Subsidieregeling Stimuleringssubsidie Zaanstad 2015

Geldend van 13-02-2015 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Stimuleringssubsidie Zaanstad 2015

De raad van de gemeente Zaanstad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 december 2014, nr 262683

gezien het advies van de Cliëntenraad Werk en Inkomen Zaanstad-Oostzaan

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Stimuleringssubsidie Zaanstad 2015.

Tekst van de regeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Social return on investment

Een principe dat de gemeente hanteert bij de inkoop van producten en diensten. Dit houdt in dat opdrachtnemers voor een percentage van de omvang van de opdracht, werkloze werkzoekenden, mensen met een SW-indicatie, en leerlingen aan een (leer)werkplek helpen.

Artikel 2 Doel van de regeling

  • 1. Het doel van de stimuleringssubsidie Zaanstreek-Waterland is om werkgevers te stimuleren vacatures beschikbaar te stellen om de doelgroep een kans te geven in hun bedrijf.

  • 2. De stimuleringssubsidie wordt verstrekt ter compensatie van lagere arbeidsproductiviteit en/of benodigde begeleiding. Eventuele (bij) scholing wordt door de werkgever verzorgd.

  • 3. Door het verrichten van werkzaamheden in loondienst, doet de doelgroep werkervaring op. Deze werkervaring draagt bij aan de kansen van de doelgroep om uitkeringsonafhankelijk te worden. Het doel is dat de werknemer zoveel mogelijk werkervaring opdoet om zijn kansen op regulier werk te vergroten.

  • 4. De arbeidsmarktregio Zaanstreek-Waterland wenst een zo groot mogelijke diversiteit aan branches en functies hiervoor te bereiken en tijdelijk werk hierbij te betrekken.

Artikel 3 Toepassingsbereik

De stimuleringssubsidie wordt generiek toegepast. Het kan alle werkgevers, waaronder uitzendbureaus, in alle sectoren van de economie betreffen. Uitzendbureaus bieden door hun rol op de arbeidsmarkt voor werkzoekenden in toenemende mate een toegang tot werk.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Een werkgever komt in aanmerking voor de tijdelijke stimuleringssubsidie indien hij iemand in dienst neemt uit de doelgroep of iemand een uitzendovereenkomst aanbiedt, én aan de subsidieregels voldoet.

Artikel 5 Doelgroep

  • 1. 1.De werkzoekende is inwoner van de gemeente Zaanstad en

    • a.

      ontvangt van de gemeente Zaanstad tot de ingangsdatum arbeidsovereenkomst, een Participatiewet, Ioaw, of Ioaz uitkering óf;

    • b.

      is tot de ingangsdatum arbeidsovereenkomst verloond volgens de participatiewet c.s.

    • c.

      én heeft een afstand tot de arbeidsmarkt, komt zonder deze voorziening niet zelfstandig of moeilijk aan het werk.

    • d.

      én het college het aanbieden van deze voorziening gericht op arbeidsinschakeling noodzakelijk acht.

    • e.

      én voor de werknemer in de voorafgaande 3 jaar geen loonkostensubsidie op grond van de Zaanse trajectbaan of Zaanbaan, bij dezelfde werkgever is verstrekt. We rekenen terug vanaf de ingangsdatum van de overeenkomst.

Artikel 6 Hoogte en duur van de subsidie

  • 1. De stimuleringssubsidie wordt maximaal 12 maanden verstrekt.

  • 2. De hoogte van de stimuleringssubsidie bedraagt maximaal € 5.000,- bij een voltijdsdienstverband van een jaar. De maximale subsidie is gebaseerd op 36 uur per week.

  • 3. De stimuleringssubsidie is in beginsel niet hoger dan de hoogte van de uitkering van de werkzoekende.

  • 4. Als de werknemer parttime werkt, wordt de subsidie naar verhouding verlaagd en gebaseerd op het aantal gewerkte uren.

  • 5. Voor uitzendbureaus geldt er geen minimum aantal uren per week. De hoogte wordt achteraf vastgesteld op basis van het aantal gewerkte uren.

  • 6. De hoogte van de stimuleringssubsidie is afhankelijk van de leeftijd van de in dienst genomen belanghebbende en bedraagt bij een fulltime dienstverband bij een leeftijd van:

    • a.

      18 jaar maximaal € 2.500,-

    • b.

      19 jaar maximaal € 3.000,-

    • c.

      20 jaar maximaal € 3.500,-

    • d.

      21 jaar maximaal € 4.000,-

    • e.

      22 jaar maximaal € 4.500,-

    • f.

      23 jaar maximaal € 5.000,-

Artikel 8 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Het college verdeelt het beschikbare subsidiebudget in de volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen tot het maximum van het van toepassing zijnde subsidie plafond is bereikt.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag door de werkgever wordt met een aanvraagformulier ingediend

  • 2. De aanvraag bevat in ieder geval de via het aanvraagformulier voorgeschreven gegevens, waaronder

    • a.

      Naam en adresgegevens van de aanvrager

    • b.

      Kopie van de arbeidsovereenkomst

    • c.

      Datum

    • d.

      Ondertekening

  • 3. Het college kan aanvullend op de aanvraag om extra inlichtingen vragen.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor een stimuleringssubsidie wordt ingediend binnen 1 maand na het ingaan van de arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst.

Artikel 11 Subsidiecriteria

  • De stimuleringssubsidie wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de volgende criteria

  • 1. Een arbeidsovereenkomst van een aaneengesloten periode van minimaal 6 maanden en minimaal 16 uur per week wordt aangegaan.

  • 2. Voor uitzendbureaus geldt dat uitzendcontracten hiervoor ook in aanmerking komen. Het gaat om de feitelijk gerealiseerde uren. Zij sluiten een arbeidsovereenkomst (contract, detacherings-uitzendovereenkomst)

  • 3. De werkgever betaalt het rechtens geldende loon inclusief de daaruit voortvloeiende afdrachten.

  • 4. Vanuit goed werkgeverschap verklaart de werkgever begeleiding te bieden.

  • 5. De vacature is niet ontstaan door reorganisatie of afvloeiing, tot een half jaar voorafgaand aan het verzoek tot de subsidie. Er mag geen sprake zijn van verdringing op de arbeidsmarkt.

  • 6. Lid 5 geldt ook voor de opdrachtgever van het uitzendbureau.

  • 7. Er is geen uitstel (surseance) van betaling of faillissement voor het bedrijf aangevraagd.

  • 8. De werkgever staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • 9. Het uitzendbureau staat ingeschreven bij de kamer van Koophandel.

  • 10. Het uitzendbureau is aangesloten bij een branchevereniging.

  • 11. Het uitzendbureau is gecertificeerd door de Stichting Normering Arbeid.

  • 12. De nieuwe werknemer behoort tot de doelgroep waarbij het college de inzet van de stimuleringssubsidie als een noodzakelijke voorziening beoordeelt om de uitkeringsgerechtigde een arbeidsovereenkomst aan te laten gaan. Het college wijst de aanvraag af indien het college oordeelt dat een andere dan wel goedkopere voorziening de kortste weg naar arbeidsinschakeling is.

  • 13. Bij ontslag in de proeftijd is er geen aanspraak op subsidie.

  • 14. De werkgever verklaart geen andere subsidie(s) te (hebben) ontvangen voor dezelfde kosten.

  • 15. Indien een tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan de werkgever te wijten is, kan de subsidie worden teruggevorderd.

  • 16. Subsidies of voorschotten waarop de werkgever ten tijde van de verlening of naderhand geen recht had, kan het college terugvorderen, dan wel verrekenen met nog te betalen subsidies.

  • 17. Bedrijven die op basis van ”Social return on investment” een percentage van de loon/aanneemsom in moeten zetten voor het in dienst nemen van mensen uit de doelgroep, worden uitgesloten van de stimuleringssubsidie.

  • 18. Indien aan de SROI verplichting is voldaan komt de werkgever, bedoeld in het vorige lid, weer in aanmerking voor de stimuleringssubsidie.

  • 19. Indien voor een werknemer gebruik wordt gemaakt van de jongerenvoucher, is gebruik van de stimuleringssubsidie uitgesloten.

  • 20. Bij de verlening van de subsidie kan het college aanvullende voorwaarden opleggen.

Artikel 12 Beslistermijn

  • 1. Conform artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014 wordt op basis van volgorde van indiening, door of namens het college beslist binnen negen weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag.

  • 2. De in het eerste lid gestelde termijn kan, met redenen omkleed, met ten hoogste negen weken verdaagd worden.

Artikel 13 Weigeringsgronden

  • Naast de in artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening Zaanstad 2014 genoemde weigeringsgronden wordt de subsidie niet verleend indien:

  • 1. Niet is voldaan aan de eisen en criteria in deze regeling.

  • 2. Het subsidieplafond is bereikt.

  • 3. De subsidieaanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.

  • 4. Subsidieaanvragers waarvan is aangetoond dat ze oneigenlijk gebruik maken van subsidies, worden voor de duur van 3 jaar uitgesloten van subsidies.

Artikel 14 Verplichtingen

Naast de in de artikelen 10, 11 en 12 van de Algemene subsidieverordening Zaanstad 2014 genoemde verplichtingen gelden de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De werkgever is verplicht per ommegaande wijzigingen door te geven aan de gemeente, die gevolgen hebben voor de aanvang, duur en hoogte van de subsidieverlening.

Artikel 15 Verantwoording

  • 1. De subsidieverlening kan o.g.v. artikel 13 van de Algemene Subsidieverordening worden gecontroleerd. De subsidieontvanger is verplicht hieraan medewerking te verlenen.

  • 2. De subsidieontvanger verleent de gemeente Zaanstad desgevraagd inzage in zijn administratie zodat de gemeente kan nagaan of de werkgever heeft voldaan aan zijn verplichtingen van uit de subsidiebeschikking. Dit recht op inzage heeft ook betrekking op een door de gemeente aan te wijzen registeraccountant.

Artikel 16 Subsidievaststelling

  • 1. De werkgever verstrekt ten behoeve van de vaststelling, binnen twee maanden na afloop van de arbeidsovereenkomst, het vaststellingsformulier en de daarin gevraagde stukken waaronder een kopie van alle salarisspecificaties c.q. loonstroken, urenstaten.

  • 2. Bij tussentijds vertrek van de werknemer wordt de werkgever naar rato van het aantal maanden dat het dienstverband heeft geduurd, uitbetaald.

  • 3. De werkgever is verplicht per ommegaande wijzigingen door te geven aan de gemeente, die gevolgen hebben voor de aanvang, duur en hoogte van de subsidieverlening.

  • 4. De subsidie wordt achteraf, na 6 maanden en na einde dienstverband uitbetaald.

  • 5. Indien de werkgever inkomsten voor een kandidaat vanuit een voorliggende voorziening (ziektewet, WIA enz.) ontvangt, vervalt het recht op subsidie.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager of subsidieontvanger.

Artikel 18 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 19 Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Stimuleringssubsidie Zaanstad 2015.

  • 2. De regeling Loonkostensubsidie ZaanBaan 2014 wordt ingetrokken.

  • 3. Hoofdstuk 10 Loonkostensubsidie ZaanBaan van de Beleidsregels werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2015 vervalt. Het nieuwe hoofdstuk 10 heet Stimuleringssubsidie. In de nieuwe inhoud van dit hoofdstuk wordt verwezen naar de ‘Subsidieregeling Stimuleringssubsidie Zaanstad 2015’

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 januari 2015.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

Algemeen

Binnen de arbeidsmarktregio Zaanstreek-Waterland, bestaande uit de gemeenten Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad, Zeevang en UWV en WSW bedrijf, zijn recent afspraken gemaakt om vooruitlopend op de invoering van de Participatiewet, te streven naar een gelijkluidend beleid t.a.v. stimuleringspremies. Door het regionaal gelijktrekken van de hoogte en voorwaarden voor de tijdelijke stimuleringspremie kan het werkgeversservicepunt alle werkzoekenden in de regio onder dezelfde voorwaarden bemiddelen naar werk.

Een stimuleringssubsidie Zaanstreek-Waterland is één van de instrumenten in de werkgeversdienstverlening. Deze regeling maakt onderdeel uit van een totaalpakket aan regionale werkgeversinstrumenten. De arbeidsmarktregio Zaanstreek-Waterland zet deze in met als doel het terugdringen van mensen die aan de kant staan. Werkgevers nemen een centrale positie in, de dienstverlening moet aansluiten bij wensen en behoeften van werkgevers.

Het uitgangspunt bij werkgeverdienstverlening is maatwerk. Maatwerk om belemmeringen bij werkgevers weg te nemen en te stimuleren dat ze kandidaten uit de doelgroep aannemen.

Een werkgever komt in aanmerking voor een stimuleringssubsidie als hij een kandidaat in dienst neemt. De stimuleringssubsidie is een investering in de toekomst zodat een nieuwe werknemer werkervaring opdoet en zijn kansen op de arbeidsmarkt vergroot.

Deze regeling beschrijft de subsidieregels voor deze stimuleringssubsidie .

Samengevat wordt de oude regeling verbreed. Ook werk via uitzendconstructies, dat in de huidige markt veel mogelijkheden biedt voor onze werkzoekenden om werkervaring op te doen, wordt met een stimuleringspremie gestimuleerd.

Artikelsgewijs

Niet genoemde artikelen behoeven geen toelichting.

Artikel 5, lid 1 d Doelgroep

Het college levert maatwerk bij het bepalen welke re-integratie voorziening voor een kandidaat nodig is. De voorziening is het resultaat van een zorgvuldige, op de persoon toegesneden, afweging. In het kader van deze regeling is het resultaat van de afweging of de stimuleringssubsidie een noodzakelijke voorziening is i.v.m. de kansen op de arbeidsmarkt. Van belang is de koppeling met de bevordering van de arbeidsmarktpositie van de kandidaat.

Bij deze afweging zijn de volgende aspecten van belang: de mogelijkheden, werkervaring (in kansrijke sectoren), opleiding (gericht op kansrijke sectoren), gezinssituatie, werkloosheidsduur. Deze opsomming is niet limitatief. De aspecten leiden in onderling verband tot een oordeel over de voorziening c.q. het traject voor de kandidaat.

Een voorbeeld: Een werkgever wil voor een net afgestudeerde HBO-er, in een opleiding gericht op een kansrijke sector, voor een kandidaat zonder verdere belemmeringen, gebruik maken van de stimuleringssubsidie. Hier ontbreekt de koppeling met de bevordering van de arbeidsmarktpositie van de kandidaat en daarmee ontbreekt de noodzakelijkheid van de voorziening. In een dergelijk geval is het niet noodzakelijk/doelmatig om meteen een re-integratie instrument in te zetten.

Artikel 11 Subsidiecriteria lid 5

Er mag geen sprake zijn van verdringing op de arbeidsmarkt. De werkgever verklaart, dat in de periode tot een half jaar voorafgaand aan het verzoek tot de subsidie, niet een of meer overeenkomsten of aanstellingen tot het verrichten van vergelijkbare arbeid beëindigd zijn op bedrijfseconomische gronden, dan wel er is geen ontslagprocedure om bedrijfseconomische redenen in behandeling.

Een subsidieverzoek van de werkgever wordt niet gehonoreerd indien de werkgever korter dan 6 maanden voorafgaand aan de aanvraag, een andere medewerker die met een tijdelijke loonkostensubsidie bij hem in dienst was en naar behoren functioneerde, geen contractverlenging heeft aangeboden.