Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en invordering van Marktgeld Zaanstad 2021

Geldend van 13-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Marktgeld Zaanstad 2021

De gemeenteraad van Zaanstad,

gelet op Gemeentewet, art. 216 en art. 229, eerste lid, aanhef en onder a

besluit vast te stellen de ‘Verordening op de heffing en invordering van Marktgeld Zaanstad 2020’.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

1.

dagplaats

een standplaats, zoals bedoeld in het inrichtingsplan die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel is ingenomen;

2.

jaar

kalenderjaar;

3.

maand

kalendermaand;

4.

markt

de warenmarkt, zoals bedoeld in de Marktverordening die krachtens besluit van het college op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

5.

inrichtingsplan

op basis van de op de Marktverordening door het college vastgestelde inrichtingsplannen voor Zaandam, Krommenie en Wormerveer;

6.

marktdag

de dag waarop de markt wordt gehouden, waarbij de voor de markt bestemde dagen afzonderlijk worden beschouwd;

7.

marktmeester

de als zodanig door het college aangewezen ambtenaar;

8.

meeloper

een gegadigde voor een dagplaats of een vaste standplaatsvergunning zoals bedoeld in de op de Marktverordening gebaseerde inrichtingsplannen;

9.

standplaats

de op of voor de duur van een markt door het college aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

10.

standwerker

iemand die publiek om zich heen verzamelt, en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen;

11.

vaste standplaats

een standplaats zoals bedoeld in het inrichtingsplan, die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

12

vergunning- of standplaatshouder

ieder aan wie door het college een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven terzake van het innemen van een standplaats op de markt.

  • 2. Het marktgeld wordt geheven van degene die een standplaats op de markt inneemt, dan wel van degene aan wie een standplaats op de markt is toegewezen.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

De maatstaf van heffing is het aantal vierkante meters van de standplaats vermeerderd met het eventueel aanvullend toegewezen aantal vierkante meters, gemeten naar de grootste lengtemaat en de grootste breedtemaat.

Artikel 4 Tarief

Het marktgeld bedraagt per vierkante meter van de toegewezen standplaats:

Voor de markten in Krommenie, Wormerveer en Zaandam

€ 0,73 per m²

Artikel 5 Afronding

Voor de toepassing van deze verordening wordt een gedeelte van een vierkante meter of een gedeelte van een marktdag, voor een gehele vierkante meter of een gehele marktdag gerekend.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

  • 2. Het marktgeld voor een vaste standplaats wordt voorafgaand aan het kalenderkwartaal geheven.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

  • 1. Het marktgeld voor een vaste standplaats dient te worden betaald binnen veertien dagen na dagtekening van de in het voorgaande artikel genoemde schriftelijke kennisgeving.

  • 2. Het marktgeld voor een dagplaats dient te worden betaald bij uitreiking van de in het voorgaande artikel bedoelde gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 3. Het marktgeld wordt door degene die geen vaste standplaats heeft en voor de meeloper die niet per kwartaal betaalt, de standwerker en voor het innemen van extra ruimte, op verzoek van de marktmeester betaald. De betaling geschiedt uitsluitend door middel van pinnen met een bankpas.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Restitutie

Van het marktgeld dat voor een vaste standplaats of voor een meeloper per kwartaal wordt geheven, wordt indien het gebruik van de standplaats voor het einde van dat kwartaal is beëindigd, restitutie verleend voor zoveel marktdagen als er in dat kwartaal geen gebruik is gemaakt van de standplaats.

Artikel 9 Teruggaaf

Aanspraak op teruggaaf van marktgeld kan ontstaan wegens niet gehouden openbare markten ingevolge een daartoe bij of krachtens de bepalingen van het van toepassing zijnde inrichtingsplan genomen besluit.

Artikel 10 Kwijtschelding

Van het verschuldigde marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht en citeertitel

  • 1. De Verordening Marktgeld 2020, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid van dit artikel genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking;

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021;

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Marktgeld 2021’.

Artikel 12 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad zoals dat is opgenomen in de Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de overheid.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10-11-2020,

voorzitter,

raadsgriffier,