Regeling vervallen per 04-07-2014

Winkeltijdenverordening 2012

Geldend van 02-03-2012 t/m 03-07-2014

Intitulé

Winkeltijdenverordening 2012

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 januari 2012, nummer ;

gelet op de overwegingen van de raad op 22 februari 2012;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 10 van de Winkeltijdenwet en het vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet.

besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

Winkeltijdenverordening 2012.

1 WINKELTIJDENVERORDENING

1.1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort;

  • b.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • c.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag.

1.2 NORMSTELLING

Artikel 2 Toerisme vrijstelling

In verband met de toeristische aantrekkingskracht van de gemeente Zandvoort gelden de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, van de wet, niet voor het gehele grondgebied van de gemeente Zandvoort.

Artikel 3 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1. Het college kan op grond van artikel 7 lid 2 ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door openstelling van de winkel.

Artikel 4 Ontheffing

  • a.

    Het college beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen acht weken.

  • b.

    Het college kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • c.

    Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 5 Overdracht van een ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 6 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

1.3 SLOTBEPALING

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening Winkeltijden Zandvoort 2010” vastgesteld bij raadsbesluit van 13 april 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 2 maart 2012.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Winkeltijdenverordening 2012”

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 februari 2012

    De griffier, De voorzitter,

2 Toelichting verordening winkeltijden

2.1 Algemene toelichting

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels. De Winkelsluitingswet 1976 en het bijbehorende vrijstellingenbesluit zijn op dat moment ingetrokken.

De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183.

Uitgangspunten Winkeltijdenwet

De Winkeltijdenwet kent andere uitgangspunten dan de Winkelsluitingswet.

Zo is gekozen voor meer keuzevrijheid van de detaillist bij de openstelling van de winkel. De detaillist krijgt meer ruimte om de openingstijden af te stemmen op behoeften van (potentiële) klanten. Daarnaast is gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke openingstijden winkelopening toe te staan. De basisgedachte hierbij is dat daarbij aan de hand van plaatselijke omstandigheden kan worden bezien of langere openingstijden toelaatbaar zijn. Met deze uitgangspunten hangt een minder vergaande wettelijke regulering van winkeltijden samen. Deze deregulering vormt, naast de keuzevrijheid van de detaillist en de decentralisatie, het derde uitgangspunt van de wet.

In concreto komen deze uitgangspunten neer op de volgende hoofdlijnen in de Winkeltijdenwet:

  • -

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen gedurende deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • -

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum meer verbonden.

  • -

    Gedurende de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen evenwel vrijstellingen en ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op 24 december en 4 mei gaat dit nachtregime in om 19.00 uur.

  • -

    Op zon en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling van deze verplichte sluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag.

1.1 Ruimere openstellingsmogelijkheden winkels

In de Winkeltijdenwet is winkelopening toegestaan op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De openstelling van winkels gedurende deze uren is ongelimiteerd. Binnen dit tijdsbestek kunnen gemeenten ook geen beperkingen aan de openstelling van winkels opleggen. Hiermee samenhangend komt de verplichting voor winkeliers te vervallen om een door de gemeente gewaarmerkte aankondigingskaart van de openingstijden bij de ingang van de winkel aan te brengen. De winkelier kan aldus binnen dit tijdsbestek geheel naar eigen inzicht de winkel openstellen.

Ook in de Winkeltijdenwet geldt als algemene regel dat op zon en feestdagen winkels gesloten zijn. Deze regel is B evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 B niet van toepassing op winkeliers die een geloofsovertuiging aanhangen welke de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers dienen dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten te houden. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is daarbij bovendien voorzien in vrijstellingen van de verplichte zondagssluiting voor winkels die reeds van oudsher ook op zondag geopend zijn. Uitgebreidere informatie over het vrijstellingenbesluit staat in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

De wet is niet alleen van toepassing op winkels, maar ook op andere vormen van detailhandel, zoals de ambulante handel.

1.2 Gemeentelijke bevoegdheden

Zoals aangegeven is in de Winkeltijdenwet gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke tijden winkelopening toe te staan.

Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in:

1.2.1 Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7).

In de Winkeltijdenwet is ervoor gekozen om de bevoegdheid om op werkdagen buiten de wettelijke openingstijden ook openstelling van winkels toe te staan, bij de gemeente neer te leggen. Dit betekent niet alleen dat de gemeente hiertoe ruimere mogelijkheden krijgt, maar tevens dat in een winkeltijdenverordening een bepaling moet voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan zijn de avondwinkels.

1.2.2 Bevoegdheden op zon en feestdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zon en feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders.

Feestdagen

Artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet noemt zowel de feestdagen (nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag en eerste en tweede kerstdag) als de dagen waarop een zogenoemd 19.00uur regime geldt (Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december; hierna te noemen: 19uur dagen). Het begrip feestdagen is gedefinieerd in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en in artikel 1, onder b, van de modelverordening Winkeltijden. De 19uur dagen vallen daar niet onder.

Nu in artikel 3, eerste lid, slechts gesproken wordt over zon en feestdagen, betekent dit dat deze dagen niet als 'koopzondagen' kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen. Voor Goede Vrijdag ontstaat dit probleem uiteraard niet, aangezien deze dag altijd op een vrijdag valt.

Avondwinkels

De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeente om in een verordening aan een avondwinkel een ontheffing te verlenen voor opening op zon en feestdagen tussen 16.00 en 24.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één avondwinkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 dienen deze avondwinkels zich hoofdzakelijk te richten op de verkoop van eet en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Een avondwinkel in de zin van de Winkeltijdenwet kan dus op zondagen, feestdagen en 19uur dagen geopend zijn.

In afwijking van de bepalingen in de Winkelsluitingswet 1976 mogen betrokken winkels thans op werkdagen ook gedurende de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur.

1.2.3 Bevoegdheden voor specifieke situaties: toerisme en grensverkeer

De gemeente behoudt de bevoegdheid (artikel 3, derde lid, onder a) om bij verordening voor het plaatselijke toerisme een vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de vrijgestelde winkelopening.

Zondagopening van campingwinkels kan dus op dit artikel worden gebaseerd. Het terrein waarop de camping ligt kan worden aangewezen als toeristisch gebied.

Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 heeft de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen.

1.2.4 Overige bevoegdheden

Ongewijzigd zijn de bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan het college op grond van een verordening op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen.

Alle op grond van de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend en kunnen aan voorschriften worden gebonden.

Kunstateliers en galeries

In artikel 4 van het oude Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976 was een regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Dit Besluit is op 1 juni 1996 vervallen. Onder de Winkeltijdenwet bestaat geen afzonderlijke regeling meer. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 7, eerste lid van de modelverordening, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon en feestdagen voor afzonderlijke situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Indien wordt besloten tot het verlenen van ontheffing voor kunstateliers en galeries, kan het tweede lid van artikel 7 van de modelverordening worden aangevuld met 'kunstateliers en galeries'.

1.3 Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de in de Winkeltijdenwet opgenomen verboden van openstelling. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor alleen zon en feestdagen onderscheiden. Voor de bij de laatste categorie betrokken detailhandelsactiviteiten kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt het beschikken over een vrijstelling gedurende de gehele week evenwel van dergelijk landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het betreft de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Aangezien de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, voorziet het besluit ook in landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel, die van oudsher op zon en feestdagen plaatsvindt. Het betreft deels winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.

1.3.1 Vrijstellingen geldende op zon en feestdagen en op werkdagen

De gedurende de gehele week van kracht zijnde vrijstellingen zijn alleen van toepassing op:

  • -

    Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van zieken en verpleeghuizen).

  • -

    De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

  • -

    Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart).

  • -

    De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers, op knooppunten van openbaar vervoer en voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

  • -

    Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

1.3.2 Vrijstellingen geldende uitsluitend voor zon en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

  • -

    Bepaalde soorten winkels (winkels in musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken).

  • -

    Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, zoals indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voorzover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • -

    Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken.

  • -

    Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de gemeenteraad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan.

  • -

    Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

  • -

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

  • -

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen.

  • -

    Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht. Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • -

    Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • -

    Verkoop van brood en gebak voor hen die zich aan de Ramadan houden tussen twee uur voor zonsondergang en zonsondergang gedurende de Ramadan.

  • -

    Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

  • -

    Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

1.4 Handhaving

Evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 blijft de controle op de naleving van de regels in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Economische Controledienst (ECD) wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

2.2 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 2 Toerisme vrijstelling

Met deze toelichting bij het toerismeartikel van artikel 2 van de Winkeltijdenverordening 2010 geeft de gemeenteraad gevolg aan de motiveringsplicht als bedoeld in artikel 3 lid 7 Winkeltijdenwet.

Toepassingsvoorwaarden

De gemeenteraad stelt vast dat, om de hierna volgende redenen, aan de toepassingsvoorwaarden ex artikel 3 lid 3 sub a van de Winkeltijdenwet is voldaan.

1. Autonoom toerisme met een substantiële omvang

In de gemeente Zandvoort is sprake van autonoom toerisme met een substantiële omvang. In Zandvoort is namelijk een aantal unieke toeristische trekpleisters en voorzieningen aanwezig, op grond waarvan deze gemeente zich onderscheidt van andere gemeenten. In het navolgende wordt een aantal voorbeelden genoemd.

Zandvoort staat natuurlijk bekend om zijn 9 kilometer lange strand dat circa 39 strandpaviljoens telt, waaronder een aantal jaarrondpaviljoens.

Op het circuit van Zandvoort, waar racewedstrijden kunnen worden bezocht,

bevinden zich eveneens Bleekemolens Raceplanet en Slotemakers Antislipschool. Deze bedrijven bieden ondermeer slipcursussen, rijvaardigheidstrainingen, racetrainingen en zelf rijden op het circuit aan.

Zandvoort beschikt over 2 musea: het Zandvoorts Museum en het Juttersmu-Zee-um.

In Zandvoort wordt jaarlijks een groot aantal evenementen georganiseerd. Samen met de VVV Zandvoort zijn 35 evenementen geselecteerd die toeristisch relevant zijn waaronder de vierdaagse, muziekevenementen, wielerevenementen, jaarmarkten en een circus.

Zandvoort is omringd door duingebied. Aan de zuidzijde liggen de Amsterdamse Waterleidingduinen en aan de noordzijde het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In deze gebieden kan gewandeld en gefietst worden. Daarnaast biedt de omgeving in Zandvoort mogelijkheden voor tochtjes met de auto.

Naast de hotels, een bungalowpark, pensions, B & B accommodaties en strandpaviljoens beschikt Zandvoort over circa 41 restaurants, 27 fastfoodbedrijven en 31 café’s en aanverwante horecabedrijven.

Zandvoort beschikt over circa 135 winkels en andere detailhandelsbedrijven.

Voorts kent Zandvoort diverse surfscholen, zijn er twee golfbanen (Open Golf Zandvoort en Kennemer Golf- en Countryclub) waarvan Open Golf Zandvoort greenfees aanbiedt. Tevens zijn er nog twee maneges in de gemeente Zandvoort.

Naast een aantal cafés, bars en enkele discotheken, beschikt Zandvoort over meerdere casino’s, waaronder het Holland Casino met 15 speeltafels en 324 automaten. Tot slot biedt de accommodatie ‘Circus Zandvoort’ een bioscoop/theater en een amusementshal met 195 kansspelautomaten.

Deze toeristische attracties worden ondermeer genoemd in reisgidsen, boeken, internet en VVV.

Bron:

Rapport Economische Betekenis Toerisme Zandvoort, juli 2010

http://zandvoort.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=263688/type=pdf/Rapport_Economische_betekenis_Zandvoort_juli_2010.pdf

a. Autonoom toerisme

Toerisme maakt al sinds begin negentiende eeuw onderdeel uit van Zandvoort. Het strand, het circuit, het casino en alle overige genoemde toeristische trekpleisters genereren op zichzelf een grote stroom toeristen.

Bron:

http://zandvoort.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=263688/type=pdf/Rapport_Economische_betekenis_Zandvoort_juli_2010.pdf

b. Substantiële omvang

De hiervoor genoemde toeristische trekpleisters trekken circa 4,5 miljoen toeristen per jaar naar Zandvoort tegen een inwonersaantal van ongeveer 17000. Daarmee is sprake van meer dan ‘enig’ toerisme. De economische omvang van het toerisme in Zandvoort bedraagt circa € 175,4 miljoen met een werkgelegenheid van 2400 tot 2800 banen. De economische betekenis kan in perspectief worden geplaatst door deze te vergelijken met de totale werkgelegenheid in Zandvoort die op basis cijfers van het CBS eind 2007 circa 4770 banen bedroeg. Op basis hiervan wordt duidelijk dat het aandeel van de toeristische sector in de werkgelegenheid in Zandvoort ruim de helft is.

Bron:

http://zandvoort.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=263688/type=pdf/Rapport_Economische_betekenis_Zandvoort_juli_2010.pdf

2. Winkelopenstelling ten behoeve van het toerisme

De toeristische trekpleisters zijn gelegen in de gehele gemeente.

De openstelling van winkels is nodig ten behoeve van het bezoek van toeristen aan de toeristische trekpleisters om de volgende redenen.

Allereerst is veel van het toerisme verblijfstoerisme, toerisme in relatie met het strand en toerisme in verband met de horeca. De openstelling van winkels op zondag is wenselijk ten behoeve van toeristen opdat zij op ook op zondag bijvoorbeeld boodschappen moeten kunnen doen tijdens hun verblijf in onze gemeente.

Daarnaast zijn de toeristische trekpleisters in belangrijke mate gebaat bij een ondersteunende winkelopenstelling omdat daarmee de aantrekkelijkheid van de trekpleister wordt vergroot. De wensen van de huidige consument brengen met zich dat een breder, gevarieerd productaanbod een steeds grotere rol vervult in de keuze voor een toeristische bestemming. Winkels versterken de aantrekkelijkheid van de toeristische trekpleisters.

Tot slot kosten veel bezienswaardigheden niet een hele dag om te bezoeken. Bezoek van meerdere bezienswaardigheden op één dag is daardoor mogelijk. Veel bezoekers zullen tussendoor in het dorp doorbrengen. Het bezoeken van winkels op zondag is op dat moment een welkome aanvulling voor de toeristische bezoeker. De aantrekkelijkheid van Zandvoort als toeristische bestemming neemt hiermee toe.

Bron:

http://zandvoort.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=263688/type=pdf/Rapport_Economische_betekenis_Zandvoort_juli_2010.pdf

Nu aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 3, derde lid, onder a,Winkeltijdenwet is voldaan, is het de raad toegestaan van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3 lid 3 onder a gebruik te maken. In artikel 2 van de Winkeltijdenverordening 2010 maakt de raad van deze bevoegdheid gebruik.

3. Inventarisatie van de belangen.

Op grond van artikel 3 lid 6 Winkeltijdenwet mag de gemeenteraad deze bevoegdheid toepassen na afweging van de daarbij betrokken belangen.

  • a.

    Werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel;

  • b.

    De zondagsrust;

  • c.

    De leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

4. Omschrijving van de belangen.

a. Economische belangen.

In Zandvoort zijn circa 135 winkels en andere detailhandelsbedrijven gevestigd. Voor deze winkels is het van belang dat veel toeristen naar onze gemeente komen om te winkelen.

Bron:

http://zandvoort.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=263688/type=pdf/Rapport_Economische_betekenis_Zandvoort_juli_2010.pdf

Door zondagopenstelling van winkels wordt het belang van werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente gediend, waaronder mede begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel. Immers, sinds jaar en dag is het grootste gedeelte van Zandvoort aangewezen als toeristisch gebied en was het daarmee mogelijk voor winkeliers om op zondag geopend te zijn. In 2010 is dit zelfs uitgebreid naar de gehele gemeente Zandvoort. De gemeenteraad heeft daarbij de betrokken belangen wederom afgewogen. Er zijn geen aanwijzingen dat onder inwoners en ondernemers sinds de laatste wijziging van de Winkeltijdenverordening een ander sentiment is ontstaan ten aanzien van zondagsopenstelling. Was het niet voor de wijziging van de Winkeltijdenwet in 2011, was er geen enkele aanleiding geweest de Winkeltijdenverordening 2010 aan te passen.

Daarbij komt dat de wetgever in 1996 en bij de totstandkoming van de huidige Winkeltijdenwet de effecten van de zondagsopenstelling voor winkeliers met weinig of geen personeel uitdrukkelijk zijn meegewogen en niet hebben geleid tot een inperking van de mogelijkheden tot zondagsopenstelling.

b. Zondagsrust.

Het doel van de Winkeltijdenwet is onder meer het borgen van de zondagsrust door zondagopenstelling van winkels te verbieden. Dit is de hoofdregel.

Het belang van de zondagsrust en eventuele verstoring daarvan is uitgebreid aan de orde geweest bij de totstandkoming van de Winkeltijdenwet. De discussie daaromtrent heeft voor de wetgever geen aanleiding gevormd af te zien van het verruimen van de mogelijkheden voor zondagopenstelling.

Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de zondagsrust op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed. Een belangrijk aspect in het kader van de zondagsrust betreft het respecteren van de belangen van diverse kerkgenootschappen en hun leden. Hierop ziet ook andere wetgeving, zoals de Zondagswet. Op grond van deze wet is het verboden op zondag in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst in gebruik zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, waardoor de godsdienstuitoefening wordt gehinderd. Het is tevens verboden op zondag zonder genoegzame reden de openbare rust door arbeid in beroep of bedrijf te verstoren.

De zondagsrust voor de werknemer wordt geborgd binnen de Arbeidstijdenwet. Het is de ondernemer niet toegestaan om medewerkers te verplichten om op zondag te werken.

Bij vaststelling van de Winkeltijdenverordening 2010 is dit belang in de raad eveneens afgewogen. Het belang is van onvoldoende gewicht gebleken in relatie tot de andere betrokken belangen.

c. Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde.

Het belang van leefbaarheid, veiligheid en openbare orde is in Zandvoort goed geborgd onder het huidige toerismeregime dat sinds jaar en dag van kracht is. Er zijn geen problemen bekend aangaande leefbaarheid, veiligheid en openbare orde. De zondagopenstelling van winkels heeft de afgelopen jaren niet tot problemen geleid. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat dit sedert 2010 is gewijzigd.

5. Afweging van de belangen.

Het doel van de Winkeltijdenwet is onder meer het borgen van de zondagsrust door zondagopenstelling van winkels te verbieden. Dit is de hoofdregel. Dit belang heeft de gemeenteraad betrokken en gewogen. Echter, dit belang is van onvoldoende gewicht gebleken, na afweging van andere betrokken belangen.

Het ligt niet in de lijn der verwachting dat de zondagsrust in Zandvoort op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed. Een belangrijk aspect in het kader van de zondagsrust betreft het respecteren van de belangen van diverse kerkgenootschappen en hun leden. Hierop ziet ook andere wetgeving, zoals de Zondagswet. Op grond van deze wet is het verboden op zondag in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst in gebruik zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, waardoor de godsdienstuitoefening wordt gehinderd. Het is tevens verboden op zondag zonder genoegzame reden de openbare rust door arbeid in beroep of bedrijf te verstoren. Het belang van de zondagsrust vertegenwoordigt in Zandvoort een betrekkelijk gewicht.

Er bestaan voorts geen aanknopingspunten voor het oordeel dat in Zandvoort wat betreft de belangen van de kleine winkeliers specifieke –andere dan door de wetgever reeds voorziene- belangen spelen die aan zondagopenstelling in de weg zouden staat. Al met al kent de gemeenteraad in redelijkheid aan de belangen van de kleine winkeliers geen doorslaggevend gewicht toe.

Het belang van de toeristen, de uitstraling van onze gemeente als welkome plaats voor toeristen en het belang van winkels en de inwoners heeft de gemeenteraad zwaarder laten wegen dan de overige genoemde belangen, zoals de zondagsrust.

De gemeenteraad is voorts van mening dat voornoemde belangen niet dermate geschaad worden door vaststelling van het raadsbesluit dat de gemeenteraad niet in redelijkheid kan overgaan tot het toepassen van de vrijstellingsmogelijkheid van de toerismebepaling van de Winkeltijdenwet. Winkeliers moeten de vrijheid hebben om te bepalen of zij hun winkels op zondag zullen openen.

Er bestaan geen aanknopingspunten voor het oordeel dat in Zandvoort wat betreft de belangen van de kleine winkeliers specifieke –andere dan door de wetgever reeds voorziene- belangen spelen die aan zondagopenstelling in de weg zouden staat. Al met al hoeft de gemeenteraad in redelijkheid aan de belangen van de kleine winkeliers geen doorslaggevend gewicht toe te kennen.

Artikel 3 Openstelling op werkdagen tussen 22:00 uur en 06:00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan, zoals in het Zandvoortse geval, in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden. De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon-en

feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen kan door een verordeningsbepaling worden geregeld.

Artikel 4 Ontheffing

Dit artikel bepaalt dat de raad de bevoegdheid van artikel 7 lid 2 heeft gedelegeerd aan het college. Voor het verlenen van een ontheffing zijn de beslistermijnen gelijk aan de APV Zandvoort opgenomen.

Artikel 5 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 6 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

In dit artikel worden de intrekkings- en wijzigingsgronden genoemd.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

In dit artikel worden de inwerkingtreding en citeertitel van deze verordening bepaald.