Regeling vervallen per 01-09-2008

Verordening op de raadscomissies

Geldend van 17-09-2005 t/m 31-08-2008

Intitulé

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

de raad

de gemeenteraad van Zaanstad,

b.

commissie

een commissie als omschreven in artikel 2 van deze verordening,

c.

voorzitter

de voorzitter van een commissie of diens plaatsvervanger,

d.

griffier

de door de raad benoemde functionaris als omschreven in artikel 100 van de Gemeentewet,

e.

secretaris

de door burgemeester en wethouders benoemde functionaris als bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet,

f.

commissiesecr.

medewerker van de griffie die als ambtelijk secretaris van de commissie optreedt,

g.

vergadering

vergadering van een commissie,

h.

college

het college van burgemeester en wethouders als omschreven in artikel 34 van de Gemeentewet,

i.

griffie

de ambtelijke ondersteuning van de raad als omschreven in artikel 107 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 2 Installing, taken, samenstelling en werkwijze

Artikel 2 Installing commissies

  • 1. De raad stelt ter ondersteuning van zijn werkzaamheden commissies in..

  • 2. De in het eerste lid bedoelde commissies zijn vaste commissies en tijdelijke commissies.

  • 3. De namen van de commissies worden door de raad bepaald.

  • 4. De raad kan een of meer subcommissies instellen ten aanzien van een specifiek onderdeel van het beleidsterrein waarvoor een commissie is ingesteld.

  • 5. Als vaste commissie van de raad functioneert in ieder geval de Agendacommissie die tot taak heeft de werkzaamheden van de raad en zijn commissies voor te bereiden.

Artikel 3 Taken van commissies

  • 1. Een commissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het desgevraagd of uit eigen beweging voorbereiden van besluitvorming door de raad over voorstellen die betrekking hebben op het beleidsterrein waarvoor de commissie is ingesteld;

    • b.

      het voeren van overleg met in ieder geval het lid van het college van burgemeester en wethouders die geacht wordt binnen het college primair beleidsverantwoordelijk portefeuillehouder te zijn.

  • 2. Een voorstel vanuit de raad of het college wordt in eerste aanleg voorgelegd aan de agendacommissie, die bepaalt of een voorstel ter behandeling wordt voorgelegd aan een commissie, een subcommissie, rechtstreeks op de agenda van de raad wordt geplaatst of eerst ter (nadere) voorbereiding van de behandeling wordt voorgelegd aan het college.

  • 3. De leden van de raad die van gemeentewege zijn benoemd in een bestuur of vertegenwoordigend lichaam buiten de raad, leggen in de commissie van het betreffende beleidsterrein verantwoording af over de vervulling van hun functie.

Artikel 4 Samenstelling

De in de raad aanwezige fracties bepalen wie als hun vertegenwoordiger deelneemt aan de werkzaamheden van de commissies. De vertegenwoordigers kunnen zowel leden van de raad als niet-leden van de raad zijn. De artikelen 10 tot en met 13 alsmede 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de vertegenwoordigers in de commissies.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitters van de commissies en hun plaatsvervangers worden door de raad uit zijn midden benoemd. De raad kan de benoeming van voorzitters en hun plaatsvervangers mandateren aan een bijzondere commissie.

  • 2. De voorzitter van een commissie is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering,

    • b.

      het handhaven van de orde,

    • c.

      het bepalen van de spreektijd bij de aanvang van de vergadering met inachtneming van de aanwijzingen door de agendacommissie,

    • d.

      het waar mogelijk formuleren van het antwoord op de vraag of een agendapunt voldoende is voorbereid ter besluitvorming door de raad,

    • e.

      het doen naleven van deze verordening en voorts,

    • f.

      al hetgeen deze verordening hem opdraagt of hij nodig acht voor een goed functioneren van de betreffende commissie.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1. De vaste commissies komen in beginsel zo vaak bijeen als de agendacommissie nodig oordeelt ter voorbereiding van de besluitvorming door de raad.

  • 2. De voorzitter bepaalt verder bij de aanvang van elke vergadering van een vaste commissie de werkwijze van de commissie met inachtneming van de aanwijzingen van de agendacommissie. Het presidium van de raad kan algemene aanvullende bepalingen vaststellen.

  • 3. Een commissie kan bepalen dat zij voor de behandeling van een bepaald onderwerp vergadert zonder de deelneming aan de beraadslagingen door een lid van het college.

  • 4. Een commissie kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in een vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. Een commissie vergadert in de regel in het gemeentehuis, maar op voorstel van de agendacommissie, de voorzitter of een twee derde meerderheid van de commissieleden kan de commissie besluiten op een andere plaats te vergaderen. Een dergelijke andere vergaderplaats wordt ten minste zeven dagen voor de aanvang aan de leden van de raad alsmede aan de bevolking bekend gemaakt.

Artikel 7 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. Elke commissie van de raad wordt ondersteund door een of meer door de griffier aan te wijzen medewerkers van de griffie.

  • 2. De griffier treedt op als ambtelijk secretaris van de agendacommissie en kan zich daarbij doen bijstaan door medewerkers van de griffie

Hoofdstuk 3 Openbaarheid en bekendmaking agenda

Artikel 8 Artikel 8 Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de vaste commissies worden in de regel in het openbaar gehouden.

  • 2. Voor zover het door het college, de agendacommissie of de voorzitter nodig wordt geacht in beslotenheid te vergaderen, beslist de commissie in beslotenheid na kennisneming in Openbaarheid van de motivering voor het voornemen of de vergadering geheel of deels zal plaatsvinden in beslotenheid.

  • 3. Voor bijzondere commissies wordt bij de instelling door de raad bepaald in hoeverre de commissie zal vergaderen in Openbaarheid.

Artikel 9 Agenda en Oproep

  • 1. De griffie zendt zo veel mogelijk ten minste zeven dagen voor een geplande datum van een commissievergadering een schriftelijke oproep aan de leden van de raad en de door de fracties aangewezen steunfractieleden met vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De griffie zendt voorts de agenda en de daarbij behorende stukken met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken aan de leden van de raad, voor zover mogelijk tegelijk met de oproep.

  • 3. De griffie draagt er zorg voor dat de oproep en de agenda algemeen bekend wordt gemaakt aan de bevolking. Het presidium van de raad kan ter zake algemene regels vaststellen.

  • 4. Indien een aanvullende agenda noodzakelijk is, wordt deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor de aanvang van de vergadering aan de ter vergadering aanwezige leden van de raad en steunfractieleden uitgereikt.

Artikel 10 Handhaving orde; schorsing en sluiting

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij;

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een ter vergadering aanwezig raadslid of steunfractielid een interruptie pleegt. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog kan afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk onderbreekt dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. Bij herhaalde verstoring van de orde door de betreffende deelnemer aan de vergadering kan de voorzitter deze doen verwijderen.

  • 3. De voorzitter is bevoegd ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en kan zonodig - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

Artikel 11 Stemmen

  • 1. In een vergadering van een commissie wordt per fractie een stem uitgebracht.

  • 2. De in het eerste lid genoemde stem geldt als een gewogen stem naar fractiegrootte.

  • 3. De besluiten van een commissie worden genomen bij meerderheid van de volgens het tweede lid uitgebrachte stemmen. Bij het staken der stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die als voorstel of ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de agenda aan de leden van de Raad en steunfractieleden voor een ieder bekend gemaakt via de gemeentelijke website en in ten minste een huis-aan-huisblad in de gemeente alsmede in afschrift op het gemeentehuis ter inzage gelegd.

  • 2. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken niet ter inzage gelegd. De griffie zendt de stukken toe aan de raadsleden van de commissie waarbij wordt melding gemaakt van de opgelegde geheimhouding.

Artikel 13 Verslaglegging

  • 1. Van elke vergadering wordt vermeld, wie aanwezig zijn geweest bij de vergadering en wordt een korte samenvatting van het besprokene opgesteld, waarbij ten minste de conclusies inzake elk agendapunt worden vermeld. Onder de conclusies zijn tevens begrepen de door de commissie aanvaarde voorstellen inzake de voortgang van het betreffende agendapunt.

  • 2. Na elektronische verzending van het concept verslag aan de aanwezigen kunnen gedurende 14 dagen voorstellen tot correctie worden aangegeven. Na afloop van deze termijn wordt het verslag vastgesteld en voorzien van de aanpassingen opnieuw als vastgesteld verslag aan de leden van de Raad en steunfractieleden gezonden in zowel elektronische als schriftelijke vorm.

Artikel 14 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en persvertegenwoordigers kunnen op de voor hen bestemde plaatsen penbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde aan de vergadering is verboden.

  • 3. De voorzitter kan een ordeverstoorder tot de orde roepen en bij herhaalde ordeverstoring de toegang tot de vergadering ontzeggen en vervolgens doen verwijderen.

Artikel 15 Geluid- en beeldregistraties, mobiele telefoons

  • 1. Degene die in de vergaderzaal tijdens de commissievergadering geluid- en/of deeldregistraties wenst te maken, doet hiervan voor de aanvang van de vergadering mededeling aan de voorzitter en gedraagt zich naar zijn aanwijzingen. De voorzitter kan bepalen dat tijdens een vergadering geen registraties worden gemaakt, indien dit naar zijn oordeel de vergadering kan verstoren.

  • 2. In de vergaderzaal en op de publieke tribune is het alleen toegestaan gebruik te maken van communicatiemiddelen als een mobiele telefoon, indien alle geluidsfuncties die de orde van de vergadering kunnen verstoren uitgeschakeld staan. In uitzonderlijke gevallen kan door de voorzitter ontheffing verleend worden.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Artikel 16 Tekenen van stukken

  • 1. Alle van de commissie uitgaande stukken worden door de voorzitter en de als secretaris optredende griffiemedewerker ondertekend.

  • 2. Oproepen voor een vergadering en brieven die uitsluitend informatieve informatie bevatten worden uitsluitend getekend door de als secretaris optredende griffiemedewerker.

Artikel 17 Artikel 17 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, of bij twijfel over de toepassing van de verordening beslist de voorzitter.

Artikel 18 In werking treding, publicatie en tenaamstelling

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na plaatsing in het gemeenteblad.

  • 2. De tekst van de verordening wordt opgenomen op de lijst met verordeningen van de gemeente op de gemeentelijke website.

  • 3. Op het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt, vervalt de Verordening op de Raadscommissies gemeente Zaanstad vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 2002, voorstelnummer 71

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening raadscommissies 2005.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 8 September 2005

voorzitter
raadsgriffier