Regeling vervallen per 01-01-2022

Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Zandvoort 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2021

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Zandvoort 2018

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort, gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Zandvoort,

overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van peuteropvang;

teneinde te bereiken dat peuters gelijke ontwikkelkansen geboden krijgen door het verbeteren van de kwaliteit, het bereik en de toegankelijkheid van peuteropvang in peuterspeelzalen in de gemeente;

gelet op het raadsbesluit d.d. 26 september 2017 betreffende de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in de gemeente Zandvoort;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

“Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Zandvoort 2018’’

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: houder die een aanvraag indient voor een van de subsidies uit deze regeling;

  • b.

    ASV: de algemene subsidieverordening Gemeente Zandvoort ingaande 29 december 2016;

  • c.

    wet:Wet kinderopvang;

  • d.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • e.

    VVE-peuteropvang: kortdurende opvang in voorbereiding op de basisschool met voorschoolse educatie.

  • f.

    voorschoolse educatie: kortdurende opvang aan peuters van 2 tot 4 jaar met een VVE-indicatie gedurende 10,5 uur per week;

  • g.

    VVE-indicatie: indicatie afgegeven door de Jeugd Gezondheid Zorg (JGZ) op basis van de Zandvoortse VVE-doelgroepdefinitie, zoals vastgelegd in het ‘Beleidsplan Voor - en Vroegschoolse Educatie 2014-2016 Ieder kind telt’, waaruit blijkt dat het kind dat deze indicatie krijgt gebaat is bij en recht heeft op voorschoolse educatie;

  • h.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort;

  • i.

    doelgroepkinderen: kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar die wonen in de gemeente Zandvoort met een risico op (taal)(ontwikkelings)achterstand, vastgesteld met een VVE-indicatie;

  • j.

    statushouder: een asielzoeker met een tijdelijke verblijfsvergunning;

  • k.

    inburgeringstraject: scholing gericht op het behalen van het inburgeringsexamen, zoals bedoeld in de Wet Inburgering;

  • l.

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • m.

    kindercentrum: kindercentrum een voorziening waar kinderopvang van een kind woonachtig in Zandvoort plaatsvindt, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet en dat is opgenomen in het landelijk register kinderopvang;

  • n.

    kinderopvang: de opvang van kinderen in de zin van de wet;

  • o.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag vanuit het Rijk die ouders kunnen aanvragen bij de belastingdienst, als een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang;

  • p.

    kinderopvangtoeslagtabel: de inkomensafhankelijke tabel van de Belastingdienst die de hoogte van de kinderopvangtoeslag bepaalt op basis van de hoogte van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen.

  • q.

    landelijk register kinderopvang: het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • r.

    ouderbijdrage: Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de uren die zij afnemen voor peuteropvang;

  • s.

    ouder: ouder in de zin van de wet

  • t.

    peuterplek: plek van voor een peuter van 2 tot 4 jaar in een kindercentrum;

  • u.

    VVE-koppel: samenwerkende school en peuteropvang op het gebied van de voorschoolse educatie;

  • v.

    toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;

  • w.

    erkend VVE-programma: VVE programma opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

  • x.

    inkomensverklaring: (voorheen IB60-verklaring) een officiële verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens (geregistreerd inkomen) van de ouder over een bepaald belastingjaar;

  • y.

    wijzer Samenwerken: protocol met (samenwerkings)afspraken voor professionals die werken met kinderen van 0 tot 4 jaar vragen of zorgen hebben over de opvoeding, ontwikkeling of gedrag van een kind, opgesteld door het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • z.

    VVE-toeleidingsmonitor: digitaal registratiesysteem van indicering van een VVE-kind door de JGZ tot plaatsing op VVE-voorziening bij een VVE-aanbieder.

Artikel 2 Doel

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies voor het uitvoeren van VVE-peuteropvang in Zandvoort. Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren van deelname van alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar aan peuteropvang met voorschoolse educatie, door het subsidiëren van het gebruik van een kwalitatief hoogwaardig aanbod.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen zonder VVE-indicatie:

    • a.

      gedurende 40 weken per jaar, waarin per week 7 uur verdeeld over 2 dagdelen van maximaal 3,5 uur wordt aangeboden (maximaal 280 uur per jaar);

    • b.

      aan elke Zandvoortse peuter die door ouders wordt aangemeld;

  • 2. Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen met een VVE-indicatie:

    • a.

      gedurende 40 weken per jaar, waarin per week minimaal 10 en maximaal 10,5 uur verdeeld over 3 dagdelen van maximaal 3,5 uur wordt aangeboden (minimaal 400 of maximaal 420 uur per jaar);

    • b.

      gedurende 40 weken per jaar, waarin per week minimaal 10 en maximaal 14 uur verdeeld 3 of 4 dagdelen van maximaal 3,5 uur wordt aangeboden (minimaal 400 of maximaal 560 uur per jaar), specifiek voor kinderen van statushouders die op het moment van de peuteropvang scholing op locatie volgen in het kader van een inburgeringtraject;

    • c.

      aan elke Zandvoortse peuter een VVE-indicatie die door ouders wordt aangemeld.

Artikel 4 Subsidiecriteria

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet aan de volgende criteria:

  • 1.

    Er mag bij de gemeente Zandvoort geen voornemen bestaan om handhavend op te treden dan wel een handhavingsbesluit te zijn genomen naar aanleiding van een constatering van een overtreding door de toezichthouder;

  • 2.

    Voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • 3.

    Staat als VVE-gecertificeerd in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • 4.

    Inzet van een erkend VVE-programma;

Artikel 5 Verplichtingen

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende verplichtingen:

  • 1.

    het aanbieden van VVE-peuteropvang in een eigen groep, niet gemengd met de reguliere kinderopvang;

  • 2.

    bij kinderen waarbij sprake is van zorg over de ontwikkeling of het gedrag wordt gewerkt volgens de Wijzer Samenwerken;

  • 3.

    werken met de Zandvoortse VVE-toeleidingsmonitor voor VVE-geïndiceerde peuters;

  • 4.

    er is zichtbaar sprake van samenwerking in een VVE-koppel met een basisschool:

    • a.

      per jaar wordt tenminste één bijeenkomst georganiseerd op coördinatie-niveau, met als doel de samenwerkingsafspraken te evalueren. Deze samenwerkingsafspraken hebben tenminste betrekking op de doorgaande leerlijn (begeleiding en zorg) en de (warme) overdracht;

    • b.

      de locatiemanager van de voorschoolse voorziening is verantwoordelijk voor de planning en de uitvoering van deze bijeenkomst;

    • c.

      een school kan met meerdere voorschoolse voorzieningen een koppel vormen

    • d.

      er is zichtbaar sprake van overleg en afstemming tussen de voorschool educatie en de basisschool met betrekking tot aanbod en aanpak;

    • e.

      alle VVE-doelgroepkinderen worden warm overgedragen aan de school.

Hoofdstuk 2 Hoogte subsidiebedrag en ouderbijdrage

Artikel 6 Doelgroep

  • 1. Voor deze subsidieregeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:

    • a.

      peuters zonder VVE indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • b.

      peuters zonder VVE indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders een ZandvoortPas hebben;

    • c.

      peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan, waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • d.

      peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • e.

      peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders een ZandvoortPas hebben;

    • f.

      peuters van statushouders met een ZandvoortPas die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders hebben op het moment van de peuteropvang scholing op locatie volgen in het kader van een inburgeringtraject.

  • 2. De doelgroepen zoals benoemd onder artikel 6 sub 1 ontvangen niet zelf de subsidie, de subsidie wordt uitgekeerd aan de houder die zij hebben uitgekozen voor hun kind.

Artikel 7 Hoogte subsidiebedrag

  • 1. Het college subsidieert de peuteropvang tot een maximum van €7,45 per uur, met aftrek van de geldende ouderbijdrage.

  • 2. Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek. Voor de in artikel 6 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen voor de houder:

    • a.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub a genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 7 uren per week * maximaal €7,45 per uur * 40 weken minus de geldende ouderbijdrage;

    • b.

      Voor de in artikel 6 lid 1 sub b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 7 uren per week * €7,45 * 40 weken per jaar;

    • c.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 7 uren per week * €7,45 * 40 weken minus de geldende ouderbijdrage plus minimaal 3 en maximaal 3,5 uren per week * € 7,45 *40 weken per jaar;

    • d.

      Voor de in artikel 6 lid 1 sub d genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar minimaal 3 en maximaal 3,5 uren per week * €7,45* 40 weken per jaar;

    • e.

      Voor de in artikel 6 lid 1 sub e genoemde doelgroep bedraagt de subsidie minimaal 10 en maximaal 10,5 uren per week * €7,45* 40 weken per jaar;

    • f.

      Voor de in artikel 6 lid 1 sub f genoemde doelgroep bedraagt de subsidie minimaal 10 en maximaal 14 uren per week * €7,45* 40 weken per jaar.

  • 3. Het uurtarief genoemd in lid 1 en het aantal uren per week genoemd in lid 2 kan jaarlijks opnieuw worden bijgesteld door het college.

Artikel 8 Ouderbijdrage

  • 1. Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de VVE-peuteropvang op basis van de kinderopvangtoeslagtabel:

    • a.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 7 uren per week een inkomensafhankelijke bijdrage tot het fiscaal maximum plus het verschil tussen het fiscaal maximum en de kostprijs van de houder;

    • b.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor 7 uren per week een inkomensafhankelijke bijdrage. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal maximaal minimaal 10 en maximaal 10,5 per week, wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;

    • c.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 7 uren per week het fiscaal maximum aan de aanbieder. De overige uren voorschoolse educatie, tot totaal minimaal 10 en maximaal 10,5 uur per week zijn gratis;

    • d.

      Ouders met een ZandvoortPas betalen geen bijdrage voor VVE-peuteropvang.

  • 2. De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring.

Hoofdstuk 3 Procedure voor het indienen van aanvraag en beslistermijn

Artikel 9 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een houder die een kindercentrum, waar een kind woonachtig in Zandvoort gebruik van maakt.

Artikel 10 Aanvraag voorschoolse voorzieningen

  • 1. Houders kunnen een aanvraag voor subsidie voor VVE en peuteropvang indienen middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Aanvragen moeten uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd ingediend worden.

  • 3. Bij deze aanvraag voegen zij het format inhoudelijk jaarplan toe. In dit inhoudelijk jaarplan wordt beschreven hoe in het subsidie(aanvraag)jaar wordt gewerkt/gewerkt gaat worden aan de subsidiedoelen.

  • 4. In de aanvraag geeft de houder het verwachte aantal peuters en de verwachte ouderbijdrage aan.

Artikel 11 Weigerings- en intrekkingsgronden

In aanvulling op artikel 8 van de ASV 2016 en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel te besluiten om de subsidie in te trekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van deze regeling, in het bijzonder aan de voorwaarden genoemd in artikel 4.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling subsidie

Artikel 12 Verantwoording peuteropvang

  • 1. Door middel van een door het college vastgesteld format verantwoordt de subsidieontvanger jaarlijks het gebruik van de peuteropvang, de ouderbijdrage en realisatie van het inhoudelijk jaarplan.

  • 2. Daarnaast is een evaluatie van het inhoudelijk jaarplan onderdeel van de verantwoording. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van hetzelfde format;

  • 3. De locaties leveren na afloop van ieder kwartaal binnen twee weken door middel van een door het college vastgesteld format een korte tussentijdse verantwoording van het aantal peuters dat gebruik heeft gemaakt van de peuteropvang en de werkelijk ontvangen ouderbijdrage door middel van een door het college vastgesteld format;

  • 4. De locaties leveren uiterlijk 15 juni een beknopte inhoudelijke tussentijdse verantwoording door middel van een door het college vastgesteld format.

Artikel 13 Vaststelling van de subsidiebedrag

Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de verantwoording van de subsidieaanvrager, door het college vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken, het werkelijk gehanteerde tarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd. Het aantal uur waarvoor subsidie wordt toegekend is gemaximeerd op de aantallen genoemd in artikel 7.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling wordt na vaststelling door het college bekendgemaakt via de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling Subsidies Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Zandvoort 2018.