Regeling vervallen per 01-01-2015

Treasurystatuut

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Treasurystatuut

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van de afdeling BMO d.d. 7 maart 2011;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden per 1 januari 2009 en Financiële verordening gemeente Zeewolde d.d. 15 februari 2007;

Besluiten

vast te stellen het navolgende treasurystatuut inclusief de bijlagen die onderdeel uitmaken van dit statuut.

Artikel 1: Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.

  • 2.

    het beschermen van het gemeentelijke vermogen tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, valutarisico's, en liquiditeitsrisico's.

  • 3.

    het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 4.

    het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido, de Uitvoeringsregeling Ruddo en respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut.

Artikel 2: Algemene uitgangspunten verstrekken leningen en garanties

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    de gemeente mag leningen en garanties verstrekken indien het doel past binnen het gemeentelijk beleid, uit hoofde van de "publieke zaak", waarbij vooraf advies wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • 2.

    de gemeente verstrekt uitsluitend leningen en garanties na goedkeuring door de gemeenteraad en wanneer er geen eigen waarborgfonds voor de betreffende categorie bestaat waarnaar doorverwezen kan worden.

  • 3.

    een garantie heeft de voorkeur boven een lening.

  • 4.

    bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden of garanties geëist.

Artikel 3: Algemene uitgangspunten uitzettingen van middelen en aantrekken van gelden

  • 1. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.

  • 2. Bij het risicobeheer wordt gestreefd naar beperking van het renterisico op de lange en korte schuld. De kasgeldlimiet en de renterisiconorm worden niet overschreden conform de Wet Fido.

  • 3. Om renterisico's te beperken en het renteresultaat te optimaliseren wordt het aantrekken van externe financieringsmiddelen zoveel mogelijk beperkt, primair worden de beschikbare interne financieringsmiddelen aangewend.

  • 4. De omvang en de looptijd van nieuwe financieringen en uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de liquiditeitsplanning en de rentevisie. De rentevisie van de gemeente Zeewolde is gebaseerd op de rentevisie van financiële instelling met een AA-rating.

  • 5. Uitzettingen worden alleen gedaan als de hoofdsom op einddatum is gegarandeerd.

  • 6. De gemeente beperkt de koersrisico's op uitzettingen door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito's, obligaties, fido proof fondsen en garantieproducten.

  • 7. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.

  • 8. Valutarisico's worden in de gemeente uitgesloten door alleen financieringen en uitzettingen aan te gaan in euro's.

  • 9. De gemeente streeft naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen.

  • 10. De gemeente streeft naar spreiding van financiële instellingen waar geld geleend of uitgezet wordt.

Artikel 4: Uitzetten van gelden

Bij het uitzetten van middelen gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Het uitzetten van overtollige middelen gebeurt uitsluitend bij Nederlandse financiële instellingen met een AA-rating afgegeven door twee gezaghebbende rating agencies of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%.

  • 2.

    Voor het uitzetten van gelden worden minimaal twee renteopgaven bij verschillende financiële instellingen opgevraagd en vastgelegd.

  • 3.

    Gekozen wordt voor de financiële instelling waarbij de uitzetting het hoogste rendement oplevert. Wanneer het vanuit het oogpunt van spreiding wenselijk is, bestaat de mogelijkheid om voor een andere financiële instelling te kiezen.

Artikel 5: Aantrekken van gelden

Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn daggeldleningen, kasgeldleningen, krediet in rekening courant en onderhandse leningen.

  • 2.

    De gemeente vraagt prijsopgaven op bij minimaal twee financiële instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Deze prijsopgaven worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Gekozen wordt voor de financiële instelling waarbij de lening de laagste lasten oplevert.

Artikel 6: Relatiebeheer

De gemeente beoogt om gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten te realiseren. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    financiële instellingen (krediet-, beleggings-, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands toezicht te vallen;

  • 2.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit financiële Markten (AFM).

Artikel 7: Betalingsverkeer

Om de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:

  • 1.

    het liquiditeitsgebruik van de geldstromen, het bij- en afschrijven van bedragen wordt zoveel mogelijk op één bankrekening gevoerd en afgestemd op de liquiditeitsplanning. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om een tijdige nakoming van verplichtingen te kunnen garanderen;

  • 2.

    het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 8: Hardheidsclausule

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen in overleg met de commissie Bestuur en Middelen afwijken van de bepalingen in dit statuut.

  • 2. In gevallen, waarin bij de uitvoering dit statuut niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, die de raad zo spoedig mogelijk zullen informeren.

Artikel 9: Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit treasurystatuut treedt in werking op 1 april 2011 onder gelijktijdige intrekking van het financieringstatuut zoals vastgesteld op 19 april 2005.

  • 2.

    Dit statuut wordt aangehaald als "Treasurystatuut gemeente Zeewolde 2011".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde 15 maart 2011.
de secretaris, de burgemeester,
R.C. van Nunspeet G.J. Gorter

Bijlage 1 Begrippenkader

Daggeld(lening)

Opgenomen of uitgezette middelen voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kunnen worden.

Derivaten

Beleggingsinstrumenten die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed, zoals aandelen en olie. Het andere goed wordt ook wel de onderliggende waarde genoemd. De voornaamste soorten derivaten zijn opties, futures, swaps en forwards. Men gebruikt financiële derivaten om risico's te verkleinen of juist te speculeren.

Deposito

Geldbedrag dat aan een financiële instelling wordt toevertrouwd voor een bepaalde periode tegen een bepaalde rentevergoeding. Gedurende de afgesproken periode kan niet vrij over dat geld worden beschikt.

Financiering

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.

Garantie producten

Producten die in elk geval de terugontvangst van de inleg garanderen. Sommigen kennen daarnaast een gegarandeerd rendement dat eventueel gemaximaliseerd kan zijn.

Geldstromenbeheer

Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

Intern liquiditeitsrisico

De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

Kasgeldleningen

Niet verhandelbare leningen voor een vast bedrag en voor een vaste periode (van maximaal twee jaar) tegen een vooraf overeengekomen rentepercentage.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet begrenst de omvang van de korte financiering (korter dan één jaar) tot een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar op basis van de wet Fido.

Koersrisico

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Kredietrisico

Het risico op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.

Liquiditeitsplanning

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige ontvangsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid.

Liquiditeitspositie

Omvat het totaal van de rekening-courantsaldi, kasgeld- en daggeldleningen opgenomen (og) en uitgeleend geld (ug).

Obligatie

Verhandelbaar bewijs van deelneming in een geldlening, met een vaste nominale waarde waarover een, meestal vaste, rente wordt betaald. Na verloop van de looptijd wordt de geldlening afgelost.

Onderhandse leningen

Leningen waarbij de geldgever (aanbieder) en de geldnemer (vrager) rechtstreeks met elkaar onderhandelen over de voorwaarden van een krediet.

Prudent karakter

Het nadrukkelijk niet toestaan van het aangaan van financiële transacties met als oogmerk om die financiële waarden te zijner tijd met winst te verkopen. Bankachtige activiteiten – het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het genereren van ontvangsten – zijn als gevolg van deze bepaling verboden.

Rating

Een beoordeling van de kredietwaardigheid van een persoon, bedrijf of land. Een rating geeft een indicatie van het risico op non-betaling.

Renterisico

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.

Renterisiconorm

Norm voor het beheersen van de renterisico's bij herfinanciering.

De norm is een vastgesteld percentage van het begrotingstotaal in de wet Fido, (het 8,5% criterium van de begrotingslasten).

Rentevisie

Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.

Solvabiliteitsratio van 0%

Status die door een bancaire toezichthouder in de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie uitgebreid met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend.

Treasuryfunctie

Alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, in de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

De treasuryfunctie wordt uitgevoerd door de treasuryfunctionaris of de plaatsvervangend treasury en bestaat uit vier deelfuncties:

risicobeheer.

gemeentefinanciering.

kasbeheer

debiteuren- en crediteurenbeheer

Uitzettingen

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities.

Wet Fido

De Wet Financiering decentrale overheden

Wet Ruddo

De Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden

Bijlage 2 Memorie van toelichting

In deze memorie van toelichting worden, waar nodig, de in het treasurystatuut opgenomen artikelen toegelicht.

Toelichting per (deel van een) artikel

Artikel 1, lid 4

De bedoeling is om de renteresultaten te optimaliseren. Dit betekent dat gestreefd wordt naar zo hoog mogelijke rentebaten c.q. zo laag mogelijke rentelasten binnen de kaders van het treasurybeleid

Artikel 3 lid 4

Afstemming op de financiële positie en de prognose is bedoeld om middelen te lenen c.q. uit te zetten gedurende de periode dat die echt nodig respectievelijk beschikbaar zijn.

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico's door haar treasury activiteiten mede te baseren op een korte termijn liquiditeitsplanning (looptijd tot één jaar), evenals een globale meerjarige liquiditeitsplanning die aansluit op het meerjaren investeringsprogramma.

Artikel 3, lid 9

Door spreiding aan te brengen in de periode dat de rente van een uitzetting vast is, wordt de invloed van een rentedaling op de renteresultaten gespreid over meerdere jaren.

Deze spreiding is slechts mogelijk als uit de liquiditeitsprognose blijkt dat middelen gedurende een langere periode beschikbaar zijn.

Artikel 3, lid 10

Door spreiding aan te brengen in het aantal financiële instellingen waar geld is uitgezet, worden risico's gespreid.

Artikel 4, lid 1

Een (credit-)rating is een beoordeling van de kredietwaardigheid van een instelling. Die wordt voor zowel de korte als de lange termijn toegekend door rating 'agencies'als Standard & Poor's, Moody's en Fitch IBCA. De hoogste kredietwaardigheid word bij Standard & Poor's en Fitch IBCA vermeld met AAA, gevolgd door AA en A.

Noody's kwalificeert van hoog naar laag Aaa, Aa, en A. Daarnaast kent men kwalificaties met letters B, C en D. Een A-rating staat voor kredietwaardig. AA staat voor zeer kredietwaardig maar de veiligheidsmarge is niet zo hoog als bij de AAA-rating. De AAA-rating komt overeen met "extreem" kredietwaardig.

Een solvabiliteitsratio van 0% (ofwel een 'solvabiliteitsvrije status') is een status die door een bancaire toezichthouder in een EER-lidstaat wordt toegekend aan het schuldpapier van een instelling. Dat betekent dat een bank voor het desbetreffende papier geen reserves (0%) hoeft aan te houden.

Die status wordt onder meer toegekend aan papier dat is uitgegeven of gegarandeerd door (centrale) overheden. De gemeente kan dus bij andere overheden geld uitzetten (bijvoorbeeld schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën) of beleggen in papier waaraan een overheidsgarantie is verbonden (zoals door het waarborgfonds Sociale Woningbouw gewaarborgde leningen van woningbouwcorporaties).

Artikel 6, lid 2

Tussenpersonen zijn intermediair bij het afsluiten van financiële transacties.

Artikel 7, lid 1

Het beheer van geldstromen gaat vooral om het zorgen voor een efficiënt betalingsverkeer. Geldstromen kunnen bijvoorbeeld op elkaar worden afgestemd door een betalingsdatum af te stemmen op de verwachte ontvangsten. Zo wordt voorkomen dat tijdelijke middelen moeten worden aangetrokken (c.q. dat het uitzetten van middelen niet wordt verlengd) om te voorzien in de liquiditeitsbehoefte.

Artikel 7, lid 2

Het uitvoeren van het betalingsverkeer door één bank heeft efficiencyvoordelen: de kosten van het overboeken van middelen tussen de verschillende banken worden vermeden en de omgang van treasury kan beperkt blijven tot de ontwikkeling van het saldo op één bankrekening in casu die van de huisbankier.

Bijlage 3 Beheersdeel treasurystatuut

Administratieve organisatie en interne beheersing

Artikel 1: Uitgangspunten administratieve organisatie en interne beheersing

In het kader van de treasury functie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasury activiteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.

Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd.

Bij de uit te voeren treasury activiteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarde:

a.iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen uitgevoerd (het zgn. vier ogen principe).

Artikel 2: Verantwoordelijkheden

De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasury functie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

-Het vaststellen van treasury doelstellingen, het beleid en de beleidskaders in het treasurystatuut.

-Het vaststellen en houden van toezicht op de uitvoering van het treasurybeleid in de financieringsparagraaf in de begroting en jaarrekening.

College van B&W

-Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid) en het betalingsverkeer.

-Het rapporteren aan Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid in de financieringsparagraaf.

Afdelingshoofd BMO

-Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied

-Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van treasury activiteiten door het verrichten van interne controle activiteiten. Hierover rapporteren aan betrokkenen en het Managementteam.

-Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen.

Afdelingshoofd FDD

-Op basis van mandaat ondertekenen van financiële contracten voortvloeiend uit de treasury functies.

-Formeel eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatievoorziening over treasury in de Planning en Control instrumenten.

Treasurer

Afdelingshoofd FDD

Afdelingshoofd BMO

-Invulling geven aan de feitelijke uitvoering van de treasuryfunctie conform het treasurystatuut

-Het beheren van de geldstromen

-Bijhouden en verwerken van geldstroom informatie van de afdelingen in een liquiditeitsplanning

-Het onderhouden van contacten met banken, tussenpersonen en overige financiële instellingen

Afdelingshoofden en budgethouders

-Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare informatie over toekomstige geldstromen aan de Treasurer, met het oog op de liquiditeitsplanning.

-Het fiatteren van betalingen en ontvangsten ten laste of ten gunste van hun budgetten.

Accountant

-In het kader van zijn reguliere controletaak adviseren en controleren van het uitgevoerde treasurybeheer

Artikel 3: Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan bevoegdheden van medewerkers met betrekking tot treasury activiteiten weergegeven evenals de daarbij benodigde autorisatie.

Taak

Voorbereiding

Autorisatie

Liquiditeitsplanning

Treasurer

Afdeling BMO

Het uitzetten van geld

Treasurer

Tekenbevoegdheid kasverkeer

Het verstrekken van garanties en leningen aan derden

Budgethouders

Gemeenteraad

Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Factuur fiatteur

Tekenbevoegdheid kasverkeer

Bankrekeningen openen, sluiten en wijzigen

Treasurer

Afdelingshoofd FDD

Bankcondities en tarieven afspreken

Treasurer

Afdelingshoofd BMO

Artikel 4: Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasury activiteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende medewerkers:

Informatie

Frequentie

Verstrekker

Ontvanger

Opstellen van de financieringsparagraaf bij de begroting en jaarrekening, met inachtneming van de verstrekte richtlijnen

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

Terugkoppeling treasuryactiviteiten inclusief liquiditeitsplanning

Halfjaar

Treasurer

College van B&W

Opstellen overzicht uitgezette gelden

Halfjaar

Treasurer

Portefeuillehouder

Stand van zaken uitzetten en aantrekken van gelden

Halfjaar

Treasurer

Portefeuillehouder