Regeling vervallen per 31-10-2016

Openstellingsbesluit Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer Zeeland 2016

Geldend van 16-10-2015 t/m 30-10-2016

Intitulé

Openstellingsbesluit Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer Zeeland 2016

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 13 oktober 2015 , nr. 15014373, tot vaststelling van de subsidieplafonds, de aanvraagperioden en de tarieven voor het begrotingsjaar 2016 ten behoeve van: de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (SVNL (2010)), de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016 (SVNL Zeeland 2016), de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap Zeeland (SKNL Zeeland), en de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 (SN) van de minister van EZ. 

Gedeputeerde staten van Zeeland 

  • -

    gelet op artikel 93 van de Wet inrichting landelijk gebied;

  • -

    gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland;

  • -

    gelet op artikel 1.2 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016;

  • -

    gelet op artikel 2 van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland;

Besluiten:

Artikel I

A. SUBSIDIEPLAFOND

  • 1.

    Voor de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (SVNL (2010)) worden voor het begrotingsjaar 2016 de volgende subsidieplafonds vastgesteld: 

     

  • 1.1

    Natuur- en landschapsbeheer 

    Uitbreiding natuur- en landschapsbeheer binnen natuurterreinen van het Natuurnetwerk Zeeland voor subsidies als bedoeld in:

    • artikel 3.1.1, eerste lid (natuurbeheer) ten behoeve van de natuurbeheertypen met de aanduiding N01.02, N01.03, N04.02, N04.03, N05.01, N06.05, N08.01, N08.02, N08.03, N09.01, N10.02, N11.01, N12.01, N12.02, N12.04, N12.05, N12.06, N13.01, N14.03, N15.01, N15.02, N16.01, N16.02, N16.02, N17.01, N17.03, N17.04;

    • artikel 3.1.1, tweede lid (recreatiepakket),

    • artikel 3.1.8, tweede lid, onderdeel a (toeslag vaarland),

    • artikel 5.1.1.1, eerste lid, onderdeel a (landschapsbeheer binnen natuurterreinen) ten behoeve van landschapsbeheertypen of landschapselementen met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09,

    • artikel 3.2.1 (monitoring van de kwaliteit van een op een natuurterrein aanwezig natuurbeheertype).

  • € 100.000,- per jaar voor ten hoogste 5 jaar

     

    Dit subsidieplafond is alleen beschikbaar voor wijziging (uitbreiding natuur- en landschapsbeheer) van de in 2016 nog lopende subsidiebeschikkingen op grond van de SVNL (2010) voor natuur- en landschapsbeheer binnen natuurterreinen, voor de resterende looptijd van die beschikkingen.

     

  • 1.2

    (Collectief) agrarisch natuur- en landschapsbeheer 

    Voor subsidies als bedoeld in:

    • artikel 4.1.1.1. ten behoeve van de agrarische beheertypen en beheerpakketten met de aanduiding A01.01, A01.02 en A02.01

    • artikel 5.1.1.1, eerste lid, onderdeel b, ten behoeve van de landschapselementen of beheerpakketten landschap met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09

  • € 865.000,- voor het jaar 2016 

     

    Dit subsidieplafond is alleen beschikbaar voor het uitdienen van de in 2016 nog van kracht zijnde subsidiebeschikkingen op grond van de SVNL (2010) voor (collectief) agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 7.5 van de SVNL (2010) (uitbreiding agrarisch natuurbeheer) is geen budget beschikbaar.

     

  • 2.

    Voor de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016 (SVNL Zeeland 2016) worden voor het begrotingsjaar 2016 de volgende subsidieplafonds vastgesteld: 

     

  • 2.1

    Natuur- en landschapsbeheer 

    • a.

      Continuering natuur- en landschapsbeheer binnen natuurterreinen van het Natuurnetwerk Zeeland voor subsidies als bedoeld in:

      • de artikelen 2.2, onder a, en 2.5, eerste lid, onder a (natuurbeheer) ten behoeve van de natuurbeheertypen met de aanduiding N01.02, N01.03, N04.02, N04.03, N05.01, N06.05, N08.01, N08.02, N08.03, N09.01, N10.02, N11.01, N12.01, N12.02, N12.04, N12.05, N12.06, N13.01, N14.03, N15.01, N15.02, N16.01, N16.02, N16.02, N17.01, N17.03, N17.04;

      • artikel 2.5, eerste lid, onder c (recreatiepakket),

      • artikel 2.5, eerste lid, onder d (toeslag vaarland),

      • de artikelen 2.2, onder b en 2.5, eerste lid, onder a (landschapsbeheer binnen natuurterreinen) ten behoeve van landschapsbeheertypen of landschapselementen met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09,

      • artikel 2.5, eerste lid, onder b (monitoring van de kwaliteit van een op een natuurterrein aanwezig natuurbeheertype) ten behoeve van het beheer op de terreinen waarvoor door of namens de provincie een subsidie is verstrekt voor beheer en waarbij deze subsidie afloopt in de periode tussen 30 december 2015 en 31 december 2016.

    • € 30.000,- per jaar voor ten hoogste 6 jaar

       

    • b.

      Uitbreiding natuur- en landschapsbeheer binnen natuurterreinen van het Natuurnetwerk Zeeland voor subsidies als bedoeld in:

      • de artikelen 2.2, onder a, en 2.5, eerste lid, onder a (natuurbeheer) ten behoeve van de natuurbeheertypen met de aanduiding N01.02, N01.03, N04.02, N04.03, N05.01, N06.05, N08.01, N08.02, N08.03, N09.01, N10.02, N11.01, N12.01, N12.02, N12.04, N12.05, N12.06, N13.01, N14.03, N15.01, N15.02, N16.01, N16.02, N16.02, N17.01, N17.03, N17.04;

      • artikel 2.5, eerste lid, onder c (recreatiepakket),

      • artikel 2.5, eerste lid, onder d (toeslag vaarland),

      • de artikelen 2.2, onder b, en 2.5, eerste lid, onder a (landschapsbeheer binnen natuurterreinen) ten behoeve van landschapsbeheertypen of landschapselementen met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09,

      • artikel 2.5, eerste lid, onder b (monitoring van de kwaliteit van een op een natuurterrein aanwezig natuurbeheertype)

    • € 10.000,- per jaar voor ten hoogste 6 jaar 

       

      Met ingang van 2017 wordt het collectief particulier natuurbeheer in Zeeland ingevoerd. Lopende en nieuwe beschikkingen natuurbeheer op grond van de SVNL Zeeland 2016 tot een bepaalde omvang zullen daarbij worden gebundeld via een collectief.

  • 3.

    Voor de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland (SKNL Zeeland) worden voor het begrotingsjaar 2016 de volgende subsidieplafonds vastgesteld: 

     

  • 3.1

    Investeringssubsidie natuur en landschap 

    • a.

      € 1,- voor eenmalige investeringen

      als bedoeld in:

      • artikel 8, eerste lid, onderdeel a (realisatie van natuurbeheertype op grond die functieverandering heeft ondergaan),

      • artikel 8, eerste lid, onderdeel b (realisatie landschapselement op grond die functieverandering heeft ondergaan),

      • artikel 8, eerste lid, onderdeel c (kwaliteitsimpuls natuurbeheertype),

      • artikel 8,eerste lid, onderdeel d (kwaliteitsimpuls landschapselement),

      • artikel 8,eerste lid, onderdeel e (omzetting natuurbeheertype),

      • artikel 8, eerste lid, onderdeel f (realisatie of verhoging natuurkwaliteit van een habitattype)

      • artikel 8, derde lid, onderdeel a (realisatie landschapselement binnen natuurterrein),

      • artikel 8, derde lid, onderdeel b (realisatie landschapselement buiten natuurterrein).

    • b.

      € 1,- voor een programma van eenmalige investeringen 

      als bedoeld in:

      artikel 8, vierde lid (investeringssubsidie voor programma van eenmalige investeringen), voor zover het realisatie of herstel van natuurbeheertypen, landschapselementen of habitattypen betreft als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdelen a tot en met f, en derde lid, onderdeel a.

       

  • 3.2

    Subsidie functieverandering. 

    € 1,- voor subsidies functieverandering 

    als bedoeld in:

    • artikel 15, onderdeel a (realisatie van een natuurbeheertype door de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein),

    • artikel 15, onderdeel b (realisatie van een landschapselement door de omzetting van landbouwgrond in landschap).

B. AANVRAAGPERIODEN EN LOKET VOOR INDIENING

  • 1.

    Aanvragen voor subsidies natuurbeheer, landschapsbeheer, recreatietoeslag, vaartoeslag en monitoringtoeslag op grond van de SVNL (2010) door gecertificeerde natuurbeheerders met uitvoeringsovereenkomst, vallend onder artikel I, onderdeel A, onder 1.1, kunnen in de periode van 15 november 2015 tot en met 31 december 2015 worden ingediend bij de Provincie Zeeland, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg door middel van het door de provincie beschikbaar gestelde formulier.

  • 2.

    Aanvragen voor subsidie natuurbeheer, landschapsbeheer, recreatietoeslag en vaartoeslag op grond van de SVNL (2010) door gecertificeerde natuurbeheerders zonder uitvoeringsovereenkomst, vallend onder artikel I, onderdeel A, onder 1.1, kunnen in de periode van 15 november 2015 tot en met 31 december 2015 worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Postbus 40225, 8004 DE te Zwolle door middel van het door RVO beschikbaar gestelde formulier/systeem.

  • 3.

    Aanvragen voor subsidie monitoring natuur SVNL door gecertificeerde natuurbeheerders zonder uitvoeringsovereenkomst, vallend onder artikel I, onderdeel A, onder 1.1, en artikel I, onderdeel A, onder 2.1a en 2.1b, kunnen in de periode van 15 november 2015 tot en met 31 december 2015 worden ingediend bij de Provincie Zeeland, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg door middel van het door de provincie beschikbaar gestelde formulier.

  • 4.

    Aanvragen voor subsidies natuurbeheer, landschapsbeheer, recreatietoeslag, en vaartoeslag op grond van de SVNL (2010) door niet gecertificeerde natuurbeheerders vallend onder artikel I, onderdeel A, onder 1.1, kunnen in de periode van 15 november 2015 tot en met 31 december 2015 worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Postbus 40225, 8004 DE te Zwolle door middel van het door RVO beschikbaar gestelde formulier/systeem.

  • 5.

    Aanvragen voor subsidies natuurbeheer, landschapsbeheer, recreatietoeslag, vaartoeslag en monitoringtoeslag op grond van de SVNL Zeeland 2016 door natuurbeheerders, vallend onder artikel I, onderdeel A, onder 2a en 2b, kunnen in de periode van 15 november 2015 tot en met 31 december 2015 worden ingediend bij de Provincie Zeeland, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg door middel van het door de provincie beschikbaar gestelde formulier.

  • 6.

    Aanvragen voor subsidies (collectief) agrarisch natuurbeheer vallend onder artikel I, onderdeel A, onder 1.2, kunnen tot uiterlijk 15 februari 2016 worden ingediend bij de Provincie Zeeland, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg.

  • 7.

    Aanvragen voor subsidies investeringen en/of functieverandering, vallend onder artikel I, onderdeel A, onder 3.1a, 3.1b en 3.2, kunnen in de periode vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 oktober 2016, ingediend worden bij de Provincie Zeeland, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg door middel van het door de provincie beschikbaar gestelde formulier.

De loketten voor indiening van subsidieaanvragen SNL zijn aan verandering onderhevig. Samenvattend is de verdeling voor het subsidiejaar 2016 als volgt:

RVO is het loket voor subsidieaanvragen natuurbeheer voor natuurbeheerders zonder uitvoeringsovereenkomst, met een nog lopende beschikking bij RVO. De betaalaanvragen subsidie agrarisch natuurbeheer verlopen via de gemeenschappelijke data inwinning van het ministerie van EZ.

De Provincie Zeeland is het loket voor subsidieaanvragen natuurbeheer voor natuurbeheerders met een lopende uitvoeringsovereenkomst, voor alle nieuwe subsidieaanvragen natuurbeheer, voor de subsidieaanvragen agrarisch natuurbeheer en voor de subsidieaanvragen functieverandering en investering.

 

C. TARIEVEN BEGROTINGSJAAR 2016

  • 1.

    De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen, bedoeld in artikel I, onderdeel A, onder 1.1, 2.1a en 2.1b, van dit besluit, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 1, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 2.

    De jaarvergoeding voor de agrarische beheerpakketten, bedoeld in artikel I, onderdeel A, onder 1.2, van dit besluit, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 2, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 3.

    De jaarvergoeding voor de landschapselementen binnen natuurterreinen, bedoeld in artikel I, onderdeel A, onder 1.1, 2.1a en 2.1b, van dit besluit worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 3, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 4.

    De jaarvergoeding voor de beheerpakketten landschap buiten natuurterreinen, bedoeld in artikel I, onderdeel A, onder 1.2, van dit besluit worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 4, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 5.

    De jaarvergoeding voor de toeslagen, bedoeld in artikel I, onderdeel A, onder 1.1, 2.1a en 2.1b, van dit besluit, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 5, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 6.

    De jaarvergoeding voor de toeslag, bedoeld in artikel I, onderdeel A, onder 1.2, van dit besluit, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 6, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 7.

    Op grond van artikel 14 van de SKNL Zeeland wordt de hoogte van de investeringssubsidie als volgt bepaald: voor aanleg en herstel van natuurterreinen zijn de maximale subsidiabele kosten per hectare vastgesteld op € 8.000,- voor de realisatie van een natuurbeheertype en € 11.428,- voor realisatie van een landschapselement;

  • 8.

    De tarieven voor de monitoring van de kwaliteit van de verschillende natuurbeheertypen, bedoeld in artikel I, onderdeel A, onder 1.1, 2.1a en 2.1b, van dit besluit worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 7, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 9.

    Het percentage voor dit begrotingsjaar, bedoeld in artikel 44, vierde lid, van de SN, zoals die luidde tot 1 oktober 2004, waarmee de subsidie functieverandering voor de subsidies die zijn verleend op grond van aanvragen voor de begrotingsjaren 2000 tot en met 2006 wordt verhoogd, is vastgesteld op 0,98 %.

Artikel II

  • 1.

    De subsidies als opgenomen in dit besluit worden uitsluitend verleend voor die onderdelen welke ook door de Europese Commissie en zo nodig door de Minister van Economische zaken zijn of worden goedgekeurd.

  • 2.

    De subsidies als opgenomen in dit besluit, worden verleend onder het voorbehoud van goedkeuring van de begroting door provinciale staten van Zeeland.

Artikel III

  • 1.

    De subsidies natuurbeheer als opgenomen onder artikel I, onderdeel A, onder 2.1a, van dit besluit (continuering natuurbeheer) worden uitsluitend verleend voor zover het perceel/terrein op de bij dit besluit behorende Beheersubsidiekaart (bijlage 8) als continuering subsidiabel is aangemerkt. De Beheersubsidiekaart continuering natuurbeheer wordt ter inzage gelegd op het Provinciehuis en wordt geplaatst op het portaal Natuur en Landschap (www.portaalnatuurenlandschap.nl).

  • 2.

    De subsidies natuurbeheer als opgenomen onder artikel I, onderdeel A, onder 1.1, en artikel I, onderdeel A, onder 2.1b, van dit besluit (uitbreiding natuurbeheer) worden uitsluitend verleend voor zover het perceel/terrein op de bij dit besluit behorende Beheersubsidiekaart (bijlage 8) als uitbreiding subsidiabel is aangemerkt. De Beheersubsidiekaart uitbreiding natuurbeheer wordt ter inzage gelegd op het Provinciehuis en wordt geplaatst op het portaal Natuur en Landschap (www.portaalnatuurenlandschap.nl).

  • 3.

    Subsidieaanvragen natuurbeheer als opgenomen onder artikel I, onderdeel A, onder 1.1, 2.1a en 2.1b van dit besluit worden getoetst aan het Natuurbeheerplan Zeeland 2016.

  • 4.

    De subsidie agrarisch natuurbeheer als opgenomen onder artikel I, onderdeel A, onder 1.2, van dit besluit wordt uitsluitend verleend voor zover het perceel/terrein als subsidiabel was aangemerkt in het Natuurbeheerplan Zeeland 2015.

  • 5.

    De subsidies voor investeringen en functieverandering op grond van de SKNL Zeeland, als opgenomen onder artikel I, onderdeel A, onder 3.1a, 3.1b en 3.2, van dit besluit worden uitsluitend verleend voor zover het perceel/terrein op de bij dit besluit behorende subsidiekaart kwaliteitsimpulsen SKNL (bijlage 9) als subsidiabel is aangemerkt. De subsidiekaart SKNL wordt ter inzage gelegd op het Provinciehuis en wordt geplaatst op het portaal Natuur en Landschap (www.portaalnatuurenlandschap.nl).

  • 6.

    Subsidieaanvragen voor investeringen en functieverandering op grond van de SKNL Zeeland, als opgenomen onder artikel I, onderdeel A, onder 3.1a, 3.1b en 3.2, van dit besluit worden getoetst aan het Natuurbeheerplan Zeeland 2016.

Artikel IV

De plafonds genoemd onder artikel I, onderdeel A, onder 1.1, 2.1a en 2.1b, zijn onderling uitwisselbaar.

Artikel V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 13 oktober 2015.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 15 oktober 2015
De secretaris, A.W. Smit

Bijlagen

  • 1.

    Tarieven natuurbeheer 2016

  • 2.

    Tarieven agrarisch natuurbeheer 2016

  • 3.

    Tarieven landschapsbeheer binnen natuurterreinen

  • 4.

    Tarieven landschapsbeheer buiten natuurterreinen

  • 5.

    Toeslagen natuurbeheer

  • 6.

    Toeslagen agrarisch natuurbeheer

  • 7.

    Tarieven monitoring

  • 8.

    Subsidiekaart SVNL 2016

  • 9.

    Subsidiekaart SKNL 2016 p.m.

Bijlage I Tarieven natuurbeheer 2016

Natuurbeheertype 

 

€/ha/j 

N01.01

Zee en wad

1,62

N01.02

Duin- en kwelderlandschap

80,13

N01.03

Rivier- en moeraslandschap

117,18

N01.04

Zand- en kalklandschap

64,43

N02.01

Rivier

5,06

N03.01

Beek en bron

71,78

N04.01

Kranswierwater

41,60

N04.02

Zoete plas

41,89

N04.03

Brak water

51,69

N04.04

Afgesloten zeearm

1,62

N05.01

Moeras

511,28

N05.02

Gemaaid rietland (met ingebruikgeving)

537,08

N06.01

Veenmosrietland en moerasheide

1.581,74

N06.02

Trilveen

1.839,53

N06.03

Hoogveen

125,53

N06.04

Vochtige heide

172,49

N06.05

Zwakgebufferd ven

52,86

N06.06

Zuur ven of hoogveenven

62,53

N07.01

Droge heide

182,18

N07.02

Zandverstuiving

76,96

N08.01

Strand en embryonaal duin

8,80

N08.02

Open duin

180,26

N08.03

Vochtige duinvallei

857,82

N08.04

Duinheide

141,78

N09.01

Schor of kwelder

106,26

N10.01

Nat schraalland

1.596,63

N10.02

Vochtig schraalland

972,80

N11.01

Droog schraalland

503,37

N12.01

Bloemdijken

1.321,52

N12.02

Kruiden- en faunarijk grasland (met ingebruikgeving)

205,76

N12.03

Glanshaverhooiland

425,65

N12.04

Zilt - en overstromingsgrasland

465,92

N12.05

Kruiden- en faunarijke akker (met ingebruikgeving)

804,11

N12.06

Ruigteveld

74,57

N13.01

Vochtig weidevogelgrasland (met ingebruikgeving)

497,61

N13.02

Wintergastenweide (met ingebruikgeving)

17,18

N14.01

Rivier- en beekbegeleidend bos

31,52

N14.02

Hoog- en laagveenbos

18,20

N14.03

Haagbeuken- en essenbos

55,24

N15.01

Duinbos

54,94

N15.02

Dennen-, eiken- en beukenbos

87,98

N16.01

Droog bos met productie (hout op stam)

4,46

N16.02

Vochtig bos met productie (hout op stam)

12,98

N17.01

Vochtig hakhout en middenbos

2.467,25

N17.02

Droog hakhout

301,79

N17.03

Park- en stinzenbos

280,52

N17.04

Eendenkooi

1.776,66

Bijlage 2 Tarieven agrarisch natuurbeheer 2016

Agrarisch beheertype/beheerpakket 

 

 

€/ha/j 

A01.01.01 

Weidevogelgrasland met een rustperiode 

 

 

A01.01.01a

Rustperiode van 1 april tot 1 juni

274,95

A01.01.01b

Rustperiode van 1 april tot 8 juni

400,09

A01.01.01c

Rustperiode van 1 april tot 15 juni

531,75

A01.01.01d

Rustperiode van 1 april tot 22 juni

598,98

A01.01.01e

Rustperiode van 1 april tot 1 juli

1028,35

A01.01.01f

Rustperiode van 1 april tot 15 juli

1190,39

A01.01.01g

Rustperiode van 1 april tot 1 augustus

1375,57

A01.01.02 

Weidevogelgrasland met voorweiden 

 

A01.01.02a

Voorweiden 1 mei tot 15 juni

229,73

A01.01.02b

Voorweiden 8 mei tot 22 juni

229,73

A01.01.03 

Plas-dras 

 

 

Plas-dras 

 

A01.01.03a

Inundatieperiode 15 februari tot 15 april

758,50

A01.01.03b

Inundatieperiode 15 februari tot 15 mei

1211,05

A01.01.03c

Inundatieperiode 15 februari tot 15 juni

1981,43

A01.01.03d

Inundatieperiode 15 februari tot 1 augustus

1981,43

 

Greppel plas-dras 

 

A01.01.03e

Inundatieperiode 15 februari tot 15 april

758,50

A01.01.03f

Inundatieperiode 15 februari tot 15 mei

1211,05

A01.01.03g

Inundatieperiode 15 februari tot 15 juni

1981,43

A01.01.03h

Inundatieperiode 15 februari tot 1 augustus

1981,43

A01.01.04 

Landbouwgrond met legselbeheer 

 

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 35 broedparen

69,17

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 50 broedparen

87,82

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 75 broedparen

108,41

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 100 broedparen

129,84

A01.01.04b

Legselbeheer op bouwland en/of grasland

51,66

A01.01.04c1.ut

Legselbeheer op grasland 150 broedparen plus maaitrappen

 

316,31

A01.01.04c2.ut

Legselbeheer op grasland 200 broedparen plus maaitrappen

 

359,11

A01.01.04c3.ut

Legselbeheer op grasland 300 broedparen plus maaitrappen

 

380,90

A01.01.05 

Kruidenrijk weidevogelgrasland 

 

A01.01.05a

Kruidenrijk weidevogelgrasland

1028,35

A01.01.05b

Kruidenrijk weidevogelgraslandrand

926,62

A01.01.06 

Extensief beweid weidevogelgrasland 

 

A01.01.06

Extensief beweid weidevogelgrasland

 

495,04

A01.02.01 

Bouwland met broedende akkervogels 

 

 

A01.02.01a1 (2010) 

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond 

2138,73

A01.02.01a2 (2010) 

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond 

1652,31

A01.02.01b1 (2010) 

B ouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd op kleigrond 

2138,73

A01.02.01b2 (2010) 

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd op zandgrond 

1652,31

A01.02.01c1 (2010) 

Bouwland met broedende akkervogels: In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond 

2138,73

A01.02.01c2 (2010) 

Bouwland met broedende akkervogels: In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond 

 

1652,31

Agrarisch beheertype/beheerpakket 

 

 

€/ha/j 

A01.02.01a1

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond

 

2138,73

A01.02.01a2

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond

1652,31

A01.02.01b1

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd op kleigrond

2138,73

A01.02.01b2

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd op zandgrond

1652,31

A01.02.01c1

Bouwland met broedende akkervogels: In 3e en 4e jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel… Roulatie mogelijk op klei

2138,73

A01.02.01c2

Bouwland met broedende akkervogels: In 3e en 4e jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel… Roulatie mogelijk op zand

1652,31

A01.02.01d1

De beheereenheid is minimaal 12 meter breed. Tussen 15 april en 31 aug mag max. 10% van de oppervlakte bedekt zijn met rijsporen …. Roulatie mogelijk op klei

1739,63

A01.02.01d2

De beheereenheid is minimaal 12 meter breed. Tussen 15 april en 31 aug mag max. 10% van de oppervlakte bedekt zijn met rijsporen …. Roulatie mogelijk op zand

1302,33

A01.02.02 

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels 

 

A01.02.02a

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels klei

 

2028,24

A01.02.02b

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels zand

 

1744,97

A01.02.03

Bouwland voor hamsters

 

A01.02.03a

Bouwland voor hamsters, vollevelds

2240,05

A01.02.03b

Opvangstrook voor hamsters

 

2028,24

A01.03.01 

Overwinterende ganzen 

 

 

A01.03.01a

Ganzen op grasland

ten minste

118,00

 

ten hoogste

725,81

A01.03.01b

Ganzen op bouwland

ten minste

73,00

 

ten hoogste

756,80

A01.03.01c

Ganzen op vroege groenbemester

 

252,00

A01.03.01d

Ganzen op late groenbemester

 

252,00

A01.03.02 

Overzomerende ganzen 

 

A01.03.02.Lb

Opvang overzomerende grauwe ganzen Maasplassen

 

940,00

A01.04 

Insectenrijke graslanden 

 

 

A01.04.01a.Lb

Insectenrijk graslandperceelsbeheer Roerdal: basis

1386,98

A01.04.01b.Lb

Insectenrijk graslandperceelsbeheer Roerdal: plus

1991,11

A01.04.02.Lb

Insectenrijke graslandranden Roerdal

 

1991,11

A01.05.01 

Foerageerrand Bever 

 

 

A01.05.01.Lb

Foerageerrand Bever

 

0,00

A02.01 

Botanisch grasland 

 

 

A02.01.01

Botanisch weiland

1020,09

A02.01.02

Botanisch hooiland

1164,83

A02.01.03

Botanische weide-of hooilandrand

 

A02.01.03a

Botanische weiderand

1020,09

A02.01.03b

Botanische hooilandrand

1350,02

A02.01.04

Botanisch bronbeheer

 

1803,98

A02.02 

Akker met waardevolle flora 

 

 

A02.02.01a

Akker met waardevolle flora: Drie van de zes jaar graan

149,63

A02.02.01b

Akker met waardevolle flora: Vier van de zes jaar graan

441,76

A02.02.01c

Akker met waardevolle flora: Vijf van de zes jaar graan

 

521,60

A02.02.02 

Chemie en kunstmestvrij land 

 

 

A02.02.02a

Chemie en kunstmestvrij land: Drie van de zes jaar graan

663,24

A02.02.02b

Chemie en kunstmestvrij land: Vier van de zes jaar graan

725,42

A02.02.02c

Chemie en kunstmestvrij land: Vijf van de zes jaar graan

 

766,50

A02.02.03 

Akkerflora randen 

 

 

A02,02.03

Akkerflora randen

 

1652,31

Bijlage 3 Tarieven landschapsbeheer binnen natuurterreinen

Landschapsbeheertype 

 

eenheid 

€/eenheid/j 

L01.01 

Landschapsbeheertype Poel en klein historisch water 

 

L01.01.00

Poel en klein historisch water - gemiddeld

per stuk per jaar

93,74

L01.01.01b

Poel en klein historisch water < 175 m2

per stuk per jaar

65,39

L01.01.01b

Poel en klein historisch water > 175 m2

per stuk per jaar

105,89

L01.02 

Landschapsbeheertype Houtwal en houtsingel 

 

 

L01.02.00

Houtwal en houtsingel - gemiddeld

are per jaar

27,57

L01.02.01

Houtwal en houtsingel

are per jaar

26,66

L01.02.02

Hoge houtwal

are per jaar

33,28

L01.02.03

Holle weg en graft

are per jaar

31,52

L01.03 

Landschapsbeheertype Elzensingel 

 

 

L01.03.00

Elzensingel bedekking - gemiddeld

100 meter per jaar

90,20

L01.03.01a

Elzensingel bedekking 30-50%

100 meter per jaar

44,31

L01.03.01b

Elzensingel bedekking >50-75%

100 meter per jaar

69,91

L01.03.01c

Elzensingel bedekking >75%

100 meter per jaar

98,47

L01.04  

Landschapsbeheertype Bossingel en bosje 

 

 

L01.04.01

Bossingel en bosje

are per jaar

19,34

L01.05 

Landschapsbeheertype Knip- en scheerheg 

 

 

L01.05.00

Knip- en scheerheg - gemiddeld

100 meter per jaar

261,90

L01.05.01a

Knip- en scheerheg jaarlijkse cyclus

100 meter per jaar

271,68

L01.05.01b

Knip- en scheerheg 2-3 jaarlijkse cyclus

100 meter per jaar

173,88

L01.06 

Landschapsbeheertype Struweelhaag 

 

 

L01.06.00

Struweelhaag cyclus - gemiddeld

100 meter per jaar

221,45

L01.06.01a

Struweelhaag cyclus 5-7 jaar

100 meter per jaar

235,95

L01.06.01b

Struweelhaag cyclus >12 jaar

100 meter per jaar

164,26

L01.07 

Landschapsbeheertype Laan 

 

 

L01.07.00

Laan - gemiddeld

100 meter per jaar

152,89

L01.07.01a

Laan stamdiameter < 20 cm

100 meter per jaar

59,99

L01.07.01b

Laan stamdiameter 20-60 cm

100 meter per jaar

113,02

L01.07.01c

Laan stamdiameter > 60 cm

100 meter per jaar

254,75

L01.08 

Landschapsbeheertype Knotboom 

 

 

L01.08.00

Knotboom - gemiddeld

per stuk per jaar

7,35

L01.08.01a

Knotboom stamdiameter < 20 cm

per stuk per jaar

2,46

L01.08.01b

Knotboom stamdiameter 20-60 cm

per stuk per jaar

7,61

L01.08.01c

Knotboom stamdiameter > 60 cm

per stuk per jaar

9,64

L01.09 

Landschapsbeheertype Hoogstamboomgaard 

 

 

L01.09.01

Hoogstamboomgaard

hectare per jaar

1618,31

L01.09.02.Z

Halfstamboomgaard bij historische boerderijen

hectare per jaar

0,00

L01.13  

Landschapsbeheertype Bomenrij en solitaire bomen 

 

L01.13.03.Z

Leibomen bij historische boerderijen

hectare per jaar

0,00

L03 

Aardwerk en groeve 

 

 

L03.01.00

Aardwerk en groeve

hectare per jaar

966,27

L03.01.02.ZH

Schurvelingen en zandwallen op Goeree

hectare per jaar

0,00

Bijlage 4 Tarieven landschapsbeheer buiten natuurterreinen

Landschapsbeheertype 

 

eenheid 

€/eenheid/j 

L01.01 

Landschapsbeheertype Poel en klein historisch water 

 

 

L01.01.01b

Poel en klein historisch water < 175 m2

per stuk per jaar

65,39

L01.01.01b

Poel en klein historisch water > 175 m2

per stuk per jaar

105,89

L01.02 

Landschapsbeheertype Houtwal en houtsingel 

 

L01.02.01

Houtwal en houtsingel

are per jaar

26,66

L01.02.02

Hoge houtwal

are per jaar

33,28

L01.02.03

Holle weg en graft

are per jaar

31,52

L01.03 

Landschapsbeheertype Elzensingel 

 

L01.03.01a

Elzensingel bedekking 30-50%

100 meter per jaar

44,31

L01.03.01b

Elzensingel bedekking >50-75%

100 meter per jaar

69,91

L01.03.01c

Elzensingel bedekking >75%

100 meter per jaar

98,47

L01.04  

Landschapsbeheertype Bossingel en bosje 

 

L01.04.01

Bossingel en bosje

are per jaar

19,34

L01.05 

Landschapsbeheertype Knip- en scheerheg 

 

L01.05.01a

Knip- en scheerheg jaarlijkse cyclus

100 meter per jaar

271,68

L01.05.01b

Knip- en scheerheg 2-3 jaarlijkse cyclus

100 meter per jaar

173,88

L01.06 

Landschapsbeheertype Struweelhaag 

 

L01.06.01a

Struweelhaag cyclus 5-7 jaar

100 meter per jaar

235,95

L01.06.01b

Struweelhaag cyclus >12 jaar

100 meter per jaar

164,26

L01.07 

Landschapsbeheertype Laan 

 

L01.07.01a

Laan stamdiameter < 20 cm

100 meter per jaar

59,99

L01.07.01b

Laan stamdiameter 20-60 cm

100 meter per jaar

113,02

L01.07.01c

Laan stamdiameter > 60 cm

100 meter per jaar

254,75

L01.08 

Landschapsbeheertype Knotboom 

 

 

L01.08.01a

Knotboom stamdiameter < 20 cm

per stuk per jaar

2,46

L01.08.01b

Knotboom stamdiameter 20-60 cm

per stuk per jaar

7,61

L01.08.01c

Knotboom stamdiameter > 60 cm

per stuk per jaar

9,64

L01.09 

Landschapsbeheertype Hoogstamboomgaard 

 

 

L01.09.01

Hoogstamboomgaard

hectare per jaar

1618,31

L01.09.02.Z

Halfstamboomgaard bij historische boerderijen

hectare per jaar

0,00

L01.10  

Landschapsbeheertype Struweelrand 

 

 

L01.10.01

Struweelrand

are per jaar

9,38

L0.11  

Landschapsbeheertype Hakhoutbosje 

 

 

L01.11.01a

Hakhoutbosje met langzaamgroeiende soorten

are per jaar

6,62

L01.11.01b

Hakhoutbosje met snelgroeiende soorten

are per jaar

12,27

L01.12  

Landschapsbeheertype Griendje 

 

 

L01.12.01

Griendje

are per jaar

23,00

L01.13  

Landschapsbeheertype Bomenrij en solitaire bomen 

 

L01.13.01a

Bomenrij gemiddelde stamdiameter < 20 cm

100 meter per jaar

27,37

L01.13.01b

Bomenrij gemiddelde stamdiameter 20-60 cm

100 meter per jaar

37,26

L01.13.01c

Bomenrij gemiddelde stamdiameter >60 cm

100 meter per jaar

56,38

L01.13.02a

Solitaire boom gemiddelde stamdiameter < 20 cm

per stuk per jaar

4,38

L01.13.02b

Solitaire boom gemiddelde stamdiameter 20-60 cm

per stuk per jaar

5,96

L01.13.02c

Solitaire boom gemiddelde stamdiameter >60 cm

per stuk per jaar

9,02

L01.13.03.Z

Leibomen bij historische boerderijen

per stuk per jaar

0,00

L01.14  

Landschapsbeheertype Rietzoom en klein rietperceel 

 

L01.14.01a

Rietzoom 2-5 meter

100 meter per jaar

42,50

L01.14.01b

Rietzoom > 5 meter en klein rietperceel

hectare per jaar

640,67

L01.15  

Landschapsbeheertype Natuurvriendelijke oever 

 

L01.15.01

Natuurvriendelijke oever

100 meter per jaar

52,31

L03 

Aardwerk en groeve 

 

 

L03.01.00

Aardwerk en groeve

hectare per jaar

966,27

L03.01.02.ZH

Schurvelingen en zandwallen op Goeree

hectare per jaar

0,00

L04 

Recreatieve landschapselementen 

 

 

L04.01.01

Wandelpad over boerenland

100 meter per jaar

84,32

Bijlage 5 Toeslagen natuurbeheer

Toeslag 

 

 €/ha/j

T6

Toeslag recreatie natuur

33,34

T7

Toeslag vaarland natuur

401,35

Bijlage 6 Toeslagen agrarisch natuurbeheer

Toeslag 

 

eenheid 

€/eenheid/j  

T1

Toeslag ruige mest rijland

hectare per jaar

€ 138,72

T2

Toeslag ruige mest vaarland

hectare per jaar

€ 249,64

T3

Toeslag kuikenvelden

hectare per jaar

€ 350,39

T4

Toeslag voor het verlengen van de rustperiode bij de weidevogelgraslanden met een rustperiode (A01.01.01)

hectare per jaar

de vergoeding van het pakket 'weidevogelgrasland met rustperiode' dat qua rustperiode overeenkomt met het gevoerde last minute beheer minus de jaarvergoeding van het onderliggende beheerpakket

T8

Toeslag verlengen rustperiode van 15 juni naar 22 juni bij het kruidenrijk weidevogelgrasland (A01.01.05a)

hectare per jaar

€ 162,04

T9.Ut

Toeslag nestgelegenheid voor de zwarte stern in Utrecht

hectare per jaar

€ 4.038,90

T10.Ut

Toeslag raster behorende bij nestgelegenheid voor de zwarte stern

100 meter/jaar

€ 28,00

Bijlage 7 Tarieven Monitoring

Natuurbeheertype 

 

€/h/j 

N01.01

Zee en wad

0,00

N01.02

Duin- en kwelderlandschap

15,46

N01.03

Rivier- en moeraslandschap

9,37

N01.04

Zand- en kalklandschap

8,43

N02.01

Rivier

0,00

N03.01

Beek en Bron

0,00

N04.01

Kranswierwater

0,00

N04.02

Zoete plas

0,00

N04.03

Brak water

0,00

N04.04

Afgesloten zeearm

0,00

N05.01

Moeras

19,19

N05.02

Gemaaid rietland

11,66

N06.01

Veenmosrietland en moerasheide

24,37

N06.02

Trilveen

20,91

N06.03

Hoogveen

28,26

N06.04

Vochtige heide

14,55

N06.05

Zwakgebufferd ven

90,60

N06.06

Zuur ven of hoogveenven

90,50

N07.01

Droge heide

13,40

N07.02

Zandverstuiving

13,40

N08.01

Strand en embryonaal duin

7,37

N08.02

Open duin

19,39

N08.03

Vochtige duinvallei

24,81

N08.04

Duinheide

13,40

N09.01

Schor of kwelder

17,29

N10.01

Nat schraalland

28,17

N10.02

Vochtig hooiland

20,45

N11.01

Droog schraalland

16,75

N12.01

Bloemdijk

14,92

N12.02

Kruiden- en faunarijk grasland

2,86

N12.03

Glanshaverhooiland

15,50

N12.04

Zilt- en overstromingsgrasland

17,29

N12.05

Kruiden- en faunarijke akker

8,41

N12.06

Ruigteveld

4,75

N13.01

Vochtig weidevogelgrasland

7,58

N13.02

Wintergastenweide

0,00

N14.01

Rivier- en beekbegeleidend bos

17,88

N14.02

Hoog- en laagveenbos

9,57

N14.03

Haagbeuken- en essenbos

16,15

N15.01

Duinbos

6,99

N15.02

Dennen-, eiken- en beukenbos

6,99

N16.01

Droog bos met productie

4,69

N16.02

Vochtig bos met productie

4,69

N17.01

Vochtig hakhout en middenbos

13,21

N17.02

Droog hakhout

2,84

N17.03

Park- en stinzenbos

2,84

N17.04

Eendenkooi

0,00

Bijlage 8 Subsidiekaart SVNL 2016

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 9 Subsidiekaart SKNL 2016 (p.m.)