Regeling vervallen per 18-11-2015

Beleidsregels reclame- en standplaatsenbeleid Inverdan 2012

Geldend van 26-10-2015 t/m 17-11-2015 met terugwerkende kracht vanaf 06-01-2015

Intitulé

Beleidsregels reclame- en standplaatsenbeleid Inverdan 2012

Beleidsregels reclame- en standplaatsenbeleid Inverdan 2012

Titel 1.Toepassingsbereik

Deze beleidsregels hebben betrekking op de uitoefening binnen Inverdan van de bevoegdheden van het college ingevolge de artikelen 2:6, 4:15 en 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

Artikel APV

Beleidsregel

Artikel 2:6, eerste lid

2

Artikel 2:6, vijfde lid

1

Artikel 4:15

6

Artikel 5:18, eerste lid

7, 8, 9

Titel 2. Beleidsregels

Onderstaand worden de (onderdelen van) artikelen van de APV weergegeven met daaronder de beleidsregel/beleidsregels die daarop betrekking heeft/hebben.

Artikel 2:6 Aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen (z)

    • 1.

      Ieder, die op of aan de weg reclamebiljetten, promotiemateriaal of andere geschriften onder het publiek verspreidt, is verplicht deze, voorzover zij in de omgeving op de weg of op een ander voor het publiek toegankelijke plaats worden achtergelaten, terstond te verwijderen.

    • 2.

      Het is verboden op door het college aangewezen plaatsen reclamebiljetten, promotiemateriaal of andere geschriften aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken, leden, donateurs of klanten te werven, producten of monsters van producten uit te delen dan wel personen staande te houden ten behoeve van het uitvoeren van een enquête of een onderzoek.

    • 3.

      Het college kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren.

    • 4.

      Het verbod geldt niet voor het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van gedrukte of geschreven stukken en afbeeldingen.

    • 5.

      Het college kan ontheffing verlenen van het in het tweede lid gestelde verbod.

    • 6.

      Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing

    Beleidsregel 1

    Het college heeft een aanwijsbesluit genomen voor het voetgangersgebied en gemengd gebied binnen de bestemmingsplan begrenzing van Inverdan zoals aangegeven in bijlage 1 bij deze beleidsregels, met uitzondering van de in de bijlage aangegeven locaties. Binnen het aangewezen gebied verleent het college geen ontheffing van het flyerverbod, behoudens voor het verspreiden dan wel aanbieden van promotiemateriaal van politieke partijen op de dag dat er politiekeverkiezingen worden gehouden en in de periode van drie weken daaraan voorafgaand.

    Beleidsregel 2

    Bij overtreding van het gebod van artikel 2:6, eerste lid, van de APV kiest het college voor toepassing van artikel 5:31 Awb. Dit betekent dat het college terstond bestuursdwang toepast, zonder voorafgaande last.

    Zonder voorafgaande last houdt in dat de gemeente ervan afziet de overtreder schriftelijk een termijn te geven om achtergelaten flyers en promotiemateriaal zelf op te ruimen. Het college streeft ernaar dat Inverdan te allen tijde vrij is van rondzwervend afval. Als de gemeente constateert dat de openbare ruimte is vervuild door achtergelaten flyers en promotiemateriaal, worden deze direct verwijderd. De kosten van bestuursdwang worden ten laste van de overtreder gebracht.

Artikel 4:15 Verbod ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclame

  • 1.

    In dit artikel wordt onder reclame verstaan: het aanprijzen van of de aandacht vestigen op diensten, goederen, activiteiten, doelstellingen of namen.

  • 2.

    Het is verboden op of aan een roerende of een onroerende zaak reclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding, indien daardoor:

    • 1.

      Het verkeer in gevaar wordt gebracht

    • 2.

      ernstige hinder ontstaat voor de omgeving,

    • 3.

      het stadsbeeld ernstig wordt ontsierd, of

    • 4.

      afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van de openbare ruimte.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor reclame in bepaalde gebieden en aangeven wanneer reclame niet toelaatbaar is, omdat deze naar het oordeel van het college ernstig ontsierend is voor het stadsbeeld of afbreuk doet aan de kwaliteit van de openbare ruimte.

Beleidsregel 6

Bij overtreding van het verbod op hinderlijke of gevaarlijke reclame treedt het college op door het opleggen van een last onder bestuursdwang met een begunstigingstermijn van 24 uur vanaf het moment dat de overtreder over het voornemen tot handhaving is geïnformeerd.

Indien reclameborden aan straatmeubilair ernstige hinder opleveren voor de omgeving of het verkeer in gevaar brengen, kiest het college voor toepassing van artikel 5:31 Awb. Dit betekent dat het college terstond bestuursdwang toepast, zonder voorafgaande last.

Zonder voorafgaande last houdt in dat de gemeente ervan afziet de overtreder schriftelijk een termijn te geven om zelf de reclame te verwijderen. Reclame die ernstige hinder voor de omgeving oplevert of het verkeer in gevaar brengt, dient immers zo snel mogelijk te worden verwijderd. De kosten van bestuursdwang worden ten laste van de overtreder gebracht.

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

Beleidsregel 7

De inrichting van Inverdan voorziet niet in de benodigde ruimte voor standplaatsen. In het belang van de openbare orde en veiligheid verstrekt het college geen vergunningen voor een standplaats in Inverdan, behoudens de volgende uitzonderingen.

  • 1.

    Op de zes locaties zoals aangegeven in de bijlage bij deze beleidsregels is voldoende ruimte voor een tijdelijke standplaats. Het college verstrekt uitsluitend een vergunning voor een standplaats op een van deze locaties, indien het een tijdelijke standplaats betreft die aan het eind van de dag wordt afgebroken en opgeruimd. Per locatie wordt niet meer dan één standplaats vergund, behoudens in het geval van een verkiezingsbijeenkomst van politieke partijen.

  • 2.

    Per kalenderjaar wordt per winkel maximaal één vergunning verstrekt voor een tijdelijke standplaats voor de voorgevel van de winkel, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    a) zowel de winkel als de kraam zijn gericht op de verkoop van voor directe consumptie geschikte levensmiddelen (food);

    b) de kraam wordt geëxploiteerd door de exploitant van de winkel.

Beleidsregel 8

Indien een standplaats wordt gebruikt voor het uitdelen van monsters en ander reclameobjecten, is de kans groot dat dit leidt tot vervuiling van het openbaar gebied in Inverdan. In het belang van de openbare orde en de bescherming van het milieu dient een vergunning in beginsel te worden geweigerd.

Teneinde het verlenen van een vergunning toch mogelijk te maken, verbindt het college aan een vergunning het voorschrift dat de vergunninghouder de uitgedeelde reclameobjecten, voor zover zij in de omgeving op de weg of op een ander voor het publiek toegankelijke plaats worden achtergelaten, terstond verwijdert.Bij overtreding van dit vergunningsvoorschrift kiest het college voor toepassing van artikel 5:31 Awb. Dit betekent dat het college terstond bestuursdwang toepast, zonder voorafgaande last. De kosten van bestuursdwang worden ten laste van de overtreder gebracht.

Zonder voorafgaande last houdt in dat de gemeente ervan afziet de overtreder schriftelijk een termijn te geven om achtergelaten monsters en andere reclameobjecten zelf op te ruimen. Het college streeft ernaar dat Inverdan te allen tijde vrij is van rondzwervend afval. Als de gemeente constateert dat de openbare ruimte vervuild is door achtergelaten reclameobjecten, worden deze direct verwijderd. De kosten van bestuursdwang worden ten laste van de overtreder gebracht.

Beleidsregel 9

Vervallen m.i.v. 6 januari 2015