Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling outplacement gewezen wethouders

Geldend van 20-01-2003 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling outplacement gewezen wethouders

Regeling outplacement gewezen wethouders

Artikel 1  Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van de bepalingen van de Vijfde afdeling van de Algemene Pensioenwet politieke ambtsdragers;

  • b

    outplacementbureau: bureau of organisatie bij aangesloten bij de Nederlandse organisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding

Artikel 2  Toekenning outplacementfaciliteiten

Lid 1

Burgemeester en wethouders besluiten op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten.

Lid 2

De toekenning van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente, tenzij burgemeester en wethouders om zwaarwegende hen moverende redenen zich niet kunnen vinden in het traject tot inhoud en aanpak alsmede het financiële gedeelte. Burgemeester en wethouders sluiten daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.

Lid 3

Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

Artikel 3  Maximale toekenningsduur

De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor een periode van ten hoogste één jaar.

Artikel 4  Uitleg regeling

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet zijn burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 5  Slotbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als: "Regeling outplacement gewezen wethouders" en treedt met ingang van de dag waarop deze is vastgesteld in werking.