Regeling vervallen per 06-02-2015

VERORDENING CAMERATOEZICHT

Geldend van 01-01-2000 t/m 05-02-2015

Intitulé

VERORDENING CAMERATOEZICHT

Gemeente Zandvoort

Vastgesteld door de gemeenteraad van Zandvoort : d.d. 30 november 2011

Gepubliceerd in de Zandvoortse Courant : d.d. 8 december 2011

Inwerkingtreding : d.d. 8 december 2011

Registratienr: 2011/11/000581/Z2011-001994

Datum: 8 november 2011

DE VERORDENING

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van

15 november 2011, nr. 2011/11/624;

gelet op artikel 151c van de Gemeentewet;

besluit de volgende verordening, vast te stellen:

VERORDENING CAMERATOEZICHT.

Artikel 1 Bevoegdheid plaatsen camera's

De burgemeester heeft de bevoegdheid om, indien en voor zover dat in het belang van de handhaving van de openbare orde en de in artikel 2 van deze verordening genoemde voorwaarden, noodzakelijk is, te besluiten tot plaatsing van vaste (statische) camera’s voor een periode van maximaal vijf jaren ten behoeve van toezicht op een openbare plaats (als genoemd in artikel 2 Wet Openbare Manifestaties). Het cameratoezicht kan vervolgens telkens met de periode van maximaal vijf jaren worden verlengd.

Artikel 2 Voorwaarden toepassing cameratoezicht

  • 1. Cameratoezicht mag slechts worden toegepast als aan alle, in lid 2 van dit artikel genoemde voorwaarden, is voldaan.

  • 2. a. De burgemeester wijst de openbare plaats of plaatsen aan waar het toezicht zal plaatsvinden;

    b. de burgemeester stelt, na overleg met de officier van justitie in het overleg, bedoeld in artikel 14 van de Politiewet 1993, de periode vast waarin in het belang van de handhaving van de openbare orde daadwerkelijk gebruik van de camera’s plaatsvindt en de met de camera’s gemaakte beelden in elk geval rechtstreeks worden bekeken;

    c. de aanwezigheid van camera’s als bedoeld in het eerste lid van dit artikel is op duidelijke wijze kenbaar voor een ieder die de desbetreffende openbare plaats betreedt;

    d. met de camera’s worden uitsluitend beelden gemaakt van een openbare plaats;

    e. de met de camera’s gemaakt beelden mogen in het belang van de handhaving van de openbare orde worden vastgelegd en gedurende ten hoogste vier weken worden bewaard;

Artikel 3 Opsporing

De vastgelegde beelden, bedoeld in artikel 2 lid 2 sub h, kunnen met inachtneming van de Wet politiegegevens worden verstrekt ten behoeve van de opsporing van een gepleegd strafbaar feit.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • De “Verordening cameratoezicht” vastgesteld bij raadsbesluit van

    30 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 8 december 2011.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als “VERORDENING

    CAMERATOEZICHT”.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2011.

    De griffier,

    De voorzitter,