Regeling onkostenvergoedingen

Geldend van 01-06-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling onkostenvergoedingen

Regeling onkostenvergoedingen

Artikel 1 Maaltijdvergoeding

Een medewerker die op verzoek van zijn leidinggevende na een werkdag van minimaal 8 uren moet doorwerken tussen 17:00 uur en 20:00 uur, en daardoor niet in de gelegenheid is om thuis te eten, komt in aanmerking voor een maaltijdvergoeding van maximaal €7,50.-. Dit geldt ook voor de medewerker die bij een oproep tijdens een wachtdienst op locatie werkzaamheden moet verrichten gedurende langer dan twee uur.

Artikel 2 Wasgeldvergoeding

Medewerkers werkzaam in een functie waarvan de directie dit artikel van toepassing heeft verklaard komen in aanmerking voor een vergoeding van de kosten voor het wassen van werkkleding. De vergoeding bedraagt €23,- netto per maand op basis van een fulltime dienstverband. Bij een parttime dienstverband wordt de vergoeding naar evenredigheid verminderd.

Artikel 3 Verhuiskostenvergoeding

Een medewerker komt in aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding als de medewerker bij indiensttreding 25 km of meer van de werkplek verwijderd woont en als de verhuizing naar de gemeente Zaanstad binnen 2 jaar na indiensttreding plaatsvindt.

Een verhuiskostenvergoeding bestaat uit:

  • .

    een bedrag voor de kosten van het vervoer van de inboedel;

  • .

    een vast bedrag ter hoogte van 12% van het maximum jaarsalaris van schaal 9.

De volledige vergoeding wordt toegekend, ongeacht het aantal aanstellingsuren. De verhuiskostenvergoeding wordt toegekend na ondertekening van een aanvraagformulier, waarin de aanvrager verklaart de vergoeding te zullen terugbetalen, indien hem binnen 2 jaar na de verhuisdatum op eigen verzoek ontslag zal worden verleend. Het bevoegd gezag kan van de terugbetalingsverplichting afzien in verband met specifieke redenen.

Artikel 4 Kledingvoorziening

Bij kledingvoorziening bestaat onderscheid tussen: werkkleding, schutkleding/ ARBO-kleding en uniform. Schutkleding/ARBO-kleding en uniform worden in bruikleen verstrekt door de betreffende dienst, werkkleding wordt doorgaans door de medewerker zelf aangeschaft. De directie kan nadere voorschriften t.a.v. de kleding vaststellen, na instemming van de Ondernemingsraad (OR). Bij onjuist gebruik van de tijdens het uitoefenen van de functie gedragen kleding kan de leidinggevende de medewerker hierop aanspreken. Indien werkkleding alleen tijdens het werk kan worden gedragen, dan is de vergoeding onbelast.

Werkkleding

  • .

    De werkkleding moet voldoen aan door de directeur vastgestelde, nadere bepalingen en moet in ieder geval voldoen aan de eisen van de ARBO - wet.

  • .

    Voor de werkkleding wordt een tegemoetkoming in de kosten/budget verstrekt door de dienst. De betreffende dienst geeft aan in hoeverre de vergoeding onbelast is.

  • .

    De medewerker zorgt zelf voor de aanschaf en voor het onderhoud van de werkkleding, tenzij de dienst hierover nadere regels stelt.

  • .

    De medewerker is verplicht de werkkleding tijdens de uitoefening van de functie te dragen.

Schutkleding/ARBO-kleding

  • .

    Deze kleding moet voldoen aan door de directeur vastgestelde, nadere bepalingen en moet in ieder geval voldoen aan de eisen van de ARBO-wet.

  • .

    Schutkleding/ARBO-kleding wordt in bruikleen gegeven door de werkgever (dienst) en blijft eigendom van de werkgever.

  • .

    Schutkleding/ARBO-kleding wordt in bruikleen gegeven zolang de medewerker deze nodig heeft om het werk veilig en beschermd uit te voeren.

  • .

    De werkgever (dienst) draagt zorg voor aanschaf, vervanging en onderhoud van de schutkleding/ARBO-kleding.

  • .

    Schutkleding/ARBO-kleding wordt gedragen voor zover de werkzaamheden dit noodzakelijk maken.

Uniform

  • .

    Het uniform moet voldoen aan door de directeur vastgestelde, nadere bepalingen en moet in ieder geval voldoen aan de eisen van de ARBO-wet.

  • .

    het uniform wordt in bruikleen gegeven door de werkgever (dienst) en blijft eigendom van de werkgever.

  • .

    Het uniform wordt in bruikleen gegeven zolang de medewerker de functie, waarvoor het uniform bedoeld is, uitoefent.

  • .

    De werkgever (dienst) draagt zorg voor aanschaf, vervanging en onderhoud van het uniform.

  • .

    De medewerker is verplicht het uniform tijdens de uitoefening van de functie te dragen.

In artikel 15:1:16, AGZ zijn nadere bepalingen voor het dragen van uniformen opgenomen.

De directie kan in overleg met de OR een specifiek voor de dienst geldend reglement vaststellen.

Artikel 5 Vervallen van het recht op onkostenvergoedingen

Lid 1

Het recht op de in deze regeling genoemde maandelijkse vergoedingen vervalt op het moment dat de ambtenaar volledig arbeidsongeschikt is en deze arbeidsongeschiktheid een aaneengesloten tijdvak van drie kalendermaanden overschrijdt.

Lid 2

De jaarlijkse vergoedingen worden naar evenredigheid uitbetaald op het moment dat de ambtenaar volledig arbeidsongeschikt is en deze arbeidsongeschiktheid een aaneengesloten tijdvak van drie kalendermaanden overschrijdt.

Artikel 6 Slotbepaling

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling onkostenvergoedingen’.

Lid 2

Deze regeling is in werking getreden met ingang van 1 januari 2016.