Regeling vervallen per 01-01-2019

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2018

Geldend van 22-02-2018 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

gelet op de artikelen 11, 12, vierde lid en 15 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015;

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuninggemeente Zaanstad 2018

Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk zijn de begripsbepalingen opgenomen die aanvullend zijn op de begripsbepalingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Uitvoeringsbesluit Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015.

Arrangement: vastgesteld bedrag per 4 weken met een resultaatafspraak voor client en aanbieder. Voor het persoonsgebonden budget geldt een maandbedrag.

Bezoekbare woning: een woning die toegankelijk is voor frequent bezoek van naasten die zijn opgenomen in een Wlz-instelling, waarbij woonkamer bereikbaar en toilet bruikbaar zijn.

CAK: Centraal Administratie Kantoor.

Nibud: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting.

Kostprijs: de prijs waarvoor de gemeente de maatwerkvoorziening heeft ingekocht, dan wel een afgeleide daarvan.

Periode: een vierwekelijkse termijn die gehanteerd wordt door het CAK bij de inning van de eigen bijdrage. Een jaar kent 13 perioden.

Roerende voorziening: voorzieningen die uit hun aard zichzelf kunnen verplaatsen dan wel verplaatst kunnen worden en niet duurzaam met de ondergrond zijn verbonden.

Uitvoeringsbesluit: Besluit van 27 oktober 2014, houdende regels ter uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015).

Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015.

Woningsanering: het vervangen van de zachte vloerbedekking door harde vloerbedekking in woonkamer en slaapkamer. Indien dit noodzakelijk is als gevolg van astma en COPD klachten is de woningsanering een onderdeel van het plan van aanpak van de longverpleegkundige/ longspecialist.

PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 1. Hoogte persoonsgebonden budget

  • 1.1

    De bedragen voor het pgb voor begeleiding en dagbesteding (inclusief kortdurend verblijf) bedraagt 100% van het arrangementsbedrag. De bedragen voor 2018 zijn opgenomen in tabel 1 in bijlage 1.

  • 1.2

    De bedragen voor het pgb voor hulp bij het huishouden bedraagt 85% van de kostprijs voor de voorziening in natura. De bedragen voor 2018 zijn opgenomen in tabel 1 in bijlage 1.

  • 1.3

    De hoogte van het pgb voor Beschermd wonen bedraagt 75% van de kostprijs voor de voorziening in natura exclusief het bedrag voor “wonen”. De bedragen voor 2018 zijn opgenomen in tabel 1 in bijlage 1.

  • 1.4

    Het persoonsgebonden budget voor woon- en vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde gelijkwaardig aan de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. De bedragen voor vervoersvoorzieningen 2018 zijn opgenomen in tabel 2 in de bijlage. De bedragen voor roerende woonvoorzieningen 2018 zijn opgenomen in tabel 4 in bijlage 1.

  • 1.5

    Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde gelijkwaardig aan de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, verhoogd met het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. De bedragen voor 2018 zijn opgenomen in tabel 3 in bijlage 1.

  • 1.6

    Het persoonsgebonden budget voor een sportrolstoel bedraagt € 2.823,-, dit bedrag is bedoeld voor aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel of sporthulpmiddel voor een periode van drie jaar. Voor een elektrische sportrolstoel bedraagt het persoonsgebonden budget € 5.646, bedoeld voor een periode van 6 jaar.

  • 1.7

    De geïndexeerde bedragen van de persoonsgebonden budgetten gaan in voor nieuwe gevallen per datum indicatie. Lopende indicaties worden op het moment van vervolgaanvraag geïndexeerd.

BIJDRAGE VOOR MAATWERKVOORZIENING

Artikel 2: Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

  • 2.1

    In aanvulling op artikel 3.8 lid 4 van het Uitvoeringsbesluit is de bijdrage niet verschuldigd voor:

    • a.

      collectieve woonvoorzieningen en woonvoorzieningen in gemeenschappelijke ruimten;

    • b.

      sportrolstoelen;

    • c.

      bezoekbaar maken van een woning;

    • d.

      aanvullend openbaar vervoer;

    • e.

      kilometerbudget ten behoeve van een (rolstoel)taxi;

    • f.

      tijdelijke huisvesting;

    • g.

      begeleiding personen met een zintuigelijke beperking;

    • h.

      begeleiding van dak- en thuislozen die niet in de maatschappelijke opvang zitten;

    • i.

      ondersteuning van personen in de Hospice;

    • j.

      voor clienten die de leeftijd van 23 jaar nog niet bereikt hebben, met uitzondering van personen in Verblijf Beschermd wonen.

    • l.

      voor vrouwen in de vrouwenopvang die als gevolg van aantoonbare lasten van de achtergelaten woning in een financieel onhoudbare situatie verkeren.

  • 2.2

    Kostprijs maatwerkvoorziening

    De kostprijs van de maatwerkvoorziening (= maximale eigen bijdrage) wordt als volgt bepaald:

    • i.

      voor woon- en vervoersvoorzieningen geldt de kostprijs van de voorziening, waarbij:

      • -

        de kostprijs voor nieuwlevering woon- en vervoersvoorzieningen op 50% van de inkoopprijs wordt vastgesteld;

      • -

        de kostprijs voor een verstrekking uit depot gelijk is aan de kostprijs voor een nieuwlevering.

    • ii.

      voor maatwerkvoorzieningen die in arrangementen worden geleverd wordt gerekend met een (afgeleide) kostprijs per categorie zoals opgenomen in tabel 5 in bijlage 1.

    • iii.

      voor beschermd wonen geldt hetgeen is bepaald in hoofdstuk 3, paragraaf 3 van het Uitvoeringsbesluit.

  • 2.3

    Beëindiging bijdrage

    • a.

      In het geval de cliënt overlijdt, stopt de inning van de bijdrage van rechtswege per eerstvolgende periode.

    • b.

      In het geval de cliënt verhuist naar een andere woning, maakt het college hiervan melding bij het CAK en stopt de inning van de bijdrage voor bouwkundige of woontechnische woningaanpassingen per eerstvolgende periode.

    • c.

      In het geval het college de maatwerkvoorziening inneemt of beëindigt, maakt zij hiervan melding bij het CAK en stopt de inning van de bijdrage per eerstvolgende periode.

BIJDRAGE VOOR MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN VROUWENOPVANG

Artikel 3: Bijdrage voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvann

  • 3.1

    Behoudens de in artikel 2.1. onder l. aangegeven uitzondering is er een bijdrage verschuldigd indien een persoon van 18 jaar of ouder gebruik maakt van de in de volgende voorzieningen:

    • .

      24-uurs of voltijd verblijf vrouwenopvang (excl. crisisopvang zoals bedoeld in art.3.8 lid 4 onder c van het Uitvoeringsbesluit.), de eigen bijdrage staat opgenomen in tabel 6 in bijlage 1.

    • .

      24-uurs of voltijd verblijf maatschappelijke opvang (excl. crisisopvang zoals bedoeld in art.3.8 lid 4 onder c. van het Uitvoeringsbesluit), de eigen bijdrage staat opgenomen in tabel 6 in bijlage 1.

  • 3.2

    Bij verblijf van een client in een instelling met een uitkering als bedoeld in artikel 23, eerste lid van de Participatiewet, betaalt de client geen eigen bijdrage. De uitkering is hier gelijk aan de norm voor zak- en kleedgeld en er kan daarom geen eigen bijdrage worden gevraagd.

  • 3.3

    Geen bijdrage is verschuldigd als de echtgenoot van de client al een bijdrage in de kosten volgens artikel 4 of 14 van het Bijdragebesluit zorg verschuldigd is of een bijdrage voor beschermd wonen als bedoeld in art. 3.11 of 3.12 van het Besluit verschuldigd is.

Artikel 4: Hoogte van de eigen bijdrage voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

  • 4.1

    De hoogte van de bijdrage voor 24-uurs – of voltijd verblijf vrouwenopvang en maatschappelijke opvang wordt jaarlijks opnieuw bepaald en vastgesteld op basis van de dan geldende bijstandnormen, de norm voor persoonlijke uitgaven, de richtlijn voor zorgverzekering en de normen van het Nibud.

  • 4.2

    De bijdrage voor begeleid wonen is gebaseerd op de volledige feitelijke woonlasten, ongeacht het inkomen van de client. De hoogte van de bijdrage voor begeleid wonen wordt jaarlijks op 1 januari verhoogd of verlaagd op basis van de stijging van deze woonlasten. Het bepaalde in artikel 5 is hierbij nadrukkelijk van toepassing

  • 4.3

    De bijdrage voor de 24-uurs – of voltijd opvang en begeleid wonen wordt bepaald per dag. De bijdrage is verschuldigd voor iedere dag of gedeelte van de dag, waarop de client gebruik maakt van het aanbod van de instelling.

  • 4.4

    De bijdrage al bedoeld in artikel 3 is afhankelijk van het verschil tussen het inkomen en het bedrag aan zak- en kleedgeld, zoals vermeld in artikel 23, eerste lid van de Participatiewet, alsmede een bedrag i.v.m. de standaardpremie, bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag.

  • 4.5

    Indien bij gehuwden één van beide partners gebruik maakt van 24-uurs of voltijd opvang of begeleid wonen wordt bij het bepalen van de bijstandsnorm de regelgeving in de Participatiewet voor opname in een inrichting gevolgd.

  • 4.6

    Indien de instelling bij 24-uurs – of voltijd opvang of begeleid wonen aan de client geen voeding verstrekt, wordt de bijdrage verminderd met een bedrag voor voeding. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag dat het Nibud berekent.

Artikel 5: Bijzondere omstandigheden mbt maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

  • 5.1.

    In het geval het inkomen verminderd met de op basis van deze regeling bepaalde bijdrage minder bedraagt dan de norm voor persoonlijke uitgaven, wordt de bijdrage zodanig verminderd dat de norm voor persoonlijke uitgaven beschikbaar blijft. Dit artikel wordt niet toegepast als de client naar het oordeel van het college verzuimt om voldoende inkomen te verwerven (zoals huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderbijslag, woonkostentoeslag en aanvullende bijstand of inkomensvoorziening).

  • 5.2.

    Het college kan besluiten om de bijdrage te verminderen als het op basis van de persoonlijke omstandigheden de hoogte van de bijdrage onredelijk vindt.

OVERIGE BEDRAGEN MAATWERKVOORZIENINGEN

Artikel 6: Klanttarief collectief vervoer

  • 6.1

    In het aanvullend openbaar vervoer gelden de volgende tarieven:

    Het instaptarief bedraagt € 0,60

    Het tarief per kilometer bedraagt € 0,15

  • 6.2

    Voor medereizigers en prioritaire ritten geldt: vier maal het instaptarief en vier maal het kilometertarief.

  • 6.3

    Begeleiders van AOV-geindiceerden reizen gratis mee.

Artikel 7: Wonen

  • 7.1

    De noodzakelijke kosten voor onderhoud en reparatie van trapliften, plafondliften, elektrische deuropeners, was-föhninstallaties en elektrische verstellingen van keukens of wastafels wordt volledig vergoed. De bedragen hiervoor zijn opgenomen in tabel 8 en 9 in bijlage 2.

  • 7.2

    Voor het saneren van de woning wordt een persoonsgebonden budget toegekend. De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt gebaseerd op € 20,00 per vierkante meter.

  • 7.3

    Voor woningsanering gelden de volgende afschrijvingstermijnen:

    -is een artikel nieuwer dan 2 jaar: 100% vergoeding

    -is een artikel 2-4 jaar oud: 75% vergoeding

    -is een artikel 4-6 jaar oud: 50% vergoeding

    -is een artikel 6-8 jaar oud; 25% van de werkelijk gemaakte kosten

    -is een artikel 8 jaar of ouder: geen vergoeding.

  • 7.4

    Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van de woning bedraagt € 5.000,-.

Artikel 8 Vervoer

  • 8.1

    Financiële tegemoetkomingen in vervoerskosten worden op basis van artikel 8.9 van de Wmo 2015 verstrekt aan rechthebbenden.

  • 8.2

    De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met de index van de gemeentebegroting en zijn opgenomen in tabel 7 in bijlage 1.

  • 8.3

    De vergoeding van de aanpassing aan de eigen auto bedraagt de volledige kostprijs en wordt verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget.

  • 8.4

    Indien de aanvrager geïndiceerd is voor het collectief systeem van aanvullend vervoer maar niet in aanmerking wil komen voor de collectieve voorziening bedraagt de vergoeding van de aanpassing van de eigen auto maximaal € 1.250,- . Deze autoaanpassing kan alleen verstrekt worden in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat geacht wordt.

  • 8.5

    Het bedrag genoemd in lid 4 wordt niet vaker dan eens per vijf jaar verstrekt. Het geldt tevens als bijdrage voor het onderhoud en reparatie van de autoaanpassing.

Artikel 9 Huishoudelijke hulp toelage regeling

Het cliënt tarief voor de huishoudelijke hulp toelageregeling bedraagt € 5 per uur.

Artikel 10 Mantelzorgwaardering

De jaarlijkse waardering van mantelzorgers 2017/2018 bestaat uit:

  • 1.

    activiteitenbon ter waarde van € 100,- voor jonge mantelzorgers;

  • 2.

    cadeaupas ter waarde van € 150 voor volwassen mantelzorgers.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2018

Bijlage 1.

Tabel 1a: pgb-bedragen arrangement VVT

Resultaat gebied

Inzet

Pgb per maand

RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

Laag

€ 188

Laag/midden

€ 281

Midden

€ 375

Midden-hoog

€ 469

Hoog

€ 844

RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

profiel 1

€ 193

profiel 2

€ 309

profiel 3

€ 221

profiel 4

€ 332

profiel 5

€ 363

profiel 6

€ 350

profiel 7

€ 122

RG 3= Financiën

Laag

€ 188

Midden

€ 281

Hoog

€ 469

RG 4= Dagbesteding

Laag licht

€ 533

Laag zwaar

€ 586

Midden licht

€ 800

Midden zwaar

€ 878

Hoog licht

€ 1.067

Hoog zwaar

€ 1.171

RG4A = Vervoer

Rolstoel Laag

€ 176

Rolstoel Midden

€ 308

Rolstoel Hoog

€ 440

Zonder Rolstoel Laag

€ 65

Zonder Rolstoel Midden

€ 114

Zonder Rolstoel Hoog

€ 162

RG 5= Ondersteuning zelfzorg

nvt

RG 6 = Huisvesting

nvt

RG 7= Kortdurend Verblijf

Laag

€ 161

Midden

€ 321

Hoog

€ 482

Resultaatgebied 8

Laag

€ 163

RG8 = Opplusmogelijkheid

Midden

€ 325

Hoog

€ 542

Tabel 1b: pgb-bedragen arrangementen GGZ

Resultaatgebied

Inzet

Pgb per maand

RG 1= Sociaal en persoonlijk functioneren

Laag

€ 193

Laag/midden

€ 298

Midden

€ 496

Midden-hoog

€ 609

Hoog

€ 1.096

RG 2= Ondersteuning en regie bij voeren van een huishouden

profiel 1

€ 193

profiel 2

€ 309

profiel 3

€ 221

profiel 4

€ 332

profiel 5

€ 363

profiel 6

€ 350

profiel 7

€ 122

RG 3= Financiën

Laag

€ 263

Midden

€ 394

Hoog

€ 657

RG 4= Dagbesteding

Laag

€ 461

Midden

€ 691

Hoog

€ 921

RG4A = Vervoer

Rolstoel Laag

€ 176

Rolstoel Midden

€ 308

Rolstoel Hoog

€ 440

Zonder Rolstoel Laag

€ 65

Zonder Rolstoel Midden

€ 114

Zonder Rolstoel Hoog

€ 162

RG 5= Ondersteuning zelfzorg

Laag

€ 193

Laag/midden

€ 290

Midden

€ 484

RG 6= Beschermd wonen

Laag

€ 810

Midden

€ 2.256

Hoog licht (afgeleid v ambulant Hoog)

€ 2.699

Hoog zwaar (afgeleid van Verblijf Hoog)

€ 2.979

Zeer Hoog

€ 3.689

RG 7= Kortdurend Verblijf

Laag

€ 108

Midden

€ 216

Hoog

€ 324

RG8 = Opplusmogelijkheid

Laag

€ 163

Midden

€ 325

Hoog

€ 542

Tabel 1c: pgb-bedragen arrangement GZ

Resultaatgebied

Inzet

pgb per maand

RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

Laag

€ 193

Laag/midden

€ 373

Midden

€ 496

Midden-hoog

€ 722

Hoog

€ 1.299

RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

profiel 1

€ 193

profiel 2

€ 309

profiel 3

€ 221

profiel 4

€ 332

profiel 5

€ 363

profiel 6

€ 350

profiel 7

€ 122

RG 3= Financiën

Laag

€ 279

Midden

€ 419

Hoog

€ 699

RG 4= Dagbesteding

Laag licht

€ 461

Laag zwaar

€ 623

Midden licht

€ 691

Midden zwaar

€ 934

Hoog licht

€ 922

Hoog zwaar

€ 1.245

RG4A = Vervoer

Rolstoel Laag

€ 176

Rolstoel Midden

€ 308

Rolstoel Hoog

€ 440

Zonder Rolstoel Laag

€ 65

Zonder Rolstoel Midden

€ 114

Zonder Rolstoel Hoog

€ 162

RG 5= Ondersteuning zelfzorg

Laag

€ 193

Laag/midden

€ 290

Midden

€ 484

RG 6 = Huisvesting

nvt

RG 7= Kortdurend Verblijf

Laag

€ 127

Midden

€ 255

Hoog

€ 382

RG8 = Opplusmogelijkheid

Laag

€ 163

Midden

€ 325

Hoog

€ 542

Tabel 2: pgb-bedragen voor vervoershulpmiddelen

Pgb-bedrag bij standaarduitvoering

Inclusief BTW

Maandelijks bedrag voor onderhoud/reparatie inclusief BTW

Scootmobiel voor gebruik in directe woonomgeving, tot 12 km per uur

€ 3.654

€ 15,10

15,10

Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving en buiten, met extra vering, tot en met 15 km per uur

€ 5.595

€ 15,10

Driewielfiets voor volwassenen

€ 2.340

€ 15,10

Driewielfiets voor kinderen

€ 1.348

€ 15,10

Electrische hulpaandrijving

€ 4.357

€ 15,10

Buggy

€ 766

€ 15,10

Aankoppelbaar fietsdeel

€ 3.631

€ 15,10

Tabel 3: pgb-bedragen voor rolstoelen

Pgb-bedrag voor standaarduitvoering inclusief BTW

Maandelijks bedrag voor onderhoud/reparatie inclusief BTW

Handbewogen rolstoel voor incidenteel kort gebruik (lichtgewicht uitvoering)

€ 329

€ 15,10

Handbewogen rolstoel voor (semi) permanent gebruik

€ 940

€ 15,10

Handbewogen rolstoel voor actief gebruik, vouwframe

€ 567

€ 15,10

Handbewogen rolstoel voor actief gebruik, vastframe

€ 2.629

€ 15,10

Comfortrolstoel voor permanent/langdurig gebruik

€ 2.548

€ 15,10

Elektrische rolstoel voor (semi) permanent gebruik, in en om het huis

€ 7.964

€ 15,10

Elektrische rolstoel voor (semi) permanent gebruik, binnen/buiten

€ 13.238

€ 15,10

Kinderduwwandelwagens

€ 3.341

€ 15,10

Kinderrolstoelen handbewogen

€ 4.174

€ 15,10

Tabel 4: pgb-bedragen voor roerende woonvoorzieningen

Pgb-bedrag voor standaarduitvoering inclusief BTW

Maandelijks bedrag voor onderhoud/reparatie inclusief BTW

Verrijdbare tillift (passief)

€ 6.344

€ 15,10

Verrijdbare tillift (actief)

€ 5.344

€ 15,10

Douche/Toilethulpmiddelen (incl. badliften)

€ 2.045 (21% BTW)

€ 1.791 (6% BTW)

€ 15,10

Tabel 5a: maximale eigen bijdrage VVT

Inzet

Nieuw bedrag

RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

Laag

€ 80,00

Laag/midden

€ 95,00

Midden

€ 110,00

Midden-hoog

€ 155,00

Hoog

€ 110,00

RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

profiel 1

€ 80,00

profiel 2

€ 95,00

profiel 3

€ 85,00

profiel 4

€ 95,00

profiel 5

€ 95,00

profiel 6

€ 130,00

profiel 7

€ 80,00

RG 3= Financiën

Laag

€ 80,00

Midden

€ 85,00

Hoog

€ 110,00

RG 4= Dagbesteding

Laag licht

€ 110,00

Laag zwaar

€ 110,00

Midden licht

€ 185,00

Midden zwaar

€ 185,00

Hoog licht

€ 260,00

Hoog zwaar

€ 260,00

RG 5= Ondersteuning zelfzorg

Laag

€ 80,00

Laag/midden

€ 85,00

Midden

€ 110,00

RG 6 = Huisvesting

nvt

RG 7

Laag

€ 80,00

Midden

€ 85,00

Hoog

€ 110,00

Tabel 5b: maximale eigen bijdrage GGZ

Resultaatgebied

Inzet

max eigen bijdrage

RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

Laag

€ 80,00

Laag/midden

€ 85,00

Midden

€ 110,00

Midden-hoog

€ 130,00

Hoog

€ 110,00

RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

profiel 1

€ 80,00

profiel 2

€ 95,00

profiel 3

€ 85,00

profiel 4

€ 95,00

profiel 5

€ 95,00

profiel 6

€ 130,00

profiel 7

€ 80,00

RG 3= Financien

Laag

€ 85,00

Midden

€ 95,00

Hoog

€ 130,00

RG 4= Dagbesteding

Laag

€ 110,00

Midden

€ 155,00

Hoog

€ 220,00

RG 5= Ondersteuning zelfzorg

Laag

€ 80,00

Laag/midden

€ 85,00

Midden

€ 110,00

RG 6= Beschermd wonen ambulant *)

Laag

€ 80

Midden

€ 110

Hoog licht

€ 130

Alleen pgb

Hoog zwaar

€ 155

Zeer hoog

€ 220

RG 7= Kortdurend Verblijf

Laag

€ 80,00

Midden

€ 80,00

Hoog

€ 85,00

*) Voor alle Verblijfsarrangementen geldt een maximum eigen bijdrage van:

€ 2.312,60 (art. 3.11 lid 2, Uitvoeringsbesluit Wmo 2015).

Tabel 5c: maximale eigen bijdrage GZ

Inzet

Nieuw bedrag

RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren

Laag

€ 80,00

Laag/midden

€ 95,00

Midden

€ 110,00

Midden-hoog

€ 155,00

Hoog

€ 110,00

RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

profiel 1

€ 80,00

profiel 2

€ 95,00

profiel 3

€ 85,00

profiel 4

€ 95,00

profiel 5

€ 95,00

profiel 6

€ 130,00

profiel 7

€ 80,00

RG 3= Financiën

Laag

€ 85,00

Midden

€ 95,00

Hoog

€ 155,00

RG 4= Dagbesteding

Laag licht

€ 110,00

Laag zwaar

€ 110,00

Midden licht

€ 155,00

Midden zwaar

€ 155,00

Hoog licht

€ 220,00

Hoog zwaar

€ 220,00

vervoer zonder rolstoel*

Vervoer met rolstoel*

RG 5= Ondersteuning zelfzorg

Laag

€ 80,00

Laag/midden

€ 85,00

Midden

€ 110,00

RG 6 = Huisvesting

nvt

RG 7

Laag

€ 80,00

Midden

€ 85,00

Hoog

€ 95,00

Tabel 6: eigen bijdragen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

eigen bijdragen MO/VO

leeftijd / voorziening

Maatschappelijke Opvang

Vrouwenopvang

per maand

per dag

per maand

per dag

passanten / crisisbed

€ 7,00

18 jaar

€ 201,00

€ 6,48

€ 130,20

€ 4,20

19 en 20 jaar

€ 267,00

€ 8,61

€ 130,20

€ 4,20

18 t/m 20 jaar + 1 kind

nvt

€ 184,45

€ 5,95

21 jaar

€ 297,00

€ 9,58

€ 218,55

€ 7,05

21 jaar + 1 kind

nvt

€ 372,00

€ 12,00

22 jaar

€ 426,00

€ 13,74

€ 218,55

€ 7,05

23 jaar en ouder

€ 573,00

€ 18,48

€ 372,00

€ 12,00

Tabel 7: Bedragen vervoerskosten per jaar.

Gebruik van eigen auto

€ 1.436

Gebruik van een bruikleenauto maximaal

€ 548

Gebruik van een bruikleenbusje maximaal

€ 856

Gebruik van een taxi maximaal

€ 1.700

Gebruik van een rolstoeltaxi maximaal

€ 2.475

Bijlage 2.

Maximale financiële tegemoetkoming van de kosten van onderhoud en keuring van woonvoorzieningen

De genoemde bedragen gelden voor zover niet geregeld in een contract met een leverancier.

Alleen de werkelijk gemaakte kosten van de onder a t/m i genoemde onderdelen, komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming, tot een maximum van het, voor die onderdelen, vastgestelde bedrag.

  • a.

    Stoelliften

  • b.

    Rolstoel- of plateauliften

  • c.

    Woonhuisliften

  • d.

    Hefplateauliften

  • e.

    Balansliften

  • f.

    Plafondliften

  • g.

    Mechanische inrichting voor het verstellen van keukenblok of wastafel

  • h.

    Open- en sluitingsmechanisme voor deuren

  • i.

    Toiletten voorzien van onderspoel- en föhn inrichting

Tabel 8: De maximale vergoeding voor onderhoud en keuringen bedraagt excl. BTW

Keuring

Startkeuring

Kosten

Periodiek

Kosten

Stoellift

Ja

€ 312,-

1 x per 4 jaar

€ 227,-

Rolstoellift

Ja

€ 312,-

1 x per 4 jaar

€ 227,-

Woonhuislift

*

1 x per 1,5 jaar

€ 276,-

Hefplateaulift

*

1 x per 1,5 jaar

€ 281,-

Balanslift

**

1 x per 1,5 jaar

€ 81,-

f.t/m i.

*

1 x per 2 jaar

Kostprijs

* de prijs van de startkeuring is bij de nieuwprijs inbegrepen

** balansliften worden niet meer gemaakt en er is derhalve geen startkeuring

Tabel 9: Onderhoudskosten woonvoorzieningen

Onderhoud

Frequentie

Kosten onderhoud

Stoellift

Rolstoellift

Woonhuislift

Hefplateaulift

Balanslift

Plafondlift

1 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

2 x per jaar

1 x per jaar

1 x per jaar

€ 156,-

€ 156,-

€ 227,-

€ 156,-

€ 156,-

kostprijs

Er is een maximale toeslag van 50% op bovenvermelde bedragen als: de installatie buiten de woning is geplaatst, er meer dan 1 verdieping wordt overbrugd en als er elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk wegklapbare raildelen.