Regeling vervallen per 31-03-2011

Verordening op de rekenkamercommissie

Geldend van 01-11-2003 t/m 30-03-2011

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie

Verordening op de rekenkamercommissie

Artikel 1  Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    Wet: Gemeentewet;

  • b

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Zeist

Artikel 2  Rekenkamercommissie

Lid 1

Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

Lid 2

De rekenkamercommissie bestaat uit 4 vaste leden, eventueel aangevuld met één of meerdere tijdelijke leden als bedoeld in artikel 3b.

Artikel 3a  Benoeming vaste raadsleden

Lid 1

De raad benoemt twee vaste leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden.

Lid 2

Voordat de raad tot benoeming overgaat wordt de voorzitter van de rekenkamercommissie in de gelegenheid gesteld zijn gevoelen over de voorgedragen benoeming kenbaar te maken.

Lid 3

Deze leden worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd.

Artikel 3b  Benoeming tijdelijke leden

Lid 1

De raad kan per onderzoek van de rekenkamercommissie uit zijn midden één tijdelijk lid benoemen.

Lid 2

Een tijdelijk lid wordt alleen benoemd voor de duur van een bepaald onderzoek en zijn werkzaamheden beperken zich tot dat onderzoek.

Artikel 3c  Benoeming externe leden

Lid 1

De raad benoemt op voordracht van de rekenkamercommissie twee externe leden. Op deze leden is artikel 81f van de gemeentewet van toepassing. De commissie doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring van de kandidaten bevattende:

  • a

    een mededeling dat hij een benoeming als lid zal aanvaarden, en

  • b

    een overzicht van de openbare betrekkingen die hij bekleedt.

Lid 2

Op voordracht van de rekenkamercommissie worden de externe leden benoemd tot voorzitter en plaatsvervangend voorzitter

Lid 3

De externe leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. Herbenoeming binnen een periode van drie jaar na het einde van het lidmaatschap is niet mogelijk. Om te voorkomen dat voorzitter en plaatsvervangend voorzitter binnen één jaar na elkaar aftreden kan de raad op voorstel van de commissie besluiten om de aanstellingsduur met één jaar te verlengen.

Lid 4

De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter wordt hij vervangen door de plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4  Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5  Ontslag en non-activiteit

Lid 1

De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

Lid 2

Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

  • a

    op eigen verzoek;

  • b

    indien het lid aftreedt als lid van de raad;

  • c

    indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen;

Lid 3

Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

  • a

    op eigen verzoek;

  • b

    bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

  • c

    wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d

    indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

Lid 4

De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6  Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

Lid 1

De externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden.

Lid 2

Deze vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 6000,- en voor de plaatsvervangend voorzitter € 5.500,- per jaar.

Lid 3

De in lid 2 genoemde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.

Lid 4

Naast de in lid 2 genoemde vergoedingen worden aan de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de rekenkamercommissie de kosten van deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia vergoed, voor zover deelname van belang is voor de vervulling van de functie. Voorafgaand wordt aan de rekenkamercommissie toestemming gevraagd.

Artikel 7  Ambtelijk secretaris

Lid 1

De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

Lid 2

De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

Lid 3

De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

Lid 4

De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8  Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

Artikel 9  Onderwerpselectie en opdrachtverlening

Lid 1

De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

Lid 2

De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd. Bij die gelegenheid stelt de voorzitter van de rekenkamercommissie de raad in de gelegenheid om een tijdelijk lid te benoemen als bedoeld in artikel 3b.

Lid 3

De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek  wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gegronde redenen aanvoeren.

Artikel 10  Werkwijze

Lid 1

De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

Lid 2

De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

Lid 3

De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

Lid 4

De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

Lid 5

De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

Lid 6

De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

Lid 7

Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

Lid 8

De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

Lid 9

Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11  Budget

Lid 1

De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

Lid 2

Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

  • a

    de vergoedingen aan de externe leden

  • b

    de ambtelijk secretaris;

  • c

    interne onderzoeksmedewerkers;

  • d

    externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

  • e

    eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Lid 3

De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12  Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

Lid 1

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 november 2003

Lid 2

De rekenkamercommissie zoals deze bestaat op het moment van inwerkingtreding van deze verordening blijft in functie tot het moment waarop het onderzoek naar de uitvoering van het Bedrijfsplan Herstructurering  in de vergadering van de gemeenteraad is behandeld. De verordening op de rekenkamercommissie, vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2000, wordt ingetrokken met ingang van de dag volgend op de in de vorige zin genoemde gebeurtenis.

Lid 3

Vanaf het moment dat minstens de helft van het aantal leden van rekenkamercommissie in nieuwe samenstelling is benoemd zal deze commissie gaan functioneren. Vanaf dat moment worden alle werkzaamheden van de rekenkamercommissie in oude samenstelling overgenomen, met uitzondering van de afronding van het genoemde onderzoek.

Lid 4

De voorzitter van de rekenkamercommissie zoals deze bestaat op het moment van inwerkingtreding van deze verordening wordt tevens geacht te zijn benoemd als voorzitter van de rekenkamercommissie in nieuwe samenstelling. De periode dat hij voorzitter was van de rekenkamer in oude samenstelling wordt in mindering gebracht op de periode van zes jaar als bedoeld in artikel 3 lid 3.

Artikel 13  Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie Zeist 2003.