierenasiel zal na deverbouwing medio 2009 ook zorgen voor certificering.

Maatregel:

• Dierenasiels en pensions aanmoedigen deel te nemen aan de landelijke certificering.

2.2 Hondenbeleid

Gemeenten kunnen regels opnemen in de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) overhondenbeleid, bijvoorbeeld over uitrenplaatsen, verboden plaatsen, opruimgebod,gevaarlijke honden en identificatieplicht, aanlijngebieden en muilkorfgebieden. Overlastdoor hondenpoep is niet primair een dierenwelzijn probleem. De maatregelen hiertegenraken echter wel het welzijn van de dieren. Een succesvol hondenpoepbeleid probeert de

overlast te bestrijden door goede voorzieningen te treffen in de openbare ruimte.Aanlijngebieden en uitrengebieden maken hier onderdeel van uit. De gemeente heeft hetrecht, volgens de gemeentewet, om hondenbelasting te heffen.De burgemeester is bevoegd (volgens GWWD), om agressieve dieren naar een aangewezenplaats te vervoeren en al daar te laten euthanaseren. De eigenaar kan hiertegen bezwaarmaken volgens de AWB (Algemene Wet Bestuursrecht)

Op 11 november 2005 heeft de gemeenteraad de 'Verordening hondenbelasting 2006'vastgesteld. Voor ongeveer 6500 honden wordt in Zaanstad hondenbelasting geheven. Dehondenbelasting vloeit naar de algemene middelen van Zaanstad.

In de APV zijn regels opgenomen over maatregelen tegen overlast en baldadigheid van:

• loslopende honden, verboden plaatsen en uitrenplaatsen;

• verontreiniging door honden;

• gevaarlijke honden;

• identificatieplicht.

Het uitrenbeleid bestaat uit de volgende kernpunten:

• opruimplicht;

• aanwijzen uitrenplekken;

• aanwijzen verboden plekken.

Door de opruimplicht zet de gemeente Zaanstad veel hondenpoepbakken neer. Met deverschillende wijkorganisaties wordt de uitvoering van het beleid uitvoerig doorgenomen envastgesteld. Naar aanleiding hiervan zijn een aantal uitvoeringsbesluiten genomen door hetcollege. Hierin zijn hondenverbods- en hondenuitrenplaatsen aangewezen. Dit wordt al in

een ander kader uitgevoerd.

In 2009 wordt het hondenbeleid geëvalueerd. Uit de Zaanpeiling van afgelopen jaren blijktdat hondenpoep in de top 3 van ergernissen staat. Vanuit de gemeente Zaanstad zal wordengewerkt aan de bestrijding van overlast van hondenpoep door middel van voorlichting.

Alle hondenbezitters in Zaanstad krijgen via de aanslag hondenbelasting een folder in debus met de spelregels betreffende het hondenbezit. In de folder wordt ook aandachtbesteed aan het welzijn van honden in Zaanstad, de consequenties van de aanschaf van eenhond, het volgen van gedragscursussen voor honden en de voordelen van het chippen van

de hond.

Maatregelen:

• Hondenbeleid evalueren

• Folder spelregels hondenbezit, hondenbeleid uitbreiden met meer informatie vooreen beter welzijn voor honden, de consequenties van de aanschaf van een hond, hetvolgen van gedragscursussen en de voordelen van chippen

2.3 Houden van exotische dieren

Exotische dieren zijn dieren die niet van nature in Nederland voorkomen en nog niet lang inNederland worden gehouden. Gedacht moet worden aan slangen, papegaaien enschildpadden. Zij worden soms gehouden als huisdier of in een dierentuin. Veel mensenrealiseren zich niet dat de dieren hier niet thuishoren en hoe deze goed te verzorgen. Hetverschil tussen een natuurlijke omgeving en een huiskamer is wel heel groot. Het welzijn van

deze dieren kan daardoor ernstig geschaad worden.

Dierentuinen hebben een vergunning waarin onder andere het welzijn van de dieren wordtgeregeld. In de gemeente Zaanstad is geen dierentuin aanwezig.

De gemeente Zaanstad is geen voorstander van het houden van exotische dieren. Bij deaanschaf van dit soort exotische huisdieren moet juist goed worden nagedacht. Hierbij wordtaangesloten op de eerder genoemde te nemen maatregel van het geven van voorlichtingover waar je op moet letten bij de aanschaf van een (exotisch) huisdier.

2.4 Kinderboerderijen

Kinderboerderijen proberen een goede relatie op te bouwen tussen mens (kinderen) en dier.Dieren dienen hier ook goed behandeld te worden.

Afhankelijk van de hoeveelheid dieren en soorten opslag kan een kinderboerderij onder eenmilieuvergunning/melding (agrarisch) vallen. In een milieuvergunning worden geen eisengesteld ten aanzien van dierenwelzijn (zie ook hoofdstuk 5.1 Landbouwhuisdieren).

Over het algemeen komen weinig gegronde klachten binnen over slechte behandeling vandieren bij kinderboerderijen.

In de gemeente Zaanstad zijn drie kinderboerderijen aanwezig van verschillende groottes:

• Kinderboerderij Vereniging De Veldmuis, llpendamstraat 38 in Zaandam

(Westerwatering);

• Kinderboerderij Rooswijk, Dr. J.J. van der Horststraat 2d in Zaandijk;

• Kinderboerderij Darwinpark, De Weer 31 in Zaandam.

2.4.1 Kinderboerderij De Veldmuis

Kinderboerderij De Veldmuis bestaat al 17 jaar. De gemeente heeft destijds de grond terbeschikking gesteld.

De kinderboerderij heeft een educatief karakter, maar ook een sociaal karakter. Er komenheel veel kinderen op de boerderij en er is een dagdeel in de week speciaal voor dekinderen van de buitenschoolse opvang Freekids opengesteld.

De kinderboerderij draait op 30 a 40 vrijwilligers. Zo is een bouwploeg en eengroencommissie aanwezig. Andere vrijwilligers houden zich bezig met de dierverzorging. Devrijwilligers komen onder andere van de vrijwilligerscentrale en de Brijderstichting. Hierbijworden wel eisen gesteld in verband met de bescherming van de dieren.

Kinderboerderij De Veldmuis draait op contributie van de leden en diverse donaties. Erwordt geen subsidie van de gemeente Zaanstad verkregen.

Voor de medische verzorging wordt samengewerkt met dierenarts Bouma. Hierbij wordt ookgestreefd naar de certificering van de schapen en geiten, zodat nog steeds uitwisselingmogelijk blijft met andere schapen- en geitenhouders voor het fokprogramma.

De kinderboerderij bevindt zich op een eiland. Hierdoor is tot nu toe geen sprake vanongewenste gasten.

De kinderboerderij is lid van de Stichting KinderBoerderijen Nederland (SKBN). Tevens werktde kinderboerderij samen met kinderboerderij Darwinpark. Er is geen direct contact met hetdierenasiel, de vogelopvang of de dierenambulance.

De kinderboerderij geeft geen specifieke maatregelen aan voor een beter dierenwelzijn. Welwordt gewerkt volgens eigen beleid.

2.4.2 Kinderboerderij Rooswijk

Kinderboerderij Rooswijk is een kleine kinderboerderij en is 25 jaar oud is. De voornaamstebezoekers zijn kinderen. Er wordt van alles georganiseerd. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeldeen jaar lang een konijn adopteren. Zij moeten dan elke week het hok komen schoonmaken.

Ook hier wordt veel gewerkt met vrijwilligers. De beheerder zorgt dat deze goede instructieskrijgen bij het inwerken van nieuwe mensen.

Bij deze kinderboerderij worden relatief weinig dieren achtergelaten omdat zij de dierentegen een vergoeding aannemen. Het grote voordeel hiervan is dat de medewerkers gelijkkunnen zien of het dier gezond is. Het gaat hier om konijnen, cavia's en vogels. In principeworden al deze dieren geaccepteerd. Veel dieren vinden vervolgens ook weer een nieuwe

eigenaar. De dierenambulance komt soms een konijn brengen dat is gevonden. Dekinderboerderij is in principe niet ingericht voor de opvang van dieren. Als alle hokken volzijn, dan gaan de dieren weg. Voorlichting naar de bewoners van Zaanstad overaankoopgedrag zou kunnen helpen.

De kinderboerderij werkt samen met dierenarts J. van Erp en dierenpraktijk Landsmeer(veearts). Ook is direct contact met kinderboerderij De Veldmuis.

Kinderboerderij Rooswijk krijgt geen subsidie van de gemeente Zaanstad.

De kinderboerderij heeft zelf een behoorlijk aantal eenden en ganzen. Door de ligging aaneen doorgaande sloot, komen ook veel wilde eenden op het terrein. De beheerder van dekinderboerderij zorgt ervoor dat de populatie van eigen eenden en ganzen niet te grootwordt. Hierdoor wordt de overlast naar de omgeving voorkomen. De kinderboerderij zal zichaansluiten bij het Zaanse ganzenbeleid (zie hoofdstuk 6.2.1). Dit geldt ook voor de overige

dieren.

Op één voorval na is er nooit sprake geweest van ongewenste bezoekers. Sinds dit voorval isde sociale controle sterk verhoogd in de buurt en rijdt de politie wat vaker langs. Het terreinis vrij gemakkelijk toegankelijk door een laag hekwerk aan de voorzijde. Het hek aan dezijkant is inmiddels vervangen door een hoger hek.

2.4.3 Kinderboerderij Darwinpark

Kinderboerderij Darwinpark is een grote kinderboerderij met een flink aantal soorten dieren.Hier werken vier vaste krachten (twee voltijd, twee deeltijd) en 10 tot 25 vrijwilligers.Sinds vier jaar is op de kinderboerderij sprake van een samenwerking met de StichtingOdion. Deze Stichting helpt volwassenen en kinderen met een verstandelijke en/oflichamelijke beperking om een zo gewoon mogelijk leven te leiden. In dat kader organiseertOdion ondermeer dagbesteding voor haar clienten, met vakkundige begeleiding en waarmogelijk op een locatie middenin de maatschappij. Cliënten ontwikkelen zo het gevoel deeluit te maken van die maatschappij, zo ook op de kinderboerderij Darwinpark.

De kinderboerderij Darwinpark maakt deel uit van de Stichting Natuur & Milieu Educatie(NME). De NME ontvangtvan de gemeente Zaanstad subsidie. De stichting exploiteerthiermee zijn verschillende activiteiten, te weten:

• Kinderboerderij Darwinpark;

• Zaans Natuur en Milieu Centrum;

• Het Natuurmuseum;

• Schoolwerktuinen;

• Het biologisch lescentrum;

• De Heemtuin.

Specifieke afspraken over dierenwelzijn zijn niet gemaakt. Alle voorlichting op dekinderboerderij vindt plaats in samenspraak met het NME.

Ook kinderboerderij Darwinpark geeft aan dat veel kleine gezelschapsdieren bij het hekworden achtergelaten. De kinderboerderij is in principe geen opvang voor afstandsdieren,maar vangt de dieren toch op. Ook hier geldt dat mensen vaak niet weten wat voor dier zein huis hebben gehaald. Voorlichting hierover is dan ook nodig.

3 Gebruik van dieren ter vermaak en educatie

Bij evenementen als bijvoorbeeld harddraverijen, kamelenrace, schapen scheren of vangenvan biggetjes bestaat een welzijnsrisico voor dieren. Bovendien kan het dier gedegradeerdworden tot spelobject. In de GWWD is opgenomen dat de mogelijkheden om dieren tegebruiken bij evenementen beperkt zijn. Het is verboden om dieren als prijs, beloning of giftuit te loven of uit te reiken en het is verboden om wedstrijden met dieren waarbij de

snelheid of kracht van dieren wordt beproefd te houden, tenzij bij Algemene Maatregel vanBestuur (AMvB) anders is toegestaan.

Verder kan via een AMvB regels gesteld worden voor het tonen van dieren voor recreatieve,sportieve of opvoedkundige doeleinden (bijvoorbeeld circussen). Deze AMvB is nog nietaanwezig. In Zaanstad is op grond van de APV een evenementenvergunning vereist, welkede gemeente afgeeft.

3.1 Evenementenregeling

In de APV van de gemeente Zaanstad is opgenomen dat het verboden is een evenement teorganiseren zonder vergunning van de Burgemeester. Dat betekent dat de Burgemeestertoestemming moet geven voor het organiseren van evenementen ook wanneer daar dierenbij betrokken zijn. De gemeente beoordeelt de aanvraag voor de vergunning en kan een

evenement weigeren of voorschriften opstellen.

Volgens artikel 2.2.2 APV kan een evenement op de volgende gronden worden geweigerd:

• de openbare orde;

• het voorkomen of beperken van overlast;

• de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

• de zedelijkheid of gezondheid.

De gemeente Zaanstad toetst momenteel aanvragen van evenementenvergunningen niet opdierenwelzijnaspecten of externe effecten op Natura 2000 gebieden. Dierenwelzijn wordtniet genoemd in de APV van de gemeente Zaanstad, maar op basis van rechtelijke

uitspraken kan een gemeente wel een vergunning weigeren op dierenwelzijnaspecten. Ditkan bij:

• Dierenmishandeling, in dat geval kan een beroep worden gedaan op het motiefopenbare orde;

• Zedelijkheidsmotief, als de dieren op een weinig respectvolle wijze worden behandeld.

Maatregel:

• Evenementen toetsen op gevolgen voor Natura 2000 gebieden en Flora en Fauna Wet

3.2 Circussen

Circusacts met dieren kunnen een aantasting van het dierenwelzijn vormen. Daardoor wordtde eigenwaarde van het dier genegeerd. Dieren in circussen kunnen gedragsstoornissenvertonen. Ook trainingen door conditionering (herhaald oefenen met beloning bij succes)gaan vaak gepaard met verbaal en fysiek geweld. Circussen geven zelf meestal aan dat de

dieren goed behandeld worden.

Circus Herman Renz had tegen de gemeente Winschoten had in 2008 een beroepszaaklopen tegen het weigeren van de vergunning. Het beroep tegen de weigering is bij uitspraakvan 28 oktober 2008 gegrond verklaard en het besluit is vemietigd. Uit de uitspraak volgtdat gemeenten geen aanvullende regelgevende bevoegdheid toekomt op het gebied vancircusvoorstellingen; dus een wijziging van de APV in de zin zoals voorgesteld, is op dit

moment juridisch niet houdbaar. De gemeente Winschoten heeft aangekondigd in hogerberoep te gaan tegen de uitspraak van de Rechtbank.

Omdat gemeenten momenteel geen aanvullende regelgevende bevoegdheid op hetgebied van circussen toekomt, zullen wij voorlopig geen voorstel in procedure brengen omcircussen met wilde dieren in Zaanstad te weigeren. Wij willen landelijke ontwikkelingenafwachten zoals de uitkomst van het hoger beroep dat de gemeente Winschoten heeftingesteld en de uitkomsten van het onderzoek naar dierenwelzijn uitgevoerd door deUniversiteit van Wageningen. De uitkomsten hiervan zijn voor de Minister van betekenis vooreen eventueel nadere invulling van haar bevoegdheden aangaande dieren in het circus.

3.3 Kermissen

Op 10 oktober 1996 is de kermisverordening in de gemeente Zaanstad vastgesteld.Vervolgens zijn bij besluit van 28 September 2001 door de gemeenteraad de"verhuurvoorwaarden, waarop door B&W van Zaanstad bij gesloten inschrijvingkermisplaatsen worden gehuurd" vastgesteld. Hierin is het volgende opgenomen:

• Inrichtingen waar gevechten tussen mensen en dieren of tussen dieren onderling plaatsvinden, worden niet toegelaten.

De afgelopen jaren komen geen aanvragen meer binnen van kermisexploitanten die metdieren werken. De enige dieren die mogelijk aanwezig zijn, zijn de huisdieren van deexploitanten. Voor deze dieren gelden dezelfde regels als voor alle andere huisdieren in de

gemeente Zaanstad.

4 Dieren in nood

4.1 Dierenambulance

De dierenambulance zorgt voor het vervoer van zieke en gewonde dieren. Ook verzorgt dedierenambulance het ophalen van zwerfdieren en kadavers en het vervoer van dode dierennaar crematoria en/of dierenbegraafplaatsen. Ook kunnen oudere of gehandicapte inwoners

van de gemeente Zaanstad een beroep doen op het vervoer van hun huisdier naar dedierenarts.

Voor het functioneren van dierenambulances is geen landelijke wetgeving aanwezig.De gemeente heeft wel als wettelijke taak (Burgerlijk wetboek) om gevondengezelschapsdieren twee weken te 'bewaren'. Over het vervoer van de dieren wordt nietgesproken. Het vervoer kan gezien worden als een voortvloeisel van de bewaarplicht en kanals taak van de gemeente worden beschouwd. Als het gevonden dier dood is, heeft degemeente de taak om het dier op te ruimen.

Voor wilde dieren geldt dat er een zorgplicht is (artikel 36 GWWD). ledereen is verplicht omeen hulpbehoevend dier de nodige zorg te verlenen.

Een gemeente zou voorwaarden kunnen scheppen om hulpbehoevende dieren(gezelschapsdieren en wilde dieren) tijdig en professioneel op te vangen en te verzorgen.Vaak wordt hiervoor de dierenambulance ingeschakeld. Het dier wordt bevrijd en teruggelaten in de natuur of vervoerd naar opvang of dierenarts. Hieraan zijn kosten verbonden.

Bij gezelschapsdieren worden de kosten, indien mogelijk, verhaald op de eigenaar. Bij wildedieren en soms ook gezelschapsdieren is dit niet mogelijk.

4.1.1 Vereniging Dierenambulance Zaanstreek

De Vereniging Dierenambulance Zaanstreek (VDZ) is evenals het dierenasiel gehuisvest aande Dr. H.G. Scholtenstraat 38 in Zaandam. Het gebouw waarin zij zijn gevestigd is zeven jaaroud. De VDZ heeft als kernactiviteit het vervoer van zieke en gewonde dieren in de regio

Zaanstad, Oostzaan en Wormerland.

De dieren worden gebracht naar een dierenopvangcentrum in de buurt. Honden en kattenworden afgegeven bij het dierenasiel dat ook aanwezig is in hetzelfde gebouw. Desamenwerking tussen de VDZ en de dierenopvangcentra is uitstekend. De aansturing vanbeide werkeenheden wordt sinds 1 juli 2009 aangestuurd door een overkoepelend bestuur:

Stichting Dierenzorg Zaanstreek (SDZ).

Knaagdieren worden ondergebracht in het knaagdierencentrum te Heiloo. Vogels gaan naarde vogelopvang in Krommenie. Overige exotische dieren gaan naar diverse andereopvangcentra in het land die zijn aangesloten bij Vereniging van Opvangcentra van Nietgedomesticeerde Dieren (VOND).

Dode dieren worden ook opgehaald en naar het destructiedepot van de DienstStadsbedrijven gebracht. Dit is een gemeentelijke taak. De VDZ heeft de afgelopen jarenvoor het vervoer van dode honden en katten waarvan de eigenaar niet meerte achterhalenis met succes uitgevoerd. Hiervoor hebben zijn een subsidie gekregen. Voor deze subsidie is

nog geen structurele overeenkomst opgesteld. Om hieraan structuur te geven wordt medio2009 een subsidieovereenkomst tussen gemeente en VDZ opgesteld. Het bedrag is in debegroting van 2009 opgenomen.

Bij de dierenambulance zijn 55 tot 60 vrijwilligers werkzaam. Elke vrijwilliger krijgt bijaanvang een opleiding en moet een praktijktoets volgen, zodat alle werknemers weten watvan hen verwacht wordt. De vrijwilligers blijven gemiddeld 10 jaar.

De dierenambulance is aangesloten bij de Federatie Dierenambulances Nederland (FDN).Binnen de FDN wordt kennis uitgewisseld. Uit de bijeenkomsten met de FDN is geblekendat de dierenambulance Zaanstreek de meeste zaken goed heeft geregeld.

Maatregel:

• Subsidieovereenkomst dierenambulance opstellen

4.2 Gemeentelijk rampenplan en rampenplanbeheersing

Elke gemeente moet een rampenplan en rampenbeheersplan opstellen. Hierin zijn demaatregelen in geval van een ramp uitgewerkt. Ook is de gezamenlijke inzet van politie,brandweer en ambulancedienst hierin geregeld.

Het rampenplan van de gemeente (bestaande uit: Bestuurlijk Basisplan, 29 Deelplannen enBijlagen) is op 6 juni 2006 door het college vastgesteld. Met een rampenplan wordt beoogdeen inzichtelijke en voor de gemeente op maat gesneden rampenbestrijdingsorganisatie totstand te brengen. Op grond van het rampenplan moeten voorbereidingen wordengetroffen, zodanig dat de oorzaak van een ramp of zwaar ongeval adequaat kan wordenbestreden en de gevolgen voor mensen, dieren en/of goederen zoveel mogelijk beperktworden. Daarbij moet hulp aan slachtoffers zo effectief en snel mogelijk worden geboden enwordt snel herstel van het dagelijks leefpatroon ten doel gesteld. Ook ruimte en middelenten behoeve van opvang van de te evacueren dieren in het dierenasiel is hierin geregeld.

In het rampenplan van de gemeente Zaanstad zijn dieren opgenomen. Evacuatie, vervoer encontact met de dierenambulance, ontsmetten en opvang van dieren is hierin geregeld. Ookis ruimte, middelen en de primaire levensbehoefte van dieren ten behoeve vandierenopvang hierin geregeld.

De dierenambulance is aangesloten op het rampenplan. Gebleken is dat de samenwerkinggoed verloopt De dierenambulance en het asiel worden ook betrokken bij derampenoefeningen. De dierenambulance heeft zelfs geholpen bij de vuurwerkramp inEnschede.

5 Dieren in bedrijven

5.1 Landbouwhuisdieren

Landbouwhuisdieren zijn dieren die gebruikt worden voor de productie van vlees, melk,eieren, huiden of wol. Dieren die je op een boerderij vindt, zoals koeien, varkens, schapen,struisvogels en nertsen. Deze dieren leven in een onnatuurlijke omgeving en kunnen dusproblemen hebben om zich aan te passen en daardoor problemen krijgen met hun welzijn.

De intensivering van de landbouw kan tot grote problemen leiden door bijvoorbeeldstankoverlast, overbemesting, verzuring door ammoniak, overmatig gebruik vanbestrijdingsmiddelen en dierenwelzijn.

Vooral kippen, runderen en varkens worden op een zo klein mogelijk oppervlak gehoudenom zoveel mogelijk vlees, eieren, bont of veren per oppervlakte te laten produceren. Ookzijn er pelsdierfokkerijen,kweekvijvers voor vissen en worden er struisvogels en hertengehouden. Ook bij deze dieren wordt het welzijn aangetast.De gemeente geeft bouwvergunningen en milieuvergunningen af en maakt

bestemmingsplannen. In een bestemmingsplan kunnen hoogstens voorschriften engebruiksvoorschriften aan een gebied toegekend worden. Bijvoorbeeld agrarisch. Eengemeente kan met behulp van een bestemmingsplan voor het buitengebied de vestigingvan intensieve veehouderijen voorkomen. Dit kan alleen op basis van motieven die

betrekking hebben op de ruimtelijke ordening. Het is niet toegestaan op basis vandierenwelzijn bepaalde activiteiten te verbieden of voor te schrijven. Wel kan op basis vaneen planologisch motief intensieve veehouderij worden beperkt. Bijvoorbeeld voornatuurwetenschappelijk en milieuhygienische belangen en in het kader van waterwinning.

In de milieuvergunning worden alleen eisen gesteld aan de uitstoot van stoffen en omoverlast naar de directe omgeving te voorkomen. In de milieuvergunning kunnen momenteelgeen eisen worden gesteld aan dierenwelzijn.

Bij het maken van de bestemmingsplannen wordt rekening gehouden met de bestaandenatuurgebieden en het landschap. Er zijn echter geen dierenwelzijngronden waarop getoetstkan worden. Binnen de gemeente Zaanstad is nauwelijks sprake van bio-industrie. In hetresterende buitengebied (niet natuurgebieden) worden veel eisen gesteld ten aanzien vanhet milieu, voornamelijk op het gebied van ammoniakuitstoot. Hierdoor is het voor de bio-industrie bijna niet mogelijk om zich hier te vestigen.

Mogelijk komt er een wettelijke mogelijkheid om extra milieukwaliteitseisen aan eenbestemmingsplan te stellen. Wellicht kan het onderwerp leefomgeving en/of onnatuurlijkehuisvesting van dieren in de bio-industrie in de toekomst opgenomen worden. Hopelijk kande alternatieve veehouderij/biologisch boeren hierdoor gestimuleerd worden.

Maatregelen:

• Onderzoeken en uitvoeren hoe dierenwelzijneisen in bestemmingsplan opgenomenkunnen worden om bio-industrie in Zaanstad te ontmoedigen

5.2 Proefdieren

Dierproeven zijn in principe verboden, tenzij de instelling over een vergunning beschikt ende onderzoekers een positief advies hebben gekregen van een Dier ExperimentenCommissie (DEC). Het bedrijf moet voldoen aan de eisen en voorwaarden die staanbeschreven in de 'Wet Op de Dierproeven (WOD)'.

Het merendeel van de dierproeven wordt uitgevoerd in het kader van biomedischonderzoek. Eenderde van de onderzoeken wordt uitgevoerd vanwege wettelijke eisen dieaan medicijnen worden gesteld. Sinds 1996 is het testen van cosmetische producten opproefdieren verboden.

Vergunningen worden op rijksniveau uitgereikt. De gemeente kan deze alleen controleren inhet kader van de Wet milieubeheer (Wm). In de gemeente Zaanstad zijn geen bedrijvenaanwezig die dierproeven uitvoeren. De gemeente Zaanstad is geen voorstander van

vestiging van nieuwe bedrijven die werken met proefdieren en zal dit ontmoedigen. Dit kanbijvoorbeeld bij de verkoop van grond.

Maatregel:

• Onderzoeken hoe vestiging te ontmoedigen van bedrijven die werken met

proefdieren, bijvoorbeeld via grondverkoopbeleid

6 In het wild levende dieren

In het wild levende dieren geven kleur aan de gemeente, zoals vogels, knaagdieren, kikkersen vissen. Veel dieren komen in het nauw door nieuwe bedrijventerreinen,nieuwbouwwijken, aanleg van wegen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen enmilieuvervuiling. De gemeente kan hun aanwezigheid bevorderen door indirectemaatregelen op hun leefomgeving, zoals de aanleg en onderhoud van een diervriendelijkeomgeving om zo de biodiversiteit te vergroten.

6.1 De leefomgeving

6.1.1 Bouwplannen en bestemmingsplannen

De Flora en Faunawet (FFW) is van toepassing bij bouwplannen en bestemmingsplannen. Degemeente is verantwoordelijk voor het toetsen op de FFW van ruimtelijke ingrepen enwerkzaamheden in de openbare ruimte als onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing. Hetministerie van LNV is het bevoegd gezag. De ingreep wordt beoordeeld op nadeligegevolgen voor flora en fauna. Een bouwplan kan worden stilgelegd als bijvoorbeeld een

Noordse woelmuis aanwezig blijkt te zijn.

De gemeente Zaanstad voert deze toets uit bij bestemmingsplannen en (grote)bouwlocaties. Hierbij wordt een quick-scan uitgevoerd naar beschermde planten endiersoorten. Zonodig wordt een advies gegeven over aanpassing van de plannen. Hetuitvoeren van de toets kan efficiënter en beter worden uitgevoerd als een actueleNatuuratlas van de gemeente Zaanstad aanwezig is.

De gemeente Zaanstad stuurt met elk aanvraagformulier voor een bouwvergunning eenfolder mee over gierzwaluwdakpannen en huismussen om het aantal nestplaatsen binnen degemeente Zaanstad te bevorderen. De folder is tot stand gekomen in samenwerking metGierzwaluwenwerkgroep afdeling Zaanstreek en de Werkgroep Stadsvogels van deVogelbeschermingswacht 'Zaanstreek'.

Maatregelen:

• Opstellen Natuuratlas Zaanstad (onderdeel ruimtelijke milieuvisie/actieplan)

• Actualiseren folder gierzwaluwen en huismussen

6.1.2 Kapvergunning

Een gemeentelijke boom is kapvergunningplichtig. Dat geldt ook voor

monumentale/waardevolle particuliere bomen. Overige bomen mogen zonderkapvergunning worden gekapt. De gemeente geeft een kapvergunning af. Bij debeoordeling zal het belang van behoud van de boom/bomen worden afgewogen tegen dehinder die de aanvrager van de vergunningen ondervindt Bij de beoordeling van dekapvergunningaanvraag wordt ook gekeken naar de natuurwaarden van een boom. In de

gemeente Zaanstad mag tijdens het broedseizoen (15 maart - 15 juni) wel gekapt worden,maar onder voorwaarde dat geen dieren gestoord worden.

6.1.3 Verkeersmaatregelen

Gemeenten kunnen als wegbeheerder maatregelen nemen voor de regulering van hetverkeer. Dit is geregeld in de Wegenverkeerswet (WVW). Bij elk besluit moet wordenaangegeven wat het doel hiervan is. Dit kan zijn:

• Verzekeren van de veiligheid op weg;

• Voorkomen/beperken overlast, hinder of schade door verkeer;

• Voorkomen/beperken aantasting karakter of functie van objecten of gebieden.

Het beschermen van dieren die door het verkeer worden bedreigd valt onder het tweedepunt. Een weg kan worden afgesloten of een maximumsnelheid kan worden ingesteld voorbijvoorbeeld de paddentrek.

In de gemeente Zaanstad speelt dit probleem met overstekende dieren niet op grate schaal.Alleen in een bepaalde tijd van het jaar kan sprake zijn van laag overvliegende wilde eendenof ganzen.

Maatregel:

• Nemen verkeersmaatregelen naar aanleiding van ganzeninventarisatie (PM)

6.1.4 Beheer openbaar groen

De gemeente is beheerder van parken, plantsoenen en openbaar groen. De gemeente kanhier allerlei maatregelen nemen om de leefomgeving voor dieren te verbeteren. Gedachtkan worden aan afstemming van de plantenkeus om bepaalde diersoorten aan te trekken ofjuist minder intensief onderhoud, zodat dieren niet zoveel worden gestoord.

Belangrijk is ook om rekening te houden met het natuurlijke leefpatroon van de dieren. Denkhierbij aan rust in het broedseizoen.

Een gemeente kan de integrale visie voor het openbaar groen voor langere termijnvastleggen. Dit is in 1991 gebeurd door het vaststellen van een Groenstructuurplan. Navaststelling van de ruimtelijke structuurvisie en de ruimtelijke milieuvisie wordt eenonderzoek gestart naar de nut en noodzaak van de actualisatie van het Groenstructuurplanvoor Zaanstad.

Maatregel:

• Onderzoek nut en noodzaak groenstructuurplan

6.1.5 Beheer watergangen

Bij het beheer van de watergangen wordt gebruikt gemaakt van baggeren. Bij dezewerkzaamheden kan het voorkomen dat bepaalde vissen en amfibieën niet op tijd kunnenvluchten en zo met het baggeren op de kant terechtkomen. De mogelijkheid bestaat omvolgens een bepaald protocol diervriendelijker te baggeren. Waterschappen zijn al verplichtte werken volgens een protocol. Voor de gemeente Zaanstad zal worden onderzocht of eenvergelijkbaar protocol noodzakelijk en/of haalbaar is.

Maatregel:

• Onderzoek naar baggerprotocol voor behoud vissen en amfibieën

Ecologische oevers

Door aflopende oevers te creëren in plaats van hoge beschoeiingen kunnen amfibieën enwatervogels makkelijker in en uit het water komen. Bloeiende oevers trekken veel insectenen slakken, welke weer vogels en egels aantrekken.

In Krommenie en Saendelft worden oevers ecologisch onderhouden (eco-oevers) middelsmaaien en afvoeren.

Op beperkte schaal worden nieuwe eco-oevers aangelegd. Het belangrijkste aanleg projectis Eco-oevers Gouw uitvoering in 2009 en 2010. Ook in het nieuwe Veldpark wordenecologische oevers gerealiseerd.

In de bredere hoofdwatergangen kan ongeveer 30% van de totale oeverlengte op termijnecologisch ingericht worden. In de smallere vaarten en in gebieden met veel particulierbotenbezit en stalling op de oever is dit percentage niet haalbaar.Afgezien van het project Eco-oevers Gouw zal de komende jaren de aanwas van ecologischeoevers gering zijn.

6.1.6 Landschapontwikkelplan

Een gemeente kan een landschapontwikkelplan opstellen. Dit is een goed hulpmiddel bijbestemmingsplannen of streekplannen. Het is bovendien een kader waar de gemeente aankan toetsen bij ruimtelijke ingrepen.

Voor alle Natura 2000-gebieden wordt in 2009 een beheerplan vastgesteld gericht op hetonderhoud en/of ontwikkeling van Europees te beschermen natuurwaarden. Daarnaastmogen we er vanuit gaan dat Staatsbosbeheer een beheerplan heeft voor haareigendommen.

6.1.7 Ecologische infrastructuur

Een gemeente kan werken aan een ecologische infrastructuur tussen verschillendenatuurterreinen. Zo kunnen dieren eenvoudig van gebied wisselen en zo de populatie instand houden of uitbreiden. Denk hierbij aan lintvormige beplantingen, viaducten en tunnelsvoor dieren bij drukke verkeerswegen. De gemeente Zaanstad is bezig om zogenaamde

stepping stones te realiseren. Dit houdt in dat het openbaar groen niet daadwerkelijk metelkaar in verbinding staat maar dat wel gebieden bij elkaar in de buurt liggen, zodat dierengemakkelijk naar een volgend gebiedje kunnen springen, vliegen of lopen. Bij nieuweontwikkelingen moet worden nagegaan of deze een barriere kunnen vormen voor de

ecologische infrastructuur. Indien dit het geval is dan moeten maatregelen getroffen wordenom de ecologische infrastructuur in stand te houden. Deze ecologische structuur overlapt ensluit zoveel mogelijk aan op de provinciale ecologische hoofdstructuur.

Drie natuurgebieden in de regio krijgen een extra beschermde status. Het ministerie vanLNV is een procedure gestart om het Wormerveld, Jisperveld, Kalverpolder, polderWestzaan, Oostzanerveld en het Twiske aan te wijzen als Natura 2000 gebied. In degebieden komen bijzondere planten en dieren voor en geldt de Europese Vogel- enHabitatrichtlijn. In de Natura 2000-gebieden zijn onder bepaalde voorwaarden ookrecreatieve activiteiten mogelijk. Behoud van de ecologische waarden staat voorop. Medeop basis van de inspraakreacties neemt de minister van LNV uiteindelijk een definitiefaanwijzingsbesluit voor de Natura 2000-gebieden.

6.1.8 Bevorderen vogels in de wijken

Om de wijken leefbaarder te maken voor vogels kunnen tal van maatregelen wordenbedacht. Zo kan samen met vogelwerkgroepen gewerkt worden, maar ookprojectontwikkelaars kunnen hun steentje (of dakpan) bijdragen.

Een goede impuls voor de stadsecologie is zorgen voor nestgelegenheden voor vogels. Ditkan door middel van nestdakpannen maar ook door NME programma's zoals 'nestkastentimmeren'. Zaanstad kan het goede voorbeeld geven door het plaatsen van nestkasten opalle gemeentelijke gebouwen.

De gemeente Zaanstad zal een vogelcongres organiseren. Hierbij wordt samengewerkt metde vogelbescherming en plaatselijke vogelwerkgroepen, zoals de Zaansegierzwaluwwerkgroep.

Maatregelen:

• Stimuleren plaatsen nestkasten

• Actieplan stadsvogels i.s.m. vogelbescherming

• Folder dakpannen gierzwaluwen

• Folder huismussen

• Organiseren vogelcongres

• Geen vergunning voor afsteken van vuurwerk bij evenementen in broedseizoen

6.2 Overlast door dieren

In steden, parken en woonwijken kunnen groepen dieren leven waarvan overlast wordtervaren. De dieren zelf ondervinden vaak geen overlast en gedijen goed. Vaak ook doordatde dieren door bewoners worden gevoerd. We spreken hier niet van plaagdieren, maar vaneen dierenplaag.

Als burgers klachten hebben over dieren kloppen ze vaak bij de gemeente aan. Zijverwachten dat de gemeente dan ook iets onderneemt om de overlast tegen te gaan. Degemeente is dit niet verplicht. Het is aan de grondbezitter om hier actie tegen teondernemen. Dit kan de gemeente zijn, maar dat hoeft niet. De dierenbeschermingadviseert om eerst te zoeken naar een diervriendelijke oplossing voordat bestrijding van de

dieren plaatsvindt. Hierbij moet ook worden gekeken naar de preventie van dieroverlast.

6.2.1 Vogels

Vaak is sprake van overlast van vogels. Dit kunnen kippen, duiven en gedomesticeerde'boerenganzen' zijn. Elke situatie en dierensoort vergt zijn eigen aanpak. Dedierenbescherming kan hierin adviseren. De dierenbescherming raadt preventievemaatregelen aan. Veelal op het vlak van voedselbeschikbaarheid en inperking van populatiegroei.

Gedacht kan worden aan het schudden van eieren of het bieden van alternatievevoederplaatsen, zodat een andere plek wordt gezocht door de dieren. Ook voorlichtinggeven aan bewoners over niet voederen is belangrijk. Als dit alles niet lukt, kunnen de dierengevangen worden en ergens anders ondergebracht worden. Hierbij moet gedacht worden

aan het onderbrengen in de vogelopvang.

In de gemeente Zaanstad en de gehele regio is overlast van ganzen aanwezig. Om ditprobleem op te lessen is in maart 2009 een onderzoek gestart naar de meest diervriendelijkemanier om dit probleem aan te pakken. Aanvullend wordt een ganzenbeheerplan gemaaktvoor de gemeentelijke locaties. Andere grondeigenaren worden benaderd om de

diervriendelijke methode over te nemen.

Maatregelen:

• Uitvoeren onderzoek en opstellen ganzenbeheerplan

• Voorlichting niet voederen van ganzen en loopeenden

6.2.2 Dierplagen

In Nederland is ook een groot aantal kleine zoogdieren die als plaag gezien kunnen worden.Zoals de mol, muskusrat, beverrat, woelrat, de bruine en zwarte (huis)rat, de huis-, veld- enbosmuis. Ook hazen, konijnen en grijze eekhoorns kunnen overlast bezorgen. Tevens kunneninsecten als wespen, rupsen en bijen overlast veroorzaken. In Zaanstad zal een onderzoek

worden gestart naar welke dieren zorgen voor overlast/plagen. Afhankelijk van dit onderzoekdient te worden gekeken of dit soort dieren door middel van een alternatieve bestrijding kanworden bestreden.

Maatregel:

• Onderzoek wat de meest voorkomende dierplagen binnen Zaanstad zijn enaansluitend wat de meest diervriendelijke manier is om overlast van dierplagen op telessen of tegen te gaan

6.2.3 Verwilderde exoten

Het komt soms voor dat exoten ontsnappen en verwilderen. Denk aan wasberen,waterschildpadden en parkieten. Zij kunnen goed overleven in Nederland, maar eendergelijke nieuwkomer kan het functioneren van het ecosysteem verstoren of een inheemsesoort verdringen. Voorlichting kan helpen om te voorkomen dat dit soort dieren in het wildworden losgelaten.

De gemeente zoekt eerst alternatieven, voordat ze overgaat tot het vangen en doden vandieren. Verder is preventie de beste oplossing. Dit kan door goede voorlichting, een goedekeuze van bestrijdingsmiddelen en goede hygiëne.

Maatregelen:

• Voorlichting ter voorkoming dat exoten worden losgelaten in het wild

• Onderzoeken wat de meest diervriendelijke manier is om overlast van verwilderdeexotische dieren op te lossen of tegen te gaan en eventuele maatregelen doorvoeren

6.2.4 Botulisme

In de warme zomer komt botulisme voor. Dit is een vergiftiging die onder andere bijwatervogels voorkomt. Het wordt veroorzaakt door opname van voedsel en water waarin debacterie Clostridium botulinum aanwezig is. Deze bacterie komt in zuurstofloos water vooren veroorzaakt bij watervogels verlammingsverschijnselen met vaak dood tot gevolg.

Vogels met vergiftigingsverschijnselen kunnen naar de vogelopvang worden gebracht. Het isbelangrijk dat de gemeente afspraken maakt met de dierenambulance over het ophalen enwegbrengen van de zieke vogels. Dode vogels worden afgevoerd naar de milieustraat van

de Dienst Stadsbedrijven.

In het beheerplan Waterhuishouding is opgenomen hoe om te gaan met botulisme.

6.2.5 Verwilderde katten

Verwilderde katten of zwerfkatten kunnen overlast veroorzaken. De beste preventievemaatregel is hier het inperken van de populatie door de dieren te vangen en te castreren ofte steriliseren. Op deze manier wordt voorkomen dat het opvangcentrum vol komt te zittenmet zwerfkatten. Deze actie kan uitgevoerd worden in samenwerking met dierenambulance,

opvangcentra en dierenartsen. De gemeente Zaanstad kan hierin bijdrage door voorlichtingte geven over het nut en noodzaak van castratie of sterilisatie.

Soms is terugplaatsing niet mogelijk. Dan dient een andere plek gezocht te worden. Inprincipe wordt euthanasie niet toegepast zonder dat een medische noodzaak aanwezig is.

Maatregel:

• Voorlichting geven over het nut en noodzaak van castratie/sterilisatie

7 Jacht, beheer en schadebestrijding

In de Flora en Fauna Wet wordt ingegaan op de jacht, maar ook op beheer enschadebestrijding.

7.1 Jacht

In Nederland mag nog vrij gejaagd worden op de haas, fazant, patrijs, wilde eend, konijn enhoutduif. Degene die mag jagen is gekoppeld aan het bezit van de grond. De eigenaar magook zijn terrein verhuren ten behoeve van de jacht. Hij moet echter wel in het bezit zijn vaneen jachtakte en hij mag het wild niet bijvoeren. Een jachthouder is verplicht een redelijke

wildstand in zijn jachtveld te handhaven of te bereiken. Er zijn regels gesteld door hetministerie over onder andere jachtdata. De jacht wordt geregeld met de Flora en Fauna Wet.

7.2 Beheer en schadebestrijding

Het is mogelijk om een uitzondering te maken op de bescherming van beschermdediersoorten in het kader van beheer en schadebestrijding. De provincie kan een vrijstellingverlenen of zelfs opdracht geven om de stand van een aantal diersoorten te beperken. Eengrondgebruiker kan aan anderen schriftelijk toestemming geven om de handelingen door

een ander te laten uitvoeren.

Aan een vrijstelling worden vaak strenge voorwaarden gesteld. In eerste instantie worden ditsoort vrijstellingen alleen verleend aan faunabeheereenheden die een door GedeputeerdeStaten goedgekeurd faunabeheerplan hebben. Verder wordt bekeken of er alternatieven zijn

om schade te beperken.

Afschot helpt vaak niet om een populatie in stand te houden. Een populatie houdt zich inevenwicht. Als dieren worden weggenomen, dan herstelt het gebied zich vanzelf weer tothet oude niveau.

De gemeente Zaanstad heeft zelf geen faunabeheerplan. Staatsbosbeheer heeft deze welvoor zijn grondgebied. De gemeente Zaanstad heeft een ontheffing voor afschot vankonijnen op sportvelden, om te voorkomen dat schade optreedt aan de velden. Deactiviteiten hiervoor zijn uitbesteed. De gemeente Zaanstad heeft weinig grond in bezit in debuitengebieden.

7.3 Vissen (DEZE PARAGRAAF IS NIET VASTGESTELD)

In de gemeente wordt ook gevist. Vissen zijn de oudste gewervelde dieren op aarde.Het is voor mensen relatief eenvoudig om te vissen. Er zijn ruim 2 miljoen sportvissers inNederland. De hengelsportverenigingen in Zaanstad telt 7.000 leden waarvan 500jeugdleden.

Wetenschappers over hele wereld geven aan 'dat vissen emoties en het ervaren van pijn enleed niet ontzegd kan worden'. Vissen kunnen pijn en angst lang onthouden.

Vissenleed bestaat bijvoorbeeld uit:

• Gebroken lijnen en hengels terwijl de vis nog aan de haak zit en ermee wegzwemt;

• Verkeerde haak / bevestiging veroorzaakt inslikken van haak;

• Levend aas gebruiken, wat verboden is;

• Drillen (ophalen en weer laten gaan) van vis zorgt voor stress;

• Vis pakken met droge handen zorgt voor aantasting van slijmhuid (vergelijkbaar met

losrukken van huid);

• Ondeskundig verwijderen haak;

• Vis bewaren in een leefnet;

• Verkeerd doden van vis, zodat vis niet gelijk dood is.

Sinds 1 januari 2007 zijn de sportvisakte en de landelijke grate vergunning met eenwetswijziging veranderd in de VISpas. De VISpas geldt als bewijs van lidmaatschap van dehengelsportvereniging of visrechthebbende federatie en sportvisserij Nederland.Bij de VISpas afgifte wordt over het algemeen niet gevraagd naar de kennis of ervaring vande visser. Zo kan het voorkomen dat er ondeskundigheid, onwetendheid en

onverschilligheid onder de vissers aanwezig is. Wel wordt er veel voorlichting gegeven doorbijvoorbeeld de hengelsportvereniging, waardoor de visser zijn kennis kan vergroten.Kinderen tot 14 jaar kunnen vissen met een speciale jeugdVISpas of jeugdvergunning. Zijhebben geen vergunning nodig als zij gebruik maken van een hengel en onder begeleiding

zijn van een volwassene met VISpas.

De gemeente kan voorwaarden opnemen in een visvergunning of een vergunning weigeren.De gemeente Zaanstad geeft visvergunningen af aan beroepsvissers. In deze vergunning isprecies bepaald in welk gebied ze mogen vissen en met welk materiaal. De vergunningwordt afgegeven door de gemeente Zaanstad. Voor de beoordeling van de aanvraag wordt

advies ingewonnen bij de Kamer voor de Binnenvisserij en de Hengelsport VerenigingZaanstreek (HVZ).

Het weigeren van een visvergunning heeft voor de beroepsvisserij nog niet plaatsgevonden.Indien zij de vergunningvoorschriften niet naleven kan een vergunning worden ingetrokken.Controle wordt uitgevoerd door Handhaving en de Waterpolitie. Ook dehengelsportvereniging heeft zes opgeleide verenigingscontroleurs in dienst en eenopgeleide BOA (buitengewoon opsporing ambtenaar) om misstanden aan de waterkant te

voorkomen en zwartvisserij tegen te gaan. De samenwerking tussen de verschillendecontrole-instanties zou verbeterd kunnen worden. Op dit moment zijn in de gemeenteZaanstad vier beroepsvissers, die een vergunning hebben tot eind 2009.

Maatregelen:

• Onderzoeken of eisen/voorwaarden opgenomen kunnen worden in de visvergunningof weigeren

• Voorlichting (aan kinderen) over vissenleed en tegengaan ondeskundig vissen

• Onderzoeken hoe de samenwerking tussen de verschillende controle-instanties kanworden verbeterd

Op dit moment wordt er veel aan educatie gedaan door de hengelsportverenigingZaanstreek. Er wordt bijvoorbeeld les gegeven op scholen, cursussen gegeven aan vissers enjeugdcursussen gegeven. Voorlichting is belangrijk om vissenleed door ondeskundig vissen

tegen te gaan.

8 Organisatie

De verschillende taken die betrekking hebben op dierenwelzijn zijn erg verdeeld over deverschillende diensten van de gemeente Zaanstad. Zo worden de vergunningen afgegevendoor de dienst Publiek en vind de toetsing op bouwplannen en bestemmingsplannen plaatsbij de dienst Wijken. Een centraal ambtelijk aanspreekpunt voor dierenwelzijn is aanwezig bijde afdeling Milieu. Via het callcenter en de website wordt gezorgd dat dit aanspreekpuntgoed bereikbaar is.

Maatregel:

• Aanspreekpunt dierenwelzijn bekend maken via website en callcenter

8.1 Samenwerken

De gemeente Zaanstad kan niet alles zelf doen op het gebied van dierenwelzijn.Samenwerking met andere organisaties is noodzakelijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hetdierenasiel, de dierenambulance, de dierenbescherming, milieudefensie en overigenatuurorganisaties in de gemeente Zaanstad. Gezamenlijk moet tot ideeën worden gekomen

om het onderwerp dierenwelzijn verder uit te werken.

De gemeente Zaanstad sluiten bij het halfjaarlijkse ketenoverleg van het dierenasiel,ambulance, vogelopvang en de dierenbescherming aan. De gemeente Zaanstad zal desamenwerking tussen de verschillende instanties bevorderen en waar mogelijk ooksamenwerken met de dierenbescherming. Het betreft een lerend netwerk. De jaarplannendienen op elkaar afgestemd te worden.

Maatregelen:

• Ketenoverleg dierenasiel, dierenambulance, vogelopvang en dierenbescherming (tweekeer per jaar en ad-hoc)

8.2 Voorlichting

Voorlichting is belangrijk om het dierenwelzijn te bevorderen. Hierdoor wordt kennisverspreid over gezondheid en welzijn van dieren. De gemeente Zaanstad kan zo op eenrelatief eenvoudige wijze al een bijdrage leveren aan een beter welzijn van dieren. Doorvoorlichting te geven worden de projecten van de diverse dierenwelzijnsorganisaties beter

bekend.

Op de website van Zaanstad zal het onderwerp dierenwelzijn worden toegevoegd. Hierbijworden links gemaakt naar alle dierenwelzijnsorganisatie die in de gemeente Zaanstadaanwezig zijn.

Een overkoepelende dierenagenda wordt gemaakt met alle data van bijeenkomsten ofevenementen waar dieren bij betrokken zijn. Alle dierenorganisaties kunnen hier hunbijdrage aan leveren (bijvoorbeeld 4 oktober dierendag, kinderboerderijenweekend en deopen dagen van het dierenasiel).

Maatregelen:

• Voorlichting geven in krant en op website over diverse onderwerpen

• Op website links plaatsen van de dierenwelzijnsorganisatie binnen de gemeenteZaanstad

• Gemeentegids voorzien van dierenwelzijnonderwerpen

• Dierenagenda Zaanstreek

9 Planning maatregelen en financiën

9.1 Planning maatregelen

Hieronder worden alle maatregelen genoemd. De genoemde jaren zijn indicatief. Er zijnmaatregelen die elk jaar weer terugkomen.

Maatregelen

2009

2010

Wie

Opvang dieren

• Vogelopvang

X

X

Vogelopvang

• Dierenasiel

X

X

Dierenasiel

• Dierenambulance

X

X

Dierenambulance

• Stimuleren certificering asiel en pensions

X

X

Dierenasiel/

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Ketenoverleg

X

X

Asiel/ambulance/DB/

vogelopvang

• Omzetten subsidie vogelopvang en dierenasielin een opdrachtgever/opdrachtnemer

overeenkomst

X

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Subsidieovereenkomst tussen

dierenambulance en gemeente sluiten

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

Preventie zwerfdieren

• Stimuleren chippen honden en katten

X

X

Asiel/ambulance/DB

• Voorlichting nut castratie/sterilisatie

X

X

Asiel/ambulance/DB

• Voorlichting impulsaankopen

X

LICG

• Voorlichting terugvinden van huisdieren

X

Asiel/ambulance/DB

• Voorlichting voorkoming loslaten exoten

X

Asiel/ambulance/DB

• Hondenbeleid evalueren

X

Gemeente Zaanstad

(Beheer)

• Folder spelregels hondenbezit etc.

X

Gemeente Zaanstad

(Beheer)

• Uitvoeren onderzoek en opstellen

Ganzenbeheerplan

X

ZNMC

• Uitvoeren maatregelen n.a.v.

ganzenbeheerplan

X

ZNMC (PM)

Stimuleren vogels in de wijk

• Stimuleren plaatsen nestkasten

X

Vogelbescherming

• Actieplan stadsvogels

X

ZNMC

• Folder dakpannen gierzwaluwen en

huismussen

X

ZNMC

• Folder huismussen

X

ZNMC

• Vogelcongres

X

ZNMC

• Geen vergunning vuurwerk in broedseizoen

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Voorlichting bescherming vogels

X

l.s.m.

Vogelbescherming

Flora en Faunawet

• Dierenwelzijn laten meewegen in vergunningen

bestemmingsplanprocedures

X

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Opstellen Natuuratlas Zaanstad

X

X

ZNMC

Beheer openbare ruimte

• Onderzoek nut en noodzaak

groenstructuurplan

X

Gemeente Zaanstad

(Stad)

• Onderzoek baggerprotocol t.b.v. behoud

vissen en amfibieën

X

Gemeente Zaanstad

(Beheer)

• Ecologische oevers

X

Gemeente Zaanstad

(Beheer)

Voorlichting gemeentegids, internet

• Meldpunt dierenmishandeling

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Aanspreekpunt dierenwelzijn

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Links met dierenwelzijnsorganisaties

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Dierenagenda Zaanstreek

X

ZNMC

• Onderzoek bestemmingsplan en ontmoedigingbio-industrie en proefdierbedrijven

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Onderzoek aanpassen visvergunning

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu/ZNMC)

• Voorlichting tegengaan vissenleed/hengelen

X

Visbescherming

• Onderzoeken hoe de samenwerking tussen deverschillende controle-instanties kan wordenverbeterd

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu)

• Onderzoek naar dierplagen en diervriendelijkemanier van bestrijding

X

Gemeente Zaanstad

(Milieu, afdeling

Beheer, afdeling

Communicatie)/

ZNMC,

9.2 Financiën

Wat betreft de planning en financiën is de beleidsnota Dierenwelzijn gebaseerd op hettoegekende financiële kader van de raad. In deze nota zijn geen nieuwebeleidsonderwerpen opgenomen waarvoor extra geld vrijgemaakt moet worden.

Beschikbaar in begroting

2009

2010

Dierenwelzijn

€ 30.000

€ 30.000

Subsidies maatschappelijke ondersteuning en welzijn

€ 50.000

€ 50.000

Afvalstoffenheffing

€ 5.000

€ 5.000

Totaal

€ 85.000

€ 85.000

Voor 2010 zijn de bedragen nog onbekend omdat de subsidie voor de vogelopvang en hetdierenasiel omgezet wordt in een opdrachtgever/opdrachtnemer overeenkomst. De €5.000vanuit de afvalstoffenheffing voor de Dierenambulance staat hier los van. Zij zullen in 2010net zoals in 2009 €5.000 subsidie krijgen. De bedragen genoemd in onderstaandfinancieringsoverzicht zijn in hoofdzaak indicatieve bedragen gebaseerd op voorgaandejaren. Ook is weergegeven uit welke begrotingsposten bepaalde maatregelen wordengefinancierd.

Jaar

2009

2010

Dierenwelzijn

€30.000

€30.000

• Vogelopvang

-€5.000

Onbekend

• Kinderboerderijen onderzoek

-€5.000

Onbekend

• Kinderboerderijen maatregelen

-

Onbekend

• Ganzenbeheerplan

-€2.500

Onbekend

• Vogelcongres, actieplan stadsvogels

-€5.000

Onbekend

• Dierplagen

-€2.500

Onbekend

• Voorlichting

-€5.000

Onbekend

• Overige kosten

-€5.000

Onbekend

Subsidies maatschappelijke ondersteuning en welzijn

€50.000

€50.000

• Dierenasiel

-€50.000

Onbekend

Afvalstoffenheffing

€5.000

€5.000

• Dierenambulance

-€5.000

-€5.000

Het voorstel is om jaarlijks de nota Dierenwelzijn te evalueren op het effect van beleid, debehaalde resultaten en benodigde financiële middelen voor de maatregelen.

Afkortingenlijst

AID

Algemene Inspectiedienst

AMvB

Algemene Maatregel van Bestuur

APV

Algemeen Plaatselijke Verordening

AWB

Algemene Wet Bestuursrecht

B&W

Burgermeester en Wethouders

Beheer

Beheer afdeling Beheer van de sector Realisatie & Beheer, dienst Wijken, gemeente

Zaanstad

Communicatie

afdeling Communicatie, Concernstaf, gemeente Zaanstad

DB

Dierenbescherming

DEC

Dier Experimenten Commissie

EU

Europese Unie

FDN

Federatie Dierenambulances Nederland

FFW

Flora- en FaunaWet

GS

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

GWWD

Gezondheid- en WelzijnsWet voor Dieren

HVZ

Hengelsport Vereniging Zaanstreek

LID

Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming

LICG

Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren

LNV

ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Milieu

afdeling Milieu van de sector Ruimte & Milieu, dienst Wijken, gemeente Zaanstad

PM

Pro Memorie

WZ

afdeling Welzijn en Zorg van de sector Maatschappelijke Ontwikkeling dienst Wijken, gemeente Zaanstad

NME

Stichting Natuur & Milieu Educatie

SKBN

Stichting KinderBoerderijen Nederland

SVZ

Stichting Vogelopvang Zaanstreek

VDZ

Vereniging Dierenambulance Zaanstreek

Wvw

Wegenverkeerswet

Wm

Wet milieubeheer

VOND

Vereniging van Opvangcentra van Niet-gedomesticeerde Dieren

WOD

Wet Op de Dierproeven

ZNMC

Zaans Natuur & Milieu Centrum

ZNMO

Zaanse Natuur en Milieu Overleg

ZSD

Zaanse Stichting Dierenzorg

10 Referenties

• Aanbevelingen gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid, Dierenbescherming, oktober 2008.

• Dierenwelzijn, een inventarisatie, gemeente Zaanstad, oktober 2006.

• Collegeprogramma 'De Zaankanters maken de streek', gemeente Zaanstad, april 2006.

• Algemene Plaatselijke Verordening (APV), gemeente Zaanstad.

• Goede raad is duurzaam, ZNMO, Zaanse Natuur en Milieu Overleg, voorjaar 2006.

• Dierenwelzijn in provincie en gemeente, het juridische kader.