Regeling vervallen per 01-01-2015

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zeist 2014

Geldend van 01-04-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zeist 2014

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Hoofdstuk 2. Regels ten aanzien van het persoonsgebonden budget

Artikel 2 Verzoek

Artikel 3 Beperking

Artikel 4 Procedure

Artikel 5 Hoogte

Hoofdstuk 3. Wonen in een geschikt huis

Artikel 6 Verhuiskostenvergoeding

Artikel 7 Primaat verhuizen

Artikel 8 Bezoekbaar maken

Artikel 9 Uitbetaling

Artikel 10 Tijdelijke huisvesting

Artikel 11 Woningsanering

Hoofdstuk 4. Verplaatsen per vervoermiddel en sociale contacten aangaan en onderhouden

Artikel 12 Vergoedingen

Artikel 13 Sportrolstoel

Hoofdstuk 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 14 Berekening eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 15 Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel

Hoofdstuk 6. Onderzoek

Artikel 16 Samenhangende afstemming

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 17 Basistarieven

Artikel 18 Citeertitel

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Onder verordening wordt verstaan de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zeist 2013.

Hoofdstuk 2. Regels ten aanzien van het persoonsgebonden budget

Artikel 2 Verzoek

Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt slechts plaats op verzoek van de aanvrager.

Artikel 3 Beperking

1.Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats als:

  • a.

    het vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben met het omgaan met een persoonsgebonden budget of;

  • b.

    op grond van de progressiviteit van het ziektebeeld de aangevraagde voorziening zo snel weer door een aangepaste voorziening vervangen dient te worden dat deze verstrekking zich daardoor niet leent voor een persoonsgebonden budget.

Artikel 4 Procedure

  • 1. De toekenning, de omvang en de looptijd van het te verstrekken persoonsgebonden budget worden bij beschikking vastgesteld.

  • 2. Bij de beschikking wordt een programma van eisen verstrekt waarin aangegeven is aan welke vereisten de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening dient te voldoen.

  • 3. Een persoonsgebonden budget voor een voorziening niet zijnde hulp bij het huishouden, wordt na verzending van de beschikking waarin het toe te kennen bedrag is vermeld, betaalbaar gesteld aan de aanvrager/budgethouder.

  • 4. De budgethouder overlegt direct na aanschaf van de voorziening, doch uiterlijk binnen drie maanden na toekenning van het persoonsgebonden budget, aan het college de nota of factuur van de aangeschafte voorziening.

  • 5. Een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt verstrekt na ontvangst van een door de aanvrager en de zorgverlener ondertekende zorgovereenkomst, waaruit blijkt welke soort zorg wordt ingekocht en tegen welke uurprijs.

  • 6. Na ontvangst van de in lid 4 en lid 5 genoemde documenten wordt door het college beoordeeld of er aanleiding is om het persoonsgebonden budget aan te passen. Deze beoordeling kan leiden tot gehele of gedeeltelijke terugvordering of verrekening.

Artikel 5 Hoogte

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt per uur 75% van het maximale uurtarief dat geldt voor de betreffende soort hulp bij het huishouden in natura.

  • 2. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, verhoogd met het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare rolstoelen in het peiljaar.

  • 3. Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare voorzieningen in het peiljaar.

Hoofdstuk 3. Wonen in een geschikt huis

Artikel 6 Verhuiskostenvergoeding

Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 9, lid 4 van de verordening bedraagt € 3.000, --.

Artikel 7 Primaat verhuizen

Een woonvoorziening waarvan de totale kosten, inclusief de binnen 5 jaar reëel te verwachten kosten, minder bedragen dan € 7.000,-- wordt beschouwd als de goedkoopst compenserende voorziening zoals bedoeld in artikel 9 lid 2 van de verordening.

Artikel 8 Bezoekbaar maken

Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 9 lid 1 onder b van de verordening bedraagt € 3.000, --.

Artikel 9 Uitbetaling

Vergoeding voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening geschiedt aan de eigenaar van de woning.

Artikel 10 Tijdelijke huisvesting

  • 1. Kosten van tijdelijke huisvesting, die ontstaan doordat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de verordening tijdelijk niet bewoond kan worden, kunnen worden vergoed als die door de persoon met beperkingen moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van:

    • a.

      zijn huidige woonruimte;

    • b.

      zijn nog te betrekken woonruimte.

  • 2. De in het vorige lid genoemde vergoeding wordt alleen verleend als er redelijkerwijs niet kan worden voorkomen dat deze dubbele woonlasten ontstaan.

  • 3. De hoogte van de financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal € 550,-- per maand voor het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte of het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte en maximaal € 250,-- per maand voor het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.

Artikel 11 Woningsanering

  • 1. Bij woningsanering (nieuwe vloerbedekking) i.v.m. astma en allergie en het verstrekken van rolstoeltapijten worden de volgende afschrijvingspercentages gehanteerd:

  • · 0% indien het te vervangen artikel nieuwer is dan twee jaar;

  • · 25% indien het te vervangen artikel tussen de twee en vier jaar oud is;

  • · 50% indien het te vervangen artikel tussen de vier en zes jaar oud is;

  • · 75% indien het te vervangen artikel tussen de zes en acht jaar oud is;

  • · indien het te vervangen artikel acht jaar of ouder is wordt geen vergoeding verstrekt.

  • 2. De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor zeil of linoleum per meter (uitgaande van een gemiddelde breedte van 4 meter (inclusief legkosten en egalisatie)) bedraagt € 50,--.

Hoofdstuk 4. Verplaatsen per vervoermiddel en sociale contacten aangaan en onderhouden

Artikel 12 Vergoedingen

Voor cliënten voor wie zowel het openbaar vervoer als het collectief vervoer via regiotaxi geen passende compensatie voor hun vervoersprobleem vormt, kan een maatwerkvoorziening in de vorm van een kilometervergoeding ingezet worden op basis van taxivervoer of vervoer per eigen auto.

Voor taxivervoer wordt uitgegaan van de volgende kilometerprijzen:

  • ·

    Taxivervoer - € 2,46 per kilometer 

  • ·

    Rolstoeltaxivervoer - € 3,35 per kilometer

In deze kilometerprijs is rekening gehouden met een eigen aandeel ter hoogte van de kosten voor regulier openbaar vervoer. Het maximaal via de Wmo te compenseren aantal kilometers per jaar is 2000. Uitbetaling vindt plaats op declaratiebasis.

Voor compensatie van vervoer met de eigen auto, wordt uitgegaan van de auto die de cliënt bezit c.q. voor zijn vervoer gebruikt. Via de ANWB autokostentabel (www.anwb.nl/auto/autokosten) wordt via het kenteken de prijs per kilometer (vaste en variabele kosten) voor die specifieke autoberekend. De cliënt moet hiervoor de volgende gegevens overleggen:

  • ·

    kenteken

  • ·

    type uitvoering en opties

  • ·

    aankoopdatum

  • ·

    aankooprijs

  • ·

    kilometerstand

  • ·

    verwachte bezitsduur

  • ·

    verwacht aantal kilometers per jaar.

Het maximaal via de Wmo te compenseren aantal kilometers per jaar is 2000. Voor de werkelijke compensatie wordt uitgegaan van de gebruikelijke vervoersbehoefte van de cliënt. Als deze minder is dan 2000 kilometer per jaar, dan worden er dus ook minder kilometers vergoed.

Op de vervoersbehoefte worden de kosten voor regulier openbaar vervoer per km. in mindering gebracht. Op basis van (maximaal) 2000 km. per jaar, is dat dan een bedrag van (600 zones x € 0,70 / 2000 =) € 0,21 per km.

Artikel 13 Sportrolstoel

Voor de aanschaf van een sportrolstoel kan uitsluitend een financiële tegemoetkoming worden verstrekt. Deze tegemoetkoming bedraagt € 2.750,-- en is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf, onderhoud en verzekering voor een periode van drie jaar.

Hoofdstuk 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 14 Berekening eigen bijdrage en eigen aandeel

Bij een voorziening in natura of pgb spreekt men van een eigen bijdrage. Bij een financiële tegemoetkoming heet dit een eigen aandeel. Deze bijdrage of dit aandeel wordt berekend en geïnd door het CAK.

Artikel 15 Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel

Het CAK berekent de maximaal te heffen eigen bijdrage, ofwel de maximale periodebijdrage. Een eigen bijdrage wordt per periode van vier weken geïnd. De eigen bijdrage bedraagt niet meer dan de kostprijs van de voorziening.

De maximale eigen bijdrage bestaat uit twee delen:

  • ·

    Een vast gedeelte

  • ·

    Een variabel gedeelte van 15% per jaar (= 15%/13 per 4 weken) over het inkomen boven het norminkomen.

Hoofdstuk 6. Onderzoek

Artikel 16 Samenhangende afstemming

Bij het onderzoek inzake het advies op grond van artikel 26 van de verordening, wordt (indien van toepassing) aandacht besteed aan:

  • a.

    de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager;

  • b.

    de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt;

  • c.

    de woning en de woonomgeving van de aanvrager;

  • d.

    het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager;

  • e.

    de sociale omstandigheden van de aanvrager.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 17 Basistarieven

  • 1. Het basistarief voor Hulp bij het Huishouden (HH) 1 is 85% van het maximumtarief HH 1. Het maximumtarief HH1 wordt tijdens de onderhandelingen voor de nieuwe contracten Hulp bij het Huishouden overeengekomen.

  • 2. Het basistarief voor Hulp bij het Huishouden (HH) 2 en 3 is 85% van het maximumtarief HH 2 en 3. Het maximumtarief HH 2 en HH 3 wordt tijdens de onderhandelingen voor de nieuwe contracten Hulp bij het Huishouden overeengekomen.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: "Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zeist 2014" en treedt in werking op 1 april 2014.