Regeling vervallen per 01-04-2014

Regeling variabele werktijden provincie Zeeland 1998

Geldend van 20-07-2011 t/m 31-03-2014

Intitulé

Regeling variabele werktijden provincie Zeeland 1998

Gedeputeerde Staten van Zeeland

gelet op hun besluit tot invoering van een 36-urige werkweek bij de Middelburgse

directies en stafafdelingen;

tevens gelet op het bepaalde in het Sectorakkoord 1994-1997 en het besluit van

Provinciale Staten van 9 februari 1996, nr 18 (Provinciaal Blad nr 6 van 1996);

met inachtneming van de uitkomsten van het overleg in de commissie voor

georganiseerd overleg en met de ondernemingsraad voor de gezamenlijke

Middelburgse organisatie-eenheden;

besluiten:

Artikel 1 Begrippen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    organisatie-eenheden: de organisatie-eenheden als bedoeld in artikel 1,lid 1, van de Regeling ambtelijke organisatie Zeeland;

  • 2.

    ambtenaar: de ambtenaar of de arbeidscontractant in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden regeling Provincies;

  • 3.

    bedrijfstijd:de tijd,waarbinnen de ambtenaar in de gelegenheid is zijn werkzaamheden te verrichten en de organisatie-eenheden hun - dienst aanbieden;

  • 4.

    bloktijd: de tijden, waarop de ambtenaar verplicht is aanwezig te zijn;

  • 5.

    werktijd: de tijd, dat de ambtenaar feitelijk per dag onderscheidenlijk per week werkt;

  • 6.

    werktijdregistratiesysteem: het uniforme geautomatiseerde systeem,waarmee de werktijd en elke vorm van afwezigheid, die de werktijd vervangt, worden geregistreerd.

Artikel 2 Dienstverlening

De bedrijfstijd is gelegen tussen 7.30 uur en 18.00 uur.

Artikel 3 Verplichte aanwezigheid

De ambtenaar is gedurende de bloktijd van 9.00 uur tot 12.00 uur en die van 14.00 uur tot 16.00 uur verplicht aanwezig, voorzover er geen sprake is van verlof, ziekte, dienstreis of vergelijkbare omstandigheden.

Artikel 4 Werktijd per dag en per week

  • 1.

    De ambtenaar, die in een voltijddienstverband werkzaam is, werkt feitelijk 8 uur per dag en 40 uur per week. Bij een deeltijddienstverband geldt een evenredig deel daarvan afhankelijk van het deeltijdpercentage.

  • 2.

    De ambtenaar, die in een voltijddienstverband werkzaam is werkt formeel 7,2 uur per dag en 36 uur per week. Bij een deeltijddienstverband geldt een evenredig deel daarvan afhankelijk van het deeltijdpercentage.

  • 3.

    Het vakantieverlof van de ambtenaar, die in een voltijddienstverband werkzaam is, wordt afgeleid van het aantal formele werkuren per dag van 7,2. Bij een deeltijddienstverband geldt een evenredige opbouw van het vakantieverlof afhankelijk van het deeltijdpercentage.

  • 4.

    Het verlof wegens arbeidsduurverkorting van de ambtenaar, die in een voltijddienstverband werkzaam is, wordt per werkdag opgebouwd met 0,8 uur, zijnde het verschil tussen het aantal feitelijk gewerkte uren van 8 per dag en het aantal formeel gewerkte uren van 7,2 per dag. Op jaarbasis wordt uitgegaan van 5 werkdagen per week gedurende 51 kalenderweken, waarin vorenbedoelde opbouw plaatsvindt. Bij een deeltijddienstverband vindt steeds opbouw naar rato van het deeltijdpercentage plaats.

Artikel 5 Eisen in het kader van de Arbeidstijdenwet

  • 1.

    De ambtenaar onderbreekt na 5,5 uren zijn werktijd en neemt vervolgens aansluitend een pauze van minimaal een half uur in acht. Indien er sprake is van een werkrooster, dient de direct leidinggevende erop toe te zien, dat aan de wettelijke eisen de hand wordt gehouden.

  • 2.

    De ambtenaar mag per werkdag niet langer dan 9 uren werken en per week niet langer dan 45 uren, voorzover de Arbeidstijdenwet geen uitzondering toelaat.

Artikel 6 Compensatie positief en negatief urensaldo

De ambtenaar dient teveel of te weinig gemaakte uren in een bepaalde week zodanig te compenseren, dat aan het eind van iedere kalendermaand een positief saldo is geregistreerd van maximaal 10 uren en een negatief saldo van maximaal 10 uren. Bij een hoger positief saldo dan 10 uren komt het meerdere te vervallen, tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 7 lid 2.

Artikel 7 Sluiting van de Middelburgse organisatie-eenheden

  • 1.

    Gedeputeerde Staten sluiten in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar de provinciale directies en stafafdelingen, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet. De ambtenaren hebben daarbij de keuze hun aandeel te leveren door opneming van vakantieverlof, van verlof wegens arbeidsduurverkorting dan wel het opnemen van extra gewerkte uren volgens het werktijdregistratiesysteem in de zin van artikel 6, mits daarvoor een toereikend urensaldo bestaat.

  • 2.

    Een positief urensaldo van meer dan 10 uur aan het eind van de kalendermaand ten behoeve van de toepassing van het vorige lid is slechts onder de volgende voorwaarden toegestaan:

    • a.

      de urenregistratie houdt geen verband met de administrering van het vakantieverlof en het verlof wegens arbeidsduurverkorting;

    • b.

      de geregistreerde uren mogen niet worden opgenomen ten behoeve van verlof of afwezigheid buiten de Kerstperiode;

    • c.

      per 1 januari van elk kalenderjaar wordt de registratie onverkort teruggebracht tot het toegestane maximum van artikel 6.

Artikel 8 Werktijdregistratie/fictieve werktijd

  • 1.

    De ambtenaar is verplicht zich te houden aan de voorschriften van het werktijdregistratiesysteem.

  • 2.

    Als fictieve werktijd worden de hierna bedoelde uren aangemerkt:

    • a.

      bij verlof: het aantal opgenomen verlofuren, als bedoeld in artikel 3 van de Regeling arbeidsduurverkorting 2001;

    • b.

      bij ziekte: 8 uur per dag en 4 uur per halve dag;

    • c.

      bij een dienstreis: de uren vermeld op de reisdeclaratie met een minimale aftrek van een half uur wegens middagpauze en tot een maximum van 9 uur per dag, met dien verstande, dat bij meerdaagse dienstreizen de uren vóór 8.00 uur en na 18.00 uur buiten beschouwing blijven en dat bij reizen per openbaar vervoer het werkelijk aantal reis- en werkuren als werktijd wordt aangemerkt, met een minimale aftrek van een half uur wegens middagpauze en een half uur wegens een genoten avondmaaltijd;

    • d.

      bij vergaderingen en besprekingen buiten het dienstgebouw -voorzover er geen sprake is van een dienstreis-: de uren gelegen tussen 7.30 uur en 18.00 uur met een minimale aftrek van een half uur wegens middagpauze;

    • e.

      bij bezoek aan een arts: de benodigde uren, voorzover dit bezoek noodzakelijk valt binnen de voor betrokkene gebruikelijke werktijd.

  • 3.

    Het totaal aan arbeidsuren en fictieve arbeidsuren kan maximaal 9 per dag bedragen;

  • 4.

    Voor de ambtenaar, die in deeltijd werkzaam is, worden de in het tweede lid, onder a en b, als fictieve werktijd genoemde 8 en 4 uur naar rato van het deeltijdpercentage of op basis van het overeengekomen werkrooster bepaald.

Artikel 9 Overwerk

  • 1.

    Van overwerk in de zin van deze regeling is eerst sprake, indien een ambtenaar daartoe een opdracht ontvangt van zijn direct leidinggevende en voor zover de extra gewerkte uren buiten de bedrijfstijd vallen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan een regiohoofd van de directie Economie en Mobiliteit een kantonnier opdracht verstrekken tot het verrichten van overwerk, waarbij ook binnen de bedrijfstijd een overwerkvergoeding wordt toegekend, mits de desbetreffende dag langer dan 8 1/2 uur is gewerkt.

Artikel 10 Bijzondere gevallen

Het hoofd van de organisatie-eenheid kan in bijzondere gevallen toestaan, dat in afwijking van het bepaalde in artikel 6 een compensatieregeling wordt getroffen voor extra gewerkte uren, die het toegestane maximum per dag, week of maand overschrijden.

Artikel 11 Andere werktijdenregelingen

Het hoofd van de organisatie-eenheid treft, indien het dienstbelang dit eist en voorzover nodig in afwijking van deze regeling een aangepaste werktijdenregeling in de navolgende gevallen:

  • a.

    bij vrijwillige of verplichte inroostering van de dagelijkse werktijd van één of meerdere ambtenaren van zijn organisatie-eenheid, in het laatste geval slechts met instemming van de onderdeelcommissie. Ingeval van ziekte wordt het ingeroosterde verlof wegens arbeidsduurverkorting gecompenseerd, met dien verstande dat artikel D.6, lid 2, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies overeenkomstige toepassing vindt;

  • b.

    voor die groepen ambtenaren, die in verband met de aard van hun werkzaamheden structureel in roosterdienst werkzaam zijn, mits een en ander is gebaseerd op een overlegregeling in de zin van de Arbeidstijdenwet, waarover overeenstemming is bereikt met de ondernemingsraad;

  • c.

    indien toepassing van deze regeling, gelet op de aard van de werkzaamheden, ernstige bezwaren oplevert, mits hierover overeenstemming is bereikt met de ondernemingsraad.

Artikel 12

  • 1.

    De feitelijke werktijd van de ambtenaar, die in een voltijddienstverband werkzaam is en 60 jaar of ouder is, wordt op zijn verzoek verminderd met twee en half uur per week, met behoud van bezoldiging.

  • 2.

    Bij een deeltijder wordt de vermindering naar rato berekend.

  • 3.

    Het recht op arbeidsduurverkorting gaat in op de eerste dag van de maand, volgende op de maand waarin de ambtenaar 60 jaar wordt.

  • 4.

    Bij deelname aan deze regeling worden de aanspraken op vakantie- en ADV-verlof naar rato verminderd.

  • 5.

    Bij deelname aan deze regeling vervallen de aanspraken op meer werken en vermindering van het algemeen verlof, als bedoeld in de artikelen 5 en 7 van de IKAP-regeling provincie Zeeland.

  • 6.

    De werktijdvermindering, als bedoeld in het eerste lid, wordt per week ingeroosterd en bij ziekte wordt geen compensatie verleend.

  • 7.

    Tijdens deelname aan deze regeling mag de ambtenaar geen bezoldigde nevenfuncties uitoefenen.

  • 8.

    Nevenfuncties, die al meer dan één jaar voor deelname aan de regeling door de ambtenaar werden vervuld, blijven bij toepassing van het vorige lid buiten beschouwing.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na afkondiging in het provinciaal blad en werkt terug tot 1 januari 1998.

  • 2.

    Op de datum van inwerkingtreding van deze regeling komt de Regeling variabele werktijden provincie Zeeland, zoals vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 3 maart 1992 nr. 103 (Provinciaal Blad nr. 17 van 1992) te vervallen.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: "Regeling variabele werktijden provincie Zeeland 1998"

Ondertekening

Gegeven te Middelburg, 21 april 1998.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. W. T. VAN GELDER, voorzitter.
mr. J. A. LANDER, griffier.
Uitgegeven 12 mei 1998.
De griffier der Staten,
mr. J. A. LANDER.